Voorstel - Waterschap Rijn en IJssel

Download Report

Transcript Voorstel - Waterschap Rijn en IJssel

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
Aandachtsveldhouder drs. H.Th.M. Pieper
Vergadering
Agendapunt
Onderwerp
: 14 maart 2017
: 12.
: Legesverordening Waterschap Rijn
en IJssel 2016
Bijlagen
: Legesverordening 2016
Informatie bij
: J.H. Meeringa
manager Bestuurlijk
Juridische Zaken
: (0314) 369 340
: [email protected]
Telefoon
E-mail
Advies
1. Er kennis van te nemen dat er geen zienswijzen zijn binnengekomen op de
ontwerp Legesverordening Waterschap Rijn en IJssel 2016.
2. De Legesverordening Waterschap Rijn en IJssel 2016 vast te stellen.
Inleiding
Als het waterschap extra werkzaamheden verricht op verzoek van een andere overheid of
(nuts)bedrijf kan het waterschap met die partij afspraken maken over het kostenverhaal.
Het betreffen dan werkzaamheden die niet tot het reguliere takenpakket van het waterschap
behoren. Rijkswaterstaat wil dergelijke extra kosten alleen vergoeden als het waterschap
ze verhaalt op grond van een legesverordening. In het licht van de extra werkzaamheden
(en daarmee gemoeide kosten) die het waterschap heeft gemaakt voor het project
Uitbreiding Sluis Eefde van Rijkswaterstaat heeft het waterschap er in juli 2015 voor gekozen
om een legesverordening vast te stellen. De legesverordening ziet op alle fysieke ingrepen in
ons watersysteem door een derde waarvoor een vergunning of projectplan moet worden
aangevraagd en die dat doet in het algemeen belang (niet zijnde het waterschapsbelang).
Sinds inwerkingtreding van de legesverordening is gebleken dat in de praktijk meer projecten
onder de legesverordening vallen, dan destijds bedacht was. Ten aanzien van kleinere
projecten waarbij de ambtelijke inzet van het waterschap gering is, is dit oorspronkelijk niet
de bedoeling geweest. Deze constatering en enkele andere vragen in de praktijk vanuit
lopende projecten is aanleiding geweest om de legesverordening tegen het licht te houden
en onderhavig voorstel voor te leggen.
Eerder genomen besluiten
Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in de vergadering van 16 juli 2013 besloten in
te stemmen met het in rekening brengen aan de initiatiefnemer van door het waterschap te
maken kosten bij projectinitiatieven van derden:
a) die leiden tot een (aanzienlijke) wijziging van een goed functionerend waterstaatswerk;
b) waarbij het doorlopen van een projectplanprocedure vereist is;
c) waarvoor uit waterschapsoogpunt iedere (publiekrechtelijke) noodzaak ontbreekt; en
d) waarvoor privaatrechtelijke overeenkomsten tussen het waterschap en de betreffende
initiatiefnemer moeten worden gesloten.
Het algemeen bestuur heeft in de vergadering van 7 juli 2015 besloten de Legesverordening
Waterschap Rijn en IJssel vast te stellen.
Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in de vergadering van 3 november 2015
besloten:
1. Het bijgaande aanwijzingsbesluit vast te stellen dat strekt tot aanwijzing van de ambtenaar
belast met de heffing (belastinginspecteur) en de ambtenaar belast met de invordering
(belastingontvanger) van rechten die op basis van de ‘Legesverordening waterschap Rijn
en IJssel’ verschuldigd zijn.
2. Het bijgaande aanwijzingsbesluit vast te stellen dat strekt tot aanwijzing van de
belastingdeurwaarders bij GBLT als bedoeld in artikel 123, lid 3 onderdeel d en
onderdeel e van de Waterschapswet om de deurwaardersbevoegdheden uit te mogen
oefenen in het kader van de ‘Legesverordening waterschap Rijn en IJssel’.
Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in de vergadering van 27 september 2016
besloten:
1. In te stemmen met het toepassen van een voetvrijstelling van € 50.000,- in de
legesverordening.
2. De ontwerp legesverordening Waterschap Rijn en IJssel 2016 vast te stellen en ter inzage
te leggen.
Onderbouwing
1.1 Er zijn geen zienswijzen binnengekomen op de ontwerp legesverordening.
Nu er geen zienswijzen zijn ontvangen, is er geen aanleiding om wijzigingen t.o.v. het
ontwerpbesluit door te voeren. Het voorstel kan dan ook in ongewijzigde vorm ter vaststelling
aan uw algemeen bestuur worden aangeboden.
2.1 Het is nodig om de huidige tekst van de legesverordening te verbeteren en het is
daarnaast wenselijk om enkele kleine tekstuele aanpassingen te doen.
De volgende zaken zijn nu aangepast ten opzichte van de huidige legesverordening:
 De term ‘kosten’ in artikel 4 is beter omschreven, namelijk ‘de werkelijke kosten die zijn
verbonden aan het behandelen van een aanvraag of verzoek’. Zo wordt meer
(rechts)zekerheid en duidelijkheid geboden en worden eventuele verhaalsrisico’s beperkt.
 Het verdient aanbeveling enkele kleine tekstuele verduidelijkingen in de tekst aan te
brengen.
 Het verdient aanbeveling om het tijdstip van verschuldigdheid van de leges op een ander
moment in het proces te laten plaatsvinden. De verschuldigdheid kan beter gekoppeld
worden aan een moment waar het waterschap meer zekerheid aan kan ontlenen in plaats
van aan het moment van retour projectbegroting.
 Uitvoering van de legesverordening geschiedt om efficiency-redenen niet door GBLT,
maar door het waterschap zelf. De toelichting is daarop aangepast.
2.2 Het toepassen van een voetvrijstelling sluit meer aan bij de bedoeling van de
legesverordening.
Het is de bedoeling om alleen grote projecten die leiden tot een (aanzienlijke) wijziging van
een goed functionerend waterstaatswerk onder te brengen onder de legesverordening.
In de nieuwe versie van de verordening is gekozen om een voetvrijstelling toe te passen van
€ 50.000,- om dit te bewerkstelligen. Dit bedrag is berekend aan de hand van een analyse
van eerder uitgevoerde representatieve grote en middelgrote gemeentelijke projecten en een
inschatting van het aantal uren (en dus geld) die de begeleiding van de gemeentelijke
plannen met zich mee heeft gebracht.
Pagina:
2 van 3
Hieruit blijkt dat de op kosten gezette waterschaps-inspanning bij grote projecten gemiddeld
€ 100.000,- bedraagt. Bij middelgrote en kleinere projecten blijven we onder de € 40.000,-.
Hieruit maken we op dat bij een voetvrijstelling van € 50.000,- aansluiting wordt gevonden bij
de bedoeling van de legesverordening.
Kosten
N.v.t.
Kanttekeningen
Een belangrijke kanttekening voor de toekomst betreft de komst van de Omgevingswet in
2019. Het keurkwartet (keur, legger, algemene regels en beleidsregels) zal met het oog op
de komst van de Omgevingswet moeten worden doorontwikkeld. De legesverordening zal
daarbij moeten worden betrokken, aangezien de systematiek van vergunningverlening bij
grote projecten van andere overheden naar verwachting verandert.
Juridische consequentie
Het toepassen van een voetvrijstelling betekent in feite dat er een korting wordt toegepast op
de legesaanslag. Dat betekent bijvoorbeeld dat voor projecten waarbij de projectbegroting
uitkomt op € 60.000,- dat er na aftrek van de voetvrijstelling ad € 50.000,- nog een heffing
van € 10.000,- resteert.
Tot de inwerkingtreding van de aangepaste legesverordening, blijft de oorspronkelijke
legesverordening van kracht. De ontwerplegesverordening is gepubliceerd in het
Waterschapsblad en heeft ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend tijdens
de inspraaktermijn. Tegen definitieve vaststelling van de legesverordening door het
algemeen bestuur staat geen beroep open, tegen toekomstige legesbesluiten wel.
Communicatie
Na vaststelling wordt de definitieve legesverordening gepubliceerd in het elektronisch
Waterschapsblad. Rijkswaterstaat wordt daarnaast geïnformeerd over de nieuwe
legesverordening.
Planning/routing
Algemeen bestuur (besluit)
14 maart 2017
Pagina:
3 van 3