07_Jan_vanden_Akker

Download Report

Transcript 07_Jan_vanden_Akker

Verdwijnende veengronden
Jan van den Akker et al
Opzet




Introductie
Maaivelddaling veengronden
Onderwaterdrainage / -irrigatie
Conclusies
Veengronden in
Nederland
Landbouw
223,000 ha
Natuur
67,000 ha
Totaal
290,000 ha
Monitoring maaivelddaling
Meetlokaties
Verdeling volume OS, klei and porien
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Bleskensgraaf
Organische Stof
Klei
Hoenkoop
Zegveld
Assendelft
Spannenburg
Oldelamer
Porien
100%
Zegveld percelen 3 (laag peil) en 13 (hoog peil) maaiveldhoogte
-2
Hoogte tov NAP (m )
-2.1
-2.2
y = -0.0044x + 6.4016
-2.3
-2.4
-2.5
y = -0.0108x + 19.005
-2.6
-2.7
1965
1970
1975
1980
Maaiveld 13
1985
1990
1995
2000
2005
Maaiveld 3
2010
25
Maaivelddaling (mm/jaar)
zonder kleidek
met kleidek
20
y = 15.455x + 2.7457
2
R = 0.6641
15
cover+ 0.6206
y =clay
19.256x
R2 = 0.8439
Linear ( )
10
Linear (zonder
kleidek)
5
0
0.00
0.20
0.40
0.60
0.80
1.00
Slootwaterpeil (m -mv)
1.20
1.40
Maaivelddaling (mm/jaar)
20
zonder kleidek
18
16
y = 34.188x - 17.147
R2 = 0.6528
met kleidek
14
12
y = 32.498x - 15.517
2
R clay
= 0.8997
cover
10
8
6
Linear ( )
4
Linear (zonder
kleidek)
2
0
0
0.5
1
Diepste GWS (m -mv)
1.5
Schatting emissie CO2 en N2O uit
veengronden
Broeikasgas
Emissie
(kg/ ha/ jaar)
Emissie CO2 eq.
(Mton/ jaar)
CO2
19030
4,24
N2O
7,4
0,51
Totaal
4,75
= 45 milj EURO
Problemen door veenafbraak en maaivelddaling










Toename aantal peilgebiedjes
Toename verschillen in maaivelddaling
Toename kosten watermanagement
Toename risico overstromingen
Toename kwel
Toename verdroging omringende gebieden
Schade aan gebouwen en infrastructuur
Afname oppervlakte veengronden 2000 ha per jaar
Emissie van P en N naar het water
Emissie van CO2 en N2O naar de atmosfeer
Veenweideprojecten




Monitoring maaivelddaling
EUROPEAT
Onderwaterdrainage
Waarheen met het veen?
‘Onderwaterdrains’
Idse Hoving en Karel van Houwelingen (ASG),
Jan van den Akker en Rob Hendriks (Alterra)
Doel onderwaterdrainage

Beperking maaivelddaling door
grondwaterstandsverhoging in de zomer

Alternatief voor slootpeilverhogingen die leiden tot
een onrendabele veehouderij
Opzet veldexperiment

Periode: 2004 - 2007

Behandelingen:




Hoog slootpeil (30 cm –mv) en laag slootpeil (60 cm –mv)
Blanco, buisdrainage en moldrains
Drainafstand: 4, 8 en 12 m
Bepalingen:






Grondwaterstanden (wekelijks)
Vochthuishouding bovengrond
Maaivelddaling
Waterkwaliteit
Draagkracht
Grasopbrengst (per snede)
Grondwaterstanden bij hoog en laag slootpeil
Effect onderwaterdrainage
Moldrainage
Buisdrainage
Buisdrainage sleufloos
Buisdrainage sleufloos
Resultaten buisdrainage bij slootpeil ca. 55 cm -mv
Grondwat erstand ( cm -mv)
0
-10
-20
-30
blanco
-40
buis - 4 m
buis - 12 m
-50
-60
-70
-80
N
D
J
F
M
A
2004
M
J
J
A
S
Resultaten laag slootpeil 2004
Laag slootpeil
Maaiveld
Grondwaterpeil zonder drains
Grondwaterpeil met drains
Buisdrainage
Winter 2003/2004
20 cm
45 cm
38 cm
65 cm
Zomer 2004
45 cm
Drainafstand 8 m
65 cm
70 cm
60 cm
Resultaten buisdrainage bij slootpeil ca. 25 cm -mv
Grondwaterstand (cm -mv)
0
-10
-20
-30
blanco
-40
buis - 04
-50
buis - 12
-60
-70
-80
N
D
J
F
M
A
2004
M
J
J
A
S
Drainafvoer 3 drains h.o.h 4 m
2500
afvoer
storing
Liter/uur
2000
1500
1000
500
0
30
50
70
90
Dagnummer 2005
110
130
Drainafvoer in mm per dag
70
afvoer
60
storing
mm/dag
50
40
30
20
10
0
52
61
72
82
92
Dagnummer 2005
102
112
Betekenis voor de praktijk
Voorlopige conclusies:
 Significante verhoging van de zomergrondwaterstand in 2004
 In 2005 weinig effect doordat grondwaterstand hoog bleef
 In potentie halvering maaivelddaling bij drainafstand van 8 m
 Sterk verbeterde afvoer van neerslagoverschot in de winter
 Onderwaterdrains volwaardig alternatief voor peilverhogingen
Afsluiting
Aanvullende vragen:
 Waterhuishouding op stroomgebiedsniveau?
 Emissie van nutriënten uit bodem naar het oppervlaktewater en
van broeikasgassen kooldioxide, methaan en lachgas naar de
lucht?
 Bevordert het infiltrerende water de veenafbraak?
© Wageningen UR
Dank voor uw aandacht
© Wageningen UR