Transcript Voorstel
INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder F.S.A. Wissink Vergadering Agendapunt : 14 maart 2017 : 5. Onderwerp : Investeringsvoorstel fase 1 eerste beoordeling primaire keringen Bijlagen : Kaart ligging normtrajecten Informatie bij : dr. M.H.M. Ebben manager Waterkeringen en Vaarwegbeheer : (0314) 369 610 : [email protected] Telefoon E-mail Programma Projectnummer Projectnaam Beleidsprestatie Bruto krediet Inkomsten Netto krediet Startmaand project Eindmaand project : : : : : : : : : waterveiligheid 80938 Eerste beoordeling primaire keringen niet van toepassing € 1.180.000 €0 € 1.180.000 januari 2016 juli 2023 Advies 1. Voor het uitvoeren van de eerste fase van de beoordeling van de primaire keringen een bruto investeringskrediet ter beschikking te stellen van € 1.180.000,-. Advies van de bestuurlijke commissie Waterveiligheid en Watersysteem aan het college van dijkgraaf en heemraden: De commissie Waterveiligheid en Watersysteem heeft dit voorstel besproken in de vergadering van 21 februari 2017. De commissie adviseert positief over dit voorstel. Vanuit de commissie is gevraagd om een verduidelijking van de term ‘interne personeelskosten’. Reactie van het college van dijkgraaf en heemraden: Voorstel wordt met een tekstuele aanpassing voorgelegd aan het algemeen bestuur. Inleiding In de Waterwet is vastgelegd dat de (kering) beheerder iedere twaalf jaren verslag uitbrengt aan de Minister over de algemene waterstaatkundige toestand van de primaire waterkering. Dit verslag dient een beoordeling van de veiligheid te bevatten. Door middel van de beoordeling moet de beheerder rekenkundig aantonen in hoeverre de waterkeringen aan de norm voldoen. Het eerstvolgende verslag door alle beheerders moet uiterlijk in 2022 aan de Minister worden uitgebracht. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is toezichthouder namens het Rijk, en moet instemmen met de beoordeling van de beheerder. Hierna zal het Rijk in 2023 het landelijke beeld van de waterstaatkundige toestand van de keringen vormen. Op 1 januari 2017 is de nieuwe norm voor de primaire waterkeringen in werking getreden. Vanwege de overstap naar de nieuwe normering, is de beschikbare tijd voor deze beoordelingsronde beperkt tot zes jaar. De komende beoordelingsronde (2017-2023) is de eerste landelijke beoordeling van de waterveiligheid volgens de nieuwe norm. Een belangrijk aspect in deze beoordelingsronde is een realistische en haalbare ambitie. Er is immers veel gewijzigd, en alle partijen moeten nog ervaring opdoen met de nieuwe normering, de systematiek en het instrumentarium. Op Unie- en Rijksniveau is het volgende beeld van de ambitie gedeeld: In 2023 is er een ‘algemeen beeld van de waterveiligheid’ en ‘tot 2050 in stappen toewerken naar een steeds beter beeld van de veiligheid van de waterkeringen’. De beheerder moet waterkeringen die niet aan de norm voldoen, ofwel met beheermaatregelen verbeteren, ofwel met dijkverbeteringsprojecten versterken. Dijkverbeteringsprojecten kunnen worden aangemeld voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma en worden dan in principe grotendeels gesubsidieerd door dit landelijke programma. Voorheen was de gangbare term de toetsing van de waterkeringen. De voorgaande toetsronde is afgerond in 2010, met een aanvulling in 2013. Op basis van deze toetsingen loopt het huidige dijkversterkingsprogramma. Op basis van de komende beoordeling op basis van de nieuwe normen, zal naar verwachting een groot gedeelte van onze waterkeringen worden afgekeurd, waarna deze zullen worden aangemeld voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Landelijk is het doel dat alle waterkeringen in Nederland in 2050 aan de nieuwe norm voldoen. De beoordeling is te beschouwen als de eerste stap hiernaartoe. Dit voorstel gaat alleen over de beoordeling van de primaire keringen. Eerder genomen besluiten Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in de vergadering van 17 januari 2017 besloten: 1. In te stemmen met bijgaande ambitie en strategie voor de eerste veiligheidsbeoordeling van de primaire waterkeringen, met daarin de volgende kernpunten: a. De ambitie is om eind 2022 een gebied dekkend algemeen beeld van de waterveiligheid te hebben, met onderscheid naar ‘urgent’, ‘rondom de norm’ en ‘goed’, waarbij we grof beoordelen waar het kan, en fijner beoordelen waar het moet. b. We werken met een voortrollende en gefaseerde aanpak. c. We gaan via toepassen, van leren naar verbeteren. d. We willen zoveel mogelijk kennis in huis opbouwen met eigen mensen. e. We werken samen in regionaal verband met andere waterschappen. Pagina: 2 van 5 2. De volgorde van de beoordeling van de dijktrajecten hoofdzakelijk te baseren op veiligheidsurgentie, maar om ook open te staan voor andere overwegingen zoals gebiedsurgentie, en om in de periode 2017-2018 te starten met het beoordelen van normtrajecten 48-1, 50-1 en 49-2. Onderbouwing 1.1. Het waterschap is bij wet verplicht de in beheer zijnde waterkeringen te beoordelen op veiligheid. In de Waterwet is vastgelegd dat de (kering) beheerder iedere twaalf jaren verslag uitbrengt aan de Minister over de algemene waterstaatkundige toestand van de primaire waterkering (artikel 2.12 Waterwet). Dit verslag dient een beoordeling van de veiligheid te bevatten. De tot nu toe landelijk algemeen gangbare term hiervoor is de toetsing van de waterkering, die zal gaan veranderen in beoordeling van de waterkering. 1.2. Het uitvoeren van de beoordeling levert kennis en informatie over onze waterkeringen op. Het waterschap verkrijgt uit de beoordeling waardevolle kennis en inzichten van de primaire waterkeringen in het gehele gebied, waardoor we als waterschap onze taken beter uit kunnen voeren. 1.3. Het uitvoeren van de beoordeling is een essentiële eerste stap in het voldoen aan de nieuwe normering die per 1 januari 2017 van kracht is geworden. In 2050 moeten alle waterkeringen in Nederland aan de nieuwe normering voldoen. De beoordeling is de eerste noodzakelijke stap om tot dijkversterkingen te komen, en is het voorportaal van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit is het landelijk subsidieprogramma waarmee we onze dijkversterkingen voor 90% kunnen financieren. Het nu gevraagde krediet is bestemd voor het inzetten van eigen personeel, het inhuren van externe capaciteit, het inwinnen van adviezen, en het inwinnen van benodigde gegevens (onder andere grondonderzoeken, kwaliteit bekledingen en actuele geometrie). 1.4. Het krediet voor de beoordeling wordt gefaseerd aangevraagd. Gezien de huidige onzekerheden bij dit project, heeft het college besloten de beoordeling voortrollend en gefaseerd uit te voeren. Hierbij hoort ook dat het krediet gefaseerd wordt aangevraagd. Door de keuze voor een voortrollende en gefaseerde aanpak, wordt mede invulling gegeven aan de aspecten ‘risicobeheersing’ en ‘wendbaarheid’. We gebruiken de gehele periode van 2017-2022 om te beoordelen, en knippen deze in fases op. De eerste fase van de beoordeling is de periode 2017-2018. Op basis van de ervaringen in fase 1 wordt de aanpak bijgesteld waar nodig, en wordt de aanpak voor fase 2 bepaald. Kosten De kosten voor fase 1 van de eerste beoordeling zijn geraamd op een totaalbedrag van € 1.180.000,- en zijn geschat op basis van kentallen uit eerdere soortgelijke onderzoeken en studies. Pagina: 3 van 5 In het najaar van 2016 hebben we kunnen oefenen met een concept van het wettelijke beoordelingsinstrumentarium. Die ervaring onderschrijft de kentallen voor de benodigde inspanning in dagen per kilometer waterkering om de berekeningen uit te voeren. Tegelijkertijd is door het Rijk onderkend dat het beoordelingsinstrumentarium nog doorontwikkeld en verbeterd moet worden. Daarom komen in de eerste helft van 2017 nog updates van het instrumentarium. We moeten dus nog ervaring opdoen met het definitieve instrumentarium, wat van invloed is op de benodigde inspanning. Ook zijn nieuwe en actuele gegevens nodig van de ondergrond, de geometrie en de huidige kwaliteit van de waterkeringen. Op basis van de kentallen voor de benodigde tijdsbesteding en inzichten voor benodigde onderzoeken is een planning en raming gemaakt voor de periode 2017-2018. In 2016 is reeds een voorbereidingskrediet verleend om de eerste benodigde grondonderzoeken tijdig uit te kunnen voeren. Het nu gevraagde krediet is bestemd voor het inzetten van eigen personeel, het inhuren van externe capaciteit, het inwinnen van adviezen, en het inwinnen van benodigde gegevens (onder andere grondonderzoeken, kwaliteit bekledingen en actuele geometrie). Op basis van de ervaringen in fase 1 zal op een later moment (omstreeks eind 2018) een nieuw krediet worden gevraagd voor de vervolgfase(n) van de beoordeling. Kasritme Jaar 2016 € 2017 € 2018 € 2019 € 2020 € 2021 € 2022 € 2023 € Uitgaven 50.000,535.000,595.000,n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. € € € € € € € € Inkomsten 0,0,0,0,0,0,0,0,- Meerjarenprogrammering Deze investering is opgenomen in de meerjarenprogrammering van het programma Waterveiligheid. Taak Watersysteembeheer Gevolgen exploitatie Niet van toepassing. Kanttekeningen Er is mogelijk een meekoppelkans met Rivierklimaatpark IJsselpoort om gezamenlijk grondonderzoek uit te voeren. Het is op dit moment nog onzeker of dit zinvol is, wat de kosten zijn, wie de kosten draagt, en welke partij het onderzoek laat uitvoeren. Het zou kunnen betekenen dat grondonderzoek dat voor de beoordeling voorzien is in 2019, al in 2018 wordt uitgevoerd. In dit investeringsvoorstel is hier nog geen rekening mee gehouden. Eventuele bijstelling volgt via de perspectievennota. Pagina: 4 van 5 Juridische consequentie Er zijn geen juridische consequenties voorzien. Communicatie Vooralsnog is geen externe communicatie voorzien. Op het moment dat de resultaten van de beoordeling bekend zijn, zal dit extern worden gecommuniceerd. Planning/routing Algemeen bestuur (besluit) 14 maart 2017 Pagina: 5 van 5