Stadswerk Magazine, januari 2017
Download
Report
Transcript Stadswerk Magazine, januari 2017
Kennisknooppunt stadslandbouw informeert en verbindt
Stadslandbouw in de groei
Moestuinbakken in een nieuwbouwwijk, tomatenteelt in leegstaande gebouwen of
het opzetten van een therapiecentrum in een stadstuinderij. Het fenomeen
stadslandbouw bestaat nog niet lang. Daardoor loopt elke pionier het gevaar dat
hij het wiel opnieuw moet uitvinden. Kennisknooppunt Stadslandbouw brengt daar
verandering in. Hoe ziet de toekomst van stadslandbouw eruit en wat is de rol van
het kennisknoopunt?
H
et kennisknooppunt komt voort uit het
Stedennetwerk Stadslandbouw, dat bestaat uit
vertegenwoordigers uit vijftien steden,
waaronder Den Haag, Amsterdam en Maastricht.
Dankzij dit netwerk kwamen een aantal keer per jaar
enkele tientallen mensen bij elkaar om kennis uit te
wisselen over stadslandbouwactiviteiten in hun
gemeente. Tom Voorma is er als projectleider
Stadslandbouw voor de gemeente Den Haag al sinds
begin 2015 bij aangesloten. 'Als je de enige bent die
met het onderwerp bezig is, voel je je soms een
roepende in de woestijn,' vertelt hij. 'Het is fijn om
ervaringen van anderen te horen die in dezelfde
situatie zitten, dat biedt ondersteuning voor je eigen
verhaal. Bovendien vergroten bijeenkomsten met
andere pioniers kennis over het brede onderwerp dat
stadslandbouw is.'
Praktische kennis uitwisselen
Lusthof Spinoza in Den Haag.
30 Stadswerk magazine 01/2017
Na een aantal bijeenkomsten werd duidelijk dat de
behoefte aan het delen van kennis niet alleen bij de
overheid leefde. Ook ondernemers, onderwijsinstellingen, onderzoekers en maatschappelijke organisaties wilden zich met elkaar verbinden en kennis uitwisselen over stadslandbouw. Praktische kennis over
de productiekant, bijvoorbeeld. Wat heb je nodig aan
materiaal? Hoe krijg je de bodemkwaliteit op niveau?
Maar ook zakelijke vragen, zoals: welk verdienmodel
werkt en waar moet je rekening mee houden op juridisch gebied? En ten slotte vragen vanuit een ideëel
perspectief. Wat voor lessen kun je geven over het
TEKST MARTINE SCHLINGMANN , i.o.v. RVO.nl
WAT IS DUURZAAMDOOR?
DuurzaamDoor is een kennisprogramma voor sociale innovatie dat de ontwikkeling naar een groene, duurzame
economie wil versnellen en doorbraken
helpt realiseren. DuurzaamDoor organiseert samenhang tussen landelijke,
regionale en lokale initiatieven via ‘sociaal instrumentarium’, zoals netwerken
en coalitievorming. Op deze en andere
innovatieve manieren werken overheden, ondernemers, onderwijs, onderzoek, en (burger)organisaties met
elkaar samen aan maatschappelijke
vraagstukken.
Kinderparticipatieproject ‘de Oordenkids’ in Den Haag.
belang van voedsel voor de gezondheid? Hoe bouw je
bijvoorbeeld een cursus ‘zelf zuurkool maken’ op?
Tegelijkertijd maakt kennisuitwisseling heel concreet
wat het resultaat kan zijn van stadslandbouw. Niet
alleen de opbrengst in klinkende munt, maar ook op
andere gebieden. Voorma haalt een voorbeeld aan uit
Den Haag: 'Op een overwoekerde binnenplaats hadden buurtbewoners moestuinbakken neergezet, waar
al snel een wachtlijst voor ontstond. Het werd een
bedrijvige plek. Een van de bewoners rondom dat
plaatsje was al anderhalf jaar zijn huis niet uit geweest. Dit initiatief was voor hem laagdrempelig genoeg om langs te lopen met de mededeling: "Ik weet
niets van tuinieren, maar ik kan die bakken wel schuren." Deze resultaten maken duidelijk welk effect
stadslandbouw kan hebben op sociale cohesie en het
leefklimaat van een omgeving. Zulke initiatieven kun
je vervolgens ook elders inzetten.'
Zoektocht
Kennisprogramma DuurzaamDoor van de rijksoverheid pakte de handschoen op en nodigde partijen met
verschillende achtergronden uit om te inventariseren
op welke manier het knooppunt zich verder moest
ontwikkelen. Een van de mensen die aansloot om
mee te denken was Frens Schuring. Als docent aan de
Warmonderhofopleiding in Dronten geeft hij sinds enkele
jaren les aan de deeltijdopleiding voor professionele stadslandbouwers. Voor zijn opleiding is zoveel animo dat er
het afgelopen jaar een maximum is gesteld aan het aantal
studenten dat wordt toegelaten. Schuring: 'Binnen vijf
jaar tijd is het aantal studenten toegenomen van dertig
naar een kleine 200 per jaar. De behoefte aan vakkennis
op het gebied van stadslandbouw is door de beleidsmakers aanvankelijk over het hoofd gezien.'
Schuring merkt dat Stadslandbouw voor veel mensen een
voortdurende zoektocht is. Ook voor de studenten van de
opleiding die al veel vakkennis hebben opgedaan is een
kennisknooppunt wenselijk. 'De meeste mensen die de
opleiding volgen, hebben geen agrarische achtergrond. Zij
moeten from scratch beginnen. Niet alles komt aan de
orde in het onderwijs. Dan is het handig als je ergens terecht kunt waar kennis gebundeld is. Stadslandbouw is
nog altijd volop in ontwikkeling. Zowel leerlingen als afgestudeerden moeten dus weten waar zij nieuwe kennis
kunnen verwerven en hoe ze in contact komen met nieuwe zakenpartners.'
Investeren in de toekomst
Margriet Knospe van zelfoogsttuin en therapiecentrum
Buitenleeft haakte als ondernemer aan bij het kennis01/2017 Stadswerk magazine 31
STADSLANDBOUW: EEN VEELKOPPIG FENOMEEN
'In de publieke opinie is het beeld van stadslandbouw vooral dat van een
volks- en buurttuin, maar onder het begrip valt veel meer', zegt Jan Eelco
Jansma. Als onderzoeker van het programma 'Feeding the city' aan Wageningen University en Research is hij specialist op het gebied van Stadslandbouw.
'Stadslandbouw is veelkoppig en dient vele doelen. Het gaat over voedsel,
ondernemerschap, milieu, educatie, wonen en de relatie met mensen.'
Wat valt er allemaal onder stadslandbouw?
'De kern van stadslandbouw is dat er een link bestaat tussen voedsel, locatie
en mensen. Wat alle vormen van stadslandbouw gemeen hebben, is dat zij op
Jan Eelco Jansma (Wageningen UR):
' Het goed organiseren van afzet en
logistiek is de sleutel tot succes.'
de een of andere manier verbinding zoeken met de stad; met de mensen die
er wonen, of met een stedelijke bron zoals een gebouw, een terrein, maar ook
reststoffen die worden gebruikt in het productieproces. Denk aan de daktuin
in Den Haag waar groente wordt geproduceerd met behulp van de reststoffen
van de vis die in het pand wordt geteeld, of paddenstoelen die groeien op koffiedik van lokale horeca. Er zijn
ook bedrijven die zich op een andere manier richten tot de mensen in de stad. In Almere is bijvoorbeeld een
glastuinder die volkstuinen onder glas beschikbaar stelt aan particulieren. Die verbinding met de stad maakt
het anders dan andere landbouw. De afstanden tussen producent en consument zijn korter. Het zijn overigens
niet alleen bedrijven die zich met stadslandbouw bezighouden. Het kunnen ook coöperaties zijn, scholen of
andere samenwerkingsvormen. De initiatieven die onder stadslandbouw vallen, kunnen qua businessmodel
en in de manier waarop zij opereren heel verschillend zijn. Er zijn veel verschillende manieren om die verbinding met de stad aan te gaan, dat maakt stadslandbouw veelkoppig.'
Wat zijn de afzetmarkten?
'Ook dat verschilt. Over het algemeen is het nu meestal nog lokaal. Op boerenmarkten of lokale markten,
maar sommigen verbinden zich aan supermarkten of andere retailers. Producten afkomstig van stadslandbouw betreft nu nog een heel klein aandeel van wat mensen kopen, misschien één of twee procent. Het is een
kip-ei-verhaal: om de afzetmarkt te vergroten, moet het aanbod groter. Maar daarvoor moet de vraag weer
groter zijn.'
Hoe kan stadslandbouw de concurrentie aangaan met de efficiënter georganiseerde traditionele
landbouw?
'Dat is heel moeilijk, vooral op prijs. Stadslandbouwers zullen goed na moeten denken hoe zij zich kunnen
onderscheiden op andere gebieden; bijvoorbeeld kwaliteit, smaak en door hun verbinding met de stad en de
bewoners in de beeldvorming mee te nemen.'
Heeft stadslandbouw het in zich om uit te groeien tot een succesvolle bedrijfstak?
'De potentie zie ik wel. Als je het op wereldniveau bekijkt, hebben we het ook nodig om de groeiende bevolking
van voldoende voedsel te voorzien. Stadslandbouw staat nu nog aan het begin van de ontwikkeling. Veel
stadslandbouw is nog klein en knuffelbaar, maar we naderen een kantelpunt. Om de omvang te vergroten is
professionalisering nodig. Het goed organiseren van afzet en logistiek is de sleutel tot succes.'
32 Stadswerk magazine 01/2017
knooppunt, omdat ze het belangrijk vindt dat er een
plek is waar stadslandbouwers elkaar kunnen vinden.
'Met elkaar kun je meer dan alleen. Ik zag het als een
investering in de toekomst, daarom wilde ik daar
graag aan bijdragen. Stadslandbouw wordt nu nog
niet overal even serieus genomen. Daar moet verandering in komen.' Voor de toekomst van het kennisknooppunt vindt Knospe het vooral belangrijk dat er
een goede mix aan partijen deelneemt. 'Alle deelnemende partijen kunnen van elkaar leren.'
Cruciaal moment
Het jaar 2016 was een cruciaal moment voor het
voortbestaan van het knooppunt. Kennisprogramma
DuurzaamDoor wilde de ondersteunende rol afbouwen en de maatschappelijke partners een grotere rol
geven. Er moest een manier komen om het kennisknooppunt ook in de toekomst te borgen. Zo kreeg
Vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling
(GDO) een rol. Als bestuurlijk en NME-netwerk (Natuur- en Milieueducatie) dat duurzame ontwikkeling
mogelijk wil maken, was GDO bereid het eigenaarschap van het knooppunt op zich te nemen en de
mogelijkheid om een verdienmodel te onderzoeken.
Deze missie is toevertrouwd aan bestuurlijk moderator Jean Eigeman. 'Ik ben blij dat we deelnemers aan
het kennisknooppunt de kans kunnen blijven bieden
om verhalen door te vertellen,' zegt Eigeman. 'Het
valt mij op dat er al heel veel gebeurt op het gebied
van stadslandbouw. Dat zou best wat beter in beeld
mogen zijn. Het zijn misschien niet altijd wereldschokkende dingen, maar veel van wat er gedaan
wordt, draagt wel bij aan een beter leefklimaat.'
Verschillende portefeuilles
Eigeman wil zich ervoor inzetten dat de kennis over
stadslandbouw breder verspreid wordt. Om te beginnen kondigt hij een nieuwe website aan vanuit landelijk oogpunt, naar voorbeeld van de website die de
gemeente Den Haag al bijhoudt op het gebied van
stadslandbouw. Eigeman: 'Wat we met het kennisknooppunt vooral willen bereiken, is verbindingen
maken. Bijvoorbeeld tussen ondernemers en de overheid. Het beleid van de overheid is verdeeld in kokertjes. De manier waarop we in de stadslandbouw werken, is dat niet. Op een andere manier omgaan met
groen in de stad is ook een vorm van stadslandbouw,
Buurtuintjes Kortenbos, Den Haag..
dat kan onder verschillende portefeuilles vallen. Ik
hoop dat het kennisknooppunt eraan bijdraagt dat
over een jaar of tien elke plaats met meer dan 25.000
inwoners bezig is met stadslandbouw.'
WEBSITES
@
www.duurzaamdoor.nl
www.kortenbos.org
www.lusthofxl.nl
www.panderplein.nl
www.rvo.nl
01/2017 Stadswerk magazine 33