lezing A. vd Berg - Ieder kind heeft recht op natuur

Download Report

Transcript lezing A. vd Berg - Ieder kind heeft recht op natuur

Relatie tussen natuur
en de ontwikkeling en
gezondheid van
kinderen
IVN Werkconferentie ‘Ieder kind heeft recht op natuur’
Agnes van den Berg, Alterra, WUR
Doel presentatie
Overzicht van bevindingen
van gecontroleerd
wetenschappelijk onderzoek
naar de relatie tussen contact
met natuur en de
ontwikkeling en gezondheid
van kinderen
 De “evidence base”

Nut en noodzaak evidence

Aristoteles: 2 soorten logische bewijzen:
 Niet-artistiek

Gebaseerd op objectief gemeten kwantitatieve en
kwalitatieve gegevens
 Artistiek

bewijs: ‘De harde feiten’
bewijs
Gebaseerd op eigen ervaringen en waarnemingen,
logisch redeneren, en gezond verstand
Evidence-based beleid
Bewust, expliciet en oordeelkundig
gebruiken van het voorhanden zijnde
beste bewijs over de effectiviteit van
maatregelen en interventies bij het nemen
van beslissingen (Sackett e.a., 1996).
 Praktijk: evidence vooral gebruikt voor het
legitimeren en prioriteren van
beleidsdoelen - niet voor het al dan niet
nemen van specifieke maatregelen.

Vermijden van associaties met
Kwakzalverij
 Zweverige verhalen
 Praten met bomen
 Nieuwetijdskinderen

Evidence piramide
Systematische reviews, meta analyses
Randomized controlled trials
Kwantitatief gecontroleerd onderzoek
Kwalitatieve studies
Klinische ervaringen (case-studies)
Persoonlijke communicatie
Sleutelwoorden: Relevantie & geloofwaardigheid
Advies Gezondheidsraad 2004


6 studies
“De commissie vindt de aanwijzingen uit empirisch
onderzoek naar de gunstige invloed van natuur op
ontwikkeling van kinderen nog niet overtuigend, maar wel
van groot belang. Zij beveelt daarom nadere empirische
toetsing aan.“
Review ‘Groene kansen voor de
jeugd’ (2009)


≥ 22 studies
Meer steun voor:





Aandachtsverbeterende effecten van verblijf in natuurlijke
omgeving
Belang van groen in de leefomgeving voor lichamelijke activiteit
en gezondheidsklachten
Belang van spelen in natuurlijke omgevingen voor creativiteit en
motoriek
Positieve effecten van schooltuinen
Positieve effecten van natuurprogramma’s op emotioneel welzijn
en natuurhouding
Voorbeelden van onderzoek
Cognitief
Kinderen met ADHD
Fysiek
Groen in de wijk
Speel
gedrag
Natuurlijke speelplekken
Voeding
Emotioneel
welzijn en
milieubesef
Schooltuinen
Natuurprogramma’s
Aandacht





Aanwijzingen uit onderzoek bij volwassenen dat contact
met natuur de aandachtscapaciteit kan verbeteren
Weinig onderzoek bij kinderen
Uit enquêtes blijkt dat ouders van kinderen met ADHD
verbetering zien in symptomen na spelen in natuur;
Om deze reden wordt ADHD ook wel een “natuurtekort
stoornis” genoemd (Louv)
Recente studies bieden ondersteuning voor
“therapeutische werking” van natuur bij ADHD.
Studie 1: Wandelen in het park
Faber Taylor, A., & Kuo, F. E. (2009). Children with attention deficits
concentrate better after a walk in the park. Journal of Attention Disorders,
12(5), 402-409.





Experiment met 25 kinderen met AD(H)D in leeftijd 7 – 12
jaar
Individuele wandelingen van 20 minuten in park,
binnenstad, en woonwijk
Geen medicatie
Opwekking mentale vermoeidheid door puzzels
Nameting concentratie (Digit Span Backward).
Studie 2 – Bezoek aan bos
Van den Berg, A.E. & Van den Berg, C.G. (2010). A
comparison of children with ADHD in a natural and built
setting. Child: Care, Health and Environment, in press





Verkennend onderzoek onder 12
kinderen met ADHD van 9-17 jaar
OjeeADHD boerderij in Zeeland
2 groepen
Bezoek aan bos (dinsdag) en stad
(woensdag)
Observaties en testen
BOS – HUT BOUWEN
MALVERSWEIE
OBSERVATIES
 licht protest aan begin
 daarna geconcentreerd en
enthousiast aan het werk
 veel sociaal gedrag
 geen agressief gedrag
 wilden niet voortijdig stoppen
 geen klachten of verzet
EVALUATIE
Alle kinderen vinden het bos leuk en
rustgevend
DE STELLE






geen protest, enthousiasme
creatief gedrag, gekke materialen
competitie: wie bouwt mooiste hut
veel sociaal gedrag
geen agressief gedrag
2 meisjes bang voor spinnen
Alle kinderen vinden het bos leuk en
rustgevend
ZIERIKZEE – “SPEURTOCHT”
MALVERSWEIE
DE STELLE
OBSERVATIES






Veel protest en klachten
Niet luisteren vervelend gedrag,
langzaam lopen
Schreeuwen naar voorbijgangers
1 jongen zeer agressief en boos
Veel impulsiviteit
Geen sociaal gedrag
EVALUATIE
De kinderen vinden de stad minder
leuk dan het bos en ook minder
rustgevend






Geen protest, enthousiasme
Mooiste kleren aantrekken
Competitie: wie heeft meeste
vragen goed
Weinig agressief gedrag
Maar ook geen sociaal gedrag
Veel impulsief gedrag, slecht
opletten op verkeer.
De kinderen vinden de stad net zo
leuk als het bos en ook rustgevend
Cognitief functioneren (inhibitie-test)
Score = verschil echte/omgekeerde wereld (seconden)
Hoe groter het verschil, hoe minder het vermogen tot inhibitie
Bos
Stad
5
4.5
seconden
4
3.5
3
2.5
2
1.5
1
Malversweie
Stelle
Fysiek
functioneren



GEEN aanwijzingen uit onderzoek bij volwassenen dat
groen in woonomgeving aanzet tot bewegen
Wel aanwijzingen uit tenminste 8 gecontroleerde studies
dat groen in de leefomgeving lichamelijke activiteit van
kinderen stimuleert en overgewicht vermindert.
Ook aanwijzingen dat kinderen in groene buurten minder
vaak gezondheidsklachten rapporteren bij huisarts.
Studie: Groen, spelen, overgewicht
De Vries, S., Van Winsum-Westra, M., Vreke, J. & Langers , F. (2008)
Jeugd, overgewicht en groen; nadere beschouwing en analyse van de
mogelijke bijdrage van groen in de woonomgeving aan de preventie van
overgewicht bij schoolkinderen. Alterra-rapport 1744.




Vervolg op onderzoek uit 2006 waarin verband tussen
groen in woonomgeving en overgewicht werd
aangetoond
Gegevens over lengte/gewicht en buitenspelen van 4537
6-12 jarigen in Regio IJssel-Vecht gekoppeld aan..
Gegevens over groen in de wijk (meer of minder dan
75m2 binnen 500 meter woning)
Gecontroleerd voor opleidingsniveau ouders.
Resultaten


Kinderen uit groene buurten spelen 10% meer tijd (ca 80
minuten) buiten dan kinderen uit niet-groene buurten.
Jongens die 2 uur per dag buiten spelen, hebben een
circa 23% lagere kans op overgewicht dan jongens die 1
uur per dag buiten spelen
Groene Wijk
10% jongens met overgewicht
Stenige Wijk
13% jongens met overgewicht
Klachten bij huisarts (Vitamine G studie)
Maas, J., Verheij, R.A., De Vries, S., Spreeuwenberg, P., Schellevis, F. G., &
Groenewegen, P.P. (2009). Morbidity is related to a green living environment.
Journal of Epidemiology and Community Health, 63(12), 967-973.






Representatieve steekproef van ca 345.000 Nederlanders
Minder gezondheidsklachten in groene buurten
Met name angststoornissen en depressie komen minder vaak
voor
De kans op een depressie is 1,33 keer zo hoog in buurten met
weinig groen
Ook hoge bloeddruk, hartklachten, rug- en nekklachten,
ademhalingsproblemen, darmstoornissen, migraine en
duizeligheid komen minder vaak voor in groene omgevingen
Bij kinderen tot 13 jaar is de relatie tussen groen en klachten
het sterkst
Speelgedrag


Deskundigen zijn het eens dat spelen in het groen
creatief, fantasierijk speelgedrag stimuleert, en de
motorische vaardigheden versterkt
Vooral kwalitatief, beschrijvend onderzoek, weinig
gecontroleerde studies
Motorische vaardigheden
Fjortoft, I. (2004). Landscape as playscape: The effects of natural
environments on children’s play and motor development. Children, Youth
and Environments, 14(2), 21-44.




Quasi-experimenteel onderzoek in
Telemark, Noorwegen onder 5-7
jarigen
Experimentele groep (46 kinderen):
een jaar lang elke dag 1 a 2 uur
buitenspelen in nabijgelegen bos
Controlegroep (29 kinderen): geen
interventie
EUROFIT- motorische test (9
oefeningen) aan begin en einde van
het jaar.
Resultaten



Natuur-groep vertoonde verbetering op alle 9 tests;
Controle groep slechts op 3 tests;
2 verschillen significant.
wankelingen (minuut).
5
4
4.7
4
3
3.3
2
1
0
Flamingo-balanceer
test
1.5
natuur
controle
voor
na
Creatief speelgedrag
Berg, A.E. van den, Koenis, R & Berg, M.M.H. van den (2007). Spelen in het
groen: Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het
speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van
kinderen. Alterra-rapport 1600. Wageningen: Alterra.






2 locaties: Woeste Weide &
Sporthal;
1 schoolklas (groep 5/6) met 27
kinderen verdeeld in 2 groepen
Groep 1 speelt eerst in Woeste
Weide, en daarna in Sporthal
Groep 2 speelt eerst in Sporthal, en
daarna in Woeste Weide
Speelduur ca 45 minuten
Observaties speelgedrag
Resultaten
Meer “creatief” (constructief en dramatisch)
en
Sporthal
Woeste Weide
exploratief speelgedrag
in de natuurspeeltuin
8%
3% Woeste Weide
28%
Sporthal
43%
26%
3%
exploratief
functioneel
constructief
dramatisch
Weide
spelletjes
3%
35%
28%
exploratief
functioneel
constructief
dramatisch
spelletjes
51%
Schooltuinen
Blair, D. (2009). The child in the garden: An evaluative review of the
benefits of school gardening. The Journal of Environmental Education, 40,
15-38.



Volgens een recente review zijn er inmiddels 12
kwantitatieve evaluaties van schooltuinprojecten
gepubliceerd.
Positieve effecten: schoolprestaties, voorkeur voor en
inname van groente en fruit, milieubewustzijn, en
zelfvertrouwen
Onduidelijk of effecten worden veroorzaakt door
tuinieren (contact met natuur) of door voedingseducatie
Schooltuinen en voeding
McAleese, J.D. & Rankin, L.L. (2007). Garden-based nutrition education
affects fruit and vegetable consumption in sixth-grade adolescents.
Journal of the American Dietetic Association, 107, 662–665.
Porties groente & fruit p/dag
Evaluatie van een 12 wekend durend schooltuinenproject met 2
controle groepen: alleen voedingseducatie, en geen
educatie/geen schooltuin.
5
4.5
4
3.5
3
2.5
2
1.5
1
0.5
0
voor
na
controle
educatie
schooltuin
Natuurprogramma’s




Talloze evaluaties van natuurprogramma’s
Meestal zonder controlegroep, en gericht op
meten van educatieve effecten.
Aanwijzingen dat deelname aan
natuur(belevings)programma ook emotioneel
welzijn en milieubewustzijn kunnen bevorderen
Sleutelbegrip: verbondenheid met natuur
(connectedness to nature)
Evaluatie bewaarde land
Waal, M, van der, Berg, A.E. van den & Koppen, C.S.A. van (2008). Terug
naar het bos: Effecten van natuurbelevingsprogramma: ‘Het Bewaarde
Land’ op de natuurbeleving en gezondheid van allochtone en autochtone
kinderen. Alterra-rapport 1702. Wageningen: Alterra.




Drie groepen 5/6 van openbare
basisscholen in achterstandswijken in
Hilversum (A,B,C)
School A en B namen deel aan
Bewaarde Land programma in Baarn
School C nam deel aan
dansexpressieprogramma (controle)
Voor- en na metingen van
welbevinden, concentratie, zelfbeeld
en stemming.
Emotioneel welbevinden
Hoe vaak heb je de laatste tijd problemen gehad met …
Nooit
Bijna
nooit
Soms
Vaak
Ik voel me angstig of bang
0
0
0
0
0
Ik voel me verdrietig of somber
0
0
0
0
0
Ik voel me boos
0
0
0
0
0
Ik maak me zorgen over wat mij zal
overkomen
0
0
0
0
0
Mijn gevoelens
3
2.5
voor
2
na
1.5
1
A
B
C
Bijna
altijd
Topervaringen
“Een voorbeeld van een
persoonlijke topervaring is
de ervaring van een
allochtone jongen die op de
derde dag van het
programma helemaal wild
leek te worden van
enthousiasme omdat hij met
zijn handen een pissebed
gevangen had (wat hij eerst
niet durfde). Hij gilt
uitbundig: ‘whaw! Whaw!
WHAW! Ik heb er één, Ik Heb
Er Één, IK HEB ER ÉÉN!”
Milieubesef
Bogner, F.X. (1998). The influence of short-term outdoor ecology education
on long-term variables of environmental perspective. The Journal of
Environmental Education, 29, 17-29.



Vragenlijst onderzoek onder ca 700 kinderen (12 jaar)
van Duitse basisscholen die deelnamen aan 1 en 5
daags natuurprogramma
Pre-test en post-test meting van zelfgerapporteerd
milieugedrag en milieubewustzijn bij natuurgroepen en
controlegroepen
Na 5-daagse programma nam milieugedrag significant
toe, dit effect was ook 6 maanden later nog meetbaar.
Conclusie: Ieder kind heeft
recht op natuur omdat…



Gecontroleerd onderzoek laat zien dat contact met natuur
een gunstige invloed heeft op het cognitief, motorisch en
sociaal-emotioneel functioneren van kinderen (met en
zonder stoornis)
Er zelfs aanwijzingen zijn dat een tekort aan groen in de
leefomgeving gerelateerd is aan grotere kans op ziekte
en depressie.
Kortom, contact met natuur is belangrijk:


Voor het kind zelf: meer kans op ziekte, en minder kansen op
welzijn nu en later
Voor maatschappij: minder kansen op het creëren van een
duurzame samenleving
Evidence
Juridisch
besluit
Beleidscontext
Praktijk
ervaring
Einde
bedankt voor de aandacht