14A10 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Download Report

Transcript 14A10 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Samenvatting van Productkenmerken
14A10
1
14A10
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Valtran 50 mg/4 mg druppels voor oraal gebruik, oplossing.
Valtran Retard 50 mg/4 mg tabletten met verlengde afgifte.
Valtran Retard 100 mg/8 mg tabletten met verlengde afgifte.
Valtran Retard 150 mg/12 mg tabletten met verlengde afgifte.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Valtran 50 mg/4 mg druppels voor oraal gebruik, oplossing bevat 50 mg tilidinehydrochloride onder de
vorm van tilidinehydrochloride hemihydraat en 4 mg naloxonehydrochloride onder de vorm van
naloxonehydrochloride dihydraat per 20 druppels (= 0,7225 ml), hetzij 69,2 mg/ml tilidinehydrochloride
en 5,5 mg/ml naloxonehydrochloride.
Valtran Retard 50 mg/4 tabletten met verlengde afgifte: elke tablet bevat een hoeveelheid tilidinefosfaat
equivalent aan 50 mg tilidinehydrochloride en naloxonehydrochloridedihydraat equivalent aan 4 mg
naloxonehydrochloride.
Valtran Retard 100 mg/8 tabletten met verlengde afgifte: elke tablet bevat een hoeveelheid tilidinefosfaat
equivalent aan 100 mg tilidinehydrochloride en naloxonehydrochloridedihydraat equivalent aan 8 mg
naloxonehydrochloride.
Valtran Retard 150 mg/12 tabletten met verlengde afgifte: elke tablet bevat een hoeveelheid tilidinefosfaat
equivalent aan 150 mg tilidinehydrochloride en naloxonehydrochloridedihydraat equivalent aan 12 mg
naloxonehydrochloride.
Hulpstoffen met bekend effect :
Valtran 50 mg/4 mg, druppels voor oraal gebruik, oplossing bevat 99,980 mg ethanol 96% per ml.
Valtran Retard 50 mg/4 mg tabletten met verlengde afgifte bevatten 39,920 mg anhydrisch lactose per
tablet.
Valtran Retard 100 mg/8 mg tabletten met verlengde afgifte bevatten 79,840 mg anhydrisch lactose per
tablet.
Valtran Retard 150 mg/12 mg tabletten met verlengde afgifte bevatten 119,760 mg anhydrisch lactose per
tablet.
Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Valtran: druppels voor oraal gebruik, oplossing.
Valtran Retard: tabletten met verlengde afgifte voor oraal gebruik.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1.
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van intense pijn, alsook van matige pijn waarbij de toediening van een
analgeticum met centrale werking gerechtvaardigd is.
De tabletten met verlengde afgifte zijn bijzonder geschikt voor de behandeling van chronische pijn.
1/10
14A10
2
Samenvatting van Productkenmerken
4.2.
Dosering en wijze van toediening
De vereiste dosis moet door de arts voor elke patiënt vastgesteld worden. Zoals voor alle analgetica dient
de behandelingsduur zo kort mogelijk te zijn.
Volwassenen en adolescenten ouder dan 14 jaar
Druppels voor oraal gebruik, oplossing:
Gemiddeld 10 tot 20 druppels, 3 tot 4 maal per dag, zuiver in te slikken met een weinig water of
eventueel op een klontje suiker.
Indien nodig kan men de dagdosis verhogen tot 4 maal 40 druppels (400 mg tilidinehydrochloride/dag).
Bij uiterst hevige, moeilijk te controleren pijn kan de dagdosis verhoogd worden tot maximaal 6 maal 40
druppels.
HET IS AF TE RADEN DEZE MAXIMALE DOSIS TE OVERSCHRIJDEN.
Tabletten met verlengde afgifte:
Valtran Retard is bijzonder geschikt voor de behandeling van chronische pijn.
Doorgaans tweemaal per dag 100 mg innemen en een interval van 12 uur tussen de twee innamen
respecteren.
De dagdosis Valtran Retard bedraagt, naargelang de pijnintensiteit en de individuele reactie op de
behandeling, tussen 100 mg en maximum 600 mg (met betrekking tot tilidinehydrochloride).
De beschikbare doseringen (50 mg, 100 mg, 150 mg met betrekking tot tilidinehydrochloride) mogen
desgewenst met elkaar gecombineerd worden.
Richtlijn
De hierboven aanbevolen dosissen zijn richtwaarden. Bij individuele gevallen kan voor de
behandeling van hevige pijn een overschrijding van de aanbevolen maximale dosis en een verkorting
van het toedieningsinterval noodzakelijk zijn.
Valtran Retard heeft een werkingsduur tot 12 uur. Deze werkingsduur kan op grond van individuele
factoren variëren. In elk geval is het belangrijk dat Valtran Retard volgens een vast tijdschema wordt
ingenomen, d.w.z. op hetzelfde uur 's ochtends en 's avonds.
De tabletten moeten zonder kauwen en met voldoende vocht ingenomen worden. De tabletten mogen
niet gedeeld worden aangezien de verlengde werking dan niet meer gewaarborgd is.
Bij een onderhoudsbehandeling moet een vast tijdschema aangehouden worden, bijv. 's ochtends om
8 uur en 's avonds om 20 uur.
In het begin van de behandeling moeten de dosis en het toedieningsinterval individueel vastgesteld
worden. In deze fase (titratiefase) wordt voor de behandeling van eventuele pijnpieken het gebruik
van een bijkomende behandeling met de snelwerkende Valtran oplossing aanbevolen.
Voor de onderhoudsbehandeling kan van Valtran druppels voor oraal gebruik, oplossing op Valtran
Retard tabletten overgeschakeld worden.
Omrekentabel Valtran Retard – dagdosissen
Tilidine-HCl in mg
Valtran Druppels*
Valtran Retard tabletten
100
2 x 20 druppels of
4 x 10 druppels
2 x 1 tablet Valtran Retard 50 mg/4 mg
200
4 x 20 druppels
2 x 1 tablet Valtran Retard 100 mg/8 mg
300
6 x 20 druppels
3 x 40 druppels
2 x 1 tablet Valtran Retard 150 mg/12 mg
400
4 x 40 druppels
2 x 2 tabletten Valtran Retard 100 mg/8 mg
600
6 x 40 druppels
2 x 2 tabletten Valtran Retard 150 mg/12 mg
2/10
14A10
3
Samenvatting van Productkenmerken
* 1 druppel = 2,5 mg tilidinehydrochloride
Pediatrische patiënten ouder dan 2 jaar
Druppels voor oraal gebruik, oplossing:
Per dosis, hetzij 0,5 mg tilidinehydrochloride per kg lichaamsgewicht (< 20 kg lichaamsgewicht) of 0,7
mg tilidinehydrochloride per kg lichaamsgewicht (> 20 kg lichaamsgewicht) toedienen. Een maximale
dosis van 1 mg/kg mag niet overschreden worden. Men dient langdurige behandelingen bij kinderen te
vermijden.
Voorbeelden voor elke individuele dosis in een enkele inname berekend
Lichaamsgewicht van
het kind in kg
Berekening
Tilidinehydrochloride
in mg
Aantal druppels*
15
25
35
45
15 x 0,5
25 x 0,7
35 x 0,7
45 x 0,7
7,5
17,5
24,5
31,5
3
7
10
13
* 1 druppel = 2,5 mg tilidinehydrochloride
Tabletten met verlengde werking:
Valtran Retard mag niet bij kinderen onder 14 jaar gebruikt worden (zie rubriek 4.3 ‘Contra-indicaties’).
Dosering bij beperkte nierfunctie
In geval van nierinsufficiëntie moet men de dosering van Valtran verminderen.
Dosering bij beperkte leverfunctie
Bij uitgesproken leverinsufficiëntie (bijv. ernstige levercirrose) is als gevolg van het verminderde
metabolisme van tilidine en naloxone een verminderde werking van Valtran mogelijk (zie rubrieken 4.4
“Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik” en 5.2 “Farmacokinetische eigenschappen”).
Dosering bij ouderen
Bij ouderen is geen wijziging van de dosis noodzakelijk.
4.3.
Contra-indicaties
Valtran mag niet worden toegediend:
- in geval van bekende overgevoeligheid voor tilidine of voor naloxone, voor een van de in rubriek 6.1
vermelde hulpstoffenof voor een ander analgeticum met centrale werking,
- gedurende de zwangerschap of het geven van borstvoeding (cf. rubriek 4.6),
- bij patiënten met een respiratoire depressie,
- bij de patiënten met een acute porfyrie,
- bij patiënten die afhankelijk zijn van opiaten (heroïne, morfine) of opioïden, wegens het risico op
acute onthoudingsverschijnselen (cf. rubriek 4.4),
- bij patiënten die afhankelijk zijn van andere substanties.
Een uitgesproken leverinsufficiëntie (zoals een ernstige levercirrose) kan de werking van Valtran
verminderen door een vermindering van het levermetabolisme van tilidine of naloxone.
De contra-indicaties van analgetica van het morfinetype dienen eveneens in aanmerking genomen te
worden voor Valtran: abdominaal syndroom van onbekende oorsprong, craniaal trauma en toestanden die
een risico van intracraniale hypertensie inhouden, alsook acute alcoholintoxicatie en
ademhalingsinsufficiëntie. De toediening van zulk product is niet aangewezen voor patiënten behandeld
met monoamine-oxidase-inhibitoren (MAOI) (tot 10 dagen na het stoppen van behandeling met MAOI).
3/10
Samenvatting van Productkenmerken
14A10
4
Valtran Retard is niet aangewezen bij patiënten met galactose-intolerantie, Lapp-lactasedeficiëntie of
glucose-galactose malabsorptie (zeldzame, erfelijke ziekten).
Valtran druppels voor oraal gebruik, oplossing mag niet worden toegediend aan kinderen jonger dan 2
jaar. Valtran Retard mag niet worden toegediend aan kinderen onder 14 jaar.
4.4.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Het is niet aangewezen om Valtran toe te dienen aan een zieke die verdacht wordt van misbruik of met
een verleden van geneesmiddelenafhankelijkheid.
Bij personen verslaafd aan opiaten of onder invloed van een vroegere behandeling met een analgeticum
van het morfinetype, is het belangrijk op te merken dat misbruik van Valtran (in dosissen die de
aanbevolen therapeutische dosissen overschrijden) een ontwenningssyndroom kan veroorzaken of
verergeren indien het reeds aanwezig is.
De belangrijkste tekens van ontwenning zijn angst, agitatie, beven en transpireren. Valtran is niet
aangewezen voor de behandeling van ontwenning.
Bij patiënten die voor therapeutische redenen opioïden hebben gekregen, vereist de overgang naar een
behandeling met Valtran geen bijzondere voorzorgen wat het naloxonegehalte bij de aanbevolen dosissen
betreft.
De druppels voor oraal gebruik, oplossing zijn bestemd voor orale toediening en zijn niet geschikt
voor injectie. Ontwenningssymptomen die op dit type van oneigenlijk gebruik volgen, kunnen zo
ernstig zijn dat levensbedreigende complicaties zoals hypertensiecrisis of hartstilstand kunnen
optreden.
Zoals voor elk krachtig analgeticum met centrale werking is voorzichtigheid geboden in geval van
hypothyreoïdie, bijnierschorsinsufficiëntie, lever- of nierinsufficiëntie, prostaathypertrofie, shocktoestand,
alsook bij oudere personen en bij gelijktijdige inname van andere depressoren van het centraal
zenuwstelsel.
Het is niet uitgesloten dat bij patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie de vorming van de actieve
metaboliet nortilidine zo beperkt is dat mogelijk geen voldoende analgetische werking wordt bereikt, en
dat een onvoldoende inactivering van naloxone door het antagoneren van de activiteit van nortilidine tot
een verder verlies van activiteit kan leiden. Daardoor kan een zinvolle behandeling met Valtran bij
dergelijke patiënten globaal problematisch worden.
De combinatie van een narcotische agonist met een narcotische antagonist mag niet worden gebruikt of
heeft geen enkele zin wanneer de analgetische dosissen moeten verhoogd worden tot voorbij de
maximale dosissen, bijv. bij terminale patiënten.
De toevoeging van naloxone aan tilidine heeft als doel het risico op misbruik en psychische en fysieke
afhankelijkheid te verminderen. De mogelijkheid van misbruik of afhankelijkheid kan echter niet volledig
worden uitgesloten.
Bij patiënten die een combinatie van Valtran en fenprocoumon toegediend krijgen, moet de
prothrombinetijd vastgesteld worden want de INR kan verminderd zijn (cf. rubriek 4.5). De
prothrombinespiegel moet eveneens vastgesteld worden bij patiënten met coagulatiestoornissen.
Valtran Retard tabletten met verlengde afgifte bevatten anhydrisch lactose en mogen daarom niet
worden gebruikt door patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie,
Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie.
4/10
Samenvatting van Productkenmerken
14A10
5
Valtran druppels voor oraal gebruik, oplossing bevat een kleine hoeveelheid ethanol, minder dan 100 mg
per inname (20 druppels).
4.5.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Zoals alle analgetica met centrale werking kan Valtran de werking van alcohol en van substanties met een
onderdrukkende werking op het centraal zenuwstelsel versterken. Valtran mag niet tegelijkertijd met een
ander narcotisch analgeticum gebruikt worden.
Bij toediening van andere depressoren van het CZS kan in bepaalde gevallen een apneu niet uitgesloten
worden.
Bij gelijktijdige toediening van Valtran, in hogere dosissen dan de maximaal aanbevolen dosissen, met
opiaten, kan Valtran door antagonisme het analgetisch effect van deze laatste verminderen.
Het is niet aangewezen een analgeticum met centrale werking met een MAOI te associëren.
In geïsoleerde gevallen werd een vermindering van de INR waargenomen bij patiënten die Valtran in
combinatie met een continue antistollingsbehandeling met fenprocoumon toegediend kregen.
Bijgevolg moet de prothrombine/INR-spiegel precies tijdens het begin en het einde van de behandeling
met Valtran gecontroleerd worden om zo nodig de dosissen van fenprocoumon aan te passen.
Volgens een studie die werd uitgevoerd op humane levermicrosomen blijken de iso-enzymen 3A4 en
2C19 van cytochroom P450 een belangrijke rol te spelen in de omzetting van tilidine in zijn krachtiger
actieve metaboliet, nortilidine. De sterke remmers van deze enzymen kunnen het veiligheids- en
werkzaamheidsprofiel van tilidine beïnvloeden. In een klinische studie met 16 proefpersonen heeft het
gelijktijdige gebruik van voriconazol die deze twee enzymen sterk remt, in een verhoging van de
concentratie van nortilidine van ongeveer 2,5 geresulteerd. Deze verhoging was geassocieerd met een
verhoging van het analgesisch effect en met een mogelijke ademhalingsdepressie.
4.6.
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De beschikbare gegevens over het gebruik van tilidine/naloxone bij zwangere vrouwen zijn beperkt.
Maternale en foetale bijwerkingen werden gemeld na gebruik van tilidine/naloxone tijdens de
zwangerschap. Studies uitgevoerd bij het dier toonden geen schadelijke effecten wat de
reproductietoxiciteit betreft (zie rubriek 5.3).
Tilidine/naloxone mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt tenzij de behandeling van de
maternale klinische toestand opweegt tegen het mogelijke risico voor de foetus.
Borstvoeding
Er werd aangetoond dat tilidine in de moedermelk wordt uitgescheiden. Het geven van borstvoeding
moet worden onderbroken tijdens een behandeling met tilidine/naloxone.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de effecten van tilidine/naloxone op de vruchtbaarheid bij de
mens. Studies uitgevoerd bij het dier toonden geen schadelijke effecten wat de mannelijke of vrouwelijke
vruchtbaarheid betreft (zie rubriek 5.3).
4.7. Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Valtran kan een negatieve invloed op de aandacht en het reactievermogen hebben, en bijgevolg de
rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen beïnvloeden.
Deze effecten treden vooral op bij het begin van de behandeling, in geval van dosisverhoging, wijziging
van het preparaat of in associatie met alcohol, tranquillizers, sedativa, antihistaminica, enz.
5/10
Samenvatting van Productkenmerken
14A10
6
De beslissing zal door de arts worden genomen. Bij een blijvende behandeling zal het autogebruik niet
verplicht worden verboden.
4.8.
Bijwerkingen
De bijwerkingen zijn afhankelijk van de individuele gevoeligheid van de patiënt, de toegediende dosis en
de duur van de behandeling. Ze zijn over het algemeen meer uitgesproken bij ambulante patiënten.
Deze bijwerkingen werden per klasse en per frequentie in een enkele onderstaande lijst gerangschikt:
zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100 en <1/10), soms (≥1/1000 en < 1/100), zelden (≥1/10.000 en
<1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald):
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Vaak: hypersudatie.
Maagdarmstelselaandoeningen:
Zeer vaak: misselijkheid, braken. Deze bijwerkingen komen voor in het begin van de behandeling en
verminderen bij voortzetting van de behandeling. Duizeligheid en misselijkheid worden tot een minimum
herleid door de lichamelijke inspanningen van de ambulante patiënt te beperken en, indien nodig, kunnen
zij gemakkelijk beheerst worden door de patiënt te doen neerliggen.
Vaak: diarree en buikpijn.
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak: duizeligheid, versuftheid, vermoeidheid, hoofdpijn, zenuwachtigheid.
Soms: slaperigheid.
Niet bekend: gevoel van ontspanning, hallucinaties, verwardheid, euforie, beven, hyperreflexie, clonus
en ijlhoofdigheid.
Farmacologische studies bij het dier wezen uit dat tilidine in therapeutische dosissen geen respiratoire
depressie teweegbrengt. Echter, in geval van misbruik of overdosering kan zich een respiratoire depressie
voordoen bij de mens.
Hoewel de volgende bijwerkingen niet met Valtran werden opgemerkt, kunnen deze optreden bij inname
van krachtige analgetica:
Zenuwstelselaandoeningen: risico van intracraniale hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen: toename van de druk in de galwegen
Nier- en urinewegaandoeningen: urineretentie
Algemene aandoeningen: myosis.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke
bijwerkingen te melden via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
- Afdeling Vigilantie, Eurostation II, Victor Hortaplein, 40/ 40, B-1060 Brussel (website:
www.fagg.be; e-mail: [email protected]).
4.9
Overdosering
Symptomen
Mogelijke symptomen van overdosering zijn slaperigheid, gevoelloosheid, misselijkheid, braken en
ataxie. Tekens van prikkeling van het CZS kunnen zich voordoen in de vorm van motorische onrust,
hyperreflexie en stuipen.
6/10
Samenvatting van Productkenmerken
14A10
7
Bij zeer sterke overdosering kan de halfwaardetijd van tilidine en nortilidine aanzienlijk verlengd zijn
terwijl de orale biobeschikbaarheid van naloxone onvoldoende is om een adequaat beschermend effect uit
te oefenen. Dit resulteert mogelijk in respiratoire depressie, hypotensie, myosis, verminderd bewustzijn of
coma.
In alle gevallen moet aan de mogelijkheid van een meervoudige intoxicatie (alcohol, psychoactieve
stoffen, zelfmoordpoging) gedacht worden.
Behandeling van intoxicaties
De behandeling van een overdosering met Valtran bestaat uit algemene maatregelen zoals verwijdering
van de toxische stoffen, bijv. door maagspoeling en toediening van geactiveerde houtskool.
Vermits Valtran naloxone bevat, dient een bijkomende intraveneuze toediening van naloxone (bijv. 0,4
mg) overwogen te worden in functie van het klinische beeld (men moet met de korte werkingsduur van
naloxone rekening houden).
Verdere aanbevelingen zijn: elektrolyteninfuus, inhalatie van zuurstof evenals actieve en gecontroleerde
beademing. De stimulerende werking op het CZS kan onderdrukt worden door een intraveneuze
toediening van diazepam in de gebruikelijke dosering.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1. Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: tilidine is een opioïd analgeticum en naloxone is een antidotum.
ATC-code: N02AX01 (tilidine), V03AB15 (naloxone)
Werkingsmechanisme
Tilidine is een originele stof met analgetische eigenschappen, met centrale werking, chemisch verwant
aan de groep der morfinica.
Farmacologisch is tilidine een agonist-antagonist waarvan de werking bestaat uit fixatie op de
opioïdreceptoren.
Farmacodynamische effecten
De analgetische werking van 100 mg tilidine werd geëvalueerd als equivalent aan 10 mg morfine.
Eén van de voordelen van Valtran is het feit dat zijn analgetische werking snel en krachtig is na orale
toediening; deze eigenschap wordt zelden bij de andere krachtige analgetica teruggevonden.
De analgetische werking van Valtran vangt 10 tot 20 minuten na toediening aan en zijn werkingsduur
bedraagt gewoonlijk 4 tot 6 uur. De werkingsduur van Valtran Retard bedraagt ongeveer 12 uur en
verzekert bijgevolg een continue pijnstilling met twee toedieningen per dag.
In therapeutische dosis brengt Valtran geen ademhalingsdepressie teweeg, inhibeert het de hoestreflex
niet en oefent het over het algemeen geen significante invloed uit op de cardiovasculaire parameters.
Valtran Retard bevat tilidinefosfaat en naloxonehydrochloride als werkzame bestanddelen in dezelfde
gewichtsverhouding van 100:8 (overeenkomend met tilidinehydrochloride) als Valtran oplossing.
Bijzonderheid van de associatie tilidine-naloxone:
Naloxone is een zuivere antagonist van de analgetica van het morfinetype. Indien Valtran langs orale weg
in therapeutische dosissen toegediend wordt, ondergaat naloxone een intens hepatisch
metaboliseringsproces (first-pass effect) en is het farmacologisch inactief.
Bij gebruik van therapeutische dosissen speelt het antagonistische effect van naloxone geen rol. Wanneer
nochtans vrijwillige of accidentele innamen plaatsvinden van dosissen die hoger liggen dan de maximale
aanbevolen dosissen, zal een gedeelte van het ingenomen naloxone niet door de lever geïnactiveerd
worden en zal het de effecten van tilidine antagoneren.
Daardoor zal mogelijk misbruik van Valtran druppels of Valtran Retard zeer beperkt zijn, al mag men het
niet als onbestaande beschouwen.
5.2. Farmacokinetische eigenschappen
7/10
Samenvatting van Productkenmerken
14A10
8
Absorptie
Tilidine wordt 10 minuten na orale toediening van 50 mg met C14 gemerkte stof in het bloed
teruggevonden.
Distributie
Naloxone en tilidine bevinden slechts gedurende korte tijd in zeer lage concentraties in het plasma.
De tijd om de maximale concentraties van nortilidine te bereiken (tmax) is ongeveer 5,5 maal groter voor
Valtran Retard (gemiddeld 4,7 uur) dan voor Valtran druppels (gemiddeld 0,9 uur). Tmax voor naloxone is
langer voor Valtran Retard dan voor Valtran druppels. Bijgevolg kan Valtran Retard tweemaal per dag
ingenomen worden om een aanhoudend pijnstillend effect te bekomen (vergeleken met viermaal per dag
voor de oplossing).
Bio-equivalentie ten aanzien van AUC en Cmax tussen Valtran druppels en Valtran Retard werd
aangetoond voor nortilidine en totaal naloxone.
Biotransformatie
Na resorptie wordt tilidine bijna volledig gemetaboliseerd tot 2 belangrijke metabolieten: nortilidine
(actieve metaboliet) en bisnortilidine (inactieve metaboliet). Nortilidine heeft een sterke centrale
analgetische werking.
Naloxone wordt echter in een kwantitatief equivalente mate omgezet tot de farmacologisch zwak
werkzame metaboliet b-naloxol en tot de glucoronide-conjugaten van naloxone en b-naloxol.
Volgens een studie die werd uitgevoerd op humane levermicrosomen blijken de iso-enzymen 3A4 en
2C19 een belangrijke rol te spelen in de omzetting van tilidine in zijn krachtiger actieve metaboliet,
nortilidine. De sterke remmers van deze enzymen kunnen het veiligheids- en werkzaamheidsprofiel van
tilidine beïnvloeden (zie rubriek 4.5 voor meer informatie).
Eliminatie
De eliminatiehalfwaardetijden van tilidine en nortilidine schommelen tussen 3,5 en 5,1 uur.
De apparente eliminatiehalfwaardetijd van de retardformulering bedraagt ongeveer 5,5 uur voor
nortilidine en voor de metabolieten van naloxone.
Nierinsufficiëntie: In afwachting van aanvullende gegevens over het metabolisme van nortilidine en
naloxone bij patiënten met nierinsufficiëntie is het aanbevolen de dosis te verminderen bij deze patiënten.
Leverinsufficiëntie: Het first-pass effect van tilidine evenals het metabolisme van nortilidine zijn
verminderd in geval van een verminderde leverfunctie, met als gevolg dat, afhankelijk van de ernst
van de leverinsufficiëntie, de maximale plasmaconcentratie van nortilidine lager is dan bij personen
met een normale leverfunctie, terwijl de halfwaardetijd verlengd is. Naloxone bevindt zich bij
personen met een normale leverfunctie slechts gedurende zeer korte tijd en in zeer lage concentraties of helemaal niet - in het plasma. Bij patiënten met leverinsufficiëntie zijn de naloxoneconcentraties
duidelijk hoger en verlagen door het verdere metabolisme met een halfwaardetijd van ongeveer 2 uur.
5.3
Gegevens uit het preklinisch onderzoek
De effecten die in niet-klinische studies werden waargenomen, waren karakteristiek deze die voor een
gemengd opiaat van het agonist/antagonist-type werden verwacht en betroffen effecten op de spiertonus
(hoog), ademhaling (depressie), darmtonus (diarree), een sedatie en bij dosissen ≥100 mg/kg/dag
tonisch-clonische convulsies.
Studies uitgevoerd bij pasgeboren dieren gaven dezelfde resultaten als bij volwassen dieren. Studies over
de reproductietoxiciteit met tilidine et studies over de teratogeniciteit met de associatie van tilidine en
naloxone duiden noch op een reproductietoxiciteit, noch op een effect op de vruchtbaarheid, afgezien van
de maternale toxiciteit.
Er werd aangetoond dat tilidine in de moedermelk wordt uitgescheiden.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
8/10
Samenvatting van Productkenmerken
14A10
9
6.1. Lijst van hulpstoffen
Valtran druppels voor oraal gebruik, oplossing:
Dinatriumedetaat, ethanol, verdund zoutzuur, gezuiverd water.
Valtran Retard tabletten met verlengde afgifte:
Kern: anhydrisch lactose, gehydrateerde ricinusolie, glycerolbehenaat, hydroxyethylcellulose,
magnesiumstearaat.
Omhulling: hypromellose, macrogol 6000, talk, titaandioxide (E171), silicone S 184, ethylcellulose
waterige dispersie à 30%.
6.2. Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
6.3. Houdbaarheid
Houdbaarheid in de oorspronkelijke verpakking:
Valtran 50 mg/4 mg druppels voor oraal gebruik, oplossing: 3 jaar.
Valtran Retard 50 mg/4 mg, 100 mg/8 mg en 150 mg/12 mg tabletten met verlengde afgifte: 18
maanden.
6.4.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Valtran druppels voor oraal gebruik, oplossing: voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale
bewaarcondities.
Valtran Retard tabletten met verlengde afgifte: Bewaren beneden 25°C.
6.5.
Aard en inhoud van de verpakking
Valtran druppels voor oraal gebruik, oplossing: container met druppelpipet met 10, 20 of 60 ml
oplossing.
Valtran Retard tabletten met verlengde afgifte: fles met 10, 30 of 60 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
PFIZER NV, Pleinlaan 17, 1050 Brussel, België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Valtran 50 mg/4 mg druppels voor oraal gebruik, oplossing: BE118517
Valtran Retard 50 mg/4 mg tabletten met verlengde afgifte: BE211093
Valtran Retard 100 mg/8 mg tabletten met verlengde afgifte: BE211102
Valtran Retard 150 mg/12 mg tabletten met verlengde afgifte: BE211111
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENING VAN DE VERGUNNING
9/10
Samenvatting van Productkenmerken
14A10
10
A. Datum van eerste verlening van de vergunning:
Valtran, druppels voor oraal gebruik, oplossing: 01/12/1981
Valtran Retard tabletten: 29/03/2000
B. Datum van laatste verlenging: 19/01/2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
10/2015
Datum van goedkeuring: 02/2017
14A10
10/10