Transcript verkennen - Sportvisserij Nederland

>> ROOFVISSEN > WINTERSNOEK
EFFECTIEF
HAVENVISSEN
De wintermaanden zijn dé periode om met dood aas op snoek te
vissen: een sappige, stil hangende dode aasvis trekt doorgaans
ook de meest passieve snoek over de streep. Zeker als je Esox lucius
opzoekt waar je hem nu kunt verwachten: in jachthavens. Bas Huis
in ’t Veld doet zijn havenvisserij voor je uit de doeken.
TEKST: JUSTIN BURGGRAAF > FOTOGRAFIE: FRANK VAN DER BRUG
et snoekvissen met
dood aas in jachthavens is een redelijk
rechttoe rechtaan
visserij. De snoek
volgt de witvis die ’s winters in de
havens samenschoolt, dus je kunt
het haast niet verkeerd doen als je
een dode aasvis te water laat in een
van de vele jachthavens die ons land
rijk is. Maar met overal steigers, boten en andere structuren in het water die prooivis aantrekken is de keur
aan stekken zo groot, dat je je wellicht toch afvraagt wat nu de beste
aanpak is om zo’n dikke wintersnoek
te vangen. Met de tips van Bas heb je
een aantal handvatten die je op weg
helpen naar winters succes.
>> VERKENNEN
De basis voor succes wordt al gelegd voordat er überhaupt wordt gevist.
“Voordat ik in een nieuwe haven begin te vissen, probeer ik de locatie alvast
een keer te bekijken. Bij voorkeur ’s ochtends vroeg of aan het eind van de
middag. Zo zie je in de schemering op bepaalde plekken vaak actieve witvis
of zelfs jagende snoek. Duikende futen of witvissers die regelmatig een
visje vangen zijn ook een goed teken. Aan de hand van mijn waarnemingen
kies ik een aantal hotspots die ik op een dag afvis.”
>>
30
>> HÉT
.NL
FEBRUARI 2017 >> HÉT
.NL
31
>> ROOFVISSEN > WINTERSNOEK
>> STEVIG
MATERIAAL
>> STEKKEUZE
Gezien de vaak beperkte ruimte in een jachthaven, moet
je stevig materiaal gebruiken. “Druk zetten bij de dril is essentieel om geen vis te verspelen aan obstakels. Daarom vis
ik met een speciale doodaashengel van 2.90 meter die een
werpgewicht tot 60 gram heeft. Deze stok heeft voldoende
ruggengraat om de vis te kunnen sturen.” Op de hengel zit
een stevige werpmolen in het 4000-formaat met daarop
28/00 nylon. “Dat heeft meer demping en is schuurvaster
dan gevlochten lijn”, verklaart Bas zijn keuze.
Het formaat van een haven speelt geen rol bij de stekkeuze. “Al is er
maar één steiger waaronder de witvis beschutting vindt, dan volgt de
snoek vanzelf. Ook in redelijk ondiep water. Zo heb ik vis gevangen op
plekken waar hooguit een meter water staat.” Zoek van tevoren wel
goed uit of je in een bepaalde haven mag vissen. Niet alle havens zijn vrij
toegankelijk en soms is het zelfs verboden om er te vissen. “Gedraag je
ook altijd netjes. Luister naar een eventuele havenmeester en ga niet te
dicht bij boten zitten. Je wilt geen overlast veroorzaken en de toegang
tot de haven ontzegd worden.”
>> WEINIG
WEERSTAND
Op de nylon hoofdlijn schuift Bas een stuitje, vervolgens een
15-grams dobber en daarna een schuifloodje van 7 tot 10 gram.
“Hoe lichter hoe beter, want dan voelt de snoek de minste
weerstand.” Aan de hoofdlijn knoopt hij een staaldraadje van
40 centimeter met een trekgewicht van 15 kilo. Die is voorzien
van een enkele dreg. “Dat onthaakt gemakkelijker en is voor
de meeste aasvissen echt voldoende. Afhankelijk van het
formaat aasvis kies ik voor een haak maat 2, 1 of 1/0.”
>> KEUZEMENU
Om zijn kansen te spreiden, neemt Bas altijd meerdere soorten
aasvis mee. Bevroren sardines, haring, horsmakreel en voorn
zitten op een havenvisdag vrijwel standaard in zijn tas. “Toch
is mijn eerste keus bijna altijd zeevis. Dat is een kwestie van
vertrouwen. Zeevis is lekker vet en dat geurspoor trekt snoek
aan.” Bovendien is zeevis gemakkelijk verkrijgbaar op de markt.
“Ideaal als je geen tijd hebt om aasvis te vangen.”
32
>> HÉT
.NL
‘EEN GROOT (LIEFST RUBBER GECOAT) SCHEPNET EN EEN
ONTHAAKMAT BEHOREN TOT DE STANDAARD UITRUSTING
VAN DE SNOEKVISSER DIE IN JACHTHAVENS VIST’
>> RECHT EN SCHUIVEN
De dreg prikt hij in de rug van
de dode aasvis, om vervolgens
zorgvuldig te bekijken of die mooi
recht in het water hangt. “Een
natuurlijke, horizontale houding
heeft mijn voorkeur. En ook die
van de snoek.” Het aas presenteert
Bas in eerste instantie op zo’n
30 centimeter boven de bodem.
Blijven aanbeten uit, dan gaat hij
variëren. “Mocht ik bijvoorbeeld in
de loop van de dag merken dat de
witvis hoger in het water zit, dan
schuif ik het stuitje zover omlaag
dat de aasvis op half water of
soms zelfs nog hoger hangt.”
>>
Jachthavens –
groot of klein – zijn
's winters pleisterplaatsen voor witvis
én snoek
5 SEC.
REGEL
De aanbeet kan qua vorm behoorlijk variëren. “Soms plopt je
dobber direct de diepte in. Maar
als de snoek niet los is, krijg je ook
wel eens eerst een hele serie van
kleine tikjes op de dobber voordat
die tergend langzaam wegloopt.”
Hoe de aanbeet zich ook manifesteert, zodra de dobber onder
is, hanteert Bas de vijf seconden
regel. “Wacht nooit langer met
aanslaan. Dat doe ik liever een
keer te vroeg dan dat ik te laat ben
en de aasvis helemaal is opgeslokt”, benadrukt Bas.
>> GEREGELD
VERKASSEN
Het vissen met dood aas mag dan een statische visserij zijn,
toch verplaatst Bas zich in de loop van de dag meerdere
keren. “Snoeken is zoeken, zeker in de winter als de vis nou
eenmaal een stuk passiever is.” Dat zoeken behelst soms
niet meer dan het slechts één meter verplaatsen van de
dobber als hij ervan overtuigd is dat er vis op zijn stek ligt.
“Werkt ook dat niet, dan zoek ik na maximaal anderhalf uur
een ander stuk van de haven op. Zie ik echter ergens een
school actieve witvis of jagende snoek, dan verkas ik direct.”
FEBRUARI 2017 >> HÉT
.NL
33