Invoerinstructie

Download Report

Transcript Invoerinstructie

GS1 Data Source
Toelichting op invoervelden voor de levensmiddelen- en drogisterijsector
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
GS1 Data Source
Samenvatting
Documenteigenschap
Waarde
Naam
GS1 Data Source
Datum
2 maart 2017
Versie
3.3
Status
Definitief - goedgekeurd
Beschrijving
Toelichting op invoervelden voor de levensmiddelen- en drogisterijsector
Disclaimer
GS1 tracht middels haar beleid ten aanzien van intellectueel eigendom (hierna: IE-beleid) mogelijke onzekerheid
betreffende aanspraken op intellectueel eigendom weg te nemen. Dit doet GS1 door van de deelnemers aan de Werkgroep
die dit GS1 Data SourceGS1 Data Source heeft ontwikkeld te eisen dat ze ermee akkoord gaan om GS1-leden een
royaltyvrije licentie of een RAND-licentie voor essentiële octrooien te verlenen, zoals dit is gedefinieerd in het IE-beleid van
GS1. Daarnaast wordt er de aandacht op gevestigd dat de mogelijke invoering van een of meer onderdelen van deze
Specificatie onderhevig kan zijn aan een octrooi of ander intellectueel eigendomsrecht waarvoor geen essentieel octrooi
geldt. Een dergelijk octrooi of ander intellectueel eigendomsrecht valt niet onder de licentieverplichtingen van GS1.
Bovendien is de overeenkomst om licenties te verlenen onder het IE-beleid van GS1 niet van toepassing op intellectuele
eigendomsrechten en aanspraken van derden die geen deelnemers waren aan de Werkgroep.
Daarom worden alle organisaties die werken aan implementatie in overeenstemming met deze Specificatie, door GS1
aangeraden om te bepalen of er octrooien zijn waarvoor geldt dat ze mogelijk een specifieke implementatie omvatten die
de organisatie aan het ontwikkelen is in overeenstemming met de Specificatie en of er een licentie onder een octrooi of
ander intellectueel eigendomsrecht nodig is. De vaststelling of er al dan niet een licentie nodig is, dient te worden gemaakt
in het kader van de details van het specifieke systeem dat door de organisatie is ontwikkeld in overleg met de eigen
octrooiadviseur.
DIT DOCUMENT WORDT ALS ZODANIG AANGEBODEN ZONDER VERDERE GARANTIES IN WELKE VORM DAN OOK,
WAARONDER GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID, NIET-INBREUK, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF ENIGE
GARANTIE VOORTVLOEIEND UIT DEZE SPECIFICATIE. GS1 aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit
uit het gebruik of misbruik van deze Norm, of het nu gaat om bijzondere of indirecte schade, gevolgschade of
schadevergoedingen. GS1 aanvaardt eveneens geen aansprakelijkheid voor inbreuk op intellectuele eigendomsrechten met
betrekking tot het gebruik van of het zich beroepen op informatie uit dit document.
GS1 behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving. GS1 geeft
geen garantie voor het gebruik van dit document, aanvaardt geen aansprakelijkheid voor fouten die dit document zou
kunnen bevatten en is niet verplicht om de hierin opgenomen informatie te actualiseren.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 2 van 105
GS1 Data Source
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................................................................. 8
1
2
Algemene regels ........................................................................................... 9
1.1
Vooraankondigingstermijn ................................................................................................ 9
1.2
Etiketinformatie ............................................................................................................ 10
1.3
Wichtartikelen invoeren ................................................................................................. 10
1.3.1
Wichtartikel als consumenteneenheid ...................................................................... 10
1.3.2
Wichtartikel als handelseenheid .............................................................................. 11
1.4
Taalcodes ..................................................................................................................... 11
1.5
Aan de slag .................................................................................................................. 12
Invoervelden algemene en logistieke informatie ........................................ 13
2.1
2.2
2.3
2.4
Algemene velden .......................................................................................................... 13
2.1.1
GS1 adrescode (GLN) dataleverancier ..................................................................... 13
2.1.2
GS1 artikelcode (GTIN) ......................................................................................... 13
2.1.3
Doelmarkt............................................................................................................ 14
2.1.4
Code GPC Classificatie ........................................................................................... 14
2.1.5
Hiërarchisch niveau ............................................................................................... 14
2.1.6
Type display ......................................................................................................... 15
2.1.7
Ingangsdatum ...................................................................................................... 15
2.1.8
GS1 adrescode (GLN) lokaal contact........................................................................ 15
2.1.9
Aanvullende artikelidentificatie ............................................................................... 16
2.1.10
Aanvullende artikelidentificatie type ........................................................................ 17
2.1.11
Code import classificatie ........................................................................................ 17
2.1.12
Type import classificatie ........................................................................................ 17
2.1.13
Land van oorsprong .............................................................................................. 18
2.1.14
Status artikelinformatie ......................................................................................... 18
2.1.15
Eerste verzenddatum ............................................................................................ 18
Omschrijvingsvelden ..................................................................................................... 19
2.2.1
Volledige omschrijving ........................................................................................... 19
2.2.2
Merknaam ........................................................................................................... 19
2.2.3
Taalafhankelijke merknaam ................................................................................... 20
2.2.4
Submerk.............................................................................................................. 20
2.2.5
Taalafhankelijk submerk ........................................................................................ 20
2.2.6
Functionele productnaam ....................................................................................... 21
2.2.7
Variant ................................................................................................................ 21
2.2.8
Korte omschrijving ................................................................................................ 21
2.2.9
Commerciële benaming ......................................................................................... 22
2.2.10
Aanvullende omschrijving ...................................................................................... 22
Artikelhiërarchie............................................................................................................ 23
2.3.1
Aantal kinderen .................................................................................................... 23
2.3.2
Totaal aantal onderliggende eenheden..................................................................... 23
2.3.3
GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau ..................................................................... 23
2.3.4
Aantal onderliggende eenheden .............................................................................. 24
Producteigenaar informatie............................................................................................. 24
2.4.1
GS1 adrescode (GLN) merkhouder .......................................................................... 24
2.4.2
Naam merkhouder ................................................................................................ 25
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 3 van 105
GS1 Data Source
2.4.3
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
2.10
2.11
2.12
GS1 adrescode (GLN) producent ............................................................................. 25
Transactionele informatie ............................................................................................... 25
2.5.1
Indicatie basiseenheid ........................................................................................... 25
2.5.2
Indicatie consumenteneenheid ............................................................................... 26
2.5.3
Indicatie besteleenheid .......................................................................................... 26
2.5.4
Indicatie levereenheid ........................................................................................... 26
2.5.5
Indicatie factuureenheid ........................................................................................ 27
2.5.6
Indicatie variabel artikel ........................................................................................ 27
2.5.7
Indicatie displayeenheid ........................................................................................ 27
2.5.8
Startdatum beschikbaarheid ................................................................................... 28
2.5.9
Einddatum beschikbaarheid.................................................................................... 28
2.5.10
Datum beëindiging productie .................................................................................. 28
2.5.11
Publicatiedatum .................................................................................................... 29
2.5.12
Terugtrekkingsdatum ............................................................................................ 29
2.5.13
GS1 artikelcode (GTIN) vervangen artikel ................................................................ 30
2.5.14
Soort referentie artikel .......................................................................................... 30
2.5.15
Indicatie prijsvermelding ....................................................................................... 30
2.5.16
Adviesverkoopprijs ................................................................................................ 31
2.5.17
Aanvullende artikelprijs ......................................................................................... 31
2.5.18
Aanvullende artikelprijs code .................................................................................. 31
Belastinginformatie ....................................................................................................... 32
2.6.1
Code soort belasting ............................................................................................. 32
2.6.2
Code belastingdienst ............................................................................................. 32
2.6.3
Code belastingtarief .............................................................................................. 32
Afmetingen en gewichten ............................................................................................... 33
2.7.1
Diepte ................................................................................................................. 33
2.7.2
Hoogte ................................................................................................................ 33
2.7.3
Breedte ............................................................................................................... 34
2.7.4
Bruto gewicht ....................................................................................................... 34
2.7.5
Netto inhoud ........................................................................................................ 34
2.7.6
Uitlekgewicht ....................................................................................................... 35
2.7.7
Netto gewicht ....................................................................................................... 35
Informatie over alcoholhoudende producten ..................................................................... 36
2.8.1
Alcoholpercentage................................................................................................. 36
2.8.2
Stamwortgehalte .................................................................................................. 36
Handling informatie ....................................................................................................... 37
2.9.1
Minimale houdbaarheid na productie ....................................................................... 37
2.9.2
Minimale houdbaarheid vanaf levering ..................................................................... 37
2.9.3
Minimum bewaartemperatuur ................................................................................. 37
2.9.4
Maximum bewaartemperatuur ................................................................................ 38
2.9.5
Soort temperatuur ................................................................................................ 38
Verpakkingsinformatie ................................................................................................... 39
2.10.1
Verpakkingstype ................................................................................................... 39
2.10.2
Verpakkingsvoorwaarden ....................................................................................... 39
Verpakkingsmateriaal .................................................................................................... 39
2.11.1
Code verpakkingsmateriaal .................................................................................... 40
2.11.2
Hoeveelheid verpakkingsmateriaal .......................................................................... 40
Emballage .................................................................................................................... 40
2.12.1
Emballageartikel ................................................................................................... 43
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 4 van 105
GS1 Data Source
2.13
2.14
2.15
2.16
3
2.12.2
Code van de emballage ......................................................................................... 43
2.12.3
Emballagewaarde ................................................................................................. 44
Palletinformatie............................................................................................................. 44
2.13.1
Type pallet ........................................................................................................... 45
2.13.2
Maximale stapelfactor............................................................................................ 45
2.13.3
Aantal lagen van de GTIN pallet.............................................................................. 45
2.13.4
Aantal onderliggende eenheden per laag GTIN pallet ................................................. 45
2.13.5
Aantal eenheden per non-GTIN pallet ...................................................................... 46
2.13.6
Aantal lagen van de non-GTIN pallet ....................................................................... 46
2.13.7
Aantal onderliggende eenheden per laag non-GTIN pallet .......................................... 46
2.13.8
Non-GTIN pallethoogte .......................................................................................... 46
2.13.9
Non-GTIN pallet brutogewicht ................................................................................ 47
Gevaarlijke stoffen informatie ......................................................................................... 47
2.14.1
Gevaarlijke stoffen classificatiesysteem ................................................................... 47
2.14.2
Gevarenklasse ...................................................................................................... 47
2.14.3
Gevarentype (ADR) ............................................................................................... 48
2.14.4
VN nummer gevaarlijke stoffen............................................................................... 49
2.14.5
Gevaarlijke klasse bijkomend gevaar code ............................................................... 49
Gelijkwaardige vervanging ............................................................................................. 49
2.15.1
Soortgelijke GS1 artikelcode (GTIN) ........................................................................ 49
2.15.2
Soort referentie artikel .......................................................................................... 50
Certificaten .................................................................................................................. 50
2.16.1
Naam certificerende instantie ................................................................................. 50
2.16.2
Certificeringsstandaard .......................................................................................... 51
2.16.3
Certificeringsnummer ............................................................................................ 51
Invoervelden etiketinformatie .................................................................... 52
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
Taal ............................................................................................................................. 52
Regels voor het uitwisselen van etiketinformatie ............................................................... 53
3.2.1
Regels voor merkeigenaren .................................................................................... 53
3.2.2
Regels voor gebruikers van de gegevens ................................................................. 53
Etiketinformatie vastleggen van de laagste eenheid die geen consumenteneenheid is ............ 54
Naam- en contactgegevens ............................................................................................ 55
3.4.1
Wettelijke benaming ............................................................................................. 55
3.4.2
Contactnaam ........................................................................................................ 55
3.4.3
Communicatieadres .............................................................................................. 55
3.4.4
Soort lokaal contact .............................................................................................. 56
3.4.5
Type communicatiekanaal ...................................................................................... 56
3.4.6
Gegevens communicatiekanaal ............................................................................... 57
Gegevens over de inhoud ............................................................................................... 57
3.5.1
Verplichte vermeldingen ........................................................................................ 57
3.5.2
Specificatie van de inhoud ..................................................................................... 58
3.5.3
Standaard portiegrootte ........................................................................................ 58
3.5.4
Aantal porties per verpakking ................................................................................. 58
3.5.5
Minimum aantal porties per verpakking ................................................................... 59
3.5.6
Maximum aantal porties per verpakking .................................................................. 59
Lijst van ingrediënten .................................................................................................... 59
3.6.1
3.7
Ingrediëntendeclaratie........................................................................................... 60
Allergenen.................................................................................................................... 61
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 5 van 105
GS1 Data Source
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
3.13
4
3.7.1
Allergie informatie ................................................................................................ 61
3.7.2
Type allergeen...................................................................................................... 62
3.7.3
Bevat .................................................................................................................. 62
3.7.4
Allergeen informatie verstrekt ................................................................................ 63
Nutriënten .................................................................................................................... 64
3.8.1
Status van de bereiding ......................................................................................... 64
3.8.2
Code nutriënttype ................................................................................................. 64
3.8.3
Meetnauwkeurigheid ............................................................................................. 65
3.8.4
Hoeveelheid nutriënt ............................................................................................. 65
3.8.5
Referentie portiegrootte......................................................................................... 65
3.8.6
% Referentie-inname ............................................................................................ 66
3.8.7
Referentie-inname ................................................................................................ 66
Oorsprong .................................................................................................................... 66
3.9.1
Informatie over herkomst ...................................................................................... 66
3.9.2
Soort activiteit ...................................................................................................... 67
3.9.3
Regio/Plaats van de activiteit ................................................................................. 67
3.9.4
Land code ............................................................................................................ 68
3.9.5
Code vangstgebied van vis ..................................................................................... 68
3.9.6
Vangstmethode .................................................................................................... 68
Bereiding en gebruik ..................................................................................................... 69
3.10.1
Bereidingsinstructies ............................................................................................. 69
3.10.2
Gebruiksinstructies ............................................................................................... 69
3.10.3
Bewaarinstructies ................................................................................................. 70
Claims ......................................................................................................................... 70
3.11.1
Voedingswaardeclaim ............................................................................................ 70
3.11.2
Serveersuggestie .................................................................................................. 71
3.11.3
Gezondheidsclaim ................................................................................................. 71
3.11.4
Marketinginformatie .............................................................................................. 71
Keurmerken/Logo’s ....................................................................................................... 72
3.12.1
Dieet-/allergiekeurmerken ..................................................................................... 72
3.12.2
Vrij van keurmerken ............................................................................................. 73
3.12.3
Overige keurmerken ............................................................................................. 73
3.12.4
Aanvullend logo op product/verpakking ................................................................... 74
Omgaan met productwijzigingen ..................................................................................... 75
3.13.1
THT datum van eerste productie ............................................................................. 75
3.13.2
Productievariant omschrijving................................................................................. 76
Invoervelden etiketinformatie drogisterij-artikelen ................................... 77
4.1
Definities productgroepen .............................................................................................. 77
4.1.1
Voedingssupplementen .......................................................................................... 77
4.1.2
Bijzondere voedingsmiddelen ................................................................................. 77
4.1.3
Medische hulpmiddelen.......................................................................................... 77
4.1.4
Geneesmiddelen (AV en UAD) ................................................................................ 78
4.1.5
Gezondheidsproducten (uitwendig, niet cosmetica) ................................................... 78
4.2
Velden per productgroep ................................................................................................ 78
4.3
Gegevens fabrikant of vergunninghouder ......................................................................... 79
4.3.1
Naam fabrikant of vergunninghouder ...................................................................... 79
4.3.2
Adres fabrikant of vergunninghouder ....................................................................... 80
4.3.3
Soort fabrikant of vergunninghouder ....................................................................... 80
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 6 van 105
GS1 Data Source
4.4
4.5
Dosering en waarschuwingen.......................................................................................... 81
4.4.1
Dosering .............................................................................................................. 81
4.4.2
Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen ................................................................ 81
Gegevens over de samenstelling ..................................................................................... 82
4.5.1
4.6
4.7
4.6.1
Naam certificerende instantie ................................................................................. 83
4.6.2
Certificeringsstandaard .......................................................................................... 83
4.6.3
Certificeringsnummer (KAG nummer van de verpakking) ........................................... 83
Afleverstatus geneesmiddelen......................................................................................... 84
4.7.1
4.8
4.10
4.11
5
Afleverstatus ........................................................................................................ 84
Toedieningsvorm........................................................................................................... 84
4.8.1
4.9
Samenstelling ...................................................................................................... 82
KOAG KAG informatie .................................................................................................... 83
Toedieningsvorm .................................................................................................. 84
Medische hulpmiddelen .................................................................................................. 85
4.9.1
Richtlijn ............................................................................................................... 85
4.9.2
Identificatie aangemelde instantie ........................................................................... 85
RVG/RVH indicatie geneesmiddelen ................................................................................. 85
4.10.1
Aanvullende artikelidentificatie ............................................................................... 85
4.10.2
Aanvullende artikelidentificatie type ........................................................................ 86
Externe bestanden ........................................................................................................ 86
4.11.1
Type bestand ....................................................................................................... 86
4.11.2
Link .................................................................................................................... 87
Appendix .................................................................................................... 88
A.1
Codelijst nutriënten ....................................................................................................... 88
A.2
Codelijst allergenen ....................................................................................................... 91
A.3
Codelijst pallettype ........................................................................................................ 94
A.4
Codelijst vangstgebieden volgens FAO ............................................................................. 97
Versiebeheer ..................................................................................................... 98
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 7 van 105
GS1 Data Source
Inleiding
GS1 Nederland heeft een oplossing voor een eenduidige en betrouwbare uitwisseling van artikelgegevens in de
levensmiddelen- en drogisterijsector. Deze oplossing heet GS1 Data Source (GS1 DAS). Met GS1 Data Source
wisselen leveranciers en afnemers artikelgegevens uit via één centraal internationaal netwerk.
Wat is GS1 Data Source?
GS1 Data Source maakt gebruik van de wereldwijde Global Data Synchronization Network (GDSN) standaard,
die bepaalt welke gegevens op welke manier worden opgeslagen en gedeeld. Leveranciers sturen hun
artikelgegevens naar de centrale database. Zij bepalen hierbij welke afnemers over die informatie kunnen
beschikken. Na de ontvangst van gegevens kunnen afnemers deze gebruiken voor hun eigen systemen.
Bedrijven in de Nederlandse levensmiddelen- en drogisterijsector hebben met elkaar afgesproken welke
informatie zij via GS1 Data Source uitwisselen om bedrijfsprocessen soepel te laten verlopen. Denk hierbij aan:
-
Productinformatie: zoals artikelcode, productnaam en categorie.
-
Logistieke informatie: zoals verpakkingen, afmetingen en gewicht.
-
Financiële informatie: zoals btw-tarief.
-
Etiketinformatie
van
verpakte
levensmiddelen
voedingswaarden en gebruiksinstructies.
en
drogisterijartikelen:
zoals
allergenen,
Centrale informatie-uitwisseling via GS1 Data Source werkt alleen optimaal als alle schakels in de sector kunnen
vertrouwen op de kwaliteit van artikelgegevens. Goed ingevoerde artikelgegevens zijn: compleet, consistent
en volgens de standaarden en afgesproken regels ingevoerd.
Belangrijk: vanaf de publicatie van deze invoerinstructie heeft u twee maanden de tijd
om aanpassingen ten opzichte van de oude versie door te voeren. Na twee maanden
worden de wijzigingen meegenomen in de (fysieke) controles als ze horen bij de velden die
in het kader van het DatakwaliTijd 2.0 programma worden gecontroleerd. Ook kunnen
data-afnemers u dan aanspreken op het niet of niet goed doorvoeren van de wijzigingen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 8 van 105
GS1 Data Source
1
Algemene regels
Voor de uitwisseling van (artikel)stamgegevens via GS1 Data Source zijn in de levensmiddelen- en
drogisterijsector de volgende algemene regels afgesproken:
-
Tekstvelden mag u in meerdere talen invullen, op voorwaarde dat deze zijn voorzien van een taalcode.
Voor doelmarkt Nederland vult u de tekst in het Nederlands in. Gebruik voor taalcodes de ISO codelijst
639.
-
De afnemer kan zijn (data)leverancier verzoeken alleen het, voor hem, relevante deel van zijn assortiment
te publiceren.
-
Het is van belang dat de dataleverancier alle relevante gegevens invult, voordat hij de gegevens publiceert.
De leverancier blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de aanlevering van de juiste artikelgegevens aan
de afnemer.
-
Een product met dezelfde artikelcode of hetzelfde Global Trade Item Number (GTIN), kan door meerdere
leveranciers worden geleverd. De afnemer moet dezelfde GTIN kunnen registreren van verschillende
leveranciers.
-
Het gebruik van een groep (of prijs van) artikelcodes is in GS1 Data Source niet toegestaan.
Om partijen te kunnen identificeren en aanduiden, moeten zowel de leverancier als de afnemer gebruikmaken
van het Global Location Number (GLN). Als data wordt ingevoerd via de webinterface van GS1 Data Source,
dan wordt bij invullen van het GLN de naam automatisch weergegeven.
1.1
Vooraankondigingstermijn
Voor de termijnen waarop de leverancier de gegevens moet aanleveren geldt het volgende:
-
Zorg ervoor dat logistieke gegevens uiterlijk 12 weken vóór eerste leverdatum (‘eerste
verzenddatum’) beschikbaar zijn in GS1 DAS. Als de informatie nog niet volledig of definitief is, vul dan
‘voorlopig’ in als status in het veld: ‘Status artikelinformatie’.
-
Zorg ervoor dat etiketinformatie uiterlijk 6 weken vóór eerste leverdatum beschikbaar is. Als de
informatie nog niet volledig of definitief is, vul dan ‘voorlopig’ in als status in het veld: ‘Status
artikelinformatie’.
-
Als u het veld ‘Status artikelinformatie’ gebruikt (ofwel ‘Voorlopig’ of ‘Definitief’) vul dan ook het veld
‘Eerste verzenddatum’ in. Zorg ervoor dat bij status ‘Voorlopig’ de eerste verzenddatum na vandaag ligt.
Hiermee wordt gecontroleerd of de laatste update van de status (naar ‘Definitief') op tijd plaatsvindt.
-
Afwijkingen van de richtlijn of in de aanlevertermijnen voor de categorieën vers (bijv. AGF) en
promotieartikelen worden altijd in overleg tussen leverancier en retailer bepaald.
Let op: zorg ervoor dat de definitieve artikelgegevens uiterlijk twee weken voor leverdatum beschikbaar zijn.
Week
15
14
13
12
11
9
8
7
6
4
3
2
1
Leverdatum
© 2017 GS1 Nederland
5
Definitieve gegevens
Etiketinformatie
Logistieke gegevens
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
10
Pagina 9 van 105
GS1 Data Source
1.2
Etiketinformatie
Voor etiketinformatie van levensmiddelen gelden aanvullende regels. Deze staan in hoofdstuk 3 van dit
document. Ook voor etiketinformatie van drogisterijartikelen (voedingssupplementen, bijzondere voedingsmiddelen, geneesmiddelen, inclusief homeopathische middelen), medische hulpmiddelen en gezondheidsproducten (uitwendig, niet-cosmetica) gelden aanvullende regels. Deze staan in hoofdstuk 4 van dit document.
1.3
Wichtartikelen invoeren
Artikelen of eenheden met een variabel gewicht kunnen een consumenteneenheid of een handelseenheid zijn.
De volgende toelichting gaat over de gemaakte afspraken voor de Nederlandse markt en over de in Nederland
gebruikte instore codes.
1.3.1
Wichtartikel als consumenteneenheid
Consumenteneenheden met een variabel gewicht worden in de praktijk gecodeerd met instore codes. De instore
code kan op twee plaatsen in de keten worden toegekend:
-
Op de winkelvloer: dit zijn de codes die beginnen met systeemcode 21, 22 of 28. Gegevens van deze
artikelen op consumentenniveau worden niet via GDSN en GS1 Data Source uitgewisseld. We gaan hier in
dit document dus verder niet op in.
-
Door de toeleverancier: dit zijn de codes die beginnen met systeemcode 23. Informatie over deze artikelen
wordt wel via GDSN en GS1 Data Source uitgewisseld. Dit lichten we verder toe.
Als een retailer bij een leverancier wichtartikelen wil bestellen, dan moet het artikel bij elektronische orders en
facturatie worden geïdentificeerd met een ‘vaste’ GTIN en mag de artikelcode niet beginnen met systeemcode
23. Dit wordt meestal opgelost door aan dezelfde consumenteneenheid een tweede code (de ‘vaste’ GTIN) toe
te kennen of door te bestellen op een hoger niveau (de handelseenheid). De handelseenheid is altijd
geïdentificeerd met een ‘vaste’ GTIN, eventueel voorafgegaan door de voorloop ‘9’ (zie de volgende paragraaf
voor meer informatie over wichtartikelen op handelsniveau). Bij private label artikelen wordt de ‘vaste’ GTIN
uitgegeven door de eigenaar van het private label en dus niet door de producent.
Maar als het product op een hoger niveau (handelseenheid) wordt besteld, dan wil de retailer nog steeds de
informatie (bijv. afmetingen) van de consumenteneenheid ontvangen. Maar instore codes zijn niet toegestaan
in het veld GTIN, dus wat nu?
U gaat hierbij als volgt te werk:
-
Ken aan de consumenteneenheid een tweede code, een ‘vaste’ GTIN toe. Voer deze code in het veld GS1
artikelcode (GTIN) in.
-
De code wordt alleen voor administratieve doeleinden gebruikt en hoeft niet fysiek op het product te
worden gedrukt. Daarom wordt deze ‘vaste’ GTIN ook wel ‘administratieve GTIN’ genoemd.
-
De instore code moet ook via GS1 Data Source doorgegeven worden voor latere identificatie en scanning
in de winkel. Gebruik hiervoor de velden ‘Aanvullende artikelidentificatie’ en ‘Aanvullende
artikelidentificatie type’:
○
Vul in het veld Aanvullende artikelidentificatie de instore code in.
○
Selecteer bij het veld ‘Aanvullende artikelidentificatie type’ uit de keuzelijst de optie Voor intern
gebruik 1 (XML-waarde: FOR_INTERNAL_USE_1). Deze optie is afgesproken voor de Nederlandse
markt, andere landen kunnen andere afspraken hanteren. Neem daarvoor contact op met uw
buitenlandse afnemer.
○
Vul als prijs voor de instore code een nulprijs in. In de winkel kan de prijs namelijk variëren omdat
deze vastgesteld wordt op basis van het gewicht van het artikel.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 10 van 105
GS1 Data Source
1.3.2
Wichtartikel als handelseenheid
Een product met een variabel gewicht wordt meestal gefactureerd op basis van het geleverde gewicht. Het
niveau waarop de bestelling en de facturatie plaatsvindt, noemen we handelseenheid.
Om bij elektronische communicatie sneller te herkennen dat de handelseenheid wordt afgerekend op basis van
gewicht en niet op basis van stuks, kan gebruik gemaakt worden van een zogeheten uitbreidingscode die
voorafgaat aan de GTIN van de handelseenheid. De uitbreidingscode voor variabel gewicht wordt aangegeven
met een 9. De GTIN voor de handelseenheid met variabel gewicht bestaat dus uit 14 posities: een 9 gevolgd
door de 13-cijferige code. In Nederland wordt niet of nauwelijks gebruik gemaakt van de indicator 9.
1.4
Taalcodes
In GS1 DAS is het mogelijk om met taalcodes één of meerdere talen aan te geven. Bij het invoeren maakt u
onderscheid tussen verplichte velden en optionele velden. In onderstaande tabel vindt u de regels voor het
gebruik van de taalcode.
Definitie
Code waarmee de taal wordt aangegeven, waarin de gegevensvelden uit deze groep
(omschrijving gegevensvelden) zijn ingevoerd.
Voor een verplicht tekstgegevensveld:
Doelmarkt
Nederland (NL)
België (BE)
Regel(s)
Verplicht
Wenselijk
Nederlands = NL
Nederlands = NL
Frans = FR
Engels = EN
Duits = DE
Voor een optioneel tekstgegevensveld:
Voorbeeld
Doelmarkt
Verplicht
Nederland (NL)
Nederlands = NL
België (BE)
Nederlands = NL
Frans = FR
Wenselijk
Engels = EN
Duits = DE
NL
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 11 van 105
GS1 Data Source
1.5
Aan de slag
Het is van groot belang dat u de velden nauwkeurig en correct invult, want betrouwbare gegevens zijn essentieel
voor het optimaal laten verlopen van de bedrijfsprocessen. In dit document vindt u per invoerveld informatie. Elk
veld heeft een:
-
Definitie: wat betekent de veldnaam precies?
-
Instructie: wat is de gebruiksregel, hoe moet dit veld ingevuld/geïnterpreteerd worden?
-
Voorbeeld: alle in dit document aangegeven voorbeelden zijn functioneel en niet per se een voorbeeld
van de specifieke waarden die u in moet vullen.
-
Verplicht: indicatie op welke niveaus u het veld voor de Nederlandse levensmiddelen- en drogisterijsector
verplicht moet invullen voor elk artikel. Vanzelfsprekend staan alle velden die voor GS1 Data Source (en/of
GDSN) verplicht zijn, op ‘Ja’. Als er velden voorkomen die niet vanuit GS1 Data Source verplicht zijn, maar
wel vanuit andere behoeften, dan staat dat apart vermeld. De mogelijke niveaus zijn:
○
Pallet (PL): geldt voor alle verzendeenheden die op een ladingdrager (palletplatform of rollend,
zoals een dolly) worden opgestapeld en een eigen GTIN hebben voor de hele verzendeenheid. Dit
soort eenheden zijn ook altijd een handelseenheid.
○
Handelseenheid (HE): eenheden die niet zijn bedoeld voor de verkoop aan een eindgebruiker.
Handelseenheden worden nooit bij een kassa gescand. De leverancier bepaalt of zijn producten
handelseenheden zijn, los van hoe retailers de producten zien.
○
Consumenteneenheid (CE): alle eenheden bestemd voor de (eind)gebruiker van een product.
Deze producten gaan altijd door een kassa waar ze moeten worden gescand. De leverancier bepaalt
of zijn producten consumenteneenheden zijn los van hoe retailers de producten zien.
Let op: leveranciers geven aan of een product een consumenten- of handelseenheid is in het veld ‘indicatie
consumenteneenheid’ (isTradeItemAConsumerUnit). Dit staat echter los van de waarde van het veld ‘indicatie
basiseenheid’ (isTradeItemABaseUnit), wat aangeeft of een product (consument- of handelseenheid) op het
onderste niveau van een hiërarchie behoort.
De codelijsten die in dit document worden genoemd, vindt u terug in de Global Data Dictionary codelijsten op de
internationale GS1 website. Een aantal staat ook op de Nederlandse GS1 website.
We beschrijven elk invoerveld op dezelfde manier:
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De definitie van het invoerveld.
GDSN-Naam
De naam van het invoerveld in het GDSN-netwerk en de GS1 Data Source
datapool.
Instructie
De gebruiksregel waarin staat wat u moet invullen. Als hier een codelijst staat
vermeld, kunt u deze raadplegen op de (inter)nationale GS1 website (zie vorige
pagina).
Voorbeeld
Een voorbeeld van wat er in dit invoerveld ingevuld moet worden. Als er schuine
tekst tussen haakjes staat, dan is dit een toelichting.
Verplicht
Drie mogelijke niveauwaarden, die ook gecombineerd kunnen voorkomen:
-
PL = pallet
-
HE = handelseenheid
-
CE = consumenteneenheid
Achter de niveaus staat aangegeven met ‘Ja’ of ‘Nee’ of u deze verplicht invult.
Als het verplicht is om een andere reden dan voor GS1 Data Source/GDSN, dan
staat ook vermeld waarom of in welke gevallen het verplicht is.
Opmerking
Eventuele aanvullende informatie.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 12 van 105
GS1 Data Source
2
Invoervelden algemene en logistieke informatie
In dit hoofdstuk staan de velden voor de algemene gegevens van het artikel en de logistieke informatie.
2.1
Algemene velden
De combinatie van GLN dataleverancier, GTIN (van het artikel) en doelmarkt identificeren een unieke set van
attributen voor een handelseenheid. De dataleverancier is niet noodzakelijk de data-eigenaar, maar is wel
verantwoordelijk voor het onderhoud en de aanlevering van de artikelgegevens.
Onder ‘GTIN’ verstaan we niet een instore code (23-code), deze vult u onder het veld ‘aanvullende
artikelidentificatie’ in.
Wanneer de GLN van de dataleverancier afwijkt van de GLN uit de nationale EDI berichten (ORDERS, INVOIC
etc.), vul dan het veld ‘lokale GLN’ in met de GLN uit de EDI berichten. De GLN identificeert de leverancier en
de afnemer kan met de GLN de artikelen correct koppelen aan de GLN voor de EDI transactieberichten. De
leverancier bepaalt welke lokale GLN gebruikt wordt.
2.1.1
GS1 adrescode (GLN) dataleverancier
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Wereldwijd uniek nummer voor de identificatie van de partij die de gegevens over dit
artikel levert.
GDSN-Naam
informationProviderOfTradeItem/informationProvider/gln
Instructie
Als u berichten verstuurt via EDI, gebruik dan dezelfde GS1 adrescode (leverancier GLN)
die u gebruikt in uw EDI berichten.
Voorbeeld
8712345011376
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.1.2
Bij gebruik van de web user interface staat deze GLN al ingevuld, en kan niet worden
gewijzigd.
GS1 artikelcode (GTIN)
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Wereldwijd uniek nummer voor de identificatie van het artikel.
GDSN-Naam
gtin
Instructie
Vul de 14 cijfers van de artikelcode in. Als de GS1 artikelcode (GTIN) uit minder dan
14 cijfers bestaat, vul de waarde dan aan met voorloopnullen.
Voorbeeld
08712345677770
00000087123456
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
Interne codes (beginnend met 20-29) kunt u niet gebruiken als GTIN. U hebt hiervoor
een unieke GS1 artikelcode nodig.
Wilt u een leeg emballageartikel (bijvoorbeeld een ladingdrager of krat) in GS1 Data
Source invoeren? Voeg dan hier een voorloopnul toe aan de 13-cijferige code van het
emballageartikel. Voor meer informatie over de emballagecodes, zie de emballagelijst
van de BENELUX.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 13 van 105
GS1 Data Source
2.1.3
Doelmarkt
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Land waar het artikel wordt geleverd en verkocht. De code die de ‘doelmarkt’
identificeert op landelijk niveau of hoger.
GDSN-Naam
targetMarketCountryCode
Instructie
Vul een code in uit codelijst ISO 3166-1:
Nederland = 528
België = 056
Indien van toepassing kan dit veld meerdere keren worden gebruikt.
Voorbeeld
528 (Nederland)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.1.4
-
Code GPC Classificatie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die de productcategorie van het artikel aangeeft volgens de GPC standaard.
GDSN-Naam
gpcCategoryCode
Instructie
Zoek de juiste GPC-classificatiecode via de browser. Staat de classificatiecode die u
zoekt hier niet in? Gebruik dan die code die de productcategorie het dichtst benadert.
De code 99999999 mag u niet gebruiken.
Bij samengestelde artikelen voorziet u de afzonderlijke onderliggende GTIN’s van de
voor die GTIN geldende GPC-code. Het samengesteld artikel zelf voorziet u ook van
een GPC-classificatiecode. Kies daarvoor de code voor het toe te passen assortiment
of de segment overstijgende code.
Voorbeeld
10000368 (Haar - Shampoo)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.1.5
-
Hiërarchisch niveau
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die het hiërarchisch niveau (pallet, doos, basiseenheid) van het artikel aangeeft.
GDSN-Naam
tradeItemUnitDescriptorCode
Instructie
Alleen de waarden uit de codelijst TradeItemUnitDescriptorCode mag u gebruiken.
Voorbeeld
CASE (Omdoos/krat/kist)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
Voor uitgebreide voorbeelden van het hiërarchisch niveau en van de hiërarchische
opbouw bekijkt u sectie 4 in het GS1 document GDSN Trade Item Implementation
Guide.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 14 van 105
GS1 Data Source
2.1.6
Type display
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die het soort display aangeeft.
GDSN-Naam
displayTypeCode
Instructie
U vult dit veld alleen in als u bij Hiërarchisch niveau (2.1.5 ) heeft gekozen voor de
waarde DISPLAY_SHIPPER of MIXED_MODULE. U mag alleen de waarden uit de
codelijst displayTypeCode gebruiken.
Voorbeeld
SDR (Shelf Display Ready Packaging)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.1.7
-
Ingangsdatum
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
De datum en tijd waarop deze gegevens van kracht zijn.
GDSN-Naam
effectiveDateTime
Instructie
Pas dit veld bij elke wijziging in de cyclus aan, (van nieuw artikel tot verwijdering van
een artikel) om verschillende dataversies van elkaar te onderscheiden. Wanneer u dit
veld niet zelf aanpast dan wordt de datum van de dag van ontvangst in GS1 Data
Source ingevuld.
Dit veld wordt ook gebruikt bij een aanpassing van het artikel zonder dat er een
nieuwe GTIN is vereist. In dit geval geeft het aan vanaf welke datum de nieuwe
productinformatie in gaat.
Voorbeeld
2016-05-31T08:00:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.1.8
-
GS1 adrescode (GLN) lokaal contact
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Wereldwijd uniek nummer voor de identificatie van de partij die het primaire lokale
contact van de afnemer is. De GS1 adrescode (GLN) van de dataleverancier kan
verschillen van de lokale GS1 adrescode (GLN).
GDSN-Naam
tradeItemContactInformation/partyIdentification/gln
Instructie
Als de GLN van de dataleverancier anders is dan de GLN die u gebruikt in EDI
berichten (order, factuur, enz.), vul in dit veld dan de leverancier-GLN in.
Als u dit veld invult, vul dan ook het veld 'Contacttype' in. Kies hier voor de code BXA
(Administratief) of BYF (Financieel). GLN’s bestaan altijd uit 13 posities.
Voorbeeld
8712345999995
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 15 van 105
GS1 Data Source
Relevante
items
Omschrijving
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Het is afhankelijk van uw afnemer(s) of u kiest voor contacttype 'Administratief' of
'Financieel'.
Dit veld gebruikt u als de partij die de data synchroniseert anders is dan de partij die
verantwoordelijk is voor het artikel in Nederland. Bijvoorbeeld: Global Company is de
partij die de data synchroniseert vanuit een hoofdkantoor in Amerika, maar Global
Company Nederland is de partij van wie de GLN vermeld wordt als contact voor de
doelmarkt Nederland.
Let op: vul hier niet de GLN van de merkeigenaar in, tenzij de merkeigenaar ook het
lokale contact is.
2.1.9
Aanvullende artikelidentificatie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Aanvullende informatie om artikelen te kunnen identificeren, bijvoorbeeld het
artikelnummer van de leverancier.
GDSN-Naam
additionalTradeItemIdentification
Instructie
Als u dit veld invult, vul dan ook het veld 'Aanvullende artikelidentificatie type' in. De
GS1 artikelcode (GTIN) is altijd leidend voor identificatie. Indien van toepassing kan
dit veld meerdere keren worden ingevuld.
Maakt u gebruik van wicht- of prijscodes op uw producten? Vul deze dan hier in en
gebruik dan de code ‘FOR_INTERNAL_USE_1 (voor intern gebruik 1). Gebruik hier een
voorloopnul om altijd tot 14 cijfers te komen.
Voorbeeld
0231234500000 (Voor type: FOR_INTERNAL_USE_1)
01331 (Voor type: RVG)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Nationaal geregistreerde geneesmiddelen hebben een RVG-nummer en homeopathische geneesmiddelen hebben een RVH-nummer dat op de verpakking staat. Het is
verplicht om het RVG- of RVH-nummer van het geneesmiddel bij de aanvullende
artikelidentificatie te vermelden. Daarnaast moet u ook verplicht de code RVG of RVH
bij het aanvullende artikelidentificatie type invullen. Zie ook de aparte instructie voor
drogisterijartikelen.
Voor meer informatie over het gebruik van voorloopnullen zie hoofdstuk 33 van de
GDSN Trade Item Implementation Guide.
Wicht- en prijscodes worden uitsluitend in de winkel gebruikt. In deze codes is
bijvoorbeeld het gewicht of de prijs van het product opgenomen. Deze codes beginnen
met 20, 21, 22, 23 of 28.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 16 van 105
GS1 Data Source
2.1.10 Aanvullende artikelidentificatie type
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code aangegeven door de beheersorganisatie die de aanvullende artikelidentificatie
beheert.
GDSN-Naam
additionalTradeItemIdentificationTypeCode
Instructie
Gebruik hiervoor de codelijst additionalTradeItemIdentificationTypeCode. Als u dit
veld invult, vul dan ook het veld 'Aanvullende artikelidentificatie' in. Indien van
toepassing kunt u dit veld meerdere keren invullen.
Bij gebruik van de code FOR_INTERNAL_USE_1 (voor intern gebruik 1) moet het veld
'Aanvullende artikelidentificatie' een GTIN zijn.
Voorbeeld
90 (Toegekend door leverancier)
RVG (Register Verpakte Geneesmiddelen)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.1.11 Code import classificatie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Classificatie die import- en exportartikelen indeelt naar juiste belastingen en tarieven.
GDSN-Naam
importClassificationValue
Instructie
Vul in dit veld altijd 8 cijfers in. Als u dit veld invult, vul dan ook het veld 'Import
classificatieschema's in. Indien van toepassing kan dit veld meerdere keren worden
ingevuld.
Voorbeeld
32089001
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
Wilt u een intrastat code (ook wel genoemd TARIC-code of Gecombineerde
Nomenclatuur) invoeren? Kijk dan hier voor de huidige lijst van Intrastat codes.
2.1.12 Type import classificatie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code voor de instantie die de import of export van het artikel beheert.
GDSN-Naam
importClassificationTypeCode
Instructie
Gebruik de codelijst importClassificationTypeCode. Voor de Nederlandse markt kiest u
INTRASTAT. Als u dit veld invult, vul dan ook het veld 'Import classificatie' in. Indien
van toepassing kan dit veld meerdere keren worden ingevuld.
Voorbeeld
INTRASTAT
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 17 van 105
GS1 Data Source
2.1.13 Land van oorsprong
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Land waar het artikel is geproduceerd. De aanduiding voor het land is overeenkomstig
met de ISO codelijst voor landen (ISO 3166-1).
GDSN-Naam
tradeItemCountryOfOrigin
Instructie
Kies een waarde uit de lijst, bijvoorbeeld:
Nederland (528)
België (056)
Voorbeeld
528 (Nederland)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
De waarde van dit veld kan per doelmarkt worden aangepast. Het veld kan meerdere
keren voorkomen.
Kan het product in meerdere landen worden geproduceerd? Vermeld dan in dit veld
alle mogelijke landen waarin het product kan worden gemaakt. Voor meer informatie
over het gebruik van land van oorsprong, zie sectie 10 van de internationale GDSN
Trade Item Implementation Guide op de internationale website van GS1.
2.1.14 Status artikelinformatie
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Een code die aangeeft of het artikel gegevens bevat die de informatieverstrekker van
plan is om te corrigeren of waarbij de informatieverstrekker van plan is om waarden
toe te voegen als gevolg van onbekendheid bij pre-productie (‘Voorlopig’) of dat het
artikel alle attribuutwaarden heeft conform de definitieve status (‘Definitief’).
GDSN-Naam
preliminaryItemStatusCode
Instructie
Als u dit veld vult, moet u ook het veld Eerste verzenddatum vullen.
Kies een waarde uit de codelijst preliminaryItemStatusCode.
Voorbeeld
Definitief
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Als de status van een onderliggend artikel ‘Voorlopig’ is, mag het bovenliggende artikel
niet de waarde ‘Definitief’ hebben.
Als de status van een artikel ‘Voorlopig’ of ‘Definitief’ is, dan moet de status van dit
artikel in alle gepubliceerde hiërarchieën waar dit artikel in voorkomt, identiek zijn.
2.1.15 Eerste verzenddatum
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
De eerste datum waarop het artikel kan worden verzonden. Dit is onafhankelijk van de
locatie.
GDSN-Naam
firstShipDateTime
Instructie
Deze datum moet u invullen als u het veld ‘Status artikelinformatie’ invult. Als deze
status VOORLOPIG is, moet de datum in de toekomst liggen.
Voorbeeld
2016-05-13T09:00:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 18 van 105
GS1 Data Source
Relevante
items
Verplicht
Omschrijving
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.2
-
Omschrijvingsvelden
Gebruik de omschrijvingsvelden om in woorden uit te drukken om wat voor product het gaat. De gegevens uit
deze velden worden onder andere gebruikt voor herkenning van producten in etikettering, op schapkaarten en
op de kassabon.
Voor een juiste en volledige omschrijving van een artikel, zijn een aantal velden beschikbaar. Dit zijn:
‘Merknaam’, ‘Submerk’, ‘Functionele productnaam’, ‘Variant’, ‘Netto inhoud’ & ‘Eenheid’ en ‘Verpakkingstype’.
Naast deze zes velden, die samen een omschrijving van het product vormen, bevat de standaard de velden
‘Volledige omschrijving’, ‘Korte omschrijving’ en ‘Productomschrijving’. Bij het invoeren van deze velden bepaalt
de leveranciers zelf of hij kleine letters of hoofdletters gebruikt.
Sommige namen (o.a. naam van de dataleverancier) en omschrijvingen (o.a. doelmarkt omschrijving) worden
automatisch ingevuld door GS1 Data Source op basis van een door de leverancier ingevoerde code.
2.2.1
Volledige omschrijving
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Tekst die het artikel of de dienst omschrijft.
GDSN-Naam
tradeItemDescription
Vul dit veld met de informatie die in de volgende velden staat: ‘Merknaam’,
‘Submerk’, ‘Functionele productnaam’, ‘Variant’, ‘Netto Inhoud & Eenheid’ en
‘Verpakkingstype’. Scheid de informatie van deze velden door middel van een spatie.
Instructie
Let op: gebruik in dit veld geen afkortingen, met uitzondering van officiële afkortingen
van meeteenheden (bijvoorbeeld GRM). Als er geen verpakkingstype is gedefinieerd,
vul dan de omschrijving van de verpakking in.
Voorbeeld
Stimorol Fresh & Clean Kauwgom Peppermint 20 GRM doosje
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.2.2
-
Merknaam
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van het merk waaronder het artikel wordt verkocht en gepromoot.
GDSN-Naam
brandName
Instructie
Vul hier bij merkloze artikelen ‘UNBRANDED’ in. Vul bij combinatieverpakkingen met
verschillende merken (bijvoorbeeld een display of een geschenkverpakking) ‘MIXED’
in. In dit veld mag u geen afkortingen gebruiken.
Voorbeeld
Stimorol
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 19 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Opmerking
Spel het merk steeds hetzelfde en gebruik leestekens, hoofd- en kleine letters steeds
op dezelfde manier. De merknaam moet op de verpakking van het product zelf
voorkomen.
2.2.3
Taalafhankelijke merknaam
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van het merk waaronder het artikel wordt verkocht en gepromoot,
uitgedrukt in een andere taal dan de primaire merknaam.
GDSN-Naam
languageSpecificBrandName
Instructie
Vul hier bij merkloze artikelen ‘UNBRANDED’ in. Vul bij combinatieverpakkingen met
verschillende merken (bijvoorbeeld een display of een geschenkverpakking) ‘MIXED’
in. In dit veld mag u geen afkortingen gebruiken.
Voorbeeld
Stimorol
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Spel het merk steeds hetzelfde en gebruik leestekens, hoofd- en kleine letters op
dezelfde manier. De taalafhankelijke merknaam moet op de verpakking van het
product voorkomen naast de primaire merknaam.
Vanzelfsprekend moet u hierbij, in een apart veld, de taalcode aangeven.
2.2.4
Submerk
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van een submerk. Van een submerk is sprake als er binnen een merk series
zijn waarop een aparte marketinginspanning is gericht.
GDSN-Naam
subBrand
Instructie
Vul het submerk in dat staat op het artikel en/of de verpakking. De leverancier
bepaalt of er sprake is van een submerk. Spel het submerk steeds hetzelfde en kort
niet af.
Voorbeeld
Fresh & Clean
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.2.5
Gebruik hoofd- en kleine letters en leestekens op exact dezelfde wijze zoals u dat ook
bij andere producten met hetzelfde submerk gewoonlijk doet.
Taalafhankelijk submerk
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van een submerk, uitgedrukt in een andere taal dan het primaire submerk.
Van een submerk is sprake als er binnen een merk series zijn waarop een aparte
marketinginspanning is gericht.
GDSN-Naam
languageSpecificSubbrandName
Instructie
Vul het submerk in dat staat op het artikel en/of de verpakking. De leverancier
bepaalt of er sprake is van een submerk. Spel het submerk steeds hetzelfde en kort
niet af.
Voorbeeld
Fresh & Clean
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 20 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Opmerking
Gebruik hoofd- en kleine letters en leestekens op exact dezelfde wijze zoals u dat ook
bij andere producten met hetzelfde submerk gewoonlijk doet.
Vanzelfsprekend moet u hierbij, in een apart veld, de taalcode aangeven.
2.2.6
Functionele productnaam
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Tekst die het gebruik van het artikel door de consument aangeeft.
GDSN-Naam
functionalName
Instructie
Beschrijf het gebruik van het artikel en geef antwoord op de vraag ‘Wat is het?’.
Gebruik maximaal 35 posities en wees zo concreet mogelijk. In dit veld mag u geen
afkortingen of merknamen gebruiken.
Voorbeeld
Soep, rijst, wasmiddel, thermoskan
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.2.7
-
Variant
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Tekst die een variant (bijv. smaak of geur) van een artikel aangeeft.
GDSN-Naam
variantDescription
Instructie
Benoem de variant voor soep: kip, tomaat of voor wasmiddel: lentebries, zeebries.
Gebruik maximaal 35 posities. Indien van toepassing kan dit veld meerdere keren
worden ingevuld. In dit veld mag u geen afkortingen gebruiken.
Voorbeeld
Kip, tomaat, lentebries, zeebries, pandan, basmati
Verplicht
PL: Ja, als er verschillende varianten van hetzelfde type artikel voorkomen.
HE: Ja, als er verschillende varianten van hetzelfde type artikel voorkomen.
CE: Ja, als er verschillende varianten van hetzelfde type artikel voorkomen.
Opmerking
2.2.8
Gelijk aan de variant zoals vermeld op de verpakking van het product zelf (indien
aanwezig).
Korte omschrijving
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam of korte omschrijving van het artikel waarmee deze herkenbaar is in GS1
Data Source.
GDSN-Naam
descriptionShort
Instructie
Geef een korte beschrijving van het artikel om het artikel te identificeren bij een POS.
Gebruik zo min mogelijk afkortingen (afkortingen van meeteenheden zoals g voor
gram en l voor liter enz. zijn toegestaan) zodat de omschrijving leesbaar blijft.
Voorbeeld
Stimorol Fresh & Clean Peppermint
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 21 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.2.9
De gebruikers van de oude 1Sync datapool (IM) zien niet dit veld maar het veld
‘(GTIN) naam’. Dit veld is technisch verplicht vanuit de 1Sync datapool en daarmee de
oude webinterface van GS1 Data Source, maar wordt niet naar de afnemers
gecommuniceerd.
Commerciële benaming
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een letterlijke weergave van de tekst op het productetiket /productverpakking in
dezelfde woordvolgorde waarin deze op de voorzijde van de verpakking van het
product staat. Dit hoeft niet altijd overeen te komen met de GTIN beschrijving zoals
opgegeven door de leverancier.
GDSN-Naam
labelDescription
Instructie
Voer de letterlijke tekst van het productetiket of van de voorkant van de
productverpakking in. Deze tekst wordt gebruikt om het product op een website te
beschrijven.
Bij versproducten volstaat een omschrijving van het product. De netto inhoud hoeft u
niet over te nemen aangezien hiervoor een apart veld bestaat.
Voorbeeld
Conimex Mix voor Bahmi Goreng
Unox Cup a Soup Hongaarse Goulash
Ben & Jerry’s Greek Style Frozen Yogurt Vanilla Honey Caramel
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
Deze informatie is bedoeld om te tonen. De consument moet het artikel aan de hand
van de omschrijving kunnen vinden.
2.2.10 Aanvullende omschrijving
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Tekst die een aanvullende of vrije omschrijving van een artikel aangeeft.
GDSN-Naam
additionalTradeItemDescription
Instructie
Er zijn geen afkortingen toegestaan met uitzondering van afkortingen van
meeteenheden (bijvoorbeeld g voor gram, l voor liter, enz.).
U kunt dit veld bijvoorbeeld gebruiken om een ‘commerciële’ omschrijving te
vermelden van het artikel.
Dit veld kan meerdere keren voorkomen.
Voorbeeld
Een verfrissende dorstlesser zonder prik, op basis van echt fruit.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Gebruik hier zo min mogelijk afkortingen, zodat de omschrijving leesbaar blijft.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 22 van 105
GS1 Data Source
2.3
Artikelhiërarchie
Vul in deze velden de informatie in over het aantal artikelen in een hiërarchie. Een hiërarchie is bijvoorbeeld
een pallet met 25 dozen die elk 25 consumenteneenheden bevatten. Bij het uitwisselen van artikelgegevens
via GS1 Data Source wordt telkens per artikel de complete artikelhiërarchie verzonden.
2.3.1
Aantal kinderen
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat het aantal unieke artikelen (GTIN’s) aangeeft dat in een hiërarchie zit.
GDSN-Naam
quantityOfChildren
Instructie
Dit veld wordt automatisch ingevuld door GS1 Data Source bij verzending van data
naar afnemers of naar andere datapools. Het betreft alleen de kinderen.
Voorbeeld
2
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.3.2
-
Totaal aantal onderliggende eenheden
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat het totaal aantal artikelen aangeeft dat in een hiërarchie zit.
GDSN-Naam
totalQuantityOfNextLowerLevelTradeItem
Instructie
Bij de kleinste hoeveelheid van de hiërarchie moet u altijd de waarde ‘1’ invullen. Het
betreft alleen de kinderen.
Voorbeeld
10
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja, tenzij de HE een basiseenheid is.
CE: Nee
Opmerking
2.3.3
-
GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De referentie naar de GTIN van de onderliggende eenheid die onderdeel is van deze
hiërarchie.
GDSN-Naam
childTradeItem
Instructie
Een relatie leggen tussen twee of meer GTIN’s kan pas nadat de te koppelen GTIN's
zijn toegevoegd in GS1 Data Source. De relatie wordt automatisch gelegd als de link
in dit veld wordt gemaakt. Via XML kan de linktransactie tegelijk met het toevoegen
van de GTIN's verstuurd worden. Indien van toepassing kan dit veld meerdere keren
worden ingevuld.
Voorbeeld
08712345999995
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 23 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.3.4
-
Aantal onderliggende eenheden
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat het aantal eenheden van de GS1 artikelcode (GTIN) op dochterniveau
aangeeft.
GDSN-Naam
quantityOfNextLowerLevelTradeItem
Instructie
Een relatie tussen twee of meer GTIN’s leggen kan pas nadat de te koppelen GTIN's
zijn toegevoegd in GS1 Data Source. Via XML kan de linktransactie tegelijk met het
toevoegen van de GTIN’s worden verstuurd. Indien van toepassing kan dit veld
meerdere keren worden ingevuld.
Voorbeeld
6
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.4
-
Producteigenaar informatie
Vul in deze velden informatie over de eigenaar van het artikel in.
2.4.1
GS1 adrescode (GLN) merkhouder
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Wereldwijd uniek nummer voor de identificatie van de partij die de merkeigenaar is.
GDSN-Naam
brandOwner/gln
Instructie
GLN’s bestaan altijd uit 13 posities.
Naast de GLN moet ook de naam van de merkhouder worden ingevuld (zie 2.4.2 ).
Voorbeeld
8714039932059
Verplicht
PL: Ja, als de dataleverancier niet de merkhouder is.
HE: Ja, als de dataleverancier niet de merkhouder is.
CE: Ja, als de dataleverancier niet de merkhouder is.
Opmerking
Let op: alleen bij eigen merkproducten (van de afnemer) moet hier de GLN van de
afnemer gevuld worden.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 24 van 105
GS1 Data Source
2.4.2
Naam merkhouder
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Naam van de partij die de eigenaar van het merk is.
GDSN-Naam
brandOwner/partyName
Instructie
Dit veld vult u in indien de GLN van de merkhouder ook ingevuld is (zie 2.4.1 )
Voorbeeld
Kwaliteit B.V.
Verplicht
PL: Ja, als de leverancier niet de merkhouder is.
HE: Ja, als de leverancier niet de merkhouder is.
CE: Ja, als de leverancier niet de merkhouder is.
Opmerking
2.4.3
-
GS1 adrescode (GLN) producent
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De identificatie van productielocaties die zijn gekoppeld aan de fabrikant van de
handelseenheid.
GDSN-Naam
manufacturerOfTradeItem/manufacturer/gln
Instructie
GLN’s bestaan altijd uit 13 posities.
Voorbeeld
8700000000001
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.5
-
Transactionele informatie
In deze velden vult u informatie in over welke hoeveelheden voor verschillende transacties gelden.
De basiseenheid is de kleinste eenheid in de artikelhiërarchie, dit kan - maar hoeft - geen consumenteneenheid
te zijn.
In de levensmiddelen- en drogisterijsector wordt in handelseenheden besteld, geleverd en gefactureerd. Het is
verplicht om minimaal één besteleenheid, één levereenheid en één factuureenheid per artikelhiërarchie aan te
geven. Het kunnen er ook meerdere zijn.
Bij een variabel (gewicht) artikel (bijvoorbeeld een schaaltje met gehakt) vult u bij nettogewicht het gemiddelde
gewicht van het product in. Dat wil zeggen dat voor deze invulling meerdere metingen van verschillende
producten met dezelfde GTIN moeten worden gedaan.
Als een artikel een opdrukprijs heeft en niet is voorzien van een instore code (beginnend met 2), vul dan het
veld ‘Verkoopprijs op verpakking’ in.
2.5.1
Indicatie basiseenheid
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft dat dit artikel de kleinste eenheid in de artikelhiërarchie is.
GDSN-Naam
isTradeItemABaseUnit
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’. U moet de waarde op ‘Juist’ zetten voor de laagste (kleinste)
eenheid in de hiërarchie.
Voorbeeld
Juist
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 25 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.5.2
-
Indicatie consumenteneenheid
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft dat dit artikel een consumenteneenheid is.
GDSN-Naam
isTradeItemAConsumerUnit
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’. Er zijn meerdere consumenteneenheden in een hiërarchie
toegestaan.
Voorbeeld
Juist
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.5.3
De toepassing van de meetregels is afhankelijk van de gemaakte keuze in dit veld (zie
document ‘GS1 Data Source: Internationale regels voor het meten van producten’).
Indicatie besteleenheid
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft dat dit artikel een besteleenheid is.
GDSN-Naam
isTradeItemAnOrderableUnit
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’. Geef minimaal één besteleenheid per artikelhiërarchie op,
meerdere besteleenheden per hiërarchie zijn toegestaan.
Voorbeeld
Juist
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.5.4
-
Indicatie levereenheid
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft dat dit artikel een leverbare eenheid is.
GDSN-Naam
isTradeItemADespatchUnit
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’. Geef minimaal één levereenheid op per artikelhiërarchie,
meerdere levereenheden per hiërarchie zijn toegestaan.
Voorbeeld
Juist
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 26 van 105
GS1 Data Source
Relevante
items
Omschrijving
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.5.5
-
Indicatie factuureenheid
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft dat dit artikel een factureerbare eenheid is.
GDSN-Naam
isTradeItemAnInvoiceUnit
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’. Geef minimaal één factuureenheid op per artikelhiërarchie,
meerdere factuureenheden per hiërarchie zijn toegestaan.
Voorbeeld
Juist
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.5.6
-
Indicatie variabel artikel
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft dat dit artikel variabel in gewicht, maat of volume is.
GDSN-Naam
isTradeItemAVariableUnit
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’.
Voorbeeld
Juist
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
Komt in de levensmiddelensector voor bij vlees, kaas, kip, zuivel en AGF.
Voorbeeld: wiel kaas: Gewicht is ± 25 kg, maar kan 24 of 27 kg zijn.
2.5.7
Indicatie displayeenheid
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft dat dit artikel een displayeenheid is of als zodanig kan worden
gebruikt. Een display is bedoeld om naar een winkel te vervoeren zonder te worden
opgesplitst in een distributiecentrum. De display wordt getoond in een winkel of op
een schap.
GDSN-Naam
isTradeItemADisplayUnit
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’.
Voorbeeld
Juist
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 27 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Verplicht
PL: Ja, als de hiërarchie een display bevat.
HE: Ja, als de hiërarchie een display bevat.
CE: Ja, als de hiërarchie een display bevat.
Opmerking
2.5.8
Een display met Sinterklaasartikelen, zoals verschillende soorten pepernoten,
speculaas en marsepein.
Startdatum beschikbaarheid
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Datum en tijd waarop het artikel beschikbaar is voor uitlevering naar de afnemer.
GDSN-Naam
startAvailabilityDateTime
Instructie
Vul een datum en tijd in sinds of vanaf wanneer het artikel beschikbaar is voor
uitlevering en controle. Werk bij seizoensartikelen de datum bij zodra het artikel weer
beschikbaar komt.
Voorbeeld
2016-05-24T00:00:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
De datum kan zowel in het verleden als in de toekomst liggen.
Let op: het artikel is sinds of vanaf deze datum ook beschikbaar voor controle voor
het datakwaliteitsprogramma
2.5.9
Einddatum beschikbaarheid
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Datum en tijd waarop het artikel niet meer beschikbaar is om te bestellen.
GDSN-Naam
endAvailabilityDateTime
Waar
In tab: "ID/Classificatie/Omschrijving/Belastingen/Productie",
Subtab: "ID/Classificatie".
Instructie
De datum en tijd mag alleen in de toekomst liggen en niet voor de ‘Startdatum
beschikbaarheid’. Vul bij seizoenartikelen in wanneer het seizoen is afgelopen.
Voorbeeld
2016-09-16T00:00:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Verplicht
PL: Ja, als het artikel (tijdelijk) niet beschikbaar is.
HE: Ja, als het artikel (tijdelijk) niet beschikbaar is.
CE: Ja, als het artikel (tijdelijk) niet beschikbaar is.
Opmerking
Doorloop de volgende stappen:
1. Zorg voor een succesvolle en actieve publicatie.
2. Geef ‘Einddatum beschikbaarheid’ in, sla de datum op en geef vrij.
3. Als u het artikel definitief wilt beëindigen, vul dan het veld ‘Datum beëindiging
productie’ (2.5.10 ) in.
2.5.10 Datum beëindiging productie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Datum en tijd waarop het artikel niet meer wordt geproduceerd.
GDSN-Naam
discontinuedDateTime
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 28 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Kies de datum en tijd als er bekend is wanneer de productie van een artikel stopt. Vul
de datum alleen in als het artikel definitief uit het assortiment verdwijnt. De datum
mag alleen in de toekomst liggen, en niet voor de ‘Startdatum beschikbaarheid’.
Voorbeeld
2016-07-31T18:30:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Verplicht
PL: Ja, als de leverancier dit artikel definitief wil beëindigen.
HE: Ja, als de leverancier dit artikel definitief wil beëindigen.
Opmerking
CE: Ja, als de leverancier dit artikel definitief wil beëindigen.
Doorloop de volgende stappen voor succesvolle beëindiging:
1.
Zorg voor een succesvolle en actieve publicatie.
2.
Geef eerst ‘Einddatum beschikbaarheid’ in, sla de datum op en geef vrij.
3.
Zodra alle facturen door de afnemer zijn betaald, en als u het artikel definitief wilt
beëindigen, vul dan in het veld ‘Datum beëindiging productie’ de datum van de
dag in. Sla de datum op en geef vrij.
4.
Wacht tot ‘Datum beëindiging productie’ verstreken is en verwijder dan de
publicatie.
Let op: in de levensmiddelensector mag de GTIN op zijn vroegst 48 maanden na deze
datum opnieuw worden gebruikt. In het geval van geregistreerde geneesmiddelen en
medische hulpmiddelen mogen uitgegeven GTIN’s nooit hergebruikt worden.
2.5.11 Publicatiedatum
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De datum en tijd waarop de gegevens van het artikel beschikbaar komen voor inzien
en datasynchronisatie.
GDSN-Naam
publicationDateTime
Instructie
Deze datum wordt automatisch gevuld. Geeft aan wanneer de GTIN is gepubliceerd.
Voorbeeld
2016-05-31T08:00:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
-
2.5.12 Terugtrekkingsdatum
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Datum en tijd die de (geplande) lancering annuleert van een artikel, dat nooit is of zal
worden geproduceerd.
GDSN-Naam
cancelledDateTime
Instructie
Gebruik deze datum als een artikel wordt teruggetrokken, voordat het is
geproduceerd. De datum kan maximaal één dag in het verleden liggen. Deze datum
kan niet hetzelfde zijn als de datum beëindiging productie (2.5.10 ).
Voorbeeld
2016-08-31T08:00:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Voor deze datum hoeft de leverancier geen rekening te houden met een vooraankondigingstermijn.
De GS1 artikelcode (GTIN) mag op zijn vroegst 12 maanden na deze datum opnieuw
worden gebruikt.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 29 van 105
GS1 Data Source
2.5.13 GS1 artikelcode (GTIN) vervangen artikel
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De GTIN die het te vervangen artikel identificeert.
GDSN-Naam
referencedTradeItem/gtin
Instructie
Vul de GTIN in waarvoor dit artikel in de plaats komt (het oude
artikelidentificatienummer).
Tevens moet u het veld Soort referentie artikel invullen.
Voorbeeld
08715108079309
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Dit veld gebruikt u als uw artikel GTIN A wijzigt, omdat het product vervangen wordt
door een nieuwe versie van het artikel GTIN B.
Om aan uw klant via GS1 DAS aan te geven dat GTIN A vervangen is door GTIN B,
vult u bij het veld ‘(GTIN) vervangen artikel’ in het productrecord van GTIN B de oude
artikelcode (GTIN A) in. Uw klant kan nu vanuit het bericht aflezen welke koppeling er
eventueel moet worden gemaakt.
2.5.14 Soort referentie artikel
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De code die aangeeft waarnaar de artikelcode refereert.
GDSN-Naam
referencedTradeItemTypeCode
Instructie
Vul het veld met de vaste waarde ‘REPLACED’.
Als u dit veld invult, moet u ook het veld GS1 artikelcode (GTIN) vervangen artikel
invullen.
Voorbeeld
REPLACED
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.5.15 Indicatie prijsvermelding
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Indicatie of de prijs op de verpakking staat of eraan bevestigd is door de fabrikant.
GDSN-Naam
isPriceOnPack
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’.
Voorbeeld
Juist
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als de prijs op de consumenteneenheid staat (artikelen met instore code
uitgezonderd).
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 30 van 105
GS1 Data Source
2.5.16 Adviesverkoopprijs
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De retail/consumentenprijs die de fabrikant voorstelt.
GDSN-Naam
suggestedRetailPrice/tradeItemPrice
Instructie
Bij gebruik van dit veld moet u minimaal één keer de valutacode EUR in een apart
veld invullen.
Voorbeeld
2.79 (EUR)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.5.17 Aanvullende artikelprijs
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Aanvullende artikelprijs zoals gespecificeerd via het veld ‘Aanvullende
artikelprijscode’.
GDSN-Naam
additionalTradeItemPrice/tradeItemPrice
Instructie
Hier kunt u bijvoorbeeld de ‘Aanvullende artikelprijs’ invullen. Vul in alle gevallen dan
ook het veld ‘Aanvullende artikelprijs code’ in.
Voorbeeld
3.99 (EUR)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Als u dit veld gebruikt, vul dan de valutacode in een apart veld in.
2.5.18 Aanvullende artikelprijs code
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Aanvullende artikelprijs code behorende bij het veld ‘Aanvullende artikelprijs’.
GDSN-Naam
tradeItemPriceTypeCode
Instructie
Vul het veld in met de vaste waarde RETAIL_PRICE_ON_TRADE_ITEM.
Als u dit veld invult, vult u ook het veld ‘Aanvullende artikelprijs’ in.
Voorbeeld
RETAIL_PRICE_ON_TRADE_ITEM
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 31 van 105
GS1 Data Source
2.6
Belastinginformatie
Vul in deze velden informatie over het soort belasting in.
2.6.1
Code soort belasting
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Code die de soort belasting aangeeft. Dit varieert per doelmarkt.
GDSN-Naam
dutyFeeTaxTypeCode
Instructie
Dit is een verplicht gegeven in doelmarkt Nederland voor producten waarvoor
belastingafdracht zoals BTW verschuldigd is.
Voorbeeld
BTW
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
De waarde van dit veld kan per doelmarkt worden aangepast.
Voor doelmarkt Nederland moet de waarde ‘BTW’ of ‘VAT’ zijn.
De ingevulde waarde wordt gevalideerd in GS1 Data Source.
2.6.2
Code belastingdienst
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code van de instantie die verantwoordelijk voor de inning van de belasting is.
GDSN-Naam
dutyFeeTaxAgencyCode
Instructie
Dit veld is verplicht voor artikelen waarvoor belastingafdracht (zoals BTW)
verschuldigd is. Voor XML-gebruikers verplicht om in te vullen.
Selecteer hiervoor een waarde uit de codelijst responsibleAgencyCode.
Voorbeeld
200
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.6.3
Voor doelmarkt Nederland moet deze code 200 zijn.
Code belastingtarief
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die het tarief voor de inning van de belasting op het artikel aangeeft.
GDSN-Naam
dutyFeeTaxCategoryCode
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 32 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Verplicht gegeven in doelmarkt Nederland voor producten waarvoor BTW
verschuldigd is. Gebruik de codelijst ‘taxCategoryCode’. Geef het tarief aan dat bij
het point of sale (POS) aan de consument moet worden doorberekend. Bij
samengestelde artikelen moet u de afzonderlijke onderliggende GTIN’s voorzien van
het voor die GTIN geldende belastingtarief. Het samengesteld artikel voorziet u van
het hoogste tarief geldend voor de onderliggende GTIN’s.
Gebruik in Nederland alleen hoog (high), laag (low), nul (zero) of uitgezonderd
(exempt). Bekijk hiervoor ook het BTW-tarief van de Belastingdienst.
Voorbeeld
Hoog
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.7
-
Afmetingen en gewichten
Vul in deze velden informatie in over de afmetingen en het gewicht van het artikel. Het meten en wegen van
artikelen vergt speciale aandacht. In dit hoofdstuk staan de basisdefinities en –regels. Op onze website vindt u
meer informatie over het meten van producten en de internationaal geldende meetregels.
Afmetingen en gewicht moeten in een juiste meeteenheid (Unit of Measure) worden aangegeven. Voor alle
eenheden met een GTIN is het verplicht om:
-
De afmetingen in te vullen (gebruik in Nederland de meeteenheid millimeters).
-
Het bruto- en nettogewicht in te vullen.
2.7.1
Diepte
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat de afmeting aangeeft van het voorste tot het achterste punt van het artikel,
inclusief de verpakking.
GDSN-Naam
Depth
Instructie
Vul een geldige meeteenheid in. Gebruik bij voorkeur de eenheid MMT (millimeter),
afgerond naar een hele waarde. Kijk voor de juiste meetregels in de Internationale
meetregels.
Voorbeeld
40 (MMT)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.7.2
Gebruik bij alle afmetingen dezelfde meeteenheid.
Hoogte
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat de verticale afmeting van het laagste (onderste) punt tot het hoogste
(bovenste) punt van het artikel aangeeft, inclusief de verpakking.
GDSN-Naam
Height
Instructie
Vul een geldige meeteenheid in. Gebruik bij voorkeur de eenheid MMT (millimeter),
afgerond naar een hele waarde. Kijk voor de juiste meetregel in de Internationale
meetregels.
Voorbeeld
160 (MMT)
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 33 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.7.3
Gebruik bij alle afmetingen dezelfde meeteenheid.
Breedte
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat de horizontale afmeting aangeeft van het meest linkse punt tot het meest
rechtse punt van het artikel, inclusief de verpakking.
GDSN-Naam
width
Instructie
Vul een geldige meeteenheid in. Gebruik bij voorkeur de eenheid MMT (millimeter),
afgerond naar een hele waarde. Kijk voor de juiste meetregels in de Internationale
meetregels.
Voorbeeld
100 (MMT)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.7.4
Gebruik bij alle afmetingen dezelfde meeteenheid.
Bruto gewicht
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat het gewicht aangeeft van het artikel inclusief het gewicht van de
verpakking. Op palletniveau wordt het gewicht van de pallet meegenomen.
GDSN-Naam
grossWeight
Instructie
Gebruik alleen de eenheden GRM (gram) en KGM (kilogram).
Voorbeeld
400 (GRM)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
2.7.5
-
Netto inhoud
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat de inhoud van het product in de verpakking aangeeft (zoals het op de
verpakking staat).
GDSN-Naam
netContent
Instructie
Geef bij een multi-pack de totale inhoud weer. Vermeld bij variabele artikelen de
gemiddelde hoeveelheid. Gebruik alleen de meeteenheden CMT (centimeter), MMT
(millimeter), KGM (kilogram), GRM (gram), LTR (liter), CLT (centiliter), MLT (milliliter)
en H87 (stuks).
Voorbeeld
750 (MLT) voor bijv. een fles water
20 (H87) voor bijv. een pak luiers
Verplicht
PL: Nee
HE: Ja, als het om een basiseenheid gaat, anders ‘nee’.
CE: Ja
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 34 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Opmerking
Als een consumenteneenheid is voorzien van meerdere aanduidingen van de netto
inhoud, dan kan de fabrikant deze indien gewenst allemaal toevoegen. Vul minimaal in
wat voor de consument het meest relevant is. Bijvoorbeeld aantal luiers in stuks versus
gewicht.
Let op: netto inhoud kunt u ook opgeven in gram of kilogram, en wordt daarbij gelijk
aan het veld ‘Netto gewicht’ (zie 2.7.7).
Enkele voorbeelden van meervoudige netto inhoud:
-
Doosje thee met 25 theezakjes van 1,3 gram:
○ Netto inhoud = 25 H87
○ Netto inhoud = 32,5 GRM
-
Fles tomatenketchup:
○ Netto inhoud = 750 MLT
○ Netto inhoud = 855 GRM
-
Doos waterijsjes:
○ Netto inhoud = 6 H87
○ Netto inhoud = 228 MLT
○ Netto inhoud = 156 GRM
-
Multi-pack blikjes limonade:
○ Netto inhoud = 6 H87
○ Netto inhoud = 1980 MLT (6 x 330 MLT)
Als een product uit meerdere componenten is samengesteld (bijvoorbeeld een
insectenbestrijdingspakket of een wereldgerecht), vermeld dan 1 stuks.
Voor uitgebreide voorbeelden voor het invullen van het veld ‘Netto inhoud’, zie sectie
3 in het GS1 document ‘Trade Item Implementation Guide’.
2.7.6
Uitlekgewicht
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het gewicht van het product wanneer het is uitgelekt.
GDSN-Naam
drainedWeight
Instructie
Gebruik alleen de eenheid KGM (kilogram) of GRM (gram).
Als een product is samengesteld uit meerdere onderdelen (bijvoorbeeld een
insectenbestrijdingspakket of een wereldgerecht), tel dan de uitlekgewichten bij
elkaar op. Heeft maar één onderdeel een uitlekgewicht? Tel dan het uitlekgewicht van
dit onderdeel op bij het totale netto gewicht van de andere onderdelen.
Voorbeeld
230 (GRM)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als op de verpakking een uitlekgewicht staat.
Opmerking
2.7.7
Het uitlekgewicht kan niet groter zijn dan het netto gewicht.
Netto gewicht
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Getal dat het gewicht van het artikel aangeeft, exclusief het gewicht van de
verpakking. Op palletniveau wordt het gewicht van de pallet niet meegenomen.
GDSN-Naam
netWeight
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 35 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Gebruik de eenheid KGM (kilogram) of GRM (gram).
Neem in het geval van onderliggende eenheden het gewicht van de verpakking van
die onderliggende eenheden niet mee.
Indien een product is samengesteld uit meerdere componenten (bijvoorbeeld een
insectenbestrijdingspakket of een wereldgerecht), tel dan de netto gewichten bij
elkaar op.
Voorbeeld
400 (GRM)
Verplicht
PL: Nee
HE: Ja, als het om een basiseenheid gaat, anders ‘nee’
CE: Ja
Opmerking
2.8
-
Informatie over alcoholhoudende producten
Vul in deze velden informatie over alcoholische producten in.
2.8.1
Alcoholpercentage
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Percentage alcohol in het product.
GDSN-Naam
percentageOfAlcoholByVolume
Instructie
Vul het percentage alcohol in. Als het product uit meerdere flessen met verschillende
alcoholpercentages bestaat, vul dan het hoogste alcoholpercentage in.
Voorbeeld
4,7 (%) of 0,2 (%)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als op de verpakking een alcoholpercentage staat.
Opmerking
2.8.2
-
Stamwortgehalte
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Dit veld is specifiek voor bierproducten. De specificatie van de mate van de
oorspronkelijke wort (suiker, water, gist, gerst, hop, enz.) wordt gebruikt om de
verschillende soorten bier in de belastinggroep in te delen.
GDSN-Naam
degreeOfOriginalWort
Instructie
U moet de waarde invullen in graden Plato. Als het product uit meerdere flessen met
verschillende graden Plato bestaat, vul dan de hoogste graad in.
Voorbeeld
12 (graad Plato)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor alcoholhoudende bieren.
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 36 van 105
GS1 Data Source
2.9
Handling informatie
Vul bij deze velden informatie in die voor de opslag van belang is.
2.9.1
Minimale houdbaarheid na productie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het aantal dagen, gegarandeerd door de fabrikant vóór de vervaldatum van het
product.
GDSN-Naam
minimumTradeItemLifespanFromTimeOfProduction
Instructie
Bij samengestelde artikelen en displays voorziet u de afzonderlijke onderliggende
GTIN’s van de, voor die GTIN geldende, minimale houdbaarheid. Het samengestelde
artikel of de display zelf voorziet u van de kortste houdbaarheid van de onderliggende
GTIN’s. De dag van productie geldt als dag 0, deze rekent u niet mee.
Voorbeeld
15
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.9.2
-
Minimale houdbaarheid vanaf levering
Relevante items
Onderwerp
Definitie
Het aantal dagen, gegarandeerd door de fabrikant vóór de vervaldatum van het
product, gebaseerd op de aankomst bij een onderling afgesproken punt in het
distributiesysteem van de afnemer.
GDSN-Naam
minimumTradeItemLifespanFromTimeOfArrival
Instructie
Bij samengestelde artikelen en displays voorziet u de afzonderlijke onderliggende
GTIN’s van de, voor die GTIN geldende, minimale houdbaarheid. Het samengestelde
artikel of de display zelf voorziet u van de kortste houdbaarheid van de onderliggende
GTIN’s. De dag van levering geldt als dag 0, deze rekent u niet mee.
Voorbeeld
60
Verplicht
PL: Ja, als er een THT-datum op de verpakking staat.
HE: Ja, als er een THT-datum op de verpakking staat.
CE: Ja, als er een THT-datum op de verpakking staat.
Opmerking
2.9.3
-
Minimum bewaartemperatuur
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De minimum temperatuur voor de opslag van het artikel.
GDSN-Naam
minimumTemperature
Instructie
In de GS1 webinterface is de eenheid CEL (Celsius) en de soort temperatuur al
ingevuld. Als u een andere interface voor GDSN gebruikt, selecteer dan wel eenheid
en type.
Voorbeeld
2 (CEL)
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 37 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.9.4
Temperatuurinformatie is belangrijk voor versproducten, gevaarlijke stoffen en
producten waarvoor bepaalde temperatuurgrenzen nodig zijn voor kwaliteit en/of
veiligheid. Als u dit veld gebruikt, vul dan de eenheid in een ander veld in.
Maximum bewaartemperatuur
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De maximum temperatuur voor de opslag van het artikel.
GDSN-Naam
maximumTemperature
Instructie
In de GS1 webinterface is de eenheid CEL (Celsius) en de soort temperatuur al
ingevuld. Als u een andere interface voor GDSN gebruikt, selecteer dan wel eenheid
en type.
Voorbeeld
15 (CEL)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.9.5
Temperatuurinformatie is belangrijk voor versproducten, gevaarlijke stoffen en
producten waarvoor bepaalde temperatuurgrenzen nodig zijn voor kwaliteit en/of
veiligheid. Als u dit veld gebruikt, vul dan de eenheid in een ander veld in.
Soort temperatuur
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De code waarmee de soort temperatuur van het artikel wordt aangeduid.
GDSN-Naam
temperatureQualifierCode
Instructie
Vul het veld met de vaste waarde STORAGE_HANDLING.
Als u dit veld invult, vul dan tevens het veld ‘Minimum bewaartemperatuur’ en/of het
veld ‘Maximum bewaartemperatuur’ in. In de GS1 webinterface is dit veld al gevuld.
Voorbeeld
STORAGE_HANDLING
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 38 van 105
GS1 Data Source
2.10
Verpakkingsinformatie
In dit hoofdstuk staan de velden met informatie over het soort verpakking.
2.10.1 Verpakkingstype
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die de soort verpakking aangeeft.
GDSN-Naam
packagingTypeCode
Instructie
Raadpleeg voor de juiste waarde het document 'Codelijst voor verpakkingstypes' dat
op de website van GS1 Nederland staat.
Voorbeeld
BO (BOTTLE = FLES)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja
CE: Ja
Opmerking
-
2.10.2 Verpakkingsvoorwaarden
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Indicatie dat de verpakking in de beschreven verpakkingsconfiguratie gehuurd is,
uitwisselbaar is, statiegeldwaarde heeft, of niet-herbruikbaar is.
GDSN-Naam
packagingTermsAndConditionsCode
Instructie
Gebruik de codelijst packagingTermsAndConditionsCode
Voorbeeld
2 (Verpakkingskosten afnemer)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.11
-
Verpakkingsmateriaal
De velden met verpakkingsmateriaalinformatie worden gebruikt om aan de afnemer door te geven hoeveel
verpakkingsmateriaal met de goederen wordt meegeleverd.
Sinds 1 januari 2013 is de verpakkingenbelasting afgeschaft. Daarvoor in de plaats is de ‘afvalbeheersbijdrage
verpakkingen’ gekomen. Brengt u meer dan 50.000 kilo verpakkingsmateriaal voor het eerst in Nederland op
de markt? Verwijdert u verpakkingen als importeur? Of voert u als importeur verpakkingen af? Dan moet u
vanaf 50.000 kilo een ‘afvalbeheersbijdrage verpakkingen’ betalen aan het Afvalfonds Verpakkingen. De hoogte
van de bijdrage is afhankelijk van het materiaal en de soort verpakking. Voor verpakkingen die meerdere keren
te gebruiken zijn, betaalt u eenmalig een bijdrage.
In omliggende landen (België en Duitsland) is de invulling van de Europese regelgeving anders. Bedrijven
hebben hier een terugnameplicht en recycleverplichting wanneer zij meer dan 300 kg in de keten brengen.
Registratie van verpakkingsmateriaal op soort- en stofniveau is daarom niet nodig. Wel moet berekend kunnen
worden hoeveel materiaal totaal is geleverd. Dit kan op basis van de gegevens die voor de Nederlandse
afnemers zijn ingevuld.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 39 van 105
GS1 Data Source
2.11.1 Code verpakkingsmateriaal
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De code die het materiaal van de verpakking aanduidt.
GDSN-Naam
packagingMaterialTypeCode
Instructie
Gebruik de codelijst packagingMaterialTypeCode.
Maak in de lijst met verpakkingsmaterialen een keuze uit de verpakkingsmaterialen
waar achter de naam ‘GDSN’ staat vermeld, bijv. Plastic (GDSN)
(PLASTIC_OTHER).De geadviseerde codes voor de Nederlandse markt zijn: "GLASS",
"METAL_ALUMINUM", "METAL_OTHER", "OTHER", "PAPER_PAPER",
"PLASTIC_BIO_PLASTIC", "PLASTIC_OTHER" or "WOOD_OTHER".
Als u dit veld invult, dan moet u ook het veld ‘Hoeveelheid verpakkingsmateriaal’
(2.11.2 ) invullen.
Voorbeeld
76 (papier)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Dit veld kunt u, gecombineerd met 2.11.2 , herhaald invullen.
2.11.2 Hoeveelheid verpakkingsmateriaal
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Dit geeft de hoeveelheid verpakkingsmateriaal weer uitgedrukt in gewicht.
GDSN-Naam
packagingMaterialCompositionQuantity
Instructie
Vul voor iedere materiaalsoort van de verpakking dit veld in. Indien van toepassing
kan dit veld meerdere keren worden ingevuld, gecombineerd met 2.11.1 .
Voorbeeld
25 (GRM)
Verplicht
PL: Ja, als het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (2.11.1 ) is ingevuld.
HE: Ja, als het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (2.11.1 ) is ingevuld.
CE: Ja, als het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (2.11.1 ) is ingevuld.
Opmerking
2.12
Vul ook in een apart veld een gewicht meeteenheid (gram of kilogram) in.
Emballage
Emballage is een algemene term voor verschillende soorten artikelen die in de keten worden gebruikt om
producten op te slaan, te beschermen, te transporteren en/of te presenteren. Emballage wordt hergebruikt (na
eventuele processen om deze artikelen in goede staat te brengen) en behoudt altijd dezelfde eigenschappen.
Bij consumenteneenheden is de verpakking van het product meestal het emballageartikel.
In GS1 Data Source moeten gegevens van zowel ‘volle’ artikelen als ‘lege’ artikelen afzonderlijk worden
ingevoerd. Dit doet u door twee verschillende hiërarchieën te creëren:
1.
Hiërarchie ‘volle’ eenheden
Als eerste voegt u de hiërarchie van de ‘volle’ eenheden toe. Dit is de consumenteneenheid plus de bijbehorende
omverpakkingen (handelseenheden). Het kan ook de handelseenheid zijn als er geen afzonderlijk vast
gecodeerde consumenteneenheid is. Vervolgens vult u ten minste één extra veld in om het volle artikel aan het
emballageartikel te koppelen. Dit is het veld ‘code van de emballage’ (zie 2.12.2 ). In dit veld vult u de unieke
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 40 van 105
GS1 Data Source
GTIN van het lege emballageartikel in. Doe dit voor elke eenheid waarbij er van emballage gebruik wordt
gemaakt.
Voorbeeld
Hieronder vindt u een voorbeeld van een hiërarchie van een ‘vol’ emballageartikel. In de praktijk kunnen de
gebruikte waarden in de velden verschillen.
Let op: in de praktijk vult u naast de velden die in de voorbeelden worden genoemd, ook de velden in die
voor de betreffende artikelen verplicht zijn.
Voorbeeld 1
Te gebruiken velden
Op te geven waarde
GS1 artikelnummer (GTIN)
08712345678906
Code GPC classificatie
10000159
Indicatie consumenteneenheid
Ja
Merknaam
Voorbeeldbier
Verpakkingstype
Fles
Functionele productnaam
Bier
Bruto gewicht
550 gram
Code van de emballage
08712344444441*
*Deze code verwijst naar de ‘lege’ emballage fles.
Voorbeeld 2
Te gebruiken velden
Op te geven waarde
GS1 artikelnummer (GTIN)
08712345678913
Code GPC classificatie
10000159
Indicatie consumenteneenheid
Nee
Merknaam
Voorbeeldbier
Verpakkingstype
Krat
Functionele productnaam
Bier
Bruto gewicht
1530 gram
Code van de emballage
08712344444458*
*Deze code verwijst naar de ‘lege’ emballagekrat.
Voorbeeld 3
Te gebruiken velden
Op te geven waarde
GS1 artikelnummer (GTIN)
08712344444489
Code GPC classificatie
10000159
Indicatie consumenteneenheid
Nee
Merknaam
Voorbeeldbier
Verpakkingstype
n.v.t.
Functionele productnaam
Bier
Bruto gewicht
15300 gram
Code van de emballage
08712344444465*
*Deze code verwijst naar de ‘lege’ palletplatform.
2.
Hiërarchie ‘lege’ eenheden
Vervolgens voegt u de ‘lege’ emballageartikelen toe aan de datapool. Dit doet u op dezelfde manier zoals
hierboven staat beschreven. Ook hier vermeldt u de extra emballage-informatie in het veld ‘code van de
emballage’ (zie 2.12.2 ) om de ‘lege’ eenheid aan het emballageartikel te koppelen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 41 van 105
GS1 Data Source
Let op: een emballageartikel kan nooit onderdeel van een hiërarchie zijn. Het kan wel een eigenschap van een
artikel zijn.
Alle emballageartikelen die in de ‘emballage codelijst voor de BENELUX’ staan, worden door GS1 Nederland in
de datapool geplaatst (onder GLN 8712345012250 GS1 Data Source Emballageartikelen) en aan alle afnemers
in de doelmarkt ‘Nederland’ gepubliceerd. Leveranciers hoeven deze niet afzonderlijk als lege emballage te
publiceren.
U kunt uw eigen emballage aan de ‘Emballagelijst voor de BENELUX’ toevoegen door een wijzigingsverzoek in
te dienen. Wanneer u uw emballage niet aan de codelijst wilt toevoegen dan vragen wij u het lege product zelf
in GS1 Data Source te publiceren.
Voorbeeld
Hieronder vindt u een voorbeeld van een hiërarchie van een ‘leeg’ emballageartikel. In de praktijk kunnen de
gebruikte waarden in de velden verschillen.
Let op: in de praktijk vult u naast de velden die in de voorbeelden worden genoemd, ook de velden in die
voor de betreffende artikelen verplicht zijn.
Voorbeeld 4
Voorbeeld 5
Te gebruiken velden
Op te geven waarde
GS1 artikelnummer (GTIN)
08712344444441
Code GPC classificatie
10005851
Indicatie consumenteneenheid
Nee
Indicatie basiseenheid
Ja
Merknaam
Voorbeeldbier
Verpakkingstype
Niet verpakt
Functionele productnaam
Bierfles
Emballagewaarde
0,10
Valuta Emballage Waarde
EUR
Verpakkingsvoorwaarden
2
Bruto gewicht
80 gram
Te gebruiken velden
Op te geven waarde
GS1 artikelnummer (GTIN)
08712344444458
Code GPC classificatie
10005849
Indicatie consumenteneenheid
Nee
Indicatie basiseenheid
Nee
Merknaam
Voorbeeldbier
Verpakkingstype
Niet verpakt
Functionele productnaam
Krat
Emballagewaarde
0,60
Valuta Emballage Waarde
EUR
Verpakkingsvoorwaarden
2
Bruto gewicht
400 gram
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 42 van 105
GS1 Data Source
Voorbeeld 6
Te gebruiken velden
Op te geven waarde
GS1 artikelnummer (GTIN)
08712344444465
Code GPC classificatie
10005854
Indicatie consumenteneenheid
Nee
Indicatie basiseenheid
Nee
Merknaam
Zonder merk
Verpakkingstype
Niet verpakt
Functionele productnaam
Pallet
Type pallet
12
Emballagewaarde
1,5
Valuta Emballage Waarde
EUR
Verpakkingsvoorwaarden
2
2.12.1 Emballageartikel
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Aanduiding of dit artikel een verpakking of een lastdrager met statiegeld is.
GDSN-Naam
isPackagingMarkedReturnable
Instructie
Keuze uit ‘Juist/Onjuist’. ‘Juist’ betekent dat de verpakking kan worden geretourneerd.
Voorbeeld
Onjuist
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Hieronder vallen ook wegwerpverpakkingen die wel gefactureerd worden.
2.12.2 Code van de emballage
Relevante items
Omschrijving
Definitie
In enkele markten wordt de emballage-informatie gespecificeerd met een GTIN.
Hiermee wordt het type lastdrager of verpakking aangeduid waarop de
emballagewaarde van toepassing is.
GDSN-Naam
returnablePackageDepositIdentification
Instructie
Kies een code uit de ‘emballage codelijst voor de BENELUX’ op de GS1 website. Voeg
hier altijd een voorloopnul toe aan de 13-cijferige code van het emballageartikel.
De code moet de unieke GTIN van het lege emballageartikel zijn. Koppel deze aan
producten die m.b.v. het emballageartikel worden geleverd.
Elke code van een emballageartikel is gekoppeld aan een bedrag dat ergens anders
gespecificeerd is (2.12.3 ).
Voorbeeld
00662510000774 (CHEP P1210B, Plastic Pallet, 1200x1000)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Voor meer informatie over het gebruik van voorloopnullen bekijkt u hoofdstuk 33 van
de GDSN Trade Item Implementation Guide.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 43 van 105
GS1 Data Source
2.12.3 Emballagewaarde
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De geldwaarde van het individuele emballageartikel.
GDSN-Naam
returnablePackageDepositAmount
Instructie
Vul dit veld alleen in als hier sprake is van de ‘lege’ emballage.
Elke waarde van een emballageartikel is gekoppeld aan een code die ergens anders
gespecificeerd is (2.12.2 ).
Voorbeeld
3.86 (EUR)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor emballageartikelen bij levering van goederen aan afnemers in Nederland.
Opmerking
2.13
Als u dit veld vult, moet u in een apart veld de valutacode invullen.
Palletinformatie
Vul in deze velden in hoe artikelen op een pallet worden gestapeld of op een andere wijze tot laadeenheid (ook
wel ‘logistieke eenheid’ genoemd) worden gemaakt. Een van de meest voorkomende logistieke eenheden is de
pallet, die zowel voor transport als voor opslag wordt gebruikt.
Belangrijk is het onderscheid tussen gecodeerde palleteenheden en ongecodeerde palleteenheden. Codeer bij
voorkeur palleteenheden met een GTIN. Als de pallet binnen de hiërarchie geen eigen GTIN heeft, spreekt men
van ‘non-GTIN palletgegevens’. Een non-GTIN pallet is dus niet gecodeerd en wordt niet als aparte laag via de
datapool doorgegeven. In dat geval legt u de palletgegevens vast bij het onderliggende niveau direct voor de
pallet, bijvoorbeeld de omdoos.
Over elk artikel dat op een pallet of een andere drager (bijvoorbeeld een rolcontainer) wordt getransporteerd
naar de afnemer is er informatie die tussen de leverancier en de afnemer moet worden uitgewisseld. Ook
wanneer de palletconfiguratie per bestelling varieert, is er altijd een standaard palletconfiguratie die daaraan
ten grondslag ligt. Palletconfiguraties van een artikel die per dag verschillen of wisselende samengevoegde
bestellingen uitgeleverd op één pallet, hoeven niet uitgewisseld te worden.
Palletconfiguratie
De leverancier publiceert in GS1 Data Source een standaard palletconfiguratie voor een artikel voor doelmarkt
Nederland. De leverancier kiest deze zelf. Als aanvulling hierop kunnen afnemers verzoeken om de publicatie
van één afnemer specifieke palletconfiguratie in GS1 Data Source. Deze publicatie is voor doelmarkt Nederland
en geldig voor alle afnemers in Nederland. Deze alternatieve palletconfiguratie wordt in GS1 Data Source voor
doelmarkt Nederland opgenomen, naast de door de leverancier zelf gekozen palletconfiguratie.
Het pallettype van de alternatieve palletconfiguratie dient hetzelfde te zijn als het pallettype van de door de
leverancier bepaalde palletconfiguratie. Als een afnemer een palletconfiguratie wil ontvangen (anders dan de
alternatieve of de door de leverancier bepaalde), dan kan worden afgesproken om een extra alternatieve
palletconfiguratie fysiek te leveren. De leverancier hoeft deze dan niet verplicht op te nemen in GS1 Data
Source.
Voor leveringen van een palletconfiguratie met een afwijkend pallettype of fysieke tussendragers, gelden de
volgende richtlijnen:
-
Wanneer deze wordt gebruikt bij een handelstransactie (bestelling, verkoop, facturatie, emballage), dan
wordt hiervoor een apart niveau in de hiërarchie opgenomen.
-
Wanneer deze niet wordt gebruikt bij een handelstransactie (bijv. de tussendrager dient enkel ter
bescherming of stevigheid), dan wordt voor de palletconfiguratie zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de
beschikbare attributen op de eenheid zoals afgesproken binnen GS1 Data Source voor doelmarkt
Nederland.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 44 van 105
GS1 Data Source
2.13.1 Type pallet
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Aanduiding of de verzendeenheid op een pallet geleverd wordt en op wat voor soort
pallet.
GDSN-Naam
platformTypeCode
Instructie
Kies een code uit de lijst (zie Appendix 0
Codelijst pallettype).
Voorbeeld
11 (pallet ISO 1 – 1/1 EURO Pallet Standard pallet with dimensions 80 x 120 cm)
Verplicht
PL: Ja
HE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
CE: Ja, als dit de grootste eenheid binnen de hiërarchie is.
Opmerking
-
2.13.2 Maximale stapelfactor
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Aanduiding van het maximum aantal lagen waarop het product kan worden
gestapeld.
GDSN-Naam
stackingFactor
Instructie
Vermeld het maximale aantal lagen waarop het product zonder beschadiging kan
worden gestapeld.
Voorbeeld
2
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.13.3 Aantal lagen van de GTIN pallet
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het aantal lagen van de onderliggende handelseenheden op de pallet. Is niet van
toepassing op een basiseenheid.
GDSN-Naam
quantityOfCompleteLayersContainedInATradeItem
Instructie
Als er een GTIN aan de pallet is toegekend, vul dan het aantal lagen in waaruit de
pallet is opgebouwd.
Voorbeeld
4
Verplicht
PL: Ja
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.13.4 Aantal onderliggende eenheden per laag GTIN pallet
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het aantal handelseenheden in een complete laag van de bovenliggende
verpakkingsconfiguratie. Wordt gebruikt in de hiërarchische verpakkingsstructuur van
een handelseenheid.
GDSN-Naam
quantityOfTradeItemsContainedInACompleteLayer
Instructie
Als er een GTIN aan de pallet is toegekend, vul dan het aantal onderliggende
eenheden in waaruit één palletlaag is opgebouwd.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 45 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Voorbeeld
12
Verplicht
PL: Ja
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.13.5 Aantal eenheden per non-GTIN pallet
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het aantal verzendeenheden op een pallet.
GDSN-Naam
quantityOfTradeItemsPerPallet
Instructie
Als er geen GTIN aan de pallet is toegekend, vul dan het aantal onderliggende
eenheden in waaruit de palletlaag is opgebouwd.
Voorbeeld
72
Verplicht
PL: Nee
HE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
CE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
Opmerking
-
2.13.6 Aantal lagen van de non-GTIN pallet
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het aantal lagen op een pallet.
GDSN-Naam
quantityOfLayersPerPallet
Instructie
Als er geen GTIN aan de pallet is toegekend, vul dan het aantal lagen in waaruit de
pallet is opgebouwd.
Voorbeeld
4
Verplicht
PL: Nee
HE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
CE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
Opmerking
-
2.13.7 Aantal onderliggende eenheden per laag non-GTIN pallet
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het aantal handelseenheden in één enkele laag van een pallet.
GDSN-Naam
quantityOfTradeItemsPerPalletLayer
Instructie
Als er geen GTIN aan de pallet is toegekend, vul dan het aantal onderliggende
eenheden in waaruit de palletlaag is opgebouwd.
Voorbeeld
18
Verplicht
PL: Nee
HE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
CE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 46 van 105
GS1 Data Source
2.13.8 Non-GTIN pallethoogte
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De waarde van de gemiddelde hoogte van de eenheden op de pallet vermeerderd met
de pallethoogte.
GDSN-Naam
nonGTINLogisticsUnitInformation/height
Instructie
Vul de totale hoogte van de pallet in, inclusief de pallet zelf. Vul deze alleen in voor
pallets zonder GTIN. Vul een geldige meeteenheid in, bij voorkeur MMT (millimeter),
afgerond naar een hele waarde.
Voorbeeld
2400 (MMT)
Verplicht
PL: Nee
HE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
CE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
Opmerking
De eenheid is verplicht als u een waarde invult.
2.13.9 Non-GTIN pallet brutogewicht
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Dit veld geeft de waarde weer van het totale gewicht van de eenheden op de pallet,
vermeerderd met het palletgewicht.
GDSN-Naam
nonGTINLogisticsUnitInformation/grossWeight
Instructie
Vul het totale gewicht in van de pallet inclusief de pallet. Vul deze alleen in voor
pallets zonder GTIN. Gebruik de eenheden KGM (kilogram) en GRM (gram).
Voorbeeld
24 (KGM)
Verplicht
PL: Nee
HE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
CE: Ja, voor eenheden die op een pallet worden geleverd.
Opmerking
2.14
De eenheid is verplicht als u een waarde invult.
Gevaarlijke stoffen informatie
Vul in deze velden informatie over gevaarlijke stoffen in.
2.14.1 Gevaarlijke stoffen classificatiesysteem
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De aanduiding van het classificatiesysteem van gevaarlijke stoffen en/of van de
verantwoordelijke beheersorganisatie.
GDSN-Naam
dangerousGoodsRegulationCode
Instructie
Afhankelijk van het type vervoer. Kies in geval van wegtransport altijd de waarde
‘ADR’.
Voorbeeld
ADR (=wegvervoer)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als dit op de verpakking is vermeld.
Opmerking
In Nederland zijn alleen de codes ‘ADR’ en ‘ZZZ’ toegestaan. Hierop wordt door GS1
Data Source gevalideerd.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 47 van 105
GS1 Data Source
2.14.2 Gevarenklasse
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code waarmee de soort gevaarlijke stof volgens het ADR-classificatie systeem wordt
aangegeven. Er zijn negen gevarenklassen, sommige klassen zijn verder onderverdeeld in subklassen. De klasse verklaart op algemene wijze de voorwaarden, de
aard en de eigenschappen van de goederen.
GDSN-Naam
classOfDangerousGoods
Instructie
De code omvat zowel de ADR-klasse als de ADR-subklasse. Klasse en subklasse
worden gescheiden door een punt (‘.’).
Vul een gevarenklasse in uit onderstaande tabel:
1
2
3
4
EXPLOSIEF
GAS
BRANDBAAR
BRANDBAAR
5
OXIDEREND
6
GIFTIG
7
8
9
RADIOACTIEF
BIJTEND
DIVERS
Voorbeeld
8 (Bijtend)
Verplicht
PL: Nee
4.1
4.2
4.3
5.1
5.2
6.1
6.2
Brandbare vloeistoffen
Brandbare vaste stoffen
+ Zelfontledende stoffen
Zelfontbranding
Met water brandbaar gas
Oxiderende stoffen
Organische peroxiden (zelfontledend)
Giftige stoffen
Infectueuze stoffen
HE: Nee
CE: Ja, als dit op de verpakking is vermeld.
Opmerking
-
2.14.3 Gevarentype (ADR)
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Gevarentype van gevaarlijke stoffen, dat moet worden vermeld op het voertuig bij het
vervoer van deze handelseenheid (gevaarlijke stof) over de weg. Op deze manier zijn
politie, brandweer en anderen geïnformeerd over het gevaar veroorzaakt door de
lading in het geval van een ongeval.
GDSN-Naam
dangerousGoodsHazardousCode
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 48 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Vul een gevarentype in uit onderstaand overzicht:
2
ontsnappen van een gas t.g.v. druk of van een scheikundige reactie
3
brandbaarheid van vloeistoffen (gas) en gassen, of voor zelfverhitting vatbare
vloeistoffen
4
brandbaarheid van vaste stoffen, of voor zelfverhitting vatbare stoffen
5
verbranding bevorderende (oxiderende) werking
6
giftigheid of gevaar voor besmetting
7
radioactiviteit
8
corrosiviteit (bijtende werking)
9
als eerste cijfer: diverse gevaren (onder andere milieugevaarlijk)
9
als laatste cijfer: gevaar voor spontane hevige reactie
0
als 2de en laatste getal: geen verder gevaar toevoeging
X
gevaarlijke reactie met water
Een dubbel cijfer geeft een versterking van het gevaar aan (bv. 3= brandbaar; 33 =
licht ontvlambaar).
Bijzondere gevarentypen zijn:
22
diepgekoeld gas
333
voor zelfontbranding vatbare vloeistof
44
brandbare vaste stof bij hoge temperatuur en in gesmolten toestand
606
besmettelijke stof
99
verwarmde stof (diverse gevaarlijke stoffen)
Voorbeeld
66
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als dit op de verpakking is vermeld.
Opmerking
Het gevarentype staat in combinatie met het VN nummer gevaarlijke stoffen (2.14.4 )
vermeld op een rechthoekig oranje bord op het voertuig. Het gevarentype staat altijd
bovenaan.
2.14.4 VN nummer gevaarlijke stoffen
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het viercijferig nummer, toegekend door de commissie van deskundigen voor het
vervoer van gevaarlijke goederen van de Verenigde Naties, om een stof of een
bepaalde groep van stoffen te classificeren. Afkorting: UNDG-nummer.
GDSN-Naam
unitedNationsDangerousGoodsNumber
Instructie
Vul een waarde in die voorkomt in de UNDG-tabel.
Voorbeeld
1203 (benzine)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als dit op de verpakking is vermeld.
Opmerking
-
2.14.5 Gevaarlijke klasse bijkomend gevaar code
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een code die een secundair of tertiair gevaar weergeeft in verband met een
gevaarlijke klasse.
GDSN-Naam
hazardousClassSubsidiaryRiskCode
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 49 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Als een stof meerdere gevaarlijke eigenschappen bezit, dan wordt deze toch slechts
ingedeeld in één gevarenklasse. Dit gebeurt aan de hand van het hoofdgevaar van
de stof tijdens het vervoer (zie 2.14.2 ). In dit veld vult u de bijkomende gevaarlijke
eigenschappen in, die worden aangeduid met het nummer van de betreffende
gevarenklasse.
Voorbeeld
6.1
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als dit op de verpakking is vermeld.
Opmerking
2.15
-
Gelijkwaardige vervanging
Vul in dit veld informatie in over een gelijkwaardige vervanging van een product.
2.15.1 Soortgelijke GS1 artikelcode (GTIN)
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een GTIN van een product dat een bestaand artikel kan vervangen op basis van door
de leverancier gedefinieerde functionele gelijkwaardigheid.
GDSN-Naam
referencedTradeItem/gtin
Instructie
Voer een geldige GTIN in. Er hoeft geen apart GTIN-record voor de lege verpakking
ingevoerd te worden.
Vul ook het veld ‘Soort referentie artikel’ (2.15.2 ) in.
Voorbeeld
08712345005504
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Te gebruiken voor o.a. Cd’s en Dvd’s.
2.15.2 Soort referentie artikel
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De code die aangeeft waarnaar de artikelcode refereert.
GDSN-Naam
referencedTradeItemTypeCode
Instructie
Vul het veld met de vaste waarde ‘EQUIVALENT’.
Als u dit veld invult, vul dan ook het veld ‘Soortgelijke GS1 artikelcode (GTIN)’
(2.15.1 ) in.
Voorbeeld
EQUIVALENT
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
2.16
-
Certificaten
Gebruik de onderstaande velden om de gegevens van de bij het product horende certificaten te vermelden.
Aan een product kunnen meerdere soorten van certificaten verbonden zijn. In de drogisterij gebruikt men deze
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 50 van 105
GS1 Data Source
velden voor het KOAG KAG nummer bij geneesmiddelen, in de levensmiddelen kunt u dit bijvoorbeeld voor
MVO-certificaten of voor retailer specifieke certificaten gebruiken. In de drogisterij zijn daarnaast vaste waarden
voorgesteld voor de velden 2.16.1 en 2.16.2 . Zie hiervoor paragraaf 0
2.16.1 Naam certificerende instantie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van de organisatie die het certificaat uitgeeft, in vrije tekst.
GDSN-Naam
certificationAgency
Instructie
Voer de naam van de certificerende instantie (CI) in.
Voorbeeld
DNV GL Business Assurance
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.16.2 Certificeringsstandaard
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van de certificeringsstandaard in vrije tekst.
GDSN-Naam
certificationStandard
Instructie
Voer de naam van de certificeringsstandaard in zoals deze op het certificaat vermeld
staat.
Voorbeeld
MVO Prestatieladder niveau 4
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
2.16.3 Certificeringsnummer
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het nummer dat door de certificerende instantie is uitgereikt aan dit product.
GDSN-Naam
certificationValue
Instructie
Neem het certificaatnummer over dat voor dit product geldt.
Voorbeeld
135600-2013-OTH-NLD-DNV
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 51 van 105
GS1 Data Source
3
Invoervelden etiketinformatie
In november 2011 publiceerde de Europese Unie (EU) een verordening over voedingsinformatie: 1169/2011.
Deze verordening houdt in dat consumenten een weloverwogen aankoopbeslissing moeten kunnen nemen op
basis van productinformatie zoals voedingswaarde, ingrediënten en gebruiksinstructies. Lees meer in de
Verordening 1169/2011
Deze informatie moet ook beschikbaar zijn voor consumenten die voorverpakte levensmiddelen online kopen.
Dezelfde informatie als op de fysieke verpakking staat, moet beschikbaar zijn. De verordening is sinds 13
december 2014 van kracht.
Ook voor bepaalde categorieën drogisterij-artikelen kan etiketinformatie in GS1 Data Source worden
vastgelegd. Het gaat dan om:
-
Voedingssupplementen.
-
Bijzondere voedingsmiddelen.
-
Medische hulpmiddelen.
-
Geneesmiddelen (AV en UAD, inclusief homeopathische middelen).
-
Gezondheidsproducten (uitwendig, niet-cosmetica).
De verordening 1169/2011 is naast levensmiddelen ook voor de productgroepen voedingssupplementen en
bijzondere voedingsmiddelen van toepassing. Voor de overige bovengenoemde productgroepen geldt deze
verordening niet. Het is echter belangrijk dat de consument ook bij online aankoop van deze producten
geïnformeerd wordt over de aard van het product, de werking van het product en de te verwachten risico’s en
gevolgen. Kijk voor de definities van deze categorieën in hoofdstuk 4.
In dit hoofdstuk staat welke etiketinformatie van voorverpakte levensmiddelen en drogisterij-artikelen ingevuld
moet worden in GS1 Data Source en hoe dat moet. In het volgende hoofdstuk staan de velden voor
etiketinformatie die alleen van toepassing zijn op drogisterij-artikelen.
De gegevens op het fysieke etiket zijn het uitgangspunt voor het invoeren van de data. Staat er op het etiket
informatie die in dit document genoemd wordt? Neem die informatie dan over in GS1 Data Source.
Let op: het fysieke etiket is de basis voor de informatie die ingevoerd moet worden
Voer alleen informatie in die op het etiket staat en gebruik geen andere bronnen.
Het gaat om de informatie van consumenteneenheden. Multi-packs zijn ook consumenteneenheden.
Is er sprake van een tussenverpakking (bijv. 6-pack) waarbij op de basiseenheden additionele informatie staat?
Neem deze informatie dan ook over als ze uit de tussenverpakking zijn te verwijderen, zonder deze te
beschadigen.
De verordening zelf lichten we in dit hoofdstuk niet toe. Wilt u meer weten over welke informatie op het etiket
verplicht is? Kijk dan in de verordening. De nieuwste versie is 1169/2011.
3.1
Taal
Voer voor de Nederlandse markt etiketinformatie in het Nederlands in. Is de informatie op het etiket alleen in
een andere taal beschikbaar? Voer de informatie dan in die taal in.
Optioneel kan voor doelmarkt Nederland ook de tekst in meerdere talen worden ingevoerd. Dit is in Nederland
niet verplicht. In de meeste velden kan de taal worden aangegeven. Voor een aantal velden is dit niet mogelijk
en moet per veld voorafgaand de taalcode (ISO 639-1 alpha 2) worden ingevoerd. Dit zijn twee kleine letters.
Voor Nederlands is het de code ‘nl’. Als scheidingsteken wordt ‘:' gebruikt. De verschillende talen dienen wel in
aparte velden worden opgevoerd door middel van een plusje. Zie voorbeeld hieronder.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 52 van 105
GS1 Data Source
Dit is van toepassing op de volgende veld:
-
Communicatieadres.
Bijvoorbeeld:
nl: Koningsstraat 76, 1000 Brussel
fr: Rue Royale 76, 1000 Bruxelles
Vul voor andere doelmarkten de informatie in, in de voor die doelmarkt toepasselijke taal of talen.
3.2
Regels voor het uitwisselen van etiketinformatie
In deze paragraaf staan de specifieke regels voor het uitwisselen van etiketinformatie via GS1 Data Source.
Voor het omgaan met productievarianten zijn specifieke afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in het
document: Europese richtlijnen – Omgaan met productwijzigingen.
3.2.1
Regels voor merkeigenaren
De merkeigenaar is verantwoordelijk voor de aangeleverde data. Hij kan het aanleveren van de gegevens
uitbesteden, maar blijft verantwoordelijk. De gegevens moeten consistent, accuraat, tijdig, volledig en up-todate zijn en gebaseerd op GS1 Data Source (GDSN). Dit betekent dat:
-
De merkeigenaar bepaalt aan wie de gegevens worden gepubliceerd.
-
Alle gegevens die nodig zijn bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 en product specifieke EU-verordeningen
en richtlijnen en de toepasselijke nationale regels worden uitgewisseld (behalve batchcode en vervaldatum
(THT/TGT).
-
De gegevens in GS1 Data Source identiek zijn aan de gegevens op het etiket.
-
Als in de tabellen in dit document in de rij ‘Verplicht’ staat aangegeven dat het voor een PL, HE of CE
verplicht is, u de informatie altijd in het veld invoert als de informatie op het etiket is vermeld.
-
In het geval van incidenten/onjuiste data (bijvoorbeeld bij een fout in de allergie-informatie) levert de
leverancier van de gegevens een extra inspanning om ervoor te zorgen dat de gebruiker van de gegevens
de juiste informatie zo snel mogelijk ontvangt.
-
De logistieke gegevens in GS1 Data Source zijn aangevuld met etiketinformatie uiterlijk 14 dagen voor het
moment van eerste uitlevering.
3.2.2
Regels voor gebruikers van de gegevens
De gebruikers van de gegevens in GS1 Data Source, zijn bijvoorbeeld partijen die de producten ook
daadwerkelijk verkopen. Hiervoor gelden de volgend uitgangspunten:
-
Gebruikers van de data zullen op verantwoorde wijze gebruik maken van de gegevens.
-
De verstrekte gegevens worden ongewijzigd weergegeven.
-
Correcties van fouten worden zo snel mogelijk opgenomen.
-
Als fouten worden opgemerkt, worden deze zo snel mogelijk gemeld aan de leverancier van de gegevens.
-
De gegevensontvanger kan gebruik maken van de gepubliceerde productgegevens om te voldoen aan
Verordening (EU) nr. 1169/2011. De gepubliceerde gegevens kunnen niet worden verkocht aan andere
partijen of direct overgebracht naar partijen aan wie de merkeigenaar niet wil publiceren.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 53 van 105
GS1 Data Source
3.3
Etiketinformatie vastleggen van de laagste eenheid die geen
consumenteneenheid is
De etiketinformatie wordt vermeld op het niveau van de consumenteneenheid, maar in GS1 Data Source staan
ook producten waarvoor de laagste eenheid geen consumenteneenheid is.
Deze producten zijn op te delen in twee categorieën:
-
Categorie 1:
Producten die fysiek geen bewerkingen ondergaan in de winkel. Dit zijn producten, die alleen omgepakt worden.
Een voorbeeld is een doos met gevulde koeken, die in de winkel per twee of vier stuks verpakt worden. Bij deze
producten blijft de voedingswaarde en ingrediëntendeclaratie hetzelfde.
Invoeren van categorie 1 producten:
○
○
○
-
Leveranciers maken een extra productniveau aan in GS1 Data Source: de consumenteneenheid. Aan
dit product wordt een ‘administratieve GTIN’ toegekend. Bij dit niveau voert de leverancier de
bijbehorende ingrediënten, voedingswaarde op etc. Dit product zal geen besteleenheid zijn.
Afnemers die op dit moment een interne code hanteren, maken een link naar deze ‘administratieve
GTIN’.
Afnemers die op dit moment geen codering gebruiken, kunnen de nieuw toegekende GTIN als
administratieve code gebruiken, en deze wellicht ook in barcodevorm inzetten op de winkelvloer.
Categorie 2:
Producten die fysiek wel een bewerking ondergaan in de winkel (make-off & bake-off). Bij deze producten
wijzigt het product in de laatste stap voor de verkoop en daarmee wijzigt ook bijvoorbeeld de voedingswaarde.
Denk aan water dat anders moet worden gedeclareerd omdat dit tijdens het afbakken/grillen (gedeeltelijk)
verdampt of aan vleeswaren waarbij een deel zwoerd wordt verwijderd.
Invoeren van categorie 2 producten:
○
De leverancier moet bij het bulkitem de etiketinformatie meegeven. De afnemer kan deze informatie
als input gebruiken om zijn eigen etiket op te stellen. De leverancier moet de volgende informatie
tenminste invoeren:
■
Ingrediëntendeclaratie
■
Allergenen
-
Allergie-informatie
-
Allergenenspecificatie
■
Nutriënten
■
Oorsprong
■
Gebruiks- en bewaarinstructies
■
Bereidingsinstructies
■
Claims
■
Keurmerken en logo’s
In alle gevallen moet de afnemer de keuze maken om eventuele kruisbesmettingen, die in de winkel ontstaan,
op het etiket te benoemen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 54 van 105
GS1 Data Source
3.4
Naam- en contactgegevens
Vul hier informatie in over naamgeving en contactinformatie.
3.4.1
Wettelijke benaming
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De voorgeschreven, gereglementeerde of generieke naam of benaming van het
product waarmee de ware aard van het product wordt beschreven en die voldoende
nauwkeurig is om het te onderscheiden van andere producten volgens de land
specifieke richtlijnen.
GDSN-Naam
regulatedProductName
Instructie
Vul de wettelijke benaming in zoals die op het etiket staat. Toevoegingen als ‘met
zoetstoffen’ of ‘met suiker(s) en zoetstoffen’ zijn onderdeel van de wettelijke
benaming. Vermeld deze dus ook. Lees hiervoor ook bijlages III (voor de achtergrond
van de genoemde voorbeelden) & VI (voor andere toevoegingen) van ‘Verordening
1169/2011’.
Voorbeeld
Levensmiddelen:
Vruchtendrank uit geconcentreerd vruchtensap
Biologische eieren kwaliteitsklasse A
Scharrelkip binnen gehouden
Drogisterij:
Voedingssupplement
Voedingssupplement met suiker en zoetstoffen
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.4.2
-
Contactnaam
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van het bedrijf of de persoon die hoort bij het communicatieadres.
GDSN-Naam
contactName
Instructie
Vul de naam in die op het etiket staat als contactnaam voor de consument (Staat
vaak bij: Heeft u vragen over dit product?). Als u dit veld invult, vul dan ook het
bijbehorende veld 'Soort lokaal contact' in (3.4.4 ).
Voorbeeld
Class Import B.V.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.4.3
Vul voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen in eerste
instantie het veld ‘Naam fabrikant of vergunninghouder’ in. Als er naast de fabrikant
of vergunninghouder nóg een naam op het etiket staat, vul deze dan hier in.
Communicatieadres
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het communicatieadres zoals vermeld op het etiket.
GDSN-Naam
contactAddress
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 55 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Vul het contactadres voor de klant in zoals deze op het etiket staat. Als er meerdere
adressen zijn vermeld, vul dan in ieder geval het voor de doelmarkt relevante adres
(of adressen) in. De overige adressen mag u ook invullen, maar dit is niet verplicht.
Staat er geen adres op het etiket? Vul dan bijvoorbeeld de website in, als deze is
vermeld.
Als u dit veld invult, vul dan ook het bijbehorende veld 'Soort lokaal contact' in
(3.4.4 ).
Voorbeeld
Informatieweg 6, 1234 AB Haarlem
www.abc.nl
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere
voedingsmiddelen.
Opmerking
3.4.4
Vul voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen in eerste
instantie het veld ‘Adres fabrikant of vergunninghouder’ in. Als er naast fabrikant of
vergunninghouder nóg een adres op het etiket staan, vul deze dan hier in.
Soort lokaal contact
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De algemene categorie van de contactpersoon of partij voor een artikel, bijvoorbeeld
"Inkoop".
GDSN-Naam
contactTypeCode
Instructie
U kunt dit veld op twee manieren gebruiken:
1. Als op het etiket contactgegevens voorkomen, dan moet u in dit veld de vaste
waarde CXC (consumer support) invullen. Dit is de partij die
productondersteuning aan de eindgebruiker van een artikel of service biedt. Vul
vervolgens een of meerdere van de velden ‘Contactnaam’, ‘Contactadres’, ‘Type
communicatiekanaal’ en ‘Gegevens communicatiekanaal’ in.
2. Als de GLN van de dataleverancier anders is dan de GLN van de partij die
verantwoordelijk is voor het artikel in Nederland, dan moet u dit veld de waarde
BXA (administrative) of BYF (financial) invullen en vult u het veld ‘GS1 adrescode
lokaal contact’ in.
Voorbeeld
CXC (Consumer support)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als ‘contactnaam’ en ‘communicatieadres’ zijn ingevoerd (3.4.2 en 3.4.3 )
Opmerking
3.4.5
Dit veld kan meerdere keren worden gebruikt.
Type communicatiekanaal
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het middel dat gebruikt wordt om contact met een partij op te nemen.
GDSN-Naam
communicationChannelCode
Instructie
Staat er een e-mailadres, website, fax- of telefoonnummer op de verpakking? Voer
dan hier in om welk soort communicatiekanaal het gaat. Gebruik de codelijst
communicationChannelCode.
Dit is optionele informatie, het is een aanvulling op 3.4.2 en 3.4.3 .
Voorbeeld
WEBSITE
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 56 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als ‘gegevens communicatiekanaal’ is ingevuld (3.4.6 )
Opmerking
3.4.6
Als u dit veld invult, dan moet u ook het veld ‘Gegevens communicatiekanaal’ (3.4.6 )
invullen.
Gegevens communicatiekanaal
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Nummer of adres dat is toegewezen aan een bepaalde manier van communiceren.
GDSN-Naam
Instructie
communicationValue
Staat er een e-mailadres, website, fax- of telefoonnummer op de verpakking? Vul die
gegevens dan hier in. Dit is optionele informatie, en een aanvulling op 3.4.2 en
3.4.3 .
Voorbeeld
www.gs1.nl
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
3.5
Als u dit veld invult, vul dan ook het veld ‘Type communicatiekanaal’ (3.4.5 ) in.
Gegevens over de inhoud
Vul hier informatie in die betrekking heeft op de inhoud.
3.5.1
Verplichte vermeldingen
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een beschrijving van alle vanuit de wet verplichte vermeldingen op het product.
GDSN-Naam
compulsoryAdditiveLabelInformation
Instructie
Vul hier de algemene verplichte vermeldingen in zoals deze zijn aangegeven in de
wetgeving voor het product. De vermeldingen ‘met zoetstoffen’ en ‘met suiker(s) en
zoetstoffen’ zijn deel van de wettelijke benaming in veld 3.4.1 .
Levensmiddelen:
Verpakt onder beschermende atmosfeer.
Drogisterij:
Lees voor gebruik de bijgevoegde gebruiksaanwijzing.
Een gezonde levensstijl is belangrijk, evenals een gevarieerde, evenwichtige voeding
waarvoor voedingssupplementen geen vervanging zijn.
Niet aanbevolen voor kinderen, vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven.
Overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben.
Voorbeeld
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
Opmerking
CE: Ja, vanuit de wetgeving, met uitzondering van gezondheidsproducten.
Hier vallen ook disclaimers onder (juridische frase waarmee aansprakelijkheid of
garanties worden ingeperkt of afgewezen). Bijvoorbeeld: Firma de Noorderzon is niet
aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van
deze tekst.
Voor geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en gezondheidsproducten:
Waarschuwingen en/of specifieke vermeldingen vermeldt u in het veld
Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 57 van 105
GS1 Data Source
3.5.2
Specificatie van de inhoud
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een beschrijving van de inhoud van een multi-pack die de merkeigenaar aan de
consument wil communiceren.
GDSN-Naam
descriptiveSize
Instructie
Gebruik dit veld voor verpakte artikelen die bestaan uit twee of meer
consumenteneenheden met dezelfde hoeveelheid (multi-packs).
Voorbeeld
4x50g
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor verpakte artikelen die uit twee of meer consumenteneenheden met dezelfde hoeveelheid bestaan.
Opmerking
3.5.3
-
Standaard portiegrootte
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrij tekstveld voor het vermelden van de standaard portiegrootte.
GDSN-Naam
servingSizeDescription
Instructie
Voer de standaard portiegrootte in zoals vermeld op het etiket (bijv. 1 portie is 33,3
gr). U kunt hier zowel hele waarden als decimalen invullen.
Voorbeeld
33,3 gr.
3 stuks
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.5.4
-
Aantal porties per verpakking
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het totale aantal porties in de verpakking.
GDSN-Naam
numberOfServingsPerPackage
Instructie
Staat er op het etiket hoeveel eenheden er in de verpakking zitten? Vul dit dan hier
in. Wordt er een range gegeven? Gebruik dan velden 3.5.5 en 3.5.6 .
Voorbeeld
4
4,5
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 58 van 105
GS1 Data Source
3.5.5
Minimum aantal porties per verpakking
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het totale aantal kleinste eenheden in de verpakking. De kleinste eenheid kan niet
verder worden onderverdeeld zonder het product te breken of te snijden, zoals tien
pannenkoeken.
GDSN-Naam
numberOfSmallestUnitsPerPackage
Instructie
Staat er op de verpakking geen exact aantal porties, maar een minimum- en een
maximumaantal (bijvoorbeeld voor 4-6 personen)? Gebruik dan dit veld, in
combinatie met 3.5.6 . Vul hier het laagste getal in.
Voorbeeld
4
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
3.5.6
-
Maximum aantal porties per verpakking
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het maximum aantal van de kleinste eenheden in de verpakking. Dit kenmerk moet
worden gebruikt in combinatie met het veld ‘numberOfSmallestUnitsPerPackage’ om
een minimale en maximale waarde in te vullen. Bijvoorbeeld een pakje gehaktballen
waarbij het kleinste aantal eenheden per verpakking tussen 56-60 liggen, zou
‘maximumNumberOfSmallestUnitsPerPackage’ gelijk aan 60 zijn.
GDSN-Naam
maximumNumberOfSmallestUnitsPerPackage
Instructie
Staat er op de verpakking geen exact aantal porties, maar een minimum en een
maximum (bijvoorbeeld voor 4-6 personen)? Vul hier het hoogste getal in.
Voorbeeld
6
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
3.6
-
Lijst van ingrediënten
Vul hier de declaratie van de ingrediënten in.
Let op: als ingrediënten op het etiket zijn gehighlight (dit kan op verschillende manieren,
zoals met vette letters, hoofdletters of afwijkende lettertypes), dan zijn er twee
mogelijkheden om deze in te voeren:
1) Overnemen van de tekst die is gehighlight in het veld ‘Allergie informatie’ (zie 3.7.1 )
2) Gebruik van hoofdletters in de ‘Ingrediëntendeclaratie’ (zie 3.6.1 ).
Door duidelijk te maken of en welke allergenen er in een product zitten, kan de retailer de allergenen gehighlight
laten zien in de online winkel. Kies zelf één van bovenstaande methoden om dit te doen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 59 van 105
GS1 Data Source
3.6.1
Ingrediëntendeclaratie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Informatie over de samenstellende bestanddelen uit het opgegeven product als één
tekenreeks. Bestaande uit ingrediënten, allergenen en kruisbesmettingen.
GDSN-Naam
ingredientStatement
Instructie
1.
Vul de ingrediëntenlijst in die op het etiket staat, inclusief één van de woorden
‘Ingrediënten:’, ‘Hulpstoffen:’ of ‘Bevat’ zoals het op het etiket staat. Gebruik
zoveel mogelijk dezelfde schrijfwijze en dezelfde volgorde.
2. Gebruik komma’s als scheidingsteken en hoofdletters voor vitamines (A, D) en Enummers (E471). Geen ingrediëntendeclaratie op het etiket? Laat dit veld dan
leeg.
Neem de percentages over uit de ingrediëntenlijst op het etiket.
Multi-packs: neem alle ingrediëntenlijsten over die op de verpakking staan.
3. Staan er ingrediënten (allergenen) vetgedrukt op het etiket? Vul het hele
gehighlighte deel dan in met hoofdletters in de ingrediëntenlijst. Zo is het
duidelijk dat het om allergene ingrediënten gaat.
Een andere mogelijkheid om aan te geven welke ingrediënten gehighlight op het
etiket staan, is om ze in te vullen in het veld ‘Allergie-informatie’ (zie 3.7.1 ).
Let op:
Is er sprake van allergenen door kruisbesmettingen? Neem dan de tekst over die op
het etiket staat NA de opsomming van de ingrediënten. Bijvoorbeeld: ‘kan sporen van
noten bevatten’ (let op: deze informatie stond voorheen in het veld ‘allergieinformatie’).
Bij bijvoorbeeld geneesmiddelen en voedingssupplementen staat ook de samenstelling op het etiket. Deze wordt opgenomen in het veld samenstelling.
Voorbeeld
Levensmiddelen:
Ingrediënten: Groenten (tomaat (10%), prei (5%)), ui, TARWEbloem, weipoeder
(MELK), specerijen (MOSTERDmeel, paprikapoeder), aroma’s (bevatten SOJA),
zetmeel, kruiden (knoflook, bieslook, peterselie), smaakversterkers (E621),
voedingszuur (citroenzuur). Kan sporen van noten bevatten.
OF
Ingrediënten: Groenten (tomaat (10%), prei (5%)), ui, tarwebloem, weipoeder
(melk), specerijen (mosterdmeel, paprikapoeder), aroma’s (bevatten soja), zetmeel,
kruiden (knoflook, bieslook, peterselie), smaakversterkers (E621), voedingszuur
(citroenzuur). Kan sporen van noten bevatten.
Aangevuld met het veld allergie informatie om aan te geven welke allergenen erin
zitten.
Ingrediënten: sojaolie, mineralen, gelatine, bevochtigingsmiddel: glycerol, emulgator:
SOJAlecithine, vitamines, kleurstof: ijzeroxide
Drogisterij-artikelen:
Bevat de hulpstoffen benzalkoniumchloride, natriumedetaat en water voor injecties.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
En als deze niet zijn vermeld bij allergenen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 60 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Opmerking
Het veld moet worden voorafgegaan door de tekst ‘Ingrediënten:’, ‘Hulpstoffen:’ of
‘Bevat’.
Neem alle informatie over die op het etiket staat, ook als het geen wettelijk verplichte
vermelding is.
Staat er geen ingrediëntendeclaratie op het etiket, maar worden bepaalde allergenen
wel genoemd? Vul deze allergeneninformatie dan in het veld ‘Ingrediëntendeclaratie’
in. Dit is bijvoorbeeld het geval als er bij rode wijn op het etiket staat: ‘Bevat Sulfiet’.
Vul in dit geval vooraf de tekst ‘Ingrediënten:’ niet in.
3.7
Allergenen
Let op: als ingrediënten op het etiket zijn gehighlight (dit kan op verschillende manieren,
zoals met vette letters, hoofdletters of afwijkende lettertypes), dan zijn er twee
mogelijkheden om deze in te voeren:
1) Overnemen van de tekst die is gehighlight in het veld ‘Allergie informatie’ (zie 3.7.1 )
2) Gebruik van hoofdletters in de ‘Ingrediëntendeclaratie’ (zie 3.6.1 ).
Als er sprake is van een allergeen, vul dan altijd een code in het veld ‘Type Allergeen’ (3.7.2 ) in, zodat retailers
op basis hiervan zoekfuncties kunnen maken in hun webshop. Eventuele kruisbesmettingen (‘Kan sporen van
… bevatten’) moeten achteraan in het veld ‘Ingrediëntendeclaratie’ worden geplaatst.
Door duidelijk te maken of en welke allergenen er in een product zitten, kan de retailer de allergenen gehighlight
laten zien in hun online winkel. Kies zelf één van bovenstaande methoden om dit te doen.
Staat er geen ingrediëntendeclaratie op het etiket, maar worden bepaalde allergenen wel genoemd? Vul
deze allergeneninformatie dan in het veld ‘Ingrediëntendeclaratie’ in. Dit is bijvoorbeeld het geval als er bij
rode wijn op het etiket staat: ‘Bevat Sulfiet’. Vul in dit geval vooraf de tekst ‘Ingrediënten:’ niet in.
3.7.1
Allergie informatie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Tekstuele beschrijving van de aanwezigheid of afwezigheid van allergenen zoals
vastgelegd door de plaatselijke wet- en regelgeving, opgegeven in één zin.
GDSN-Naam
allergenStatement
Instructie
1. Vermeld hier de ingrediënten die in de ingrediëntendeclaratie zijn gehighlight
(meestal vetgedrukt).
2. Een andere mogelijkheid om aan te geven of ingrediënten gehighlight zijn, is om
deze in hoofdletters in te vullen in de Ingrediëntendeclaratie (zie 3.6.1 ).
Let op:
Vermeld hier een exacte kopie van de allergenen die in de ingrediëntendeclaratie zijn
gehighlight in dezelfde volgorde. Komt in de ingrediëntendeclaratie een bepaald
allergeen meerdere keren voor? Voer dit dan ook meerdere keren zo in. Retailers
kunnen hierdoor bij de ingrediëntendeclaratie de genoemde allergenen highlighten in
hun webshop (bij voorkeur vetgedrukt, conform het etiket). Dit veld is dus alleen een
technisch veld en wordt niet 1 op 1 overgenomen door de retailers.
Staat er geen ingrediëntendeclaratie op het etiket, maar staan er wel allergenen
vermeld? U mag dan dit veld niet vullen. Gebruik dan alleen de velden 3.7.2 t/m
3.7.4 .
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 61 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Voorbeeld
Tarwe, melk, mosterd, soja
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, vanuit de wetgeving bij levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere
voedingsmiddelen. En als deze niet al zijn vermeld in de ingrediëntendeclaratie.
Opmerking
Vermeld allergenen die mogelijk voorkomen (zoals in het geval van ‘kan sporen van
noten bevatten’), achteraan de ingrediëntendeclaratie.
Specificeer hierna (in de velden 3.7.2 t/m 3.7.4 ) de informatie apart per allergeen die u
in veld 3.7.1 of 3.6.1 heeft ingevuld. Zo kunnen retailers zoekfuncties in hun webshops
creëren.
3.7.2
Type allergeen
In de wet Voedselinformatie (Verordening (EG) nr. 1169/2011) staat vermeld dat ingrediënten die een
allergische reactie kunnen veroorzaken duidelijk vermeld moeten worden op het etiket. Het betreft hier
ingrediënten of andere stoffen of producten (zoals technische hulpstoffen) die bij de productie van
levensmiddelen worden gebruikt en daarin nog aanwezig zijn. In bijlage II van de verordening staan de
specifieke stoffen met hun uitzonderingen vermeld. In veld 3.7.2 ‘Type Allergeen’ specificeert u de allergenen.
Informatie over allergenen (3.7.2 en 3.7.3 ) die niet in de ingrediëntendeclaratie staat, maar wel in tekst ergens
anders op het etiket, vult u ook hier in.
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die het type allergeen aanduidt.
GDSN-Naam
allergenTypeCode
Instructie
Vul in welke allergenen het product bevat, niet bevat of kan bevatten. Deze
informatie vult u in als ergens in tekst op het etiket staat dat het allergeen aanwezig,
mogelijk aanwezig of niet aanwezig is in het product. Gebruik hiervoor de codelijst
AllergenTypeCode (zie appendix A.2 ). Vul bij multi-packs alle allergenen in. U mag
niet meerdere keren dezelfde code gebruiken.
Voorbeeld
ML
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
Let op
Zit er een allergeen in het product die verplicht vermeld moet worden op het etiket?
Voer dan de code in van een van de verplichte allergenen, zie Appendix A.2 .
Het is ook mogelijk om een verdieping aan te geven. Bijvoorbeeld: voor cashewnoten
moet je de verplichte code voor ‘Noten (AN)’ invoeren. Aanvullend kan als verdieping
‘Cashewnoten (SC)’ worden ingevoerd. Een ander voorbeeld is gerst: de allergeencode
‘Gluten (AW)’ moet in ieder geval worden ingevoerd (net als bij alle glutenbevattende
granen). Aanvullend kan de code voor 'Gerst (GB)’ als verdieping toegevoegd worden.
Dit veld wordt ook gebruikt om zoekfilters te creëren.
3.7.3
Bevat
In het veld ‘Bevat’ duidt u de mate van aanwezigheid van het allergeen aan (‘Bevat’, ‘Kan Bevatten’, ‘Bevat
Niet’). Informatie over allergenen (3.7.2 en 3.7.3 ) die niet in de ingrediëntendeclaratie staat, maar wel in tekst
ergens anders op het etiket, vult u ook hier in.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 62 van 105
GS1 Data Source
Betekenis van de waarde ‘Bevat’:
Het betreft hier de allergenen die onderdeel zijn van de receptuur. Oftewel ingrediënten of technische hulpstoffen die gebruikt worden bij het maken of bereiden van het product. Deze worden doelbewust toegevoegd
en zijn onderdeel van de receptuur. Deze allergenen staan ook met een highlight in de ingrediëntenlijst vermeld.
Betekenis van de waarde ‘Bevat Niet’:
Van de allergenen die met ‘Bevat Niet’ worden aangeduid, betekent het dat deze niet onderdeel zijn van de
receptuur en deze dus niet doelbewust zijn toegevoegd.
Let op: u vult ‘Bevat niet’ alleen in als in de tekst op het etiket staat vermeld dat het allergeen niet in het
product aanwezig is. Als dit aan de hand van een logo op het etiket staat vermeld, dan moet u dit in het veld
‘Vrij van keurmerken’ (3.12.2 ) invullen en niet hier.
Betekenis van de waarde ‘Kan Bevatten’:
‘Kan bevatten’ of kruisbesmetting betekent dat allergenen via het proces of andere manieren toch in het product
terecht kunnen komen.
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die de mate van aanwezigheid van het allergeen aanduidt.
GDSN-Naam
levelOfContainmentCode
Geef aan of een allergeen aanwezig is, niet aanwezig is of mogelijk aanwezig is in een
product, als dit duidelijk op het etiket staat. Gebruik hiervoor de codelijst
levelOfContainmentCode met de volgende keuzemogelijkheden:
Instructie
3.
Het artikel bevat de genoemde stof als ingrediënt (of de stof is aanwezig in een
ingrediënt) (CONTAINS).
4.
Het artikel is vrij van de genoemde stof (volgens receptuur) (FREE_FROM).
5.
Het artikel kan de genoemde stof bevatten (als gevolg van besmetting)
(MAY_CONTAIN).
Dezelfde regels als bij ‘Type allergeen’ zijn van toepassing:
-
Als een allergeen hier niet wordt vermeld, betekent dat niet dat het product ‘Xvrij’ is.
Voorbeeld
Het artikel bevat de genoemde stof als ingrediënt (of de stof is aanwezig in een
ingrediënt) (uit codelijst).
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
3.7.4
-
Allergeen informatie verstrekt
Relevante items
Omschrijving
Definitie
In dit veld geeft u aan of alle relevante allergene informatie voor dit product
aanwezig is. Dit geldt voor voedingsmiddelen waarvoor etiketinformatie verplicht is.
GDSN-Naam
isAllergenRelevantDataProvided (AVP)
Instructie
Kies uit de waarden TRUE (Ja) of FALSE (Nee)
Voorbeeld
TRUE (ja)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor producten waarvoor etiketinformatie is ingevuld.
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 63 van 105
GS1 Data Source
3.8
Nutriënten
Let op: u kunt nutriënthoeveelheden in verschillende meeteenheden invoeren voor hetzelfde nutriënt. Dit doet
u bij voorkeur door hetzelfde nutriënt meerdere keren te vermelden in uitsluitend één meeteenheid per instantie
(in plaats van het nutriënt maar één keer te melden met meerdere meeteenheden eronder).
Voorbeeld:
Nutriënt vermeld in max. één meeteenheid: Energie 114 kilocalorie.
Herhaling zelfde nutriënt ook in maar één meeteenheid: Energie 477 kilojoules.
U moet nutriënten in de volgorde invullen zoals in bijlage XV van verordening 1169/2011 staat aangegeven.
Voor drogisterij-artikelen geldt het volgende: in de volgende paragrafen staan velden over de voedingswaarde
die kunnen worden ingevuld als alle stoffen in de lijst op het etiket in de nutriëntenlijst in bijlage A.1
voorkomen. Als er andere stoffen op het etiket staan, gebruik dan het veld samenstelling (4.5.1 ) en sla de
velden uit dit hoofdstuk over.
3.8.1
Status van de bereiding
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft of de nutriënteninformatie geldt voor de bereide of onbereide
toestand van het product.
GDSN-Naam
preparationStateCode
Instructie
Alleen de codes PREPARED en UNPREPARED mogen gebruikt worden. Vul in of de
nutriënteninformatie betrekking heeft op het door de consument onbereide of het
bereide product. Als het om het bereide product gaat, dan staat dat specifiek op het
etiket.
-
Onbereid: de nutriënteninformatie heeft betrekking op artikelen in de staat waarin
zij worden verkocht. Bijv.: frisdrank, chocoladereep.
-
Bereid: de nutriënteninformatie heeft betrekking op een bereide staat. Dit
betekent na bereiding door de consument, volgens de instructies op de verpakking.
Bijv.: cake gemaakt van de cake mix, ontbijtgraan met melk.
Als de status van de bereiding ‘Bereid’ is en er tenminste één nutriënt is ingevuld, vul
dan het veld ‘Bereidingsinstructies’ (3.10.1 ) in.
Voorbeeld
PREPARED (Bereid)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.8.2
-
Code nutriënttype
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die nutriënten in het product identificeren.
GDSN-Naam
nutrientTypeCode
Instructie
Ga naar de codelijst UN_INFOODS (Appendix A1) en kies de juiste codes voor de
nutriënten die op het etiket staan vermeld.
Voorbeeld
LACS (Lactose)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 64 van 105
GS1 Data Source
3.8.3
Meetnauwkeurigheid
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die aangeeft of de opgegeven nutriëntinhoud exact of bij benadering is.
GDSN-Naam
measurementPrecisionCode
Instructie
Gebruik standaard ‘Bij benadering’. ‘Minder dan’ gebruikt u als op het etiket < staat.
Een derde optie, ‘Exact’, wordt niet gebruikt.
Voorbeeld
Bij benadering
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.8.4
Let op: als er sprake is van ‘sporen van’ of ‘traces’ voer dan als meetnauwkeurigheid/
hoeveelheid ‘minder dan 0 gram’ in.
Hoeveelheid nutriënt
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Meetwaarde die de hoeveelheid nutriënten in het product aangeeft. Wordt uitgedrukt
op basis van de referentie portiegrootte (zie veld 3.8.5).
GDSN-Naam
quantityContained
Voer de hoeveelheid nutriënt per eenheid als vermeld in het veld ‘Referentie
portiegrootte’ (3.8.5 ) in (de meeteenheid wordt in een afzonderlijk veld ingevoerd).
Gebruik dezelfde waardes als op het etiket staan.
Vul voor voedingssupplementen de voedingswaarden per portiegrootte in als dat de
enige eenheid is die op de verpakking staat. Zie ook de opmerking.
Instructie
Voorbeeld
35,1 (GRM)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
Opmerking
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Geef bij multi-packs een gemiddelde voedingswaarde aan van de producten in het
multi-pack. Is dit niet mogelijk omdat de artikelen te verschillend zijn? Vul dan de
voedingswaarde in van het primaire artikel. Als dat ook niet te bepalen is, vul dan de
voedingswaarde in van een willekeurig artikel uit dit multi-pack.
Vul voor voedingssupplementen waarvan niet alle stoffen die op het etiket in de
voedingswaardetabel worden weergegeven in de nutriëntenlijst in appendix A.1
voorkomen, de hele tabel in het veld ‘Samenstelling’ (4.5.1 ) in.
3.8.5
Referentie portiegrootte
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Meetwaarde die de portiegrootte weergeeft, waarin de gegevens per voedingsstof
worden verklaard.
GDSN-Naam
servingSize
Instructie
Geef aan voor welke portiegrootte de nutriëntenlijst geldt. Kies voor levensmiddelen uit
100 GRM of 100 MLT (tenzij een speciale regeling van toepassing is voor de
productgroep, zie opmerking hieronder voor meer informatie). Vul de meeteenheid in
een afzonderlijk veld in.
Voorbeeld
100 gram (GRM)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 65 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Opmerking
Voor enkele productgroepen geldt afwijkende wetgeving waardoor de referentie
portiegrootte op een andere eenheid moet worden ingevoerd. Zo geldt bijvoorbeeld
voor mineraalwater een verplichte referentie portiegrootte van 1 liter (LTR) of 1000
MLT. Als bij voedingssupplementen alleen per portie een tabel op het etiket staat, vul
deze portie hier dan in. Voor de eenheid moet u een apart veld invullen.
3.8.6
% Referentie-inname
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het percentage van de referentie-inname van een nutriënt, of de dagelijkse
referentie-inname van vitaminen en mineralen, zoals aanbevolen door de
autoriteiten van de doelmarkt. Dit wordt uitgedrukt op basis van de referentie
portiegrootte (zie 3.8.5 ) of de dagelijkse referentie-inname van mineralen en
vitaminen.
GDSN-Naam
dailyValueIntakePercent
Instructie
Voer het percentage in van de referentie-inname van een nutriënt, of de dagelijkse
referentie-inname van vitaminen en mineralen, die hoort bij de betreffende ‘referentie
portiegrootte’.
Voor vitaminen en mineralen: neem het percentage per portie over, zoals op het etiket
staat.
Voorbeeld
18.2
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.8.7
Vul voor voedingssupplementen waarvan niet alle stoffen, die op het etiket staan, in de
nutriëntenlijst in appendix A.1 voorkomen, de hele tabel in het veld ‘Samenstelling’
(4.5.1 ) in.
Referentie-inname
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrij tekstveld waarin de basis dagwaarde inname wordt opgegeven waarop de inname
per nutriënt is gebaseerd.
GDSN-Naam
dailyValueIntakeReference
Instructie
Neem de beschrijving over van de referentie-inname die op het etiket staat; kort de
tekst in als deze langer is dan 70 karakters.
Voorbeeld
Referentie-inname van een gemiddelde volwassene (8400 kJ/2000 kcal)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.9
Oorsprong
Vul in deze velden informatie in over de plaatsen/gebieden waar het product zich heeft bevonden.
3.9.1
Informatie over herkomst
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrij tekstveld waarin de plek waar het product van afkomstig is, wordt beschreven. De
tekst komt overeen met de formulering op het artikel.
GDSN-Naam
ProvenanceStatement
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 66 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Alle informatie over herkomst die wordt vermeld voert u hier in. Gebruik voor sommige
productsoorten (o.a. vis) ook 3.9.2 t/m 3.9.6.
Voorbeeld
Ierland
Oostelijke Atlantische Oceaan
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.9.2
-
Soort activiteit
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die het soort activiteit aangeeft dat op het artikel van toepassing is.
GDSN-Naam
productActivityTypeCode
Instructie
Vul de waarde afhankelijk van de activiteit in. Als u ‘geboorteplaats van het dier’
invult, vul dan de vaste waarde BIRTH in.
Vervolgens kunt in het veld ‘Country Code’ of ‘Plaats van de Activiteit’ de
bijbehorende informatie invoeren.
Voorbeeld
LAST_PROCESSING – Land van laatste bewerking
BIRTH – Geboorteplaats van het dier
REARING – Plaats waar het dier is gehouden
SLAUGHTER – Plaats van slachting
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als ‘regio/plaats van de activiteit’ (3.9.3 ) is gevuld.
Opmerking
3.9.3
-
Regio/Plaats van de activiteit
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrij tekstveld waarin de regio/plaats kan worden ingevoerd behorende bij de
geselecteerde ‘Soort Activiteit’
GDSN-Naam
productActivityRegionDescription
Instructie
De waarde dient afhankelijk van de toepassing te worden gevuld. Indien u
‘geboorteplaats van het dier’ wilt invoeren selecteert u eerst in het veld ‘Soort Activiteit’
de waarde BIRTH. Vervolgens kunt in het veld ‘Plaats van de Activiteit’ de bijbehorende
informatie invoeren die op het etiket staat vermeld.
Voorbeeld
Schotse Hooglanden
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Dit veld dient gebruikt te worden voor de ‘soorten Activiteit’:
BIRTH – Geboorteplaats van het dier
REARING – Plaats waar het dier is gehouden
SLAUGHTER – Plaats van slachting
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 67 van 105
GS1 Data Source
3.9.4
Land code
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Country code ten behoeve van de activiteit: Land waar het artikel het laatst is
bewerkt of getest voor import.
GDSN-Naam
countryOfActivity/CountryCode
Instructie
Voer hier niets in als het land van laatste bewerking vaak wisselt. De informatie moet
namelijk al in het verzendbericht of op de pakbon worden verstrekt.
Tevens moet u het veld Soort activiteit invullen.
Voorbeeld
056 (België)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor rundvlees en eieren als het product ergens anders is bewerkt dan in het
land van herkomst.
Opmerking
Dit veld dient gebruikt te worden voor de ‘soorten Activiteit’:
LAST PROCESSING – Land van laatste bewerking voor import.
3.9.5
Code vangstgebied van vis
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Code waarmee wordt aangeduid in welk FAO vangstgebied de vis is gevangen.
GDSN-Naam
productActivityRegionZoneCodeReference/enumerationValueInformation/enumerationValue
Instructie
Voer in dit tekstveld alleen de code van het vangstgebied in, zoals vermeld op het etiket.
Gebruik hiervoor alleen de codes die door de FAO zijn toegekend. De complete lijst is
opgenomen in Appendix A.4 ‘Codelijst vangstgebieden volgens FAO’. Vul ook het veld
‘Soort activiteit’ (3.9.2 ) invullen.
Voorbeeld
41 (Atlantic, Southwest)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor vis.
Opmerking
3.9.6
Gebruik dit veld alleen in combinatie met de ‘Soort activiteit’ (3.9.2 ): CATCH_ZONE.
Vangstmethode
Relevante
items
Omschrijving
Definitie
Code voor de vangstmethode van de vis volgens de FAO richtlijn voor statistische
classificatie van vangstgereedschap.
GDSN-Naam
catchMethod (AVP)
Instructie
Kies een code die overeenkomt met de vermelding op het product. U moet ook het veld
‘Soort activiteit’ (3.9.2 ) invullen.
Voorbeeld
TBS
Verplicht
PL: Nee
(Bodemtrawls – garnalentrawls)
HE: Nee
CE: Ja, voor vis.
Opmerking
Dit veld gebruikt u alleen in combinatie met de ‘Soort activiteit’ (3.9.2 ): CATCH_ZONE.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 68 van 105
GS1 Data Source
3.10
Bereiding en gebruik
Vul hier informatie in over de bereiding en het gebruik van het product.
3.10.1 Bereidingsinstructies
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Tekstuele instructie over hoe het product te bereiden alvorens het te consumeren.
GDSN-Naam
preparationInstructions
Instructie
Voer de bereidingsinstructies in zoals die op het etiket staan. Staan er symbolen bij de
bereidingsinstructies? Vermeld die dan in tekstvorm. Zijn er nog extra ingrediënten
nodig voor de bereiding? Geef dat dan hier aan. Staan er geen bereidingsinstructies op
het etiket, maar zit er een receptenkaart in de verpakking? Vermeld dan de tekst ‘Zie
ingesloten recept’. Staan er geen bereidingsinstructies op het etiket, en ontbreekt ook
een receptenkaart in de verpakking? Laat dit veld dan leeg.
Voorbeeld
Verwarm de koekenpan op hoog vuur. Bak het vlees 4-6 minuten. Leg het vlees op een
bord en bestrooi het met zout en peper.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als de status van de bereiding ‘Bereid’ is en er tenminste één nutriënt is
ingevuld.
Opmerking
-
3.10.2 Gebruiksinstructies
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De consumenteninstructies voor het gebruik van een product die op het etiket staan.
De instructies verwijzen naar hoe de gebruiker het product moet gebruiken.
GDSN-Naam
consumerUsageInstructions
Instructie
Voer de etiketinformatie in die betrekking heeft op het gebruik van het product. Als
instructies grafisch zijn weergegeven, vertaal deze dan naar tekst.
Voor levensmiddelen geldt: neem vrijwillige waarschuwingen hier ook mee.
Voor drogisterij-artikelen geldt: vul hier ook de indicaties in voor welke leeftijd het
product geschikt is. Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen vult u in bij het veld
‘Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen’.
Voorbeeld
Levensmiddelen:
Door en door verhitten
Let op: kleine kinderen kunnen zich in noten en pinda’s verslikken.
Drogisterij:
Schudden voor gebruik.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
De informatie die t/m 26 mei 2016 is ingevoerd in het toenmalig beschikbare veld
‘Gebruiks- en bewaarinstructies’ is volledig verplaatst naar het veld
‘Gebruiksinstructies’. Vooralsnog is afgesproken dat deze informatie voor bestaande
artikelen zo kan blijven staan. Vul bij nieuwe artikelen allebei de velden ‘gebruiks- en
bewaarinstructies’ in.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 69 van 105
GS1 Data Source
3.10.3 Bewaarinstructies
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De consumenteninstructies voor de opslag van een product die op het etiket staan. De
instructies kunnen verwijzen naar een geadviseerde bewaartemperatuur of een
specifiek vereiste opslag.
GDSN-Naam
consumerStorageInstructions
Instructie
Voer de etiketinformatie in die betrekking heeft op het bewaren van het product. Als
instructies grafisch zijn weergegeven, vertaal deze dan naar tekst.
Voor levensmiddelen geldt: neem vrijwillige waarschuwingen hier ook mee.
Voor drogisterij-artikelen geldt: vul waarschuwingen en gebruiksbeperkingen in bij het
veld ‘Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen’.
Voorbeeld
Levensmiddelen:
Koel bewaren
Houd rauwe levensmiddelen gescheiden van kant-en-klare-producten en gaar voedsel
Drogisterij:
Gesloten en bij kamertemperatuur (15-25 °C) op een droge en donkere plaats
bewaren, buiten bereik en zicht van kinderen.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
Voor de drogisterij geldt: ook aanwijzingen voor het weggooien van het product kunt u
hier opnemen. De tekst van de verwijderinstructies kunt u vooraf laten gaan door
‘Verwijder: ’.
De informatie die t/m 26 mei 2016 is ingevoerd in het toenmalig beschikbare veld
‘Gebruiks- en bewaarinstructies’ is volledig verplaatst naar het veld
‘Gebruiksinstructies’. Vooralsnog is afgesproken dat deze informatie voor bestaande
artikelen zo kan blijven staan. Vul bij nieuwe artikelen de velden ‘Gebruiksinstructies’
en ‘Bewaarinstructies’ in.
3.11
Claims
Vul hier informatie in over claims.
3.11.1 Voedingswaardeclaim
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrij tekstveld voor eventuele extra voedingswaardeclaims.
GDSN-Naam
nutritionalClaim
Instructie
Staan er aanvullende voedingswaardeclaims op het etiket? Vul die dan hier in.
Voorbeeld
Rijk aan eiwitten
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 70 van 105
GS1 Data Source
3.11.2 Serveersuggestie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrij tekstveld voor serveersuggesties.
GDSN-Naam
servingSuggestion
Instructie
Staan er serveersuggesties op het etiket? Dan kunt u die hier vermelden.
Voorbeeld
Leg de cake op een vierkante schaal of dienblad
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
-
3.11.3 Gezondheidsclaim
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrij tekstveld voor eventuele gezondheidsclaims volgens de voorschriften van de
doelmarkt.
GDSN-Naam
healthClaimDescription
Instructie
Staan er gezondheidsclaims op het etiket? Vermeld die dan hier. In dit veld kunnen
maximaal 1000 posities worden ingevuld. Als dit niet voldoende is, herhaal dit veld dan.
Dit geldt ook voor medische claims voor geneesmiddelen.
Voorbeeld
Levensmiddelen:
Eiwitten zijn nodig voor een normale groei en ontwikkeling van het beendergestel van
kinderen
Gedroogde pruimen/pruimedanten dragen bij tot een normale darmfunctie
Drogisterij:
Vitamine C verhoogt de ijzeropname.
Vitamine C is goed voor de weerstand.
Goed voor de gemoedstoestand.
Draagt bij aan extra energie bij vermoeidheid.
Goed voor de werking van de spieren en het zenuwstelsel.
Bij griep.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
-
3.11.4 Marketinginformatie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Marketingboodschap behorende bij het product.
GDSN-Naam
tradeItemMarketingMessage
Instructie
Vul in dit veld marketingclaims in, als die op een van de zijden van de verpakking staan.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 71 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Voorbeeld
Levensmiddelen:
Meer aroma en vollere smaak
Heerlijk luchtig
Dit product bevat louter natuurlijke ingrediënten
Drogisterij:
Dit product is ontwikkeld door dermatologen.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
3.12
Dit veld geeft echter de toegevoegde waarde van het product aan voor de consument en
wordt daarom aangeraden te vullen. Het wordt ook sterk aanbevolen door retailers.
Keurmerken/Logo’s
Vul in deze velden informatie in over keurmerken en logo's die zichtbaar op het etiket en/of de verpakking
staan vermeld.
3.12.1 Dieet-/allergiekeurmerken
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vermelding van welke dieet- of allergeenkeurmerken op de verpakking staan.
GDSN-Naam
packagingMarkedDietAllergenCode
Instructie
Staat er een dieet-/allergiekeurmerk op het etiket of de verpakking? Dan moet u dit hier
invullen. Hieronder staan enkele voorbeelden. De complete codelijst vindt u op de
internationale website van GS1.
Let op: in de lijst staat de algemene categorie van een keurmerk, maar geen
voorbeelden. Dit is omdat meerdere instanties keurmerken voor bijvoorbeeld kosher
uitgeven en de lijst anders te lang zou worden. Zoek dus voor uw specifieke keurmerk de
categorie die erbij hoort en geef die in dit veld op.
Voorbeeld
Verplicht
HALAL (Halal):
VEGETARIAN (vegetarisch):
KOSHER (Kosher):
COELIAC (Coeliakie):
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
Dit veld kunt u meerdere keren invullen, maar niet met dezelfde waarden.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 72 van 105
GS1 Data Source
3.12.2 Vrij van keurmerken
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vermelding van welke vrij van keurmerken op de verpakking staan.
GDSN-Naam
packagingMarkedFreeFromCode
Instructie
Staat er een Vrij van keurmerk op het etiket of de verpakking? Dan moet u dit hier
invullen
Hieronder staan voorbeelden. De complete codelijst vindt u op onze website.
Let op: in de lijst staat de algemene categorie van een keurmerk, maar geen
voorbeelden. Dit is omdat meerdere instanties keurmerken voor bijvoorbeeld glutenvrij
uitgeven en de lijst anders te lang zou worden. Zoek dus voor uw specifieke keurmerk
de categorie die erbij hoort en geef die in dit veld op.
Voorbeeld
FREE_FROM_GLUTEN (Glutenvrij):
FREE_FROM_LACTOSE (lactosevrij):
FREE_FROM_MILK (Melkvrij):
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
Dit veld kunt u meerdere keren invullen, maar niet met dezelfde waarden.
3.12.3 Overige keurmerken
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vermelding van keurmerken om aan te geven dat het product erkenning, goedkeuring of
certificering door het volgen van richtlijnen door de certificerende instantie ontving. Dit
vertegenwoordigt niet claims voor de regelgeving.
GDSN-Naam
packagingMarkedLabelAccreditationCode
Instructie
Staat er een keurmerk op het etiket of de verpakking anders dan een dieet-/allergiekeurmerk of vrij van keurmerk? En is dit keurmerk opgenomen in de codelijst met
overige keurmerken? Dan moet u dit hier invullen. Voor deze lijst: ga naar de codelijst
internationale keurmerken op onze website.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 73 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Voorbeeld
UTZ_CERTIFIED (UTZ certified):
AQUACULTURE_STEWARDSHIP_COUNCIL (ASC):
FAIR_TRADE_MARK (fairtrade):
EU_ORGANIC_FARMING (Biologische landbouw, Europese Unie):
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja
Opmerking
Dit veld kunt u meerdere keren invullen, maar niet met dezelfde waarden.
3.12.4 Aanvullend logo op product/verpakking
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Geeft aan welke overige logo’s (die geen claims of keurmerken zijn) aanwezig zijn op de
verpakking van het product, bijvoorbeeld het ’zwangerschapslogo’ of ‘Nix18’ op
alcoholische dranken.
GDSN-Naam
additionalPackagingMarkedLabelAccreditation (AVP)
Instructie
Vul hier de code(s) in van de overige logo’s die op de verpakking van het product staan.
U kunt daarnaast de betekenis van de logo’s omschrijven en als tekst invoeren in de
velden ‘Gebruiksinstructies’ (3.10.2) en ‘Bewaarinstructies’ (3.10.3), maar dit is niet
verplicht.
Kunt u in de lijst geen code voor het logo vinden? Dan is het verplicht om de betekenis
van het logo in tekst te omschrijven in een van de volgende velden: ‘Gebruiksinstructies’
(3.10.2) of ‘Bewaarinstructies’ (3.10.3). Welke van deze twee velden u invult is
afhankelijk van het logo.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 74 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Voorbeeld
ZWANGERSCHAPSLOGO:
NIX18:
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor levensmiddelen, voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen.
Opmerking
3.13
Dit veld kunt u meerdere keren invullen, maar niet met dezelfde waarden.
Omgaan met productwijzigingen
Als er iets wijzigt in een product dan verwijzen wij naar het document ‘Aanbeveling hoe om te gaan met
productwijzigingen’ dat u op de website van GS1 vindt (www.gs1.nl). Is er volgens deze aanbeveling geen
nieuwe GTIN nodig, maar moet u deze productwijziging wel kenbaar maken? Voer dan onderstaande velden in
volgens de procedure in het document.
3.13.1 THT datum van eerste productie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De houdbaarheidsdatum en -tijd van de eerste productierun van de productievariant.
GDSN-Naam
productionVariantEffectiveDateTime
Instructie
Vul de houdbaarheidsdatum en tijd in van de eerste productierun van de nieuwe
productvariant. Is er geen houdbaarheidsdatum beschikbaar? Schat deze dan zo goed
mogelijk in op basis van de levensduur van het product.
-
Als de houdbaarheidsdatum wordt uitgedrukt in een maand, gebruik dan de eerste
dag van de maand.
-
Als de houdbaarheidsdatum wordt uitgedrukt in een jaar, gebruik dan de eerste dag
van het jaar.
-
In geval van een samengesteld artikel met meerdere verschillende houdbaarheidsdata moet u de vroegste houdbaarheidsdatum gebruiken.
Het veld wordt samen met de gegevens in het veld 2.1.7 ‘Ingangsdatum’
(effectiveDateTime) gebruikt om retailers een indicatie te geven wanneer de periode dat
er twee productvarianten in omloop zijn afloopt.
Voorbeeld
2016-06-01T00:00:00 (jjjj-mm-ddThh:mi:ss)
Niveau
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 75 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Opmerking
Let op! De formele (GDSN) definitie van dit veld is anders dan waarvoor dit veld wordt
gebruikt. In de sector is afgesproken om dit veld te gebruiken voor de houdbaarheidsdatum van de eerste productierun van de productievariant.
3.13.2 Productievariant omschrijving
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Vrije tekst aangeleverd door de fabrikant om de productievariant te beschrijven.
Voorbeelden zijn: pakket serie X, pakket serie Y.
GDSN-Naam
productionVariantDescription
Instructie
Hier kan vrije tekst voor eigen gebruik worden ingevuld om de verschillende varianten
met dezelfde GTIN te kunnen onderscheiden.
Voorbeeld
Serie X
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee
Opmerking
Als dit veld gevuld is, dan moet het veld THT datum van eerste productie (3.13.1 ) ook
gevuld worden.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 76 van 105
GS1 Data Source
4
Invoervelden etiketinformatie drogisterij-artikelen
In dit hoofdstuk staan de specifieke invoervelden die alleen voor bepaalde drogisterij-artikelen gelden,
voorafgegaan door een introductie. Invoervelden die zowel voor drogisterij-artikelen als voor levensmiddelen
van toepassing zijn, staan in de vorige hoofdstukken vermeld.
4.1
Definities productgroepen
In dit hoofdstuk staat een invoerinstructie voor etiketinformatie die specifiek geldt voor de volgende
productgroepen:
-
Voedingssupplementen.
-
Bijzondere voedingsmiddelen.
-
Medische hulpmiddelen.
-
Geneesmiddelen (AV en UAD, inclusief homeopathische middelen).
-
Gezondheidsproducten (uitwendig, niet-cosmetica).
Zoals al in het vorige hoofdstuk is aangegeven, is de verordening 1169/2011 naast levensmiddelen ook voor
de productgroepen voedingssupplementen en bijzondere voedingsmiddelen van toepassing. Voor de overige
bovengenoemde productgroepen geldt deze verordening niet. Het is echter belangrijk dat de consument ook
bij online aankoop van deze producten geïnformeerd wordt over de aard van het product, de werking van het
product en de te verwachten risico’s en gevolgen. Daarom kan van deze producten ook de etiketinformatie
worden uitgewisseld via GS1 Data Source.
4.1.1
Voedingssupplementen
De officiële definitie uit het Warenwetbesluit Voedingssupplementen is:
Eet- of drinkwaren die:
Bedoeld zijn als aanvulling op de normale voeding, een geconcentreerde bron vormen van één of meer
microvoedingsstoffen of van andere stoffen met een voedingskundig of fysiologisch effect en verhandeld worden
in voor inname bestemde afgemeten kleine eenheidshoeveelheden.
Voorbeelden: multivitaminen, enkelvoudige vitamine- of mineraalpreparaten, kruidenpreparaten, probiotica,
visolie capsules.
4.1.2
Bijzondere voedingsmiddelen
De nieuwe definitie in Verordening (EU) Nr. 609/2013 (deze gaat strikt genomen pas in juli 2016 in) is:
-
Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding.
-
Bewerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding.
-
Voeding voor medisch gebruik.
-
De dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing.
Voorbeelden: babymelkpoeder, eerste hapjes en de volledige maaltijdvervangers (dus niet alle afslankproducten).
4.1.3
Medische hulpmiddelen
De officiële definitie voor medische hulpmiddelen is:
-
Elk instrument, toestel of apparaat, elke software of stof of elk ander artikel dat of alleen of in combinatie
wordt gebruikt, met inbegrip van elk hulpstuk en software die voor de goede werking ervan benodigd is.
-
Dat of die door de fabrikant speciaal is bestemd om te worden gebruikt voor diagnostische of
therapeutische doeleinden en door de fabrikant is bestemd om bij de mens te worden aangewend voor
diagnose, preventie, bewaking, behandeling of verlichting van ziekten, diagnose, bewaking, behandeling,
verlichting of compensatie van verwondingen of een handicap, onderzoek naar of vervanging of wijziging
van de anatomie of van een fysiologisch proces, beheersing van de bevruchting.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 77 van 105
GS1 Data Source
-
Waarbij de belangrijkste beoogde werking in of aan het menselijk lichaam niet met farmacologische of
immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt, maar wel door dergelijke middelen kan
worden ondersteund.
Voorbeelden: pleisters en andere verbandmiddelen, spiercrèmes, zwangerschapstests etc.
Alleen de medische hulpmiddelen die ook daadwerkelijk in de drogisterij of supermarkt worden verkocht zijn in
scope. Bij een medisch hulpmiddel staat
op het etiket.
4.1.4
Geneesmiddelen (AV en UAD)
De algemene definitie van een geneesmiddel is:
Een substantie of een samenstel van substanties die bestemd is om te worden toegediend of aangewend voor
dan wel op enigerlei wijze wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor:
-
Het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens.
-
Het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens.
-
Het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies bij de mens door een
farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen.
Voorbeeld: paracetamol.
Bij een geneesmiddel staat altijd een EU-, RVG- of RVH-nummer op het etiket. Alleen de gegevens van geneesmiddelen die in de drogisterij of supermarkt worden verkocht zijn in scope. Deze hebben de afleverstatussen
AV = Algemeen Verkrijgbaar of UAD = Uitsluitend bij Apotheek/Drogist verkrijgbaar.
4.1.5
Gezondheidsproducten (uitwendig, niet cosmetica)
Gezondheidsproducten zijn binnen de zelfregulering op reclamegebied gedefinieerd als:
Warenwetproducten in een farmaceutische vorm en met een farmaceutisch uiterlijk of waarvoor een aan
gezondheid gerelateerde primaire functie wordt geclaimd, zonder dat ze daardoor een geneesmiddel worden.
Voorbeeld: een middel voor soepele spieren en gewrichten of een littekencrème.
Gezondheidsproducten hebben altijd een gezondheidsclaim op het etiket staan. Bij de meeste bedrijven weet
de regulatory affairs/juridische afdeling of er gezondheidsclaims worden gebruikt. Meer informatie over
gezondheidsclaims is te vinden op de website van KOAG/KAG. Deze organisatie toetst onder andere of op
etiketten gebruikte claims toegestaan zijn.
Voorbeeld claim: verzorgt en verkoelt de huid na waterpokken.
4.2
Velden per productgroep
In onderstaande matrix staan de velden die u voor etiketinformatie van levensmiddelen en de verschillende
productgroepen drogisterijartikelen moet invullen als deze op het etiket zijn vermeld (of ondersteunend is
aan deze informatie). Waar mogelijk hebben we de GPC code toegevoegd (de GS1 code om producten te
categoriseren).
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 78 van 105
Bijzondere
Voedingsmiddelen
Gezondheidsproducten
(uitwendig, niet cosmetica)
Voedingssupplementen GPC
10000468, 10000467 of
10000651
Medische hulpmiddelen GPC
10005844
Geneesmiddelen (incl.
Homeopathie)
GPC 10005845
GS1 Data Source
Naam en adres fabrikant of vergunninghouder §4.3
x
x
Dosering §4.4.1
x
x
x
x
x
Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen §4.4.2
x
x
x
x
x
Samenstelling §0
x
x
x
x
x
x
x
x
x
KAG nummer van de verpakking §0
Afleverstatus §4.7
x
Toedieningsvorm § 4.8
x
Richtlijn (CE)/Registratienummer §4.9
x
x
Additionele artikelidentificatie (RVG/RVH nummer)
§4.10
Externe informatie (bijsluiter of handleiding) §4.11
x
x
x
Wettelijke benaming §3.4.1
x
x
Contactnaam en communicatieadres consument
§3.4.3 t/m 3.4.3
Verplichte vermeldingen §3.5.1
x
x
x
x
x
x
x
Specificatie van de inhoud § 3.5.2
x
x
x
x
x
Netto inhoud §2.7.5
x
x
x
x
x
Ingrediëntendeclaratie §3.6.1
x
x
x
x
x
Allergenen §3.7
x
x
Nutriënten per 100g/100ml §3.8
x
Informatie over herkomst §3.9.1
Gebruik – en bewaarinstructies §3.10
x
x
x
x
x
Gezondheids- of voedingswaardeclaim(s) §3.11
x
x
x
x
x
Keurmerken/logo’s §3.12
x
x
x
x
x
4.3
Gegevens fabrikant of vergunninghouder
In deze paragraaf staan de velden voor contactgegevens die specifiek voor drogisterij-artikelen worden
vastgelegd. In paragraaf 3.4 vindt u de velden voor naam- en contactgegevens voor de consument.
4.3.1
Naam fabrikant of vergunninghouder
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van de partij die het product fabriceert, of de naam van de partij die de houder
is van de handelsvergunning.
GDSN-Naam
partyInRole/partyName
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 79 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Instructie
Vul de naam in van de fabrikant/producent of de houder van de handelsvergunning in.
Gebruik veld 4.3.3 om aan te geven wat het soort adres is.
Voorbeeld
Haw Par Healthcare Ltd.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen als het
op etiket staat.
Opmerking
4.3.2
Vul een extra adres op het etiket in de velden 3.4.3 , 3.4.4 en 3.4.5 in.
Adres fabrikant of vergunninghouder
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het adres van de partij die het product fabriceert, of het adres van de partij die de
houder is van de handelsvergunning.
GDSN-Naam
partyInRole/partyAddress
Instructie
Vul het adres in van de fabrikant/producent of de houder van de handelsvergunning in.
Gebruik veld 4.3.3 om aan te geven wat het soort adres is.
Voorbeeld
401 Commonwealth Drive, Singapore 149598
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen, gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen als het
op etiket staat.
Opmerking
4.3.3
Vul een extra adres op het etiket in de velden 3.4.3 , 3.4.4 en 3.4.5 in.
Soort fabrikant of vergunninghouder
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een code die de rol van een partij identificeert in een transactie.
GDSN-Naam
partyRoleCode
Instructie
Vul voor dit veld de vaste waarde REGISTERED_AGENT in.
Voorbeeld
REGISTERED_AGENT
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als de velden 4.3.1 en/of 4.3.2 zijn gevuld.
Opmerking
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 80 van 105
GS1 Data Source
4.4
Dosering en waarschuwingen
In deze paragraaf staan de velden voor dosering en waarschuwingen van drogisterij-artikelen.
4.4.1
Dosering
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Informatie over de dosering of doseringsbeperkingen van producten die moeten worden
ingenomen/toegediend per dosis. Dit is niet gebaseerd op voorgeschreven dosering, maar
op aanbevolen dosering of aanbevolen beperking. Dit kan voorgedrukt op de verpakking
van het product staan, of moet geëtiketteerd worden afhankelijk van de regulering per
doelmarkt. Voorbeeld: neem 2 tabletten om de 4 uur, neem 1 theelepel per dag.
GDSN-Naam
dosageRecommendation (AVP)
Instructie
Vermeld de aanbevolen dosering inclusief de doseringsbeperkingen zoals deze op de
verpakking of op het etiket staan, en/of de wijze van gebruik.
Voorbeeld
-
Verplicht
3x daags 1 capsule vóór de maaltijd met water innemen. Na verloop van tijd kan
worden overgegaan op een onderhoudsdosering van 2 capsules per dag.
Gebruik niet meer dan 6 tabletten per dag.
Gebruik maximaal 3 tabletten in 24 uur.
De aanbevolen dosering niet overschrijden
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als het op het etiket staat.
Opmerking
4.4.2
Dit veld is niet hetzelfde als het veld ‘Samenstelling’ (zie 4.5.1 ).
Waarschuwingen en gebruiksbeperkingen
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Informatie over de niet-wettelijke voorgeschreven waarschuwingen voor het product, en
over het correcte gebruik van het product.
GDSN-Naam
drugSideEffectsAndWarnings (AVP)
Instructie
Neem de informatie over de specifieke waarschuwingen, interacties en contra-indicaties
over zoals deze op de verpakking of op het etiket staan.
Voorbeeld
-
Verplicht
PL: Nee
Kan duizeligheid veroorzaken.
Niet gebruiken in combinatie met alcohol.
Niet gebruiken bij zwangerschap en/of borstvoeding.
HE: Nee
CE: Ja, als het op etiket staat.
Opmerking
Gebruiks- en bewaarinstructies kunt u vastleggen in de velden 3.10.2 en 3.10.3 . De
volgens de wet verplichte vermeldingen kunt u vastleggen in het veld 3.5.1 .
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 81 van 105
GS1 Data Source
4.5
Gegevens over de samenstelling
In deze paragraaf staat het veld voor de samenstelling.
4.5.1
Samenstelling
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De samenstelling van het product, opgesplitst in naam van het ingrediënt, hoeveelheid,
meeteenheid van hoeveelheid en het percentage van het ingrediënt.
GDSN-Naam
nonfoodingredientStatement (AVP)
Instructie
Dit veld is specifiek voor voedingssupplementen en geneesmiddelen, waarvan de
samenstelling van de actieve stoffen per (dag)dosering (geneesmiddelen per
doseereenheid, bijvoorbeeld tablet) wordt weergegeven. Dit is een aanvulling op de
ingrediëntendeclaratie (paragraaf 3.4.1).
Bij sommige gezondheidsproducten en medische hulpmiddelen staat ook een
omschrijving van de werkzame stoffen op het etiket. Deze hoort ook in dit veld.
Splits de velden van de samenstelling als ze in tabelvorm op het etiket staan met
puntkomma’s op in:
Voorbeeld
-
Naam ingrediënt.
-
Hoeveelheid.
-
Meeteenheid van hoeveelheid.
-
Percentage (bij vitaminen/mineralen).
Regeleinde aangeven met het #-teken.
Voorbeeld 1:
Per dagdosering:#
Vitamine B6;1,4;mg;100%#
Vitamine B2 (Riboflavine);3,4 – 5,1;mg;242% – 364%#
Echinacea purpurea;150;mg#
Omeprazol;20;mg#
% gebaseerd op de dagelijkse referentie inname
Voorbeeld 2:
Een dagdosering van 12-20 sprays bevat de inhoudsstoffen van 3534-5891 mg extract
van de in de ingrediëntenlijst genoemde planten (Echinacea purpurea herba en radix en
Salvia officinalis).
Voorbeeld 3:
Arnica Spierbalsem bestaat uit alcoholische extracten van alruin, Arnica (Valkruid),
berkenblad en etherische olie van rozemarijn in een zalfbasis van sesamolie, bijenwas,
wolvetalcoholen, wolvet en water.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen, voedingssupplementen en gezondheidsproducten.
Opmerking
Herhaal dit veld als de tekst te groot is voor dit veld (meer dan 500 karakters).
Voorheen werd dit veld ook wel ‘Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid’ (ADH) genoemd,
tegenwoordig spreekt men over ‘Referentie inname’.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 82 van 105
GS1 Data Source
4.6
KOAG KAG informatie
In deze paragraaf staan de velden voor de vastlegging van het KOAG KAG nummer.
4.6.1
Naam certificerende instantie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van de organisatie die het certificaat uitgeeft, in vrije tekst.
GDSN-Naam
certificationAgency
Instructie
Voer de vaste tekst “KOAG KAG” in als het veld 4.6.3 het KAG-nummer van de verpakking
wordt ingevuld.
Voorbeeld
KOAG KAG
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee, zie 4.6.3 .
Opmerking
4.6.2
De verplichting om dit veld te gebruiken is in deze versie komen te vervallen. Vooralsnog
blijft dit veld gehandhaafd.
Certificeringsstandaard
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De naam van de certificeringsstandaard in vrije tekst.
GDSN-Naam
certificationStandard
Instructie
Voer de vaste tekst ‘KAG-code’ in als het veld 4.6.3 het KAG-nummer van de verpakking
wordt ingevuld.
Voorbeeld
KAG-code
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee, zie 4.6.3 .
Opmerking
4.6.3
De verplichting om dit veld te gebruiken is in deze versie komen te vervallen. Vooralsnog
blijft dit veld gehandhaafd.
Certificeringsnummer (KAG nummer van de verpakking)
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het nummer dat door de keuringsraad KOAG KAG is uitgereikt aan dit product.
GDSN-Naam
certificationValue
Instructie
Neem de waarde over die voor dit product geldt.
Voorbeeld
30-0511-0693
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Nee, want dit staat niet op een etiket. Wel gewenst voor voedingssupplementen,
medische hulpmiddelen en gezondheidsproducten. Data afnemers kunnen aan dit
nummer zien of het etiket is goedgekeurd door de KOAG KAG en kunnen daarmee
bepalen hoe ze de tekst op hun website laten zien.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 83 van 105
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Opmerking
-
4.7
Afleverstatus geneesmiddelen
In deze paragraaf staat het veld voor de vastlegging van de afleverstatus van het geneesmiddel.
4.7.1
Afleverstatus
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een code die restricties beschrijft die opgelegd worden op het product, over via welk
kanaal het verkocht kan worden aan de consument.
GDSN-Naam
consumerSalesConditionCode
Instructie
Alleen voor geneesmiddelen
Vul de code van de afleverstatus in. De mogelijke codes zijn:
1 = UR (een uitsluitend op recept verkrijgbaar middel)
2 = UA (een uitsluitend in apotheek verkrijgbaar middel)
3 = UAD (een uitsluitend in apotheek en drogisterij verkrijgbaar middel)
UNRESTRICTED = AV (een algemeen verkrijgbaar middel)
Voorbeeld
3 (UAD)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen, met uitzondering van algemeen verkrijgbare middelen.
Opmerking
4.8
-
Toedieningsvorm
In deze paragraaf staat het veld voor de vastlegging van de toedieningsvorm van het geneesmiddel.
4.8.1
Toedieningsvorm
Relevante items
Omschrijving
Definitie
De fysieke vorm van het medicijn/product van het farmaceutische object.
GDSN-Naam
dosageFormType (AVP)
Instructie
Vul hier de toedieningsvorm in.
Voorbeeld
Capsule, Dragee, Druppel, Pleister
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen. Bij andere producten als het op het etiket staat.
Opmerking
Vanwege de grote verscheidenheid aan toedieningsvormen is dit een vrij tekstveld.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 84 van 105
GS1 Data Source
4.9
Medische hulpmiddelen
In deze paragraaf staan de velden voor de vastlegging van medische hulpmiddelen in de drogisterij.
4.9.1
Richtlijn
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Een code die aangeeft dat een product in overeenstemming is met de specifieke
geldende overheidsvoorschriften. Verschillende landen vereisen deze code op artikelen
die daar geïmporteerd of verkocht worden.
GDSN-Naam
regulationTypeCode
Instructie
Vul de waarde ‘CE’ in.
Voorbeeld
Alleen de waarde ‘CE’ is hier van toepassing.
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor medische hulpmiddelen.
Opmerking
4.9.2
De code CE is binnen de drogisterij de enige toegestane code uit de codelijst.
Identificatie aangemelde instantie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Het identificatienummer van de aangemelde instantie, gegeven door de regelgevende
instantie.
GDSN-Naam
regulatoryPermitIdentification
Instructie
Vul het nummer in van de door de overheid aangemelde instantie (zoals op het etiket
vermeld) die betrokken is bij de controle.
Voorbeeld
0344
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor medische hulpmiddelen, klasse IIa, IIb en III.
Opmerking
Indien er 2 CE-nummers op het etiket staan, mag worden volstaan met het CE-nummer
van het hoofdartikel.
Om dit nummer in te kunnen vullen, moet u ook het veld ‘Richtlijn’ (4.9.1 ) invullen.
4.10
RVG/RVH indicatie geneesmiddelen
In deze paragraaf staan de velden voor aanvullende artikelidentificatie van geneesmiddelen in de drogisterij.
4.10.1 Aanvullende artikelidentificatie
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Aanvullende informatie om artikelen te kunnen identificeren.
GDSN-Naam
additionalTradeItemIdentification
Instructie
Vul hier het RVG (geneesmiddelen), RVH (homeopathische
EU_MEDICAL_PRODUCT_NUMBER (EU-registratie) nummer in.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
middelen)
Pagina 85 van 105
of
GS1 Data Source
Relevante items
Omschrijving
Voorbeeld
07447
22290=16831
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen.
Opmerking
Als dit veld is ingevuld, dan moet u ook het veld ‘Aanvullende artikelidentificatie type’
(4.10.2 ) invullen.
4.10.2 Aanvullende artikelidentificatie type
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die de beheersorganisatie aangeeft die de aanvullende artikelidentificatie beheert.
GDSN-Naam
additionalTradeItemIdentificationTypeCode
Instructie
Vul hier RVG (geneesmiddelen), RVH (homeopathische middelen) of
EU_MEDICAL_PRODUCT_NUMBER (EU-registratienummer) in.
Voorbeeld
RVG
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, als veld ‘Aanvullende artikelidentificatie’ (4.10.1) is gevuld.
Opmerking
4.11
Als dit veld is ingevuld, dan moet u ook het veld ‘Aanvullende artikelidentificatie’ (4.10.1 )
invullen.
Externe bestanden
In deze paragraaf staan de velden voor externe bestandsinformatie, zoals handleidingen en bijsluiters.
4.11.1 Type bestand
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Code die het soort bestand aanduidt waarnaar wordt gerefereerd.
GDSN-Naam
referencedFileTypeCode
Instructie
Haal de benodigde waarde op uit de GDSN codelijst
TradeItemExternalInformationTypeList
Voorbeeld
IFU (Instructions For Use) (voor bijsluiter of handleiding)
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen. Voor medische hulpmiddelen verplicht indien aanwezig.
Opmerking
Gebruik dit veld in combinatie met 0.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 86 van 105
GS1 Data Source
4.11.2 Link
Relevante items
Omschrijving
Definitie
Locatie plus naam van het bestand dat de externe informatie bevat.
GDSN-Naam
uniformResourceIdentifier
Instructie
Vul hier het volledige internetadres in inclusief de bestandsnaam en de bestandsextensie.
Voorbeeld
http://zelfzorg.nl/rennie
Verplicht
PL: Nee
HE: Nee
CE: Ja, voor geneesmiddelen. Voor medische hulpmiddelen verplicht indien aanwezig.
Opmerking
Gebruik dit veld in combinatie met 4.11.1 .
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 87 van 105
GS1 Data Source
5
Appendix
A.1
Codelijst nutriënten
Nutriënt
Code
Alfa-linoleenzuur
F18D3N3
Aminozuren, totaal essentieel
AAE-
Arachidonzuur
F20D4
Betaglucanen
GLUCNB
Beta-hydroxy-beta-mthylbutyraat
HMB
Bicarbonaat (HCO3)
G_HC
Biotine/Vitamine H
BIOT
Bruto energie; bepaald door directe analyse met
bomcalorimetrie*
ENERA
Calcium
CA
Calorieën uit verzadigd vet
ENERSF
Carnitine
L_CARNITINE
Caseïne
CASN
Chloride
CLD
Cholesterol (analysemethode onbekend of variërend)
CHOL-
Choline
CHOLN
Chroom
CR
Docosahexaeenzuur
F22D6N3
Een eiwit dat kan worden opgelost in een vloeistof.
X_PROSOL
Een ratio die bepaald wordt door het totaal aan caseïne te delen
door het totaal aan wei.
X_CASNWH
Een zoetstof zonder voedingswaarde.
X_SUCRA
Eicosapentaeenzuur
F20D5N3
Eiwitten
PRO-
Eiwitten, dierlijk
PROANI
Eiwitten, Plantaardig
PROPLA
Energie (geef bij de meeteenheid aan of het kJ (code KJO) of kcal
(code E14) betreft)
ENER-
Fluoride
FD
Folaat
FOL
Foliumzuur/Vitamine B11
FOLDFE
Fosfolipide
PHOLIP
Fosfor
P
Fructose in voedingsvezel
FRUFB
Galactose in voedingsvezel
GALFB
Gecombineerde verzadigde vetzuren en transvetzuren.
X_FATRSA
Ginseng
GINSENG
Glucose
GLUS
IJzer
FE
Inositol/Vitamine B7
INOTL
Jood
ID
Kalium
K
Koolhydraten
CHOAVL
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 88 van 105
GS1 Data Source
Nutriënt
Code
Koolmonoxide
G_CMO
Koper
CU
Lactose
LACS
Linolzuur
F18D2CN6
Magnesium
MG
Maltodextrine
MALTDEX
Mangaan
MN
Molybdeen
MO
Natrium
NA
Natriumchloride (zout)*
NACL
Niacine/Vitamine B3
NIA
Nicotine
G_NICT
Niet-melk extrinsieke suikers
G_NMES
Nitraten
NITRA
Nucleotide
NUCLEOTIDE
Omega 3 vetzuren
FAPUN3
Omega 6 vetzuren
FAPUN6
Onoplosbare voedingsvezel
FIBINS
Oplosbare voedingsvezel
FIBSOL
Palmitinezuur
F16D0
Pantotheenzuur/Vitamine B5
PANTAC
Polyolen
POLYL
Riboflavine/Vitamine B2
RIBF
Salatrim
X_SALATRIM
Seleen
SE
Selenium, organisch
SEO
Siliciumdioxode (SIO2)
SI2+
Sucrose (tafelsuiker)
SUCS
Suiker (totaal)*
SUGAR
Suikers
SUGAR-
Sulfaat (SO4)
S6+
Tafelzout gemengd met een kleine hoeveelheid van verschillende
jodiumbevattende zouten
IODIZED_SALT
Taurine
TAU
Teer
G_TAR
Thiamine/Vitamine B1
THIA
Toegevoegde suikers
SUGAD
Totaal koolhydraten (analysemethode onbekend of variërend)*
CHO-
Totaal onverzadigde vetzuren.
X_FUNS
Transvetzuren
FATRN
Vetten
FAT
Vetzuren, enkelvoudig onverzadigd
FAMSCIS
Vetzuren, meervoudig onverzadigd
FAPUCIS
Vetzuren, totaal verzadigd
FASAT
Vitamine A
VITA-
Vitamine B12
VITB12
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 89 van 105
GS1 Data Source
Nutriënt
Code
Vitamine B6
VITB6-
Vitamine C
VITC-
Vitamine D
VITD-
Vitamine D3
CHOCAL
Vitamine E
VITE-
Vitamine K
VITK
Voedingsvezel
FIBTG
Voedingsvezel (analysemethode onbekend of variërend)*
FIB-
Weiproteïne
WHEY
Zetmeel
STARCH
Zink
ZN
Zout
SALTEQ
*Voor gebruik in buitenlandse markten (niet van toepassing in Nederland)
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 90 van 105
GS1 Data Source
A.2
Codelijst allergenen
Beschrijving
Code
Verplicht
Eieren en producten op basis van eieren
AE
Ja
Glutenbevattende granen
AW
Ja
Lupine en producten op basis van lupine
NL
Ja
Melk en producten op basis van melk (inclusief lactose)
AM
Ja
Mosterd en producten op basis van mosterd
BM
Ja
Noten en producten op basis van noten
AN
Ja
Pinda's (aardnoten) en producten op basis van pinda's
AP
Ja
Schaaldieren en producten op basis van schaaldieren
AC
Ja
Selderij en producten op basis van selderij
BC
Ja
Sesamzaad en producten op basis van sesamzaad
AS
Ja
Soja en producten op basis van soja
AY
Ja
Vis en producten op basis van vis
AF
Ja
Weekdieren en producten op basis van weekdieren
UM
Ja
Zwaveldioxide en sulfieten
AU
Ja
1,3-bis-(2,4-diaminofenoxy)propaan
BR
1-nafthol
ON
2,6-dimethoxy-3,5-pyridinediamine HCl
DA
2-hydroxyethyl-picraminezuur
HP
2-methyl-5-hydroxyethylaminofenol
MH
3-amino-2,4-dichloorfenol
AD
3-aminofenol
TA
4-amino-3-nitrofenol
FT
4-hydroxy-propylamino-3-nitrofenol
FH
Alfa-isomethylionon
AI
Alpha-amylcinnamaldehyde
AL
Amandel en amandelproducten
SA
Amylkaneelalcohol
AA
Anijsalcohol
AH
Benzylalcohol
BA
Benzylbenzoaat
BB
Benzylcinnamaat
BI
Benzylsalicylaat
BS
Beukenoot en beukenootproducten
SD
Bevat sporen van boomnoten, bijv. amandel, diverse soorten boomnoten
TN
Boommosextract (Evernia furfuracea)
EV
Boternoot en boternootproducten
SE
Cacao en producten op basis van cacao
NC
Cashewnoot en cashewnootproducten
SC
Chinquapin-noot en chinquapin-nootproducten
SF
Citral
CT
Citronellol
CN
Coumarine
CO
Diaminofenol
DP
d-Limoleen
BO
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 91 van 105
GS1 Data Source
Beschrijving
Code
Eikenmosextract (Evernia prunastri)
EP
Erwten en producten op basis van erwten
NE
Eugenol
EG
Farnesol
FA
Geraniol
GE
Gerst en gerstproducten (glutenbevattend graan)
GB
Ginkgonoot en ginkgonootproducten
SG
Glutamaat en glutamaatproducten
GL
Haver en haverproducten (glutenbevattend graan)
GO
Hazelnoot en hazelnootproducten
SH
HC Blue No 11
HD
HC Blue No 12
HB
Hexylkaneelaldehyde (Hexylcinnamaldehyde)
HX
Hydroxybenzomorfoline
HE
Hydroxycitronellal
HY
Hydroxyethyl-2-nitro-p-toluidine
HN
Hydroxypropyl-bis(N-hydroxyethyl-p-fenyldiamine) HCl
HH
Isoeugenol
BN
Kaneelalcohol (Cinnamylalcohol)
CA
Kaneelaldehyde (Cinnamal)
CL
Kastanje en kastanjeproducten
SN
Katoenzaad en katoenzaadproducten
CS
Khorasantarwe en khorasantarweproducten (glutenbevattend graan)
GK
Kippenvlees en kippenvleesproducten
CM
Kokosnoot of kokosnootproducten
SO
Koriander en producten op basis van koriander
NK
Lactose
ML
Lillial (Butylfenyl methylpropional)
BE
Linalool
BP
Lupine en lupineproducten
NL
Lycheenoot en lycheenootproducten
SL
Lyral (Hydroxyisohexyl 3-cyclohexeen carboxaldehyde)
HC
Maanzaad en maanzaadproducten
PS
Macadamianoot en macadamianootproducten
SM
Maïs en producten op basis van maïs
NM
Methylheptinecarbonaat
BQ
Okkernoot en okkernootproducten
SI
Overige glutenhoudende granen en glutenhoudende graanproducten
AX
Paranoot en paranootproducten
SR
Pecannoot en pecannootproducten
SP
Peulvruchten en producten op basis van peulvruchten
NP
Verplicht
Peulvruchten, een eenjarig gewas dat een tot twaalf zaden van variërende grootte,
SX
vorm en kleur binnen een peul (schil) oplevert.*
p-fenylenediamine
PP
Pijnboompitten en pijnboompitproducten
PN
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 92 van 105
GS1 Data Source
Beschrijving
Code
Pilinoot en pilinootproducten
SK
Pistachenoot en pistachenootproducten
ST
p-methylaminofenol
PM
Queenslandnoten
SQ
Rogge en producten op basis van rogge
NR
Rundvlees en rundvleesproducten
BF
Schaal- en schelpdieren
UN
Shea-noot en shea-nootproducten
SJ
Spelt en speltproducten (glutenbevattend graan)
GS
Tarwe en producten op basis van tarwe
UW
Tolueen-2,5-diamine
TD
Triticale en triticaleproducten
TR
Varkensvlees en varkensvleesproducten
PO
Walnoot en walnootproducten
SW
Wortel en producten op basis van wortel
NW
Zaadproducten
SB
Zonnebloemzaad en zonnebloemzaadproducten
SS
Verplicht
* Groene bonen en groene erwten vallen hierbuiten, aangezien deze soorten beschouwd worden als groentegewassen. Ook
uitgesloten zijn gewassen die vooral verbouwd worden om er olie uit te halen.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 93 van 105
GS1 Data Source
A.3
Codelijst pallettype
Voor eenheden die op een pallet geleverd worden, is het verplicht om het type pallet in GS1 Data Source op te
geven. In GS1 Data Source wordt het pallettype altijd gecodeerd opgegeven. Hieronder vindt u de beschrijving
van de pallettypes in de lijst:
Code
Officiële naam (GS1, in het Engels)
9
Slip sheet - A firm sheet of plastic, cardboard or
other material which may be hooked or attached to
a forklift or other transportation equipment.
Slip sheet. Typisch kartonnen of kunststof
platen gebruikt om het product vast te zetten
voor opslag of transport.
10
Half size flat pallet with dimensions of 800 x 600
mm. also known as ISO 0 Pallet, 1/2 EUR Pallet,
EUR 6 Pallet.
Pallet ISO 0 - 1/2 EURO Pallet. Standaard
pallet met afmetingen 80 x 60 cm.
11
Pallet ISO 1 - EUR Pallet: Flat pallet with
dimensions of 1200 x 800 mm as defined in ISO
6780.
Pallet ISO 1 - 1/1 EURO Pallet. Standaard
pallet met afmetingen 80 x 120 cm.
12
Pallet ISO 2 - EUR 2 Pallet: Flat pallet with
dimensions of 1200 x 1000 mm as defined in ISO
6780.
Pallet ISO 2. Standaard pallet met
afmetingen 100 x 120 cm.
13
Quarter size of the standard EuroPallet with
dimensions of 600 x 400 mm, Quarter size of the
standard EuroPallet (EUR)
1/4 EURO Pallet. Standard pallet met
afmetingen 60 x 40 cm.
14
Eighth size of the standard EuroPallet (EUR) with
dimensions of 400 x 300 mm. 1/8 EUR Pallet.
1/8 EURO Pallet. Standaard pallet met
afmetingen 40 x 30 cm.
25
Australian Pallet - Standardised square pallet with
dimensions of 1165 x 1165 mm, which perfectly fits
in the RACE container of the Australian Railway.
Australische Pallet (115.5 x 116.5 cm)
27
Unspecified - Platform of Unspecified Weight or
Dimension: Pallet level hierarchy is being shipped
on a shipping platform of unknown dimensions or
unknown weight.
Pallet met onbekend gewicht en afmeting:
pallet hiërarchie wordt geleverd op een
verzendplatform van onbekende dimensies of
onbekende gewicht.
31
Half size flat pallet with dimensions of 1000 x 600
mm. 1/2 ISO 2 Pallet.
1/2 ISO 2 Pallet: halve grootte vlakke pallet
met een afmeting van 1000 x 600 mm.
32
Block Pallet - A pallet constructed with blocks at the
corners and middle to which three stringers boards
are attached with top deck boards attached
perpendicular to the stringers.
Blokpallet
33
Dolly - A portable, horizontal, rigid platform on
wheels or rollers.
Dolly
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
Nederlandse naam
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 94 van 105
GS1 Data Source
Code
Officiële naam (GS1, in het Engels)
35
Standard EuroPallet (EUR3) size with dimensions of
1000 x 1200 mm. EUR 3 Pallet.
Standaard Europallet (EUR 3) formaat met
een afmeting van 1000 x 1200 mm.
EUR 3 Pallet.
38
Horizontal Drum Pallet - A rigid platform with
integrated restraints to prevent horizontally
orientated cylindrical containers from slipping.
Horizontale Drum pallet
39
IBC Pallet: A Rigid Intermediate Bulk Container
(RIBC) that is attached to a pallet or has the pallet
integrated into the RIBC. The container is used for
the transport and storage of fluids and other bulk
materials.
IBC Pallet: A Rigid Intermediate Bulk
Container (RIBC) die is bevestigd aan een
pallet of waarvan de pallet een onlosmakelijk
deel uitmaakt. Deze verpakking wordt
gebruikt voor vervoer en opslag van
vloeistoffen en andere bulk.
40
ISO 3 Pallet Flat pallet with dimensions of 1219 x
1016 mm (48 x 40 In) primarily used in the
Americas region. ISO 3 Pallet.
Vlakke pallet met afmetingen van 1219 x
1016 mm (48 x 40 In) hoofdzakelijk gebruikt
in de regio Zuid-Amerika. ISO 3 Pallet.
41
Flat pallet with dimensions of 1067 x 1067 mm (42
x 42 in) primarily used in the Americas region. ISO
4 Pallet.
Vlakke pallet met een afmeting van 1067 x
1067 mm (42 x 42 inch) voornamelijk
gebruikt in de regio Zuid-Amerika.
ISO 4 Pallet.
42
Flat pallet with dimensions of 1100 x 1100 mm
primarily used in the Asia Pacific region. Also
referred to as the "T11" pallet. ISO 5 Pallet.
Vlakke pallet met een afmeting van 1100 x
1100 mm voornamelijk gebruikt in Azië en de
Pacific. Ook wel aangeduid als de "T11"
pallet. ISO 5 Pallet.
43
Flat pallet with dimensions of 1140 x 1140 mm
primarily used in the European region. ISO 6
Pallet.*
44
Skid - A group of parallel wooden runners attached
to the undersides of boxes, crates, and machines to
allow entry of platform trucks or fork lift tines.
Skid
45
Stringer Pallet - A pallet constructed with boards
(stringers) on edge to which the top deck and
bottom deck boards are attached. The stringers
may be notched to facilitate four way entries and
lifting by a fork lift or other pallet jacking device.
Stringer Pallet
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
Nederlandse naam
Vlakke pallet met een afmeting van 1140 x
1140 mm vooral gebruikt in de Europese
regio.
ISO 6 Pallet.
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 95 van 105
GS1 Data Source
Code
Officiële naam (GS1, in het Engels)
Nederlandse naam
46
Vertical Drum Pallet - A rigid platform with
integrated restraints to prevent vertically orientated
cylindrical containers from slipping.
Verticale Drum Pallet
47
One third size of the standard Euro Pallet size with
dimensions of 800 x 400 mm. 1/3 European Pallet.
Een derde grootte van de standaard
Europallet grootte met afmetingen van 800 x
400 mm. 1/3 Europese Pallet.
48
1/2 ISO 3 Pallet - Half size flat pallet with
dimensions of 610 x 1016 mm (24 x 20 In);
primarily used in the Americas region.
1/2 ISO 3 Pallet - Half formaat vlakke pallet
met afmetingen van 610 x 1016 mm (24 x 20
in); voornamelijk gebruikt in de Amerikaanse
regio.
49
1/4 ISO 3 Pallet - Quarter size flat pallet with
dimensions of 610 x 508 mm (24 x 20In); primarily
used in the Americas region.
1/4 ISO 3 Pallet - Kwart formaat vlakke pallet
met afmetingen van 610 x 508 mm (24 x 20
in), voornamelijk gebruikt in de Amerikaanse
regio.
50
Custom Platform: A portable, horizontal, rigid
platform used as a base for assembling, storing,
stacking, handling and transporting goods as a unit
load, suitable for lifting by a forklift, pallet jack, or
other jacking device.
Maatwerkplatform: Een draagbaar,
horizontaal, stijf platform gebruikt als basis
voor het samenstellen, opslaan, stapelen,
hanteren en vervoeren van goederen als een
transporteenheid, geschikt voor het heffen
door een vorkheftruck, palletwagen of ander
hulpmiddel.
* Deze code kan nog niet worden ingevoerd in GS1 DAS.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 96 van 105
GS1 Data Source
A.4
Codelijst vangstgebieden volgens FAO
INLAND WATERS
01
Africa - Inland waters
02
America, North - Inland waters
03
America, South - Inland waters
04
Asia -Inland waters
05
Europe - Inland waters
06
Oceania - Inland waters
07
(Former USSR area – Inland waters)
08
Antarctica - Inland waters
MARINE AREAS
Atlantic Ocean and adjacent seas
18
Arctic Sea
21
Atlantic, Northwest
27
Atlantic, Northeast
31
Atlantic, Western Central
34
Atlantic, Eastern Central
37
Mediterranean and Black Sea
41
Atlantic, Southwest
47
Atlantic, Southeast
Indian Ocean
51
Indian Ocean, Western
57
Indian Ocean, Eastern
Pacific Ocean
61
Pacific, Northwest
67
Pacific, Northeast
71
Pacific, Western Central
77
Pacific, Eastern Central
81
Pacific, Southwest
87
Pacific, Southeast
Southern Ocean
48
Atlantic, Antarctic
58
Indian Ocean, Antarctic
88
Pacific, Antarctic
Bron: http://www.fao.org/fishery/area/search/en
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 97 van 105
GS1 Data Source
Versiebeheer
Versie
Datum
Aangepast door
Samenvatting van revisie
1.0
27-11-2013
Reinier Prenger,
Sjoerd Schaper en
Petra Geerdink
Eerste versie
Enkele kleine aanpassingen:
1.1
1.2
20-12-2013
10-04-2014
Reinier Prenger
Reinier Prenger
-
2.7 verwijzing toegevoegd dat ook veld 2.8 moet worden
ingevuld.
-
2.8 nieuw veld ‘Contacttype’ tussengevoegd.
-
3.6 veldnaam veranderd in ‘(GTIN) naam’.
-
4.1 aanhalingstekens zijn verwijderd.
-
4.2 ‘alleen voor oude webinterface’ toegevoegd.
-
6.7 veldnaam veranderd in ‘Is de eenheid een
displayeenheid?’
-
6.10 veldnaam veranderd in ‘Datum beëindiging product’.
-
9.2. voorbeeld is verbeterd.
De volgende aanpassing (naast diverse tekstuele correcties): 8.7
nieuw veld ‘Nettogewicht’ toegevoegd op verzoek van de WVD.
Kleine aanpassingen:
1.3
27-06-2014
Reinier Prenger
2.0
30-07-2014
Reinier Prenger
2.1
04-09-2014
Reinier Prenger
2.2
21-10-2014
Jan Schimmel
2.3
24-11-2014
Jan Schimmel
-
8.5 verplicht op ‘Ja’ gezet.
-
12.1 opmerking uit document ‘GS1 DAS Advies voor het
kiezen van het juiste verpakkingstype’ dat uit de lijst alleen
codes met GDSN verwijzing mogen worden geselecteerd,
hier eveneens vermeld.
Document geïntegreerd met veldenlijst
etiketinformatie, gebruiksregels en relevante best practices.
Opmerkingen gebruikers verwerkt.
Aanpassing mogelijkheden vermelding allergenen
ingrediënten in 3.3.1 en 3.4.1
Toevoeging alinea ‘taal’ in hoofdstuk 3.
Wijzigingen/toevoegingen in: 3.1, 3.1.4, 3.4,
3.4.2, 3.5.3, 3.5.4, 3.5.6, 3.6.1, 3.6.3, 3.8.4.
2.4
15-12-2014
Petra Geerdink
Jan Schimmel
Verduidelijking van toelichting in 3.3.1, 3.4, 3.4.1, 3.4.2
Het volgende aangepast:
2.5
07-01-2015
Reinier Prenger
-
Veldnamen in overeenstemming met nieuwe web
userinterface gemaakt.
-
De uitleg over administratieve GTIN’s toegevoegd.
-
De termijn van 6 weken voor het introduceren van een
nieuw product toegevoegd.
- Nieuwe codes voor nutriënten toegevoegd.
Correcties en aanscherpingen instructies.
2.6
31-03-2015
-
De volgende change requests zijn toegepast:
Reinier Prenger
-
CR 14-097 (2.2).
Petra Geerdink
-
CR 15-014 (3.8).
-
CR 15-508 (3.7).
-
Veld ‘Eenheid referentie portiegrootte’ (3.8.6) toegevoegd.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 98 van 105
GS1 Data Source
-
Opmerkingen toegevoegd bij ‘Einddatum beschikbaarheid’
(2.5.9) en ‘Datum beëindiging productie’ (2.5.10).
De volgende change requests
(CR) en wijzigingen zijn toegepast:
Petra Geerdink
2.7
29-05-2015
Reinier Prenger
Jan Schimmel
Gabriel Sobrino
Suzanne Deveer
2.8
05-10-2015
Jan Schimmel
Gabriel Sobrino
Petra Geerdink
2.9
02-11-2015
Jan Schimmel
Gabriel Sobrino
Rachel van Rhijn
-
CR 14-083: attribuut 2.2.7 (Aanvullende omschrijving)
toegevoegd aan hoofdstuk 2.2.
-
CR 15-055: Aanscherping op 2.6.1.
-
CR 15-056: wijzigingen in de codelijst voor 3.7.5 (‘Bevat’).
-
Updates op codelijsten in Appendix 4.1 en 4.2 (CR 15-060,
CR 15-074, CR 15-80 en CR 15-081).
-
CR 15-094: nieuwe paragraaf 2.17 over certificaten.
-
CR 15-509: aanscherping van de regels voor referentie
portiegrootte (3.8.5).
-
CR 15-523: diverse aanscherpingen en verduidelijkingen in
het document.
-
CR 15-525: aanscherping van instructies voor land van
Oorsprong (2.1.13).
-
CR 15-530: Toevoeging paragraaf 2.13 Emballage plus
omschrijving.
-
Verschuiving van 2.11.3 t/m 2.11.7 naar paragraaf 2.13 (zie
2.13.1 t/m 2.13.5).
-
Verwijzing naar paragraaf in 2.13.1 aangepast.
-
CR 15-535: Codelijst voor pallettype is toegevoegd en
gecorrigeerd.
-
Correcties in: 2.2, 2.7.2, 2.7.5, 2.11.1, 2.11.2, 2.11.6, 3.1
en 3.4.2.
CR 15-541: additionele toelichting op 3.7.2 en 3.7.5.
Tekstuele correcties. Internationale huisstijl toegepast.
-
CR 15-100: additionele nutriëntcodes voor buitenlandse
markten.
-
Wijzigingen in 4.1 en 4.2 om aan te geven welke codes nu
wel beschikbaar zijn in GS1 DAS.
-
Verduidelijking definitie 3.13.1.
CR 15-095:
-
Aanscherping in 2.1.9, 2.1.10 en 2.13.4 m.b.t. het gebruik
van voorloopnullen voor instore codes.
CR 15-561:
2.10
15-01-2016
Remco Krol
Gabriel Sobrino
-
Aanscherping van 2.4.1 en 2.4.2 m.b.t. afhankelijkheid
tussen deze velden.
-
Opmerking toegevoegd aan 2.6.4 m.b.t. samengestelde
artikelen.
-
Opmerking met toelichting toegevoegd aan 2.5.12 m.b.t.
GTIN vervangen artikel.
-
Aanscherping op 2.12.3 om de gebruiksregels gelijk te
trekken aan huidige validaties.
-
Definities van PL, HE en CE toegevoegd aan hoofdstuk 1.
CR 15-568:
3.0
29-02-2016
Reinier Prenger
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
-
Veldenlijst voor etiketinformatie levensmiddelen en
veldenlijst voor etiketinformatie drogisterij geïntegreerd.
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 99 van 105
GS1 Data Source
-
Document geschikt gemaakt voor de GDSN Major Release
3.1. U kunt op de website van GS1 Nederland een overzicht
vinden in Excel met daarin welke GDSN namen zijn
veranderd en welke velden er bij zijn gekomen of zijn
vervallen. Ook staat daar een overzicht met alle codelijsten
en de wijzigingen.
Tevens:
-
Paragraaf 1.3 toegevoegd over taalcodes.
-
Invoer van gevaarlijke stoffen verduidelijkt.
-
Ontbrekend veld ‘Terugtrekkingsdatum (cancelledDateTime)’
toegevoegd.
-
Nieuwe voorbeelden van keurmerken toegevoegd.
CR’s 15-104, 15-566, CR 15-568, 16-003, 16-004, 16-514:
3.1
25-05-2016
Reinier Prenger
-
Bij de algemene regels (hoofdstuk 1) zijn de afspraken over
de vooraankondigingstermijn vernieuwd.
-
Bij GPC-classificatiecode (2.1.4) de terminologie consistent
gemaakt en instructie en opmerking aangepast.
-
Bij aanvullende artikelidentificatie (2.1.10) stond onterecht
dat interne codes hier met 26 of 27 kunnen beginnen.
-
Bij brutogewicht (2.7.4) de instructie gelijkgetrokken met de
validatieregel.
-
Bij netto inhoud (2.7.5) en nettogewicht (2.7.7) aangepast
dat het niveau CE+HE+PL is.
-
Bij verplichte vermeldingen (3.5.1) is de definitie
gecorrigeerd. Tevens is het begrip disclaimer uitgelegd en
van een voorbeeld voorzien.
-
Bij hoeveelheid nutriënt (3.8.4) is de instructie aangepast.
-
Bij afleverstatus (4.7.1) de instructie aangepast.
-
Bij functionele productnaam, (2.2.6) en variant (2.2.7) de
definitie, instructie en voorbeeld aangepast.
-
Bij aantal kinderen (2.3.1) en bij totaal onderliggende
eenheden (2.3.2) toegevoegd dat het alleen de kinderen
betreft.
-
Bij diepte (2.7.1), hoogte (2.7.2) en breedte (2.7.3)
opmerkingen aangepast en verwijzing naar meetregels
toegevoegd.
- Bij alcoholpercentage (2.8.1) instructie, voorbeeld en
verplichting aangepast.
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
-
Bij wettelijke benaming (3.4.1) en commerciële benaming
(3.4.2) opmerkingen aangepast.
-
Definitie en instructie van Commerciële benaming (3.4.2) is
aangescherpt. Tevens zijn voorbeelden toegevoegd.
-
Contactnaam (3.4.3) is nu altijd verplicht.
-
Bij contactnaam (3.4.3) instructie en opmerking aangepast.
-
Bij communicatieadres (3.4.4) instructie, voorbeeld en
opmerking aangepast.
-
Opmerking toegevoegd bij de GPC-classificatiecode (2.1.4)
betreffende samengestelde artikelen.
-
De volgende datumvelden hebben een scherpere definitie
en/of instructie gekregen:
○
Startdatum beschikbaarheid (2.5.8)
○
Publicatiedatum (2.5.11)
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 100 van 105
GS1 Data Source
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
○
Terugtrekkingsdatum (2.5.12)
○
Ingangsdatum (2.1.7)
-
Verkoopprijs op verpakking (2.5.17) heet nu aanvullende
artikelprijs.
-
Soort verkoopprijs (2.5.18) heet nu aanvullende
artikelprijscode.
-
Bij nettogewicht (2.7.7) aangegeven dat bij onderliggende
eenheden het gewicht van de verpakking van die onderliggende eenheden niet moet worden meegenomen en
opmerking verwijderd.
-
Paragraaf 2.9 (productie-informatie is geheel verwijderd.
Deze informatie is verplaatst naar 3.9.
-
Instructie aangepast bij de houdbaarheidstermijnen (2.10.1
en 2.10.2) voor samengestelde artikelen.
-
Opmerking toegevoegd bij emballageveld (2.12.3) dat dit
alleen van toepassing is bij ‘lege’ emballage.
-
Verplicht vermeldingen (3.5.1) definitie, voorbeeld en
opmerkingen aangepast.
-
Specificatie van de inhoud (3.5.2) definitie en instructie
aangepast.
-
Bij specificatie van de inhoud (3.5.2) zijn de definitie en de
instructie verduidelijkt.
-
Bij lijst met ingrediënten (3.6) en bij allergenen (3.7)
verduidelijkt wat gehighlight betekent.
-
In lijst van ingrediënten (3.6) en allergenen (3.7) de opties
voor het invoeren van gehighlighte ingrediënten duidelijker
verwoord.
-
Bij Bevat (3.7.3) instructie en verplichting aangepast.
-
Bij referentie portiegrootte (3.8.5) instructie en opmerking
aangepast.
-
Instructie van Status van de bereiding (3.8.1) en
bereidingsinstructies (3.10.1) zijn aangescherpt. Ook is het
onderlinge verband vermeld.
-
Bij oorsprong (3.9) zijn velden toegevoegd: Soort activiteit
Regio/Plaats van de activiteit (3.9.3), Land van laatste
bewerking voor import (3.9.4) en drie velden weggehaald.
-
Gebruikers- en bewaarinstructie (3.10.2 en 3.10.2)
opgesplitst in twee velden, was voorheen een veld.
-
Het veld ingangsdatum (3.13.2) is verwijderd. Deze staat al
in 2.1.7.
-
Bij samenstelling (4.5.1) aangegeven dat bij een grote tekst
dit veld herhaald kan worden.
-
De volgende velden zijn verwijderd:
○
Startdatum emballagewaarde
○
Einddatum emballagewaarde
○
Beheerorganisatie allergenenspecificatie
○
Allergenenspecificatie
○
Naam verordening
○
Naam aangestelde instantie
○
Geboorteplaats van het dier
○
Plaats waar het dier is gehouden
○
Plaats van slachting
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 101 van 105
GS1 Data Source
De volgende correcties zijn doorgevoerd:
-
-
-
3.2
8-12-2016
Reinier Prenger
-
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
Versiebeheer naar het einde van het document verplaatst in
verband met de lengte.
CR 15-077: de velden ‘Code import classificatie’ en ‘Type
import classificatie’ zijn nu verplicht op CE-niveau.
CR 15-097: toevoeging van de verplichting van
etiketinformatie op handelseenheden (bulkproducten) zonder
onderliggende consumenteneenheid in hoofdstuk 3.3.
CR 15-104: het veld ‘Commerciële benaming’ verplaatst van
hoofdstuk 3.4 naar hoofdstuk 2.2.
CR 15-566:
○
Bij alle velden de rubrieken ‘Verplicht’ en ‘Niveau’
gecombineerd tot één rubriek.
○
Rij met de locatie van een veld in de GS1 DAS
webinterface door hele document verwijderd.
CR 16-014: verwijdering veld 2.6.2. ‘Omschrijving soort
belasting’.
CR 16-015:
○
In de algemene inleiding opgenomen dat gebruikers na
publicatie twee maanden de tijd hebben om de
wijzigingen door te voeren.
○
Toelichting in paragraaf 3.2.1 m.b.t. ‘verplicht = ja’. Dit
betekent dat gebruikers dit veld verplicht invullen als
dit op de verpakking staat vermeld. Dit geldt alleen
voor de velden in hoofdstuk 3.
○
Het is nu verplicht de keurmerken voor
consumenteenheden in te vullen als deze op het
etiket/de verpakking staat.
○
Het is nu verplicht de ‘voedingswaardeclaim’ en de
‘gezondheidsclaim’ in te vullen voor
consumenteneenheden, als deze op het etiket/ de
verpakking staat.
○
De velden ‘Type allergeen’ en ‘Bevat’ zijn nu verplicht
voor consumenteneenheden, als deze op de verpakking
zijn vermeld.
CR-16-018: de velden ‘Netto inhoud’ en ‘Netto gewicht’ zijn
alleen verplicht bij consumenteneenheid (CE) en
handelseenheid (HE) als dit de basiseenheid is.
CR 16-526: instructie aangescherpt: in het veld
‘Communicatieadres’ vullen gebruikers alleen voor de
doelmarkt relevante adres(sen) verplicht in.
CR 16-527: correctie van een voorbeeld bij
‘veldsamenstelling’ (4.5.1).
CR 16-528: voorbeelden m.b.t. emballage toegevoegd.
CR 16-541:
○
Bij het veld ‘Code belastingtarief’ een link toegevoegd
naar een site waarop deze codes worden toegelicht.
○
Bij het veld ‘Wettelijke benaming’ een link toegevoegd
naar de EU-verordening 1169/2011.
○
Bij de inleiding van hoofdstuk 3 een link toegevoegd
naar de EU-verordening 1169/2011.
○
Bij het veld ‘Standaard portiegrootte’ toegevoegd bij de
instructie en voorbeeld dat decimalen zijn toegestaan.
○
Bij het veld ‘Land van laatste bewerking voor import’
stond in de instructie een tikfout: ‘Voor’ is veranderd in
‘Voer’.
○
Bij het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ stonden nog de
oude codes vermeld. Deze zijn aangepast naar de 3.1
versie.
○
Bij het veld ‘Hoeveelheid verpakkingsmateriaal’ vermeld
dat dit verplicht is als de code verpakkingsmateriaal is
ingevuld.
○
Bij inleiding hoofdstuk 3 vermeld dat verplicht ‘Ja’ betekent dat u dit altijd moet invullen als de informatie op
het etiket is vermeld.
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 102 van 105
GS1 Data Source
S. Pielaat
R. van Rhijn
3.3
2-3-2017
G. Sobrino
F. Vlieg
B. Ensink
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
○
Bij de velden ‘Minimale houdbaarheid na productie’ en
‘Minimale houdbaarheid vanaf levering’ aangegeven dat
de dag van productie c.q. de dag van levering niet in de
berekening moet worden meegenomen.
○
Soort lokaal contact kwam twee keer voor. Deze
gecombineerd, waarbij het veld bij het hoofdstuk
logistieke informatie is verwijderd.
○
Verpakkingstype toegevoegd aan paragraaf 2.2.
○
Bij de velden die zowel voor levensmiddelen als voor
drogisterij bedoeld zijn, in de voorbeelden aangegeven
voor welke sector dit voorbeeld geldt.
○
Bij het hoofdstuk nutriënten toegevoegd dat gebruikers
deze invullen in de volgorde zoals vermeld in de EUverordening 1169/2011, bijlage XV.
○
Bij het veld ‘volledige omschrijving’ vermeld dat de
informatie van de gebruikte velden door een spatie
moet worden gescheiden.
○
Bij ‘netto inhoud’ en ‘netto gewicht’ een verduidelijking
toegevoegd voor producten opgebouwd uit meerdere
onderdelen.
○
De voorbeelden van de overige keurmerken aangepast
zodat deze nu alle voorkomen op de lijst van
aanbevolen keurmerken van het ministerie van
Economische Zaken.
○
Voor geneesmiddelen bestaat vanaf 6 november 2016
de mogelijkheid naast RVG en RVH om voor de
aanvullende artikelidentificatie de code
EU_MEDICAL_PRODUCT_NUMBER te gebruiken.
○
Vanaf 6 november 2016 is de allergenenlijst uitgebreid
met 9 nieuwe codes voor diverse noten: SD, SE, SF,
SG, SI, SJ, SK, SL en SN.
○
Vanaf 6 november is de nutriëntenlijst uitgebreid met 1
nieuwe code: X_FATRSA.
○
Toevoeging van opmerking rondom leeftijd indicatie in
veld ‘Gebruiksinstructie’ (3.10.2).
-
CR 16-543: het gebruik van het velden ‘referentie
portiegrootte’ en ‘% Referentie-inname’ verduidelijkt.
-
CR 16-544: de opmerking bij de velden ‘Contactnaam’ en
‘Communicatieadres’ verbeterd.
-
CR 16-546: indien geen verpakkingstype is gedefinieerd, dan
moet in het veld ‘Volledige omschrijving’ de omschrijving
van de verpakking door de leverancier worden ingevoerd.
-
CR 16-550: als sprake is van een samengesteld artikel met
meerdere merken, vult u in de velden ‘Merknaam’ en
‘Taalafhankelijke merknaam’ niet ‘UNBRANDED’ maar
‘MIXED’ in.
-
CR 16-568: code CLT (centiliter) toegevoegd aan de
toegestane meeteenheden in 2.7.5 ‘Netto Inhoud’.
-
CR 16-570: verduidelijking van de regels voor 3.7.3 ‘Bevat’
-
CR 16-592: bij de velden ‘Alcoholpercentage’ en
‘Stamwortgehalte’ opgenomen dat u bij een samengesteld
product met verschillende percentages het hoogste
percentage gebruikt.
De volgende change requests (CR’s) zijn toegepast:
-
CR 16-603:
○
Toepasbaarheid van ‘Samenstelling’ (4.5.1) uitgebreid
met medische hulpmiddelen. Dit is ook opgenomen in
de tabel in 4.2.
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 103 van 105
GS1 Data Source
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
○
Correctie op afbeelding bij voorbeeld 4 in ‘Emballage’
(2.12).
○
Bijlage A.1 rangschikken op nutriënt i.p.v. code en
gesorteerd op nutriënt i.p.v. op code.
○
Bijlage A.2 rangschikken op allergeen i.p.v. code en
gesorteerd op allergeen i.p.v. code.
○
Opmerking in veld ‘gezondheidsclaim’ (3.11.3)
weggehaald.
○
Bij tabel 4.2 voor de rij keurmerken/logo’s voor elke
productgroep een kruisje toegevoegd.
○
Verwijzing naar bijlage III van de Europese verordening
1169/2011 toegevoegd aan veld ‘wettelijke benaming’
(3.4.1).
○
Bij inleiding omschrijvingsvelden (2.2) een zin
toegevoegd hoe om te gaan met het gebruik van kleine
letters/hoofdletters.
○
Bij instructie veld ‘verpakkingstype’ (2.10.1) zin over
afkorting ‘(NL)’’ die vermeld zou staan in codelijst voor
verpakkingstypes weggehaald. Dit was namelijk niet
meer van toepassing.
○
In bijlage A.2 bij niet verplichte allergenen rij allergeen
‘weekdieren en weekdierproducten (UM)’ weggehaald,
want stond er dubbel in (is wel verplicht en staat dus
nog tussen verplichte allergenen).
○
Voor de velden ‘aanvullende omschrijving’ (2.2.10) en
‘korte omschrijving’ (2.2.8) voorbeelden van toegestane
afkortingen toegevoegd of veranderd (g voor gram
etc.).
○
Bij de instructie voor de ingrediëntendeclaratie (3.6.1)
het woord ‘Hulpstoffen:’ toegevoegd als woord dat
vooraf gaat aan de lijst met ingrediënten & bij
opmerkingen ‘Hulpstoffen:’ en ‘Bevat’ toegevoegd als
woorden die vooraan de ingrediëntendeclaratie moeten
staan.
○
In tabel 4.2 kruisjes toegevoegd voor het veld
‘gezondheidsclaims/voedingswaardeclaims’ voor de
productcategorieën geneesmiddelen, medische
hulpmiddelen en bijzondere voedingsmiddelen.
○
Bij veld ‘contactnaam’ (3.4.2) toegevoegd dat het veld
voor CE alleen verplicht is voor levensmiddelen,
voedingssupplementen en bijzondere
voedingsmiddelen.
○
In 3.4 ‘Naam- en contactgegevens’ foutieve
verwijzingen aangepast.
○
Foutieve verwijzingen in velden in 2.14 ‘Gevaarlijke
stoffeninformatie’, 2.15 ‘Gelijkwaardige vervanging’ en
2.16 ‘Certificaten’ aangepast.
○
Appendix A.3 ‘Keurmerken op verpakking’ weggehaald.
Bij 3.12 ‘Keurmerken/logo’s’ verwijzingen toegevoegd
naar codelijst ‘internationale keurmerken’, codelijst
GDD ‘PackagingMarkedDietAllergenCode’ en codelijst
GDD ‘PackagingMarkedFreeFromCode’ en zin
toegevoegd aan instructie over gebruik van deze
codelijsten. Verwijzingen naar appendix A.3
weggehaald.
○
Gevarenklasse (2.14.2) aangepast instructies
(verwijderd codes 2.1, 2.2 en 2.3) plus voorbeeld
daarom aangepast.
○
Adviesverkoopprijs (2.5.16) instructie aanpassen en
weghalen bij opmerking.
○
Code van de emballage (2.12.2) conditie verplaatst van
definitie naar instructie en Emballagewaarde (2.12.3)
instructie toegevoegd, zodat deze velden alleen in
paren kunnen voorkomen.
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 104 van 105
GS1 Data Source
○
Verduidelijking regel hergebruik GTIN’s in het veld
2.5.10 ‘Datum beëindiging productie’: hergebruik van
GTIN’s is niet toegestaan voor alle geregistreerde
middelen in de gezondheidszorg
○
Verwijderd: woord ‘accijns’ in ‘Inleiding’
-
CR16-613
Inleiding en instructie bij de velden ‘Type Allergeen’
(3.7.2) en ‘Bevat’ (3.7.3)
○
-
CR14-086
Nieuw veld ‘Aanvullend logo op product/verpakking’
(3.12.4) toegevoegd voor additionele Nederlandse
logo’s, zoals Zwangerschapslogo en NIX18 in het veld
Overige Logo’s
○
-
CR15-078
Twee nieuwe velden toegevoegd voor vis: ‘Code voor
vangstgebied van vis’ (3.9.5) en ‘Vangstmethode’
(3.9.6 ); tevens het veld ‘Land van laatste bewerking
voor import’ (3.9.4) hernoemd naar ‘Land code’,
conform de schermnaam
○
-
CR15-102
Een nieuw veld toegevoegd: ‘Allergeen informatie
verstrekt’ (3.7.4)
○
-
CR17-031
○
Versie 3.3, Definitief - goedgekeurd, 2 maart 2017
De GDSN-naam is aangepast in het veld 4.5.1
‘Samenstelling naar nonfoodingredientStatement’ zodat
de correcte AVP wordt gebruikt.
© 2017 GS1 Nederland
Pagina 105 van 105