Transcript lakfouten
Hoe komt het en wat kunnen we eraan doen?
Ondergrond
Viscositeit
Aantal lagen
Spuitopening
Spuitdruk
Andere verharder of verdunning
Kunstlicht bij beoordeling
Te dik gespoten
De lak te dun
Te lage spuitdruk
Te koud
Verkeerde verdunning of verharder
Te snel achter elkaar gespoten
Ondergrond niet goed geschuurd
Lak te dik (spuitviscositeit te hoog)
Spuitcabine temperatuur te hoog
Te dikke lagen
Verkeerde verharder of verdunning
Afstand naar het object is te hoog
Te droog gespoten
Te ver van het object af (nevelen )
Te warm in de cabine
Lak te dik (spuitviscositeit)
Spuitdruk te hoog
Spuitopening te klein
Verkeerde verharder of verdunning
Ondergrond niet voldoende afgesloten
Ondergrond niet voldoende uitgehard
Ondergrond niet gecontroleerd
Verontreiniging of resten van wax, olie,
polijstmiddelen op siliconen basis.
Spuitlucht toevoer bevat olie of condenswater
Lucht in de cabine verontreinigd
Werkkleding verontreinigd
Spuitpistool verontreinigd
Stof, vuil of vezels van doeken of kleding
Stof is voor het spuiten niet grondig
verwijderd
Zwevende deeltjes vallen in de lak (schuren
voor de cabine)
Verpakkingen niet goed gesloten
Te dik gespoten onregelmatig
Lak te dik en te nat
Verkeerde verdunning
Oppervlak te koud of te warm
Spuitafstand niet goed
Oude lak goed isoleren
Ingesloten lucht zet zich uit
Werken op losse slecht hechtende niet goed
voorbewerkte ondergrond
Te hoge laagdiktes van plamuur, primers en
grondlakken
Poreusheid van grondmaterialen
Te hoge droog temperaturen
Vocht of verontreiniging ingesloten onder het
oppervlak
Vorming van condenswater in de spuitlucht
Hoge luchtvochtigheid of condens door
temperatuur verschillen
Onvoldoende reiniging
Te dunne laklaag
Vanuit de fabriek ingesloten lucht
Te dik aangebrachte polyester plamuur kan
ook tot luchtinsluiting leiden
Plamuur van mindere kwaliteit
Kunststoffen niet getemperd
Ondergrond niet goed gereinigd
Ongeschikte grondmaterialen
Niet of te fijn geschuurde ondergrond
Temperatuur schommelingen kan leiden tot
condens
Te hoge laag diktes
Verwerkingsviscositeit te hoog
Spanning tussen laklagen
Grondmaterialen niet goed uitgedroogd
Spuitnevelrand van de grondlak niet
voldoende geschuurd
Niet voldoende verloop geschuurd
Oplosmiddel ingesloten bij te hoge laagdiktes
Te geringe uitdamptijd
Niet de goede verharder of verdunning
Te hoge spuitdruk
Ongunstige spuitcabine omstandigheden
•
kleurverschil
• lopers/zakkers
• sinaasappeleffect
• wolken of streepvorming
• doorbloeden
• luchtinsluiting
• blazen/beslistering
• dry spray
• pinholes
• opzwellen/rimpelen/opwerken
• onthechting
• kraters, siliconen of vissenogen
• randaftekeningen
• vuil/ingesloten stofdeeltjes
• kookblazen