dorp - geschiedeniszeeland.nl

Download Report

Transcript dorp - geschiedeniszeeland.nl

plan je eigen
ruimte
Dorpen
Vroeger
Nu
Later
Zeeuwse Dorpstypen
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
In het zeekleilandschap van Zuidwest Nederland
liggen veel dorpen. Je kunt ze verdelen in
verschillende dorpstypen.
Bron: brochure Zeeuwse Zeekleilandschap Provincie Zeeland
Vroeger
Dorpen
Nu
Elke dorpstype heeft zijn
eigen karakter.
Dat karakter wordt vooral
bepaald door:

De vorm van het dorp

Het patroon van

wegen en straten
Belangrijke
gebouwen (b.v. de
kerk)

Andere dominante
elementen (b.v. dijk,
kanaal) in of bij het
dorp.
Later
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
In het Oudland zijn vooral
ringdorpen te vinden.
Na 1500 zijn de voorstraatdorpen ontstaan,
Vroeger
Dorpen
Nu
Bij de kleinere nieuwlandpolders
vinden we nogal wat dijkdorpen.
In de grotere nieuwlandpolders
komen straatdorpen en
kruiswegdorpen voor.
Daarnaast zijn er in Zeeland
vestingdorpen
En dan zijn er uiteraard de
moderne dorpen of moderne
dorpsuitbreidingen.
Gereduceerde dorpen in de loop
der tijd veel kleiner geworden en
is er van de oorspronkelijke
vorm weinig over.
Later
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Ringdorp
Waar: Gebouwd op kruising van kreekrug en wegen.
Voorbeelden: Kloetinge, Noordwelle.
Kenmerken:
 De kern van het dorp (de kerk) ligt hoger dan de
omgeving.
 Rond de kerk ligt een dorpsring met winkels
arbeiderswoningen, en werkplaatsen.
 Boerderijen liggen in het dorp en in lintvorm langs
wegen en (ring)dijken.
Noordwelle;
bron geoactief
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Voorstraatdorp
Waar: in de oudere nieuwlandpolders. ( 1300-1700)
Voorbeelden: Colijnsplaat, ‘s-Heer Arendkerke.
Kenmerken:
 Het dorp ligt altijd tegen een (oude) zeedijk.
 De belangrijkste straat ( de Dorpsstraat of
Voorstraat) staat loodrecht op de dijk
 Straten vaak evenwijdig aan de dorpsstraat
 De dorpsstraat verbond de kerk met het haventje
van het dorp.
 Oudere dorpen hebben een dorpsring.
 Nieuwere dorpen hebben een vierkant dorpsplein.
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Dijkdorp
Waar: In de kleinere polders
Hier was geen plaats voor een voorstraat of
dorpsring. Daarom bouwde men langs de dijk.
Voorbeeld: Heinkenszand, ‘s-Heerenhoek
Kenmerken:
 Het dorp is smal en langgerekt
 De kerk staat vaak onderaan de dijk , soms bij
een T-splitsing van dijken.
 Huizen staan in rijen aan weerszijden van de dijk.
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Kruiswegdorp
Waar:
 In de grote verkavelde polders van de 17e eeuw.
 Op de kruising van de twee belangrijkste wegen .
Voorbeeld:
Kenmerken:
 Liggen in de grotere polders.
 Hebben een plein met kerk en gemeentehuis
 In de kleinere dorpen is er alleen een belangrijke
kruising.
 Door de aanbouw van rechthoekige achterstraten
heeft het dorp een wat vierkante vorm
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Straatdorp
Waar: Lukraak langs lange weg.
Voorbeeld: Driewegen
Kenmerken:
 Dorpen zonder planning gemaakt
 Twee rijen huizen langs een lange weg
 Een echte kern ontbreekt.
 Geen ruimte voor kerk en dorpsplein.
 Vaak een cafe of winkel bij T-splitsing met
dwarsweg
 Vaak kleine nederzettingen, die nu nog het echte
dorpsgezicht kennen.
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Vestingdorp.
Waar: In gebieden die vroeger een strategische
ligging hadden.
Voorbeeld: Retranchement
Kenmerken:
 Dorp gebouwd in de nabijheid van een vesting
 Of: bestaand dorp dat is versterkt.
 Dorp heeft aarden wallen, muren en grachten.
 Grachten en wallen vaak in stervorm rond dorp
gebouwd
 Compacte bouw binnen de grachten/omwalling
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Modern dorp (of moderne dorpsuitbreiding)
Waar: -in de nieuwere polders (complete dorpen)
-alle grotere Zeeuwse dorpen (uitbreidingen)
Voorbeeld: Lewedorp.
Kenmerken:
 Geplande dorpsuitbreidingen
 Grote nieuwbouwwijken (tientallen woningen)
 Seriebouw
 Regelmatig stratenpatroon en kavelgrootte
 Bezit en gebruik van een auto speelde een
belangrijke rol bij de planning
Vroeger
Dorpen
Nu
Later
Gereduceerd (oud) dorp (gedeeltelijk verdwenen dorp)
Waar: in de oudere polders
Voorbeeld: Baarsdorp, Sinoutskerke, Eversdijk.
Kenmerken:
 Buurtschap, vaak met met cultuurhistorische restanten
die wijzen op het omvangrijker zijn van de nederzetting
in het verleden.
 Enkele huizen en boerderijen waarvan er soms een
aantal al erg oud zijn
 Oude dorpselementen nog zichtbaar zoals een kerkhof
of kerkring,
 Grilliger patroon van straten en wegen en percelen