6757/17 fb DG G 3A Hierbij gaat voor de delegaties document C

Download Report

Transcript 6757/17 fb DG G 3A Hierbij gaat voor de delegaties document C

Raad van de
Europese Unie
Brussel, 27 februari 2017
(OR. en)
6757/17
MI 167
ENT 49
COMPET 152
DELACT 35
BEGELEIDENDE NOTA
van:
ingekomen:
aan:
de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
24 februari 2017
de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de
Raad van de Europese Unie
Nr. Comdoc.:
C(2017) 1143 final
Betreft:
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van
24.2.2017 betreffende de indeling in prestatieklassen met betrekking tot
horizontale zetting en kortstondige wateropname van thermische
isolatieproducten — in-situ gevormde los gestorte celluloseproducten
(LFCI) — die onder EN 15101-1 vallen, overeenkomstig Verordening (EU)
nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad
Hierbij gaat voor de delegaties document C(2017) 1143 final.
Bijlage: C(2017) 1143 final
6757/17
fb
DG G 3A
NL
EUROPESE
COMMISSIE
Brussel, 24.2.2017
C(2017) 1143 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE
van 24.2.2017
betreffende de indeling in prestatieklassen met betrekking tot horizontale zetting en
kortstondige wateropname van thermische isolatieproducten — in-situ gevormde los
gestorte celluloseproducten (LFCI) — die onder EN 15101-1 vallen, overeenkomstig
Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
TOELICHTING
1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
In Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011
tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten
en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad 1 worden twee belangrijke
alternatieven geboden voor de vaststelling van prestatieklassen met betrekking tot de
essentiële kenmerken van bouwproducten, namelijk door gedelegeerde handelingen van de
Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 1, en artikel 60, onder f), en door geharmoniseerde
normen overeenkomstig artikel 27, lid 2, op basis van een herzien mandaat. Overeenkomstig
artikel 27, lid 2, eerste alinea, moeten de Europese normalisatie-instellingen deze klassen in
geharmoniseerde normen gebruiken indien de Commissie dergelijke klassen heeft vastgesteld.
Volgens de definitie in artikel 2, lid 7, van Verordening (EU) nr. 305/2011 wordt verstaan
onder "klasse": een reeks niveaus voor de prestaties van een bouwproduct, die wordt begrensd
door een minimum- en een maximumprestatiewaarde. De klassen in Verordening (EU)
nr. 305/2011 drukken dus altijd een gegeven bereik van een bepaalde prestatie van het product
uit.
Daarenboven wordt in Verordening (EU) nr. 305/2011, in tegenstelling tot in de daaraan
voorafgaande Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, geen onderscheid gemaakt tussen
verschillende soorten klassen op basis van de oorsprong ervan. Prestatieklassen die door de
Commissie zijn vastgesteld, en dergelijke klassen die door Europese normalisatie-instellingen
zijn vastgesteld, moeten bijgevolg op vergelijkbare wijze worden erkend en geëerbiedigd.
Daarnaast zou de hele indeling in prestatieklassen als onbegrensd moeten worden bepaald,
waarbij zij alle mogelijke prestatieniveaus inhoudt in verband met een bepaald essentieel
kenmerk voor de producten die onder de betrokken norm vallen. Anders zou tegelijkertijd ook
een drempelniveau voor dergelijke prestaties worden vastgesteld.
De Europese productnorm EN 15101-1 betreffende thermische isolatieproducten — in-situ
gevormde los gestorte celluloseproducten (LFCI) — is in september 2013 door het Europees
Comité voor Normalisatie (CEN) vastgesteld. Deze norm bevat indelingen in prestatieklassen
van de producten die eronder vallen, met name wat betreft twee essentiële kenmerken ervan,
zetting betreffende horizontale toepassingen, zolders en vloeren, waarbij zeven
prestatieklassen worden ingevoerd, alsmede kortstondige wateropname, waarbij twee
prestatieklassen worden ingevoerd.
De eerste van deze indelingen, betreffende horizontale zetting, wijkt af van de indeling die
eerder in de geharmoniseerde productnorm EN 14064-1 is ingevoerd, die betrekking heeft op
bepaalde thermische isolatieproducten van minerale wol. Volgens de beschikbare informatie
zijn deze bestaande klassen onvoldoende voor de producten in kwestie, aangezien de
horizontale zetting over het algemeen hoger wordt wanneer als basismateriaal cellulose wordt
gebruikt. Derhalve en om de indeling aan de gehele typische reeks prestatieniveaus met
betrekking tot dit essentiële kenmerk uit te breiden, is de indeling zodanig uitgebreid dat ook
de hoogste prestatieniveaus eronder vallen, door vier klassen aan de genoemde eerder
1
NL
PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.
2
NL
gebruikte indeling toe te voegen. Dit is vergelijkbaar met de praktijk die momenteel in
bepaalde lidstaten wordt toegepast.
De tweede indeling, betreffende kortstondige wateropname, heeft betrekking op de
gebruikelijke omstandigheden van beoogd gebruik van op cellulose gebaseerde thermische
isolatieproducten. Deze producten worden geacht niet te worden gebruikt wanneer er water
kan doordringen. Mede om de vaststelling van een verborgen drempelwaarde voor deze
prestatie te voorkomen, moet de indeling echter onbegrensd blijven. Dit moet worden bereikt
door toevoeging van één hogere klasse aan de indeling in de norm EN 15101-1, zoals in
september 2013 vastgesteld door het CEN. Voor de producten in kwestie is het nodig geacht
deze indeling aan te passen om ervoor te zorgen dat de indeling in prestatieklassen in verband
met kortstondige wateropname alle prestatieniveaus voor deze producten dekt. Een dergelijke
nieuwe versie van EN 15101-1 wordt momenteel in het CEN ontwikkeld.
Aangezien uit hoofde van de toepassing van Verordening (EU) nr. 305/2011 voor de
invoering van dergelijke nieuwe indelingen in een geharmoniseerde norm door de Europese
normalisatie-instellingen een nieuw herzien mandaat zou moeten worden afgegeven, hetgeen
niet is gebeurd, werd dit ontwerp van gedelegeerde verordening geschikter geacht.
Het werd niet opportuun geacht om andere indelingen van prestaties die in de norm
EN 15101-1 zijn vervat, op te nemen in het toepassingsgebied van deze ontwerpverordening,
aangezien dergelijke in geharmoniseerde normen, waarvan het referentienummer in het kader
van Richtlijn 89/106/EEG in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt,
vervatte indelingen krachtens Verordening (EU) nr. 305/2011 moeten worden geacht
toepasselijk te zijn op grond van Verordening (EU) nr. 305/2011 zonder dat verdere actie
vereist is.
2.
RAADPLEGING
HANDELING
VOORAFGAAND AAN DE AANEMING
VAN DE
Op 14 juni 2016 is de ontwerpverordening in de vergadering van de adviesgroep voor
bouwproducten besproken en tussen 31 mei en 28 juni 2016 heeft hierover een schriftelijke
raadpleging van deskundigen plaatsgevonden. Vóór deze raadplegingen hebben alle lidstaten
de gelegenheid gekregen om deskundigen te benoemen die hieraan deel konden nemen. Naast
deze deskundigen zijn ook andere externe belanghebbenden geraadpleegd. De in de
adviesgroep besproken en voor de schriftelijke raadpleging relevante documenten zijn
overeenkomstig het Gezamenlijke akkoord over gedelegeerde handelingen gelijktijdig aan het
Europees Parlement en de Raad toegezonden. Bij het opstellen van de definitieve
ontwerpversie van deze handeling voor het overleg tussen de diensten is rekening gehouden
met de in deze context gemaakte opmerkingen.
3.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 305/2011 kunnen met betrekking tot de
essentiële kenmerken van bouwproducten prestatieklassen worden vastgesteld.
Overeenkomstig artikel 27, lid 1, en artikel 60, onder f), kan dit door middel van gedelegeerde
handelingen van de Commissie worden gedaan. Overeenkomstig artikel 27, lid 2, eerste
alinea, moeten de Europese normalisatie-instellingen deze klassen in geharmoniseerde
normen gebruiken indien de Commissie dergelijke klassen heeft vastgesteld.
NL
3
NL
Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van Verordening (EU) nr. 305/2011 wordt verstaan onder
"klasse": een reeks niveaus voor de prestaties van een bouwproduct, die wordt begrensd door
een minimum- en een maximumprestatiewaarde. In Verordening (EU) nr. 305/2011 wordt
geen onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten klassen. Prestatieklassen die door de
Commissie zijn vastgesteld, en dergelijke klassen die door Europese normalisatie-instellingen
zijn vastgesteld, moeten bijgevolg op vergelijkbare wijze worden erkend en geëerbiedigd.
Aangezien uit hoofde van de toepassing van Verordening (EU) nr. 305/2011 voor de
invoering van nieuwe indelingen in prestatieklassen in een geharmoniseerde norm door de
Europese normalisatie-instellingen een nieuw herzien mandaat zou moeten worden
afgegeven, hetgeen niet is gebeurd, werd dit ontwerp van gedelegeerde verordening
geschikter geacht.
Om deze redenen moet de ontwerpverordening worden vastgesteld om nieuwe
prestatieklassen vast te stellen voor thermische isolatieproducten — in-situ gevormde los
gestorte celluloseproducten (LFCI) — die onder de Europese norm EN 15101-1 vallen.
De ontwerpverordening is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Zij biedt een
oplossing voor bepaalde problemen die door de effecten van Verordening (EU) nr. 305/2011
op de vaststelling van classificatiesystemen voor de prestaties van bouwproducten worden
veroorzaakt; bijgevolg kan zij als bevorderlijk voor de hele Europese bouwsector worden
beschouwd.
NL
4
NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE
van 24.2.2017
betreffende de indeling in prestatieklassen met betrekking tot horizontale zetting en
kortstondige wateropname van thermische isolatieproducten — in-situ gevormde los
gestorte celluloseproducten (LFCI) — die onder EN 15101-1 vallen, overeenkomstig
Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van
9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van
bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad 2, en met name
artikel 27, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Indien de prestatieklassen met betrekking tot de essentiële kenmerken van
bouwproducten niet door de Commissie zijn vastgesteld, kunnen zij, overeenkomstig
artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) nr. 305/2011, door de Europese normalisatieinstellingen worden vastgesteld; dit kan echter enkel gebeuren op basis van een
herzien mandaat.
(2)
De Europese productnorm EN 15101-1 betreffende thermische isolatieproducten —
in-situ gevormde los gestorte celluloseproducten (LFCI) — bevat indelingen in
prestatieklassen betreffende twee essentiële kenmerken ervan, zetting betreffende
horizontale toepassingen, zolders en vloeren, alsmede kortstondige wateropname.
Deze indelingen betekenen een stap in de richting van de consolidering van de interne
markt voor de betrokken producten.
(3)
Voor die nieuwe indelingen is geen herzien mandaat afgegeven.
(4)
Bijgevolg moeten nieuwe classificatiesystemen worden vastgesteld die voor de
producten die onder EN 15101-1 vallen, moeten worden gebruikt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
2
NL
PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.
5
NL
Artikel 1
De prestaties van thermische isolatieproducten — in-situ gevormde los gestorte
celluloseproducten (LFCI) — moeten met betrekking tot hun essentiële kenmerken zetting
betreffende horizontale toepassingen, zolders en vloeren, alsmede kortstondige wateropname,
worden ingedeeld volgens de in de bijlage opgenomen systemen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in
het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke
lidstaat.
Gedaan te Brussel, op 24.2.2017
Voor de Commissie
De Voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
NL
6
NL