Transcript TB 2011

TB 2011
Claude VAN ROOTEN
Directeur-generaal OCW
Ontstaan van het OCW
Na de Tweede Wereldoorlog besliste de Belgische regering
een instrument te creëren om het innovatieproces in de
industrie te bevorderen.
In 1947 vaardigde toenmalig minister van Wederopbouw
De Groote een besluitwet uit met de voorwaarden voor de
oprichting van centra die door wetenschappelijk
onderzoek de technische vooruitgang moesten bevorderen
en coördineren.
In die context is het Opzoekingscentrum voor de
Wegenbouw (OCW), een onderzoeksinstelling van
openbaar nut, op verzoek van de Belgische federatie van
aannemers in de wegenbouw en met toestemming van de
wegenadministratie, in 1952 opgericht.
2
TB 2011
KB 5 mei 1952 – Erkenning van het OCW
“Overwegende dat het in het voordeel is zowel van de
aannemers van wegenwerken als van de Staat, de
provinciale en gemeentelijke administratie en de
weggebruikers, een Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw
op te richten, belast met de bestudering van de gronden,
van betere bekledingen en funderingen der wegen,
evenals van de best passende techniek;
Overwegende dat een dergelijk Centrum in staat zou zijn
een weldoende invloed uit te oefenen op het opmaken van
de lastkohieren en de normalisering van de aan te
wenden materialen;”
3
TB 2011
Standaardbestek TB 2011
Overzicht van de
voornaamste aanvullingen en verbeteringen
in de technische hoofdstukken
4
TB 2011
B.1 Wegcategorisering en bouwklassen


Bouwklasse
Tijdens de ontwerplevensduur
verwacht aantal standaardaslasten van 100 kN (.106)
Bouwklasse
Tijdens de
ontwerplevensduur verwacht
aantal standaardaslasten van
100 kN (.106)
B1
128
B7
2
B2
64
B8
1
B3
32
B9
0,5
B4
16
B10
0,25
B5
8
BF
Vrijliggende fietspaden
B6
4
Voordelen
- Optimale dimensionering van de lagen in een wegconstructie.
- Toepassing dimensioneringsmethode van de MOW.
- Betere beheersing van de levensduur.
- Direct verband met de registratie van warm bereid en gietasfalt.
Beperking
- Telling van het aantal bedrijfsvoertuigen op de weg nodig.
5
TB 2011
B.1 Wegcategorisering en bouwklassen
Dringende gevallen – Geen verkeerstellingen beschikbaar:
Categorie volgens GOP
Betonverharding
Andere verharding
Autosnelwegen
B1
B2
Grootstedelijke wegen
B3
B4
Hoofdwegen
B5
B6
Interwijkwegen
B7
B7
Wijkwegen
B8
B8
6
TB 2011
C.23 Lekdichte buizen (voor drukloze en drukleidingen)
De voorschriften zijn aangepast aan de nieuwe normen.

C.23.2 Betonbuizen (NBN EN 1916 en NBN B 21-106)

C.23.3 Gewapend-betonbuizen met plaatstalen kern
(NBN EN 641)

C.23.4 Gresbuizen (normenreeks NBN EN 295)

C.23.5 Kunststofbuizen
Buizen en hulpstukken van ongeplastificeerd polyvinylchloride
(PVC-U)
 Buizen en hulpstukken van hogedichtheidspolyethyleen (PE-HD)
 Buizen en hulpstukken van polypropyleen (PP)
+ bepalingen van de PTV’s 1001, 1003, 1004, 1005, 1006 en 1007
zijn erin verwerkt.


C.23.6 Buizen van nodulair gietijzer (NBN EN 598)

C.23.7 Stalen buizen (NBN EN 10224)
7
TB 2011
C.24 Afdichtingsringen

De voorschriften zijn aangepast aan de NBN EN-norm 681-1.
C.25 Draineerbuizen en filtermaterialen

De voorschriften zijn aangepast aan de toepasselijke normen
Geperforeerde/poreuze buizen van ongewapend beton
(NBN EN 1916 en NBN B 21-106)
+ de bepalingen van de PTV 104 (incl. doorlatendheidsproeven)
zijn erin verwerkt.


Gepreforeerde gresbuizen (NBN EN 295-5)

Polypropyleenbuizen (NBN EN 1852-1)
C.35 Menstoegankelijke of niet-menstoegankelijke
inspectieputten van geprefabriceerd beton

De voorschriften zijn aangepast aan de
NBN EN 1917 en NBN B 21-101.
8
TB 2011
C.28 Elementen van gietijzer en gietstaal
De paragraaf over elementen van gietijzer en gietstaal is
aangepast aan NBN EN 124 en een aantal normverwijzingen zijn
bijgewerkt.
 Er zijn bepalingen uit de PTV 800-reeks toegevoegd.
 Er is meer vrijheid voor afmetingen (cf. bijzonder bestek), maar
aangepast aan de breedte van de straatgoten.
 Certificatie volgens NBN EN 124.

C.29 Ladders en klimijzers

De paragraaf over ladders en klimijzers is aangepast.
9
TB 2011
E. Funderingen

E.4.6 Funderingen van schraal beton met drainageopeningen
is toegevoegd.
10
TB 2011
F.1 Cementbetonverhardingen

Materialen


Zand (C.2) en Steen (C.3) zijn geheel herwerkt (aanpassing aan de
Europese normen).
Impregneermiddelen (C.50) zijn toegevoegd.

Invoering van bouwklassen, naar het voorbeeld van
standaardbestek SB 250.

Er zijn bepalingen voor ter plaatste gestorte betonplaten met
netwapening toegevoegd.

Er zijn nieuwe voorschriften voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden toegevoegd:



Reparaties met snelle openstelling voor verkeer (L.1.5);
Stabiliseren van betonverhardingen door beuken en verdichten
(L.1.8);
Mortel met een gemodificeerd hydraulisch bindmiddel (C.45).
11
TB 2011
F.2 Verhardingen van verdichte bitumineuze mengsels

NBN EN 13108-1, NBN EN 13108-5, enz.
 Vooronderzoek naar de mengselsamenstelling is gewijzigd, bv. SMA
Parameter
B1 en B2
B3
B4 en B5
Percentage holle ruimte in het
mengsel (%) – Holle ruimte
volgens Marshall
min.
Voorschrift
NR
NR
NR
max.
Voorschrift
NR
NR
NR
Door bitumen ingenomen
percentage holle ruimte in het
aggregaat (%)
min.
Categorie
VFBmin71,0
VFBmin71,0
VFBmin71,0
max.
Categorie
VFBmax83,0
VFBmax83,0
VFBmax83,0
Categorie
ITSR80
ITSR80
ITSR80
min.
Categorie
Vmin5,0
Vmin5,0
Vmin5,0
max.
Categorie
Vmax10,0
Vmax10,0
Vmax10,0
Spoorvorming
Categorie
P5
P7,5
P10
Afdruiping
Categorie
D0,3
D0,3
D0,3
Watergevoeligheid
Percentage holle ruimte in het
mengsel (%) - Gyratorproef
Marshallproef als dusdanig (stabiliteit, vloei, verhouding stabiliteit/vloei) is
geschrapt. Watergevoeligheidsproef en gyratorproef zijn toegevoegd.
Afdruipingsproef moet systematisch worden toegepast.
Bindmiddelgehalte: uitgedrukt in percenten van de totale massa van het
mengsel.
Zeef 7,1 mm wordt zeef 6,3 mm.

TB 2011
12
F.2 Verhardingen van verdichte bitumineuze mengsels

Soorten
Toplagen:
- enkel asfaltbeton(AC) en SMA
- (geen ZOA en RMD)
 Onderlagen: er zijn voorschriften voor asfalt met verhoogde stijfheid
(AVS) toegevoegd.

Voordeel: dunnere lagen en/of
minder gevoelig voor spoorvorming

De Directie Beheer en Onderhoud van Wegen van Mobiel BrusselBUV registreert de samenstelling van het betrokken bitumineus
mengsel.
Voordeel: gecentraliseerde controle van de overeenkomstigheid
van het vooronderzoek naar de mengselsamenstelling.
13
TB 2011
F.3 Bestratingen

Keibestratingen


Materialen
 Natuursteen (C.19) en Straatkeien van natuursteen (C.22.2)
zijn geheel herwerkt.
 Harsmortel (C.46) is toegevoegd.
Betonsteenbestratingen

F.3.4 Waterdoorlatende bestratingen is toegevoegd.
14
TB 2011
F.6 Verhardingen van gietasfalt voor wegen

Nieuw hoofdstukdeel (met dezelfde opbouw als F.2 – zie
volgende slide) handelt over verhardingen van gietasfalt voor
wegen, die voldoen aan veel behoeften (kleur, geen verdichting
nodig) in een stedelijke omgeving.
15
TB 2011
F.6 Verhardingen van gietasfalt voor wegen
F.2 Verhardingen van
verdichte bitumineuze mengsels
F.6 Verhardingen van
gietasfalt voor wegen
F.2.1 Beschrijving
F.2.2 Technische bepalingen
F.6.1 Beschrijving
F.6.2 Technische bepalingen
F.2.2.1 Materialen
F.2.2.2 Benaming en standaardsamenstelling
F.2.2.3 Kenmerken en prestaties
F.2.2.4 Vooronderzoek naar de
mengselsamenstelling
F.2.2.5 Registratie, verantwoordingsnota en technische steekkaart
F.2.2.6 Bereiding
F.2.2.7 Vervoer
F.2.2.8 Uitvoering van de verharding –
Verwerking van verdichte bitumineuze mengsels
F.2.3 Resultaatseisen (voorschriften)
F.2.4 Controles
F.2.5 Betaling
TB 2011
F.6.2.1 Materialen
F.6.2.2 Benaming en standaardsamenstelling
F.6.2.3 Kenmerken en prestaties
F.6.2.4 Mengselontwerp
F.6.2.5 Registratie, verantwoordingsnota en technische steekkaart
F.6.2.6 Bereiding
F.6.2.7 Vervoer
F.6.2.8 Uitvoering van de verharding –
Verwerking van gietasfalt voor wegen
F.6.3 Resultaatseisen (voorschriften)
F.6.4 Controles
F.6.5 Betaling
16
G. Drainage en riolering
Hoofdstuk is volledig herschreven. Er zijn tal van nieuwigheden
toegevoegd. Zo is het aantal technieken voor reparatie en
renovatie van leidingen sterk uitgebreid. 16 blz. → 81 blz.

G.1 Drainage

Drainage van type 4 (harde PP-buizen met een groef, zonder
filter eromheen) is toegevoegd.
G.2 Riolering en waterafvoer, in open sleuven gelegd


In dit hoofdstukdeel is norm NBN EN 1610 verwerkt.
Betaling: eenheidsprijs volgens dieptecategorieën van 1 m.
G.3 Aansluitleidingen en aansluitingen op het rioolstelsel
Private leidingen voor huisaansluitingen worden voortaan
uitsluitend door HYDROBRU gelegd (beheer en duurzaamheid).
 Betaling: eenheidsprijs volgens dieptecategorieën van 1 m.
17

TB 2011
G.4 Boren en doorpersen van leidingen

In dit hoofdstukdeel is de techniek van gestuurd boren
opgenomen. Er zijn andere verticale en horizontale toleranties
vastgelegd.
G.5 Menstoegankelijke en niet-menstoegankelijke
inspectieputten

Voor de betaling wordt thans onderscheid gemaakt naargelang
zij zich al of niet op aansluitleidingen bevinden.
G.6 Kolken - G.7 Goten

Bij de kolken (G.6) en de goten (G.7) is nu sprake van
funderingen van beton C 16/20 en goten van polyesterbeton of
vezelversterkt beton.
18
TB 2011
G.8 Reparatie en renovatie van leidingen

Geheel herwerkt (alles is nieuw!).

Voorheen: 1 blz. met enkel een opsomming van 5 technieken
(gunitering, kokerwerk, buiswerk, corrosiewerende behandeling
en waterdicht maken van voegen door middel van injectie van
polyurethaanhars).

Thans: 43 blz. beschrijven 14 (sleufloze) technieken voor
reparatie en renovatie van ondergrondse constructies, met
bijbehorende bepalingen voor de controles en de betaling.
19
TB 2011
G.9 Visueel onderzoek van constructies

Nieuwe paragraaf


Beschrijft de verschillende methoden (te voet, met een camera,
enz.) en de bijbehorende voorschriften.
Verwijst uitdrukkelijk naar norm NBN EN 13508-2.
G.10 Ruimen

Nieuwe paragraaf

Beschrijft de verschillende methoden (schoonspuiten met water,
ruimen met water onder hoge druk) en de bijbehorende
voorschriften.
G.11 Buizen buiten gebruik

In een nieuwe paragraaf:

wordt de wil geuit om buizen die buiten gebruik zijn te
verwijderen en worden voorschriften gegeven om ze op te vullen
waar dat niet mogelijk is.
20
TB 2011
H. Lijnvormige elementen
Alle voorschriften zijn volledig gewijzigd volgens de Europese
normen en de Belgische aanvullingen op deze normen.

H.5 Stalen geleiderailconstructies
De producteisen (voorheen C.33) en de eisen aan de installatie
(H.5) zijn gecombineerd en afgestemd op de normen
NBN EN 1317-1 en -2.
 De eisen aan de belangrijkste prestatiekenmerken van deze
constructies stemmen overeen met die van de andere gewesten.
 De aannemer dient de prestaties na de installatie te waarborgen.

21
TB 2011
J.1 Verticale verkeerstekens

De tekst is aangepast aan de nieuwe versie van NBN EN 12899-1



Mechanische kenmerken (belastingen en toegelaten vervorming)
Visuele kenmerken (toevoeging microprismatische folies)
Eisen voor anti-graffiti behandelingen

Er zijn een aantal constructieve details toegevoegd om de
verenigbaarheid tussen bestaande en nieuwe verkeerstekens te
waarborgen.

Er zijn verkeerstekens volgens SB 250 (VL) en RW 99 (W) voor de
Brusselse gemeenten toegevoegd.
22
TB 2011
J.2 Horizontale verkeerstekens - Markeringen
De voorschriften zijn grondig gewijzigd.
De voorschriften voor het verwijderen van markeringen zijn
herzien.
 Hetzelfde geldt voor de bepalingen met betrekking tot proeven
voor en na de uitvoering van wegmarkeringen:




verwijzing naar de nieuwe versie van NBN EN 1436:2007 Prestaties
van wegmarkeringen in situ;
verwijzing naar de Europese ontwerpnormen en normen voor:
 verven, thermo- en koudplasten (prhEN 1871);
 voorgevormde markeringen (prhEN 1790);
 glasparels, stroefmakende middelen voor nabestrooiing en
mengsels van beide (prhEN 1423);
 labproeven (EN 12802);
geen verwijzing naar Belgische kwaliteitsvoorschriften (PTV van
COPRO of goedkeuringsleidraden van BUtgb).
23
TB 2011
L. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden

Voor slems (L.2.1) en bestrijkingen (L.2.2) gelden nieuwe
voorschriften gebaseerd op de prestatie-eisen van de
respectieve normen (NBN EN 12273 en NBN EN 12271).
L.2.2.4.3 Visuele beoordeling van gebreken

De bestrijking moet gedurende de hele waarborgperiode aan de
volgende voorschriften voldoen:
Kenmerk
Coëfficiënt
Bouwklassen
B1 tot B5
Bouwklassen
B6 tot B10 en BF
Voorschrift
Voorschrift
Zweten of vetslaan (%)
P1
 0,5
1
Scholvorming en uitrukking (%)
P2
 0,2
 0,5
Rafeling (%)
P3
3
6
Langsrafelen
(kale strepen) (m)
P4
2
 10
TB 2011
24