Transcript Bestand
effecten van psychofarmaca tijdens zwangerschap en borstvoeding op de pasgeborene Karel Allegaert, MD PhD UZ Leuven Clinical research supported by the Fund for Scientific Research, Flanders (Belgium) (FWO Vlaanderen) by a Fundamental Clinical Investigatorship (2009-2014) Medicatie tijdens zwangerschap Categorie Omschrijving A - Studies mens: geen verhoogd risico voor de foetus tijdens het eerste trimester (geen bewijs voor risico’s in latere trimesters). De mogelijkheid voor foetale schade lijkt onwaarschijnlijk. B - Dierstudies: geen verhoogd risico voor de foetus + geen studies bij de mens uitgevoerd OF - Dierstudies tonen bijwerkingen, maar studies bij de mens tonen geen verhoogd risico. C - Dierstudies tonen bijwerkingen+ geen studies bij de mens uitgevoerd OF - Er werden geen studies bij dier en mens uitgevoerd. Toediening indien het mogelijke voordeel opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus. D -Studies bij de mens tonen risico voor de foetus, maar voordelen van gebruik kunnen aanvaardbaar zijn ondanks het risico (vb. ernstige ziekte waar veiligere medicatie niet gebruikt kan worden of niet werkzaam is). X -Studies bij mens en dier toonden evidentie voor foetale afwijkingen. Het risico van gebruik staat niet in verhouding met enig mogelijk voordeel. Gebruik is tegenaangewezen. Antidepressiva • Inhibitoren van re-uptake noradrenaline en serotonine • Groep 1: Tricyclische antidepressiva (TCA) • Groep 2: recentere producten vb. imipramine vb. venlafaxine • Monoamine oxidase (MAO)- inhibitoren vb. fenelzine • Selectieve serotonine reuptake inhibitoren (SSRI) vb . fluoxetine • Selectieve noradrenaline reuptake inhibitoren (SNRI) vb. reboxetine • Stoffen die vrijzetting noradrenaline verhogen via α2 blok vb. mirtazapine • Sint-Janskruid Opm: Stemmingsstabilisator vb. lithium Setting the scene… Majeure depressie • Vrouw / man ratio: 2 • Prevalentie algemene populatie: 6-16% • Prevalentie tijdens de zwangerschap: 10% Gebruik antidepressiva Overige antidepressiva SSRIs MAOI (DDD) Doorsnee dagdosis 300.000.000 250.000.000 200.000.000 150.000.000 100.000.000 50.000.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Selectieve serotonine reuptake inhibitoren (SSRIs)) Werkingsmechanisme Inhibitie van serotonine re-uptake uit de synaptische spleet, waardoor de serotonerge neurotransmissie versterkt wordt. E.W.Boyer, M.Shannon NEJM 2005;352; p1112-1120 To treat or not to treat ? Niet behandelde maternele depressie • Verhoogde kans op prematuriteit en laag geboortegewicht • Verhoogde kans op ontwikkelingsvertraging bij het kind maanden (OR 1.34;95% CI=1.01–1.78; P=.043) op 18 K.A.Yonkers et al. General Hospital Psychiatry 2009;31:403-413 Onderbreken therapie tijdens de zwangerschap • Relaps 60-70% Literatuur: voordelen van behandeling hebben meestal overwicht op de mogelijke neveneffecten van in utero blootstelling aan antidepressiva. Lange termijn outcome ? ziekte, behandeling, omgeving/genetica Developmental (dis)continuum fetus newborn weight caloric needs infant toddler child adolescent adult x2 x3 x 3-4 5m 1y 1y Lichaamsproporties Ref: Nelson’s textbook Pediatrics Complexer, myelinisatie en synaptogenesis In utero blootstelling SSRIs Fluoxetine • 11/14 studies: geen verhoogd risico • 3/14 studies: wel verhoogd risico (vooral cardiovasculaire malformaties) Citalopram • 5/7 studies: geen verhoogd risico • 2/7 studies: wel verhoogd risico (craniosynostose, omfalocoele,…) Paroxetine • 2 meta-analyses • Verhoogd risico op cardiovasculaire malformaties OR 1,72 (95% CI 1,22-2,42), OR 1,46 (95% CI 1,17-1,82) M.Ellfolk. Reproductive Toxicology 30(2010): 249-260 Neonatal withdrawal or serotonerg syndrome ? SSRIs en ‘PPHN’ Studie Methoden Resultaten Chambers et al, 2006 Multicenter, Cases: 377 PPHN Controls: 836 Exposure: SSRI gebruik na 20 wk Associatie tussen materneel gebruik van SSRIs in late zwangerschap een PPHN bij het kind. (OR 6,1 CI 2,2-16,8) Källen and Olausson, 2008 Retrospectieve cohort studie, 506 PPHN cases, 5 met gedocumenteerd SSRI gebruik Associatie tussen materneel gebruik van SSRIs en PPHN bij het kind, zowel bij vroege als late blootstelling (OR 3,57, CI 1,16-8,33) Andrade et al, 2009 Multicenter, retrospectieve cohort studie, 1104 SSRI exposure 3de trim, 1104 matched controls PPHN: 2 in exposure groep, 3 in controlegroep Geen verband tussen laattijdig SSRI gebruik en PPHN bij het kind. Karen et al, 2011 Case-control studie (1:6 ratio) van primaire PPHN SSRI exposure: 5% van controles, niet in PPHN groep PPHN is geassocieerd met geboorte via sectio. Geen verband met in utero blootstelling aan SSRI. K.L;wilson et al. Am J Perinatol 2011;28:19-24 Secundaire preventie: rationale ? Behandeling • Rustige omgeving • Frequent kleine voedingen • Moeder-kind huidcontact • Supportieve zorgen Sondevoeding of IV vocht Sedatie Intubatie (incidentie 0,3%) Preventie? • Stopzetten antidepressiva 2 weken voor partus Datum partus niet steeds voorspelbaar Relapse depressie kan partus bemoeilijken Onvoldoende evidentie Lange termijn outcome van in utero blootstelling aan antidepressiva Nulman, 1997 • Vergelijking TCA, fluoxetine (SSRI), controles • IQ, taal- en gedragsontwikkeling op 16-86 maanden: geen verschil Nulman, 2002 • Follow-up studie tot 71 maanden • IQ significant en negatief geassocieerd met duur van depressie • Taalontwikkeling negatief geassocieerd met aantal depressieve episodes na de geboorte SSRIs en lactatie • Nagenoeg alle geneesmiddelen komen terecht in moedermelk • SSRIs • • • Via passieve diffusie en secretie Meestal zeer kleine hoeveelheden (<1% maternele dosis) Schatting van transfer naar het kind ?? • M/P ratio (conc geneesmiddel in moedermelk / conc geneesmiddel in materneel plasma) liefst M/P < 1 • RID ‘relative infant dose’ (dagelijkse dosis via moedermelk in mg/kg/d, uitgedrukt als percentage van dagelijkse maternele dosis in mg/kg/d) liefst RID < 10% • Directe plasma analyse kind Drugs in lactation Dose (Dm) Mothers’ plasma M/P Concentration Infants’plasma Milk Dose (Di) Time • M/P = milk/plasma ratio • Di = Estimated infant dose • Concentrationm x M/P x Volumemilk • RID= relative infant dose = Dm (mg/kg/day ) / Di (mg/kg/day) *100% SSRIs en lactatie Fluoxetine • • • • • M/P ratio ±1 RID <10% 94,5% eiwitgebonden Plasma T1/2: 2-3 dagen Zwangerschap induceert CYP2D6 • Piek moedermelk ± 6 u na inname • Meestal geen symptomen • Casussen ‘koliek’ op 6-10 weken Paroxetine • • • • • • M/P ratio ± 1 RID 1-3% 95% eiwitgebonden Plasma T1/2: 21 uur Plasmaconc baby zeer laag Piek moedermelk 4-7u na inname • Geen neveneffecten bij lactatie SSRIs en lactatie Sertraline Citalopram • M/P ratio 1 • RID 2% • 98% eiwitgebonden • Plasma T1/2: 26 uur • Piek moedermelk 7-10 uur • M/P ratio variabel 1-3 • RID 1-9% • 80% eiwitgebonden • Plasma T1/2: 35 uur • Piek moedermelk 3-6u na inname • Geen neveneffecten gemeld • Casussen: onregelmatige ademhaling, voedingsproblemen, lethargie • Escitalopram: associatie NEC? SSRIs en lactatie Keuze behandeling moet gevolg zijn van gepersonaliseerde risico-voordeel analyse. Volledige informatie verstrekken aan patiënte Milde tot matige (postpartum) depressie: psychotherapie als eerste lijn Medicamenteuze therapie voor matige tot ernstige depressie of geen respons op psychotherapie Keuze geneesmiddel afhankelijk van kliniek en eventuele vroegere therapieën Bij eerste episode: sertraline of paroxetine Start met laagst effectieve dosis Monotherapie is te verkiezen Klinische toestand moeder en kind dienen opgevolgd te worden Geen routine bepalingen van serum waarden bij het kind, enkel indien klinisch noodzakelijk Clinical Obstetrics and Gynaecology 2009;52(3):483-497 • Briggs: – Refers to AAP guidelines – Monitor for adverse events • Lactmed (toxnet.nlm.nih.gov ) – Drug found in plasma of infant – No proven drug-related effect – Monitor for excessive sedation and adequate weight gain – Possibly serum levels to rule out toxicity Drugs and breastfeeding Take home messages • AD tijdens de zwangerschap: SSRIs meest frequent gebruikt • Geen associatie antidepressiva en congenitale malformaties • Neonatale adaptatieproblemen in 30% van kinderen met in utero blootstelling • Behandeling van neonatale adaptatieproblemen is supportief • Lange termijn outcome is onvoldoende bestudeerd • Tijdens lactatie: voorkeur voor sertraline of paroxetine • Cave: niet behandelde maternele depressie