Kerk 2025 verslag bespreking KR

Download Report

Transcript Kerk 2025 verslag bespreking KR

Met en beetje fantasie kun je Kerk 2025 typeren als oud en nieuw, het verwoordt wat voorbij ging. Het
vertrouwde eeuwenoude parochiale kerkmodel is op veel plekken in het land verdampt. Witte plekken
dienen zich aan. Het predicaat volkskerk past niet meer, mensen kiezen zelf waar ze bij willen horen
en op welke manier ze vorm geven aan hun geloof. De opbouw van het kerkschip is nauwelijks nog te
bemensen en te betalen.
Er is veel voorbij wat we achter ons moeten laten. En dat doet pijn. Toch romantiseert Kerk 2025 de
tijd die voorbij ging niet. Het kijkt niet melancholisch terug. Ook predikt het geen utopisch nieuwe tijd
waarin wij het Koninkrijk van God dichterbij gaan brengen. Kerk 2025 concentreert zich niet op wat
voorbij ging of op onze goede voornemens maar op de kern van het geloof, op wat verrast, vreugde
en hoop geeft. Op God zelf. Aan wie de toekomst is. Op een wereld waar zijn woorden tot leven
komen, handen en voeten krijgen, daar worden mensen gezien, geteld en geliefd. Daar bloeien oude
en nieuwe geloofsgemeenschappen op en groeien plekken van hoop. Op zondag en door de week, in
heel verschillende ruimten zoals kerkgebouwen, huiskamers, inloophuizen en voedselbanken.
De essentie van het rapport gaat om de hoop dat er in 2025 een betekenisvolle kerk zal zijn. Het
geloof en de geloofsgemeenschap zijn belangrijker dan de organisatie van de kerk. Het gaat niet om
het regelen, maar om geloven. Toch lijkt de organisatiestructuur soms de inhoud in de weg te zitten.
De organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, en dus ook van de gemeenten, gaat
veranderen. Die wordt eenvoudiger. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor de inhoud, het geloof.
We gaan eerst terug naar onze basis met de vraag waar het eigenlijk om gaat, wat is voor ons de
kern? Als je met tien man bent, heb je ook tien verschillende kernen. Belangrijk te benoemen is dat
God, Woord, Jezus, gemeenschap, eredienst, zorg, troost, bemoediging, rustpunt en Evangelie
centrale woorden zijn in die kern. Weliswaar is het ‘gewicht’ dat aan dat woord gegeven wordt voor
een ieder weer verschillend.
De context van de kerk wordt belicht aan de hand van vijf variabelen die van invloed zijn op de kerken
in het algemeen. In de nota worden de seculiere samenleving genoemd, het individueel kiezen, de
netwerksamenleving, de digitale revolutie en de globalisering. We vragen ons af of deze variabelen
voor onze kerk ook gelden en of onze kerk voldoende zichtbaar is. We vinden dat ook de
ontkerkelijking onze deur niet voorbij gaat, met daarbij aanvullend of we überhaupt de kerk nog wel
nodig hebben in onze bijna maakbare maatschappij? Dat we een global village zijn, daar moeten we
mee leven, een ieder maakt daar het beste van. Het vraagt namelijk nogal wat van ons als persoon.
We kunnen de zichtbaarheid van onze kerk vergroten door meer te digitaliseren. Het beter benutten
van internet, sociale media en kerk tv worden vooral genoemd. Kerk tv werkt volgens JanF. heel
laagdrempelig. Wat netwerken betreft en de sociale media, deze kunnen we benutten bij de generatie
18-35, die in aantallen gering is als kerkbezoeker. Dat roept weer de vraag op of we ze ook op een
andere manier kunnen ’binden’. Er wordt opgemerkt dat de huidige structuren waarschijnlijk niet meer
passend zijn bij de huidige cultuur. Als voorbeeld wordt genoemd het pastoraat dat nu nog
georganiseerd verloopt, maar dat zou ook middels huiskringen kunnen. We kunnen onderzoeken of
we oude structuren los kunnen laten en deze met nieuwe dingen of thema’s in kunnen vullen. Hierbij
wordt verwezen naar het boekje van Pete Ward over de Vloeibare kerk. Onderschreven wordt dat de
riten de passage kansen bieden om iedere generatie te bereiken.
Gaan we op zoek naar veranderingen dan schrijft de nota om ook aandacht te hebben voor
herinterpretaties van het Evangelie, bovenplaatselijk werk en maatschappelijke presentie voor wat
betreft de actuele thema’s (migratie, geweld, klimaat, armoede en eenzaamheid).
Als we willen veranderen of ontwikkelen moeten we rekening houden met het DNA van de
Protestantse Kerk. Dan hebben we het dus over de leest waarop we geschoeid zijn. Dat is dat we een
christelijke kerk zijn, waar de Bijbel onze bron is, dat we verbonden zijn als gemeente door doop en
avondmaal en wij allen medewerkers van God zijn. Vast staat dat we blijven samenkomen, levende
leden zijn en met elkaar gemeente en zelfstandig gemeente zijn en blijven.
De brug van het 1e naar het 2e deel van de nota Kerk 2025 wordt gemarkeerd met de opmerking dat
‘de huidige structuur bij een cultuur hoort die voorbij is’. Daarom wordt de kerk gereorganiseerd vanuit
het beeld dat we samen kerk zijn en dat de plaatselijke gemeente meer ruimte krijgt en zo weinig
mogelijk wordt belast met regels die niet direct dienstbaar zijn aan evangelieverkondiging,
gemeenschap, diaconaat en de zending in de wereld.
De synode heeft al wijzigingen in de kerkorde aangekondigd die ook door de kerkenraad zullen
worden besproken:
- Het aantal classes wordt teruggebracht naar 11. Daarmee komt de classis (nog meer) op afstand
van de gemeenten te staan. Er worden daarom ringen gevormd waar gemeenten elkaar kunnen
blijven ontmoeten. De werkgroep Tsjûkemar-gemeenten heeft daar al een voorsprong op
genomen;
- Voor het toezicht op de gemeenten wordt de classis-predikant aangewezen. Deze heeft de taak
een gemeente 1x per vier jaar te bezoeken en het reilen en zeilen met de kerkenraad te
bespreken;
- Er zal alleen als daar aanleiding toe is nog een bijzondere visitatie plaatsvinden;
- Er komt 1 Generaal College voor de Rechtspraak.
Het principe van het parochiale stelsel blijft gehandhaafd. Dat betekent dat overal in Nederland een
gemeente van de Protestantse kerk is. Er kunnen echter wel ‘open plekken’ ontstaan, maar dat schept
verplichtingen van naburige gemeenten om samen kerk te zijn. Een ieder kan worden bediend.
De ambtstermijnen mogen soepeler worden toegepast. In de regel is het 1e termijn 4 jaar en die mag
maximaal 2x verlengd worden. Er mag van worden afgeweken, waarbij echter de voortgang van beleid
en de continuïteit van het leiding geven aan de gemeente niet in het gedrang mag komen. Om de
vergaderdruk te verminderen kan er gewerkt worden met mensen zonder ambtelijke bediening. De PG
Haskeroord heeft dit al georganiseerd met kerkenraad en taakgroepen. De synode adviseert met het
oog op de kwaliteit van besturen wel een minimale omvang van de kerkenraad van 7 ambtsdragers
inclusief predikant.
Voor predikanten en kerkelijk werkers komen er andere regels en dan voornamelijk op het gebeid van
mobiliteit voor predikanten, waarbij het uitgangspunt de balans tussen de uitdaging van de gemeente
en de uitdaging van de predikant is.
Voor het beheer komen er andere richtlijnen en regels, voornamelijk gericht op een vermindering van
de belastbaarheid, maatwerk voor gemeenten en meer standaardisatie.
De synode heeft voorstellen gedaan om de kerkorde aan te passen op toekomstige beelden van de
kerk en gemeenten, die binnenkort in de kerkenraad worden besproken. Dit wordt uitgewerkt in de
vervolgnota Kerk 2025: Een stap verder.