deze link - LRC Leerdam

Download Report

Transcript deze link - LRC Leerdam

EINDRAPPORT
GLASPARK LEERDAM
3 FEBRUARI 2017
Aan
Stuurgroep Glaspark Leerdam
Van
Hospitality Group
Smallepad 13 - 15
Postbus 2186
3800 CD AMERSFOORT
Auteurs
Mila Duvekot
Dick Leijen
Emmy Stols
Project
Definitiefase Glaspark Leerdam
Betreft
Eindrapport
Ons kenmerk
164.014/160546/DL/CL/02
Datum
3 februari 2017
© 2016 Hospitality Group
Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld mag, zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de
rechthebbenden c.q. door de rechthebbenden gemachtigden, niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd
en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van
toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.
SAMENVATTING
INLEIDING
In het voorjaar van 2016 is de Definitiefase van het plan Glaspark van start gegaan. Het initiatief tijdens deze fase
lag bij de vier verenigingen, waarbij zij werden ondersteund door de gemeente. Die ondersteuning bestond uit
het leveren van een projectleider (vanaf juni 2016), uit ambtelijke ondersteuning, en uit een financiële bijdrage
om op onderdelen specialisten in te huren.
Inmiddels is de uitwerking van het plan Glaspark Leerdam voltooid. De resultaten van de uitwerking zijn in dit
eindrapport neergelegd. Er zijn veel personen en organisaties betrokken geweest bij de uitwerking van het plan.
Grofweg is dit rapport het resultaat van de werkzaamheden van drie werkgroepen (Velden & Capaciteit, Gebouw
& Identiteit en Financiën), van ambtenaren van de gemeente Leerdam en van de Stuurgroep Glaspark Leerdam.
HET GLASPARK, EEN BREDE MAATSCHAPPELIJKE FUNCTIE
VIER VITALE VERENIGINGEN OP ÉÉN PARK
Het Glaspark zal vanzelfsprekend huisvesting bieden aan de activiteiten van de vier initiatief nemende
buitensportverenigingen. Deze verenigingen hebben tezamen ruim 1.400 leden, waarvan meer dan 1.000
spelende leden. De verenigingen vervullen daarmee een maatschappelijke functie van formaat. De gezamenlijke
huisvesting op één park heeft niet alleen tot doel om de vier verenigingen van goede huisvesting te voorzien. De
gezamenlijke huisvesting heeft ook, en misschien wel vooral, als doel om de vitaliteit/continuïteit van de vier
verenigingen te versterken. De verenigingen verwachten een groei van het aantal leden en een betere
onderlinge samenwerking. Ook verwachten zij de kosten voor de accommodatie te kunnen delen op het
Glaspark.
MEDEGEBRUIK
Het Glaspark zal niet alleen door de vier verenigingen worden gebruikt. Onderdeel van de plannen is dat het
park ook gebruikt wordt door:




Andere verenigingen.
Scholen en buitenschoolse opvang.
Ongeorganiseerde sporters en recreanten.
Bijzondere doelgroepen zoals ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking.
HET GLASPARK, EEN MULTIFUNCTIONEEL PARK
VELDEN
Het Glaspark wordt een groter park dan vorig voorjaar werd verwacht. De Werkgroep Velden en Capaciteit heeft
berekend hoeveel velden er nodig voor de vier verenigingen. Uit die berekening kwam naar voren dat de
volgende velden minimaal nodig zijn:
 Voetbal:
 3 natuurgrasvelden
 3 kunstgrasvelden
 Hockey/korfbal
 2 kunstgrasvelden.
Bij dit aantal velden moeten nog twee opmerkingen worden gemaakt:
 De twee voetbalverenigingen zouden het liefst over één veld meer willen beschikken om voldoende ruim in
het jasje te zitten. Bij de verdere uitwerking van de plannen zal daarom voldoende ruimte op het park
de
worden gereserveerd om te zijner tijd te kunnen uitbreiden met een 7 voetbalveld.
 Naast de velden is er op het park ook ruimte nodig voor parkeerplaatsen, fietsenstalling, opslag, etc.
KLEED-/CLUBGEBOUW
Het resultaat van de werkgroep Gebouw & Identiteit is een kleed-/clubgebouw dat voldoet aan de normen van
de sportbonden. Er wordt een accommodatie beoogd met meerdere bouwlagen. Alle sportvoorzieningen komen
in het souterrain. Op de verdieping komen de kantineruimte, vergader- en bestuursruimten. Hieronder een
indruk van het toekomstige kleed-/clubgebouw.
Figuur 1: Impressie kleed-/clubgebouw.
VERKEER EN PARKEREN
Het is op dit moment al lastig om de parken Bruinsdeel en De Punt/Leerdam Sport met de auto te bereiken en te
parkeren. Bij de Punt/Leerdam Sport komt al het verkeer door een woonwijk met wegen die eigenlijk niet zijn
ingericht op zoveel verkeer. Het aantal parkeerplaatsen is op die locatie ook beperkt wat veel overlast geeft voor
de omwonenden. Bij Bruinsdeel is Recht Ter Leede de belangrijkste toegangsroute. Deze weg is eigenlijk te smal
om het verkeer aan te kunnen.
Als het Glaspark wordt gerealiseerd op één van deze locaties neemt het verkeer van en naar het park alleen
maar toe. De problemen met verkeer en parkeren worden dus alleen maar groter als er geen maatregelen
worden getroffen. Vandaar dat een ambtelijke werkgroep voor de beide parken heeft gekeken of er goede
mogelijkheden zijn om deze problemen op te lossen. Die mogelijkheden zijn er, maar er hangt wel een
prijskaartje aan. De mogelijkheden en het prijskaartje zijn de afgelopen maand goed onderzocht om uiteindelijk
een afgewogen keuze te kunnen maken voor de locatie van het Glaspark.
LOCATIEKEUZE
We hebben twee mogelijke locaties voor het Glaspark. De locaties zijn Bruinsdeel (LRC) en De Punt/Leerdam
Sport. De afgelopen periode zijn deze twee locaties beoordeeld om vast te stellen welke de beste locatie is voor
het Glaspark. Die beoordeling is geen eenvoudige geweest. De velden en voorzieningen die nodig zijn voor het
Glaspark passen op dit moment eenvoudigweg niet op deze locaties. Zowel op Bruinsdeel als op De
Punt/Leerdam Sport zal – als de keuze op één van beide parken is gevallen - moeten worden uitgebreid. Voor
beide locaties heeft die uitbreiding nogal wat voeten in de aarde. Bij Bruinsdeel zal grond moeten worden
gekocht en zal het park worden uitgebreid in het buitengebied. Daar gelden strenge eisen voor. Bij De
Punt/Leerdam Sport is de enige realistische uitbreidingsrichting het plan Broekgraaf. Dat zou betekenen dat bij
Broekgraaf minder huizen worden gebouwd ten gunste van het Glaspark. Er is de afgelopen maanden veel tijd
gestoken in het onderzoeken van de (on)mogelijkheden voor uitbreiding van de beide locaties en de gevolgen
daarvan (ook financieel).
De beoordeling van de locaties is uitgevoerd. Beide parken zijn op 30 punten met elkaar vergeleken. Uit de
beoordeling is samengevat het volgende naar voren gekomen:
 De locatie De Punt/Leerdam Sport de voorkeur heeft als wordt gekeken naar de maatschappelijke functie van
het park. Aan dat park grenzen een jeugdaccommodatie, een zorginstelling, een gebouw van een
wijkvereniging en binnenkort een brede school/integraal kindcentrum. Samenwerking met die instellingen is
op deze locatie nu eenmaal eenvoudiger dan op Bruinsdeel. Dit wil niet zeggen dat Bruinsdeel voor dit
onderwerp geen geschikte locatie is, maar de Punt/Leerdam Sport heeft wel “een streepje voor”.
 De locatie De Punt/Leerdam Sport heeft ook een lichte voorkeur vanuit het perspectief van ruimte en
verkeer. De ligging van het park en de oplosbaarheid van het verkeersprobleem op die locatie zijn
pluspunten.
 De locatie Bruinsdeel heeft een sterke voorkeur als wordt gekeken naar de financien. Al eerder is gemeld dat
zowel op Bruinsdeel als op De Punt/Leerdam Sport moet worden uitgebreid als het Glaspark daar wordt
gerealiseerd. De prijs van de grond is bij Broekgraaf een veelvoud van de prijs bij Bruinsdeel. Daardoor zou
het Glaspark op de locatie De Punt/Leerdam Sport vele miljoenen duurder worden dan op Bruinsdeel. Dat
financiële verschil is zo groot dat daarmee de andere voordelen van De Punt/Leerdam Sport teniet worden
gedaan.
De voorkeur van de Stuurgroep Glaspark gaat daarom uit naar de locatie Bruinsdeel.
DE FINANCIEN
Bij de uitwerking van de plannen is veel aandacht uitgegaan naar de financiën. De investeringen voor het park
zijn berekend, er is een exploitatiebegroting gemaakt en de financiële gevolgen voor de gemeente en de
verenigingen zijn uitgezocht.
DE INVESTERINGEN
Realisatie van het Glaspark zal een forse investering vergen. In de volgende tabel zijn die investeringen
weergegeven. Daarbij is onderscheid gemaakt naar:
 Type investering:
 Directe investeringen: De investeringen die voortvloeien uit de realisatie van velden, voorzieningen en
accommodatie.
 Indirecte investeringen: De investeringen die voortvloeien uit de aankoop van grond (voor de uitbreiding),
ontsluiting, afschrijving bestaande boekwaardes en ambtelijke apparaatskosten.
 Herkomst van de investeringen, waarbij onderscheid is gemaakt naar:
 De gemeente Leerdam: De gemeente Leerdam draagt die investeringen voor velden, voorzieningen en
accommodaties die nodig zijn voor de sportuitoefening conform de normen van de sportbonden, .voor
parkinfrastructuur en de ontsluiting
 De verenigingen: De verenigingen dragen de investeringen voor de realisatie van de kantine.
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij het opstellen van de stichtingskostenraming:
 Prijspeil medio 2016.
 Alle bedragen zijn exclusief BTW.
 De verdeling van de herkomst van de investeringen (gemeente of verenigingen) is gebaseerd op de
verdeling zoals die naar verwachting gaat gelden binnen de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden.
Tabel 1: Investeringen Glaspark Leerdam.
Gemeente
Verenigingen
Kleed- en wasruimten
€
€
Kantine
€
Velden
€
2.450.000
€
-
Parkinfrastructuur
€
1.950.000
€
-
Subtotaal
€
7.000.000
€
1.200.000
Directe investeringen
2.650.000
-
€
1.200.000
Gemeente
Verenigingen
Ontsluiting
€
1.000.000
€
-
Grondaankoop
€
650.000
€
-
Boekwaardes
€
200.000
€
-
Apparaatskosten
€
150.000
€
-
Subtotaal
€
2.000.000
€
-
TOTAAL
€
9.000.000
€ 1.2000.000
Indirecte investeringen
NB: In de tabel komen afrondingsverschillen voor.
Uit de tabel blijkt dat de investeringen voor de gemeente Leerdam circa € 9 miljoen zullen bedragen. De
verenigingen zullen circa € 1,2 miljoen moeten investeren.
Bij de tabel moet worden opgemerkt dat de verenigingen nog extra wensen hebben die niet in de tabel zijn
opgenomen. Die wensen hebben betrekking op meer en grotere kleed- en wasruimten, tribune(s), opslag,
grotere kantineruimten, etc. De investeringen voor deze extra wensen zijn becijferd, maar niet in de tabel
opgenomen omdat:
 Deze investeringen door de verenigingen gedragen zouden moeten worden.
 Het is onwaarschijnlijk dat de verenigingen in staat zijn de investeringen voor deze extra wensen voor hun
rekening te nemen.
DE EXPLOITATIE
Het Glaspark zal worden beheerd en geëxploiteerd door de op te richten Stichting Beheer Glaspark Leerdam. De
stichting voert de volgende taken uit:





Verhuur/ter beschikking stellen van velden en kleed- en wasruimten aan de gebruikers.
Bevorderen van de samenwerking tussen de gebruikers.
Toezicht en veiligheid op het park/afdwingen naleving van de huisregels.
Klein onderhoud aan velden, parkinfrastructuur en kleed-/clubgebouw.
Groot onderhoud aan kantine.
De stichting heeft personeel in dienst (iets meer dan 1 fte) maar de overige beheertaken worden uitgevoerd
door vrijwilligers vanuit de verenigingen, cliënten van zorginstellingen (arbeidsmatige dagbesteding) en mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt (Participatiewet).
Voor deze stichting is de afgelopen maanden een exploitatiebegroting opgesteld. Daaruit is de conclusie
getrokken dat een kostendekkende exploitatie van het Glaspark mogelijk is. De details van deze
exploitatiebegroting zijn opgenomen in hoofdstuk 4 van dit rapport. Voor deze samenvatting zijn de volgende
punten van belang:
 De gemeente Leerdam wordt eigenaar van het park en wordt verantwoordelijk voor het eigenaarbeheer,
behalve voor de kantine.
 De gemeente Leerdam voert het cultuurtechnische onderhoud uit aan velden en parkinfrastructuur.
 De Stichting Beheer Glaspark Leerdam wordt verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op het park
(gebruikerbeheer) en draagt het exploitatierisico voor het Glaspark.
 De verenigingen zijn gebruiker van het Glaspark, via gebruiksovereenkomsten.
STRUCTURELE LASTEN GEMEENTE LEERDAM
Op basis van de investeringsbegroting en de exploitatiebegroting zijn de structurele financiële gevolgen van het
Glaspark voor de gemeente Leerdam becijferd. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
 Rente 2%
 Afschrijvingstermijnen:
 Gebouwen 30 jaar
 Parkinfrastructuur 30 jaar
 Velden 20 jaar
 De verdeling van de investeringen zoals in tabel 1 opgenomen.
 Bestaande dekking uit de meerjarenbegroting, grondexploitatie Broekgraaf en de stelpost BSAB.
In de volgende tabel zijn de structurele lasten voor de gemeente Leerdam weergegeven. Uit de tabel blijkt dat
de realisatie van het Glaspark leidt tot € 415.000 aan structurele meerkosten voor de gemeente Leerdam.
Tabel 2: Structurele meerkosten Gemeente Leerdam.
Jaarlast
Lasten
Directe investeringen
€
480.000
Indirecte investeringen
€
65.000
Overig
€
20.000
Totaal
€
565.000
Dekking
€
150.000
Structurele meerkosten
€
415.000
HOE VERDER?
Met dit rapport is de Definitiefase van het project Glaspark Leerdam afgerond. Hierna volgt de
Bouwvoorbereidingsfase, waarin het plan voor alle onderdelen tot in detail wordt uitgewerkt (Schetsontwerp,
Voorlopig Ontwerp, Definitief Ontwerp, bestek en aanbestedingsgerede stukken, gedetailleerde beheer- en
exploitatieopzet, etc.). De ervaring leert dat de Bouwvoorbereidingsfase een doorlooptijd heeft van circa 1 jaar.
INHOUDSOPGAVE
1 HET GLASPARK, VAN IDEE NAAR PLAN
1
2 HET GLASPARK, EEN BREDE MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENING
3
2.1 Inleiding
3
2.2 Een thuisbasis voor vitale verenigingen
3
2.3 Toegankelijk voor de ongeorganiseerde sporter
4
2.4 Nauwe banden met het onderwijs
6
2.5 Een functie binnen het sociale domein
7
3 HET GLASPARK, EEN MULTIFUNCTIONEEL PARK
10
3.1 Inleiding
10
3.2 De verenigingsaccommodatie
10
3.3 Ruimtelijke invulling van de brede functie
14
3.4 De inpassing
16
4 HET GLASPARK, EEN FINANCIELE UITDAGING
19
4.1 Inleiding
19
4.2 Een nieuw park, nieuw beleid?
19
4.3 De investeringen
20
4.4 De exploitatie
23
4.5 Structurele lasten gemeente leerdam
29
4.6 Draagkracht verenigingen
31
4.7 risico-paragraaf
31
5 HOE VERDER?
34
BIJLAGE 1: EINDRAPPORT WERKGROEP VELDEN EN CAPACITEIT
36
BIJLAGE 2: EINDRAPPORT WERKGROEP GEBOUW EN IDENTITEIT
37
BIJLAGE 3: RUIMTEPROGRAMMA KLEED-/CLUBGEBOUW
38
BIJLAGE 4: NOTITIE LOCATIEKEUZE
39
BIJLAGE 5: ONDERBOUWING STICHTINGSKOSTEN KLEED-/CLUBGEBOUW
46
BIJLAGE 6: ROOSTER VAN MEDEWERKERS EN VRIJWILLIGERS
47
BIJLAGE 7: 2E CONCEPT SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
49
BIJLAGE 8: ACTIVITEITEN AFRONDING DEFINITIEFASE EN BOUW-VOORBEREIDINGSFASE
50
1
HET GLASPARK, VAN IDEE NAAR PLAN
HET BEGIN
Vorig voorjaar hebben de buitensportverenigingen HC Leerdam, KV Ter Leede/de Jager, Leerdam Sport en VV
LRC Leerdam een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar het Glaspark Leerdam. Doel van deze studie was om de
haalbaarheid te onderzoeken van één centrale, eigentijdse multifunctionele buitensportaccommodatie voor
deze vier verenigingen. Uit die studie is gebleken dat het Glaspark een haalbaar initiatief is, waarna de
verenigingen hun plan aan de gemeente Leerdam hebben voorgelegd. De gemeente heeft het initiatief omarmd,
waarna is gestart met de uitwerking van het plan Glaspark.
DE UITWERKING, DEFINITIEFASE
In het voorjaar van 2016 is de Definitiefase van het plan Glaspark van start gegaan. Het initiatief tijdens deze fase
lag bij de vier verenigingen, waarbij zij werden ondersteund door de gemeente. Die ondersteuning bestond uit
het leveren van een projectleider (vanaf juni 2016), uit ambtelijke ondersteuning en uit een financiële bijdrage
om op onderdelen specialisten in te huren.
Inmiddels is de uitwerking van het plan Glaspark Leerdam voltooid. De resultaten van de uitwerking zijn in dit
eindrapport neergelegd. Er zijn veel personen en organisaties betrokken geweest bij de uitwerking van het plan.
Grofweg is dit rapport het resultaat van de werkzaamheden van de volgende groepen:
WERKGROEP CAPACITEIT EN VELDEN
De Werkgroep Capaciteit en Velden bestond uit leden van de vier verenigingen (Ivar Brefeld, Stephan van Diest,
Peter van Milligen, Ron Stutz en Rob Wisman). Deze werkgroep heeft zich bezig gehouden met de benodigde
capaciteit van velden en voorzieningen op het Glaspark. Op basis van de huidige ledenaantallen, het aantal
teams en de toekomstverwachtingen is in detail uitgewerkt over hoeveel velden het Glaspark moet beschikken
en welke soorten velden nodig zijn (kunstgras, natuurgras, et cetera.). De werkgroep heeft ook een berekening
gemaakt van de investeringen en van de exploitatiekosten van het park. De werkgroep is ondersteund door
Adviesbureau Riet. Het eindrapport van de Werkgroep is opgenomen in bijlage 1.
WERKGROEP GEBOUW EN IDENTITEIT
De Werkgroep Gebouw en Identiteit, die ook bestond uit leden van de vier verenigingen (Rob Barendregt, Joop
Kuijs, Ingrid Luk, Arnold Oste, Coen Verdugt en Wim van Vuren), heeft gewerkt aan een plan voor een
gezamenlijk kleed-/clubgebouw. Deze werkgroep heeft onderzocht welke ruimten de verenigingen nodig
hebben om goed te kunnen functioneren op het Glaspark. Gekeken is naar kleed- en wasruimten,
scheidsrechtersruimten, kantineruimten, et cetera. Het eindproduct van deze werkgroep is een Programma van
Eisen en wensen voor het kleed-/clubgebouw, een berekening van de investeringen en van de exploitatiekosten.
Ook is een eerste opzet gemaakt van het toekomstige gebouw. De werkgroep is ondersteund door het
architectenbureau Traanberg & Partners en het eindrapport treft u in bijlage 2 aan.
WERKGROEP FINANCIËN
De Werkgroep Financiën, bestaande uit vertegenwoordigers van de verenigingen (Frank van den Broek, Jeroen
de Bruin, Peter Hof en Dennis Mulder), heeft een exploitatiebegroting voor het Glaspark opgesteld en heeft
becijferd wat de financiële gevolgen zijn voor de verenigingen en de gemeente. De Werkgroep is daarbij
ondersteund door de Projectleider Glaspark en de resultaten zijn verwerkt in dit rapport.
EINDRAPPORT
01 | 57
DE ROL VAN DE GEMEENTE EN PROJECTLEIDER
Niet alle uitwerkingen van het Glaspark zijn binnen de drie werkgroepen opgepakt. Een aantal onderwerpen is
door ambtenaren van de gemeente Leerdam en/of de Projectleider Glaspark uitgewerkt. Het betreft vooral
onderwerpen die buiten het gezichtsveld van de verenigingen vallen, zoals de problematiek van verkeer en
parkeren, ruimtelijke kansen en beperkingen en de mogelijkheden om met meer groepen gebruik te maken van
deze nieuwe locatie zoals bijvoorbeeld scholen, zorginstellingen, recreanten, et cetera (de buurthuisfunctie). De
projectleider heeft ook als taak gehad om de resultaten van alle werkgroepen te beoordelen op juistheid en
volledigheid.
STUURGROEP
Alle werkzaamheden hebben plaatsgevonden onder de supervisie van de Stuurgroep Glaspark. De Stuurgroep
bestaat uit twee wethouders van de gemeente (Bart Bruggeman en Teus Meijdam) en vertegenwoordigers van
de verenigingen. Dat zijn Ingrid Luk van Korfbal Ter Leede, Ernst Smilde van HCL, Theo van der Weiden van LRC
en Henri van Wijk van LS ’55. De Stuurgroep werd geleid door de onafhankelijk voorzitter Pol van den Bergen.
LEESWIJZER
Dit rapport is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt gestart met een beschrijving van de maatschappelijke
functie die het park gaat vervullen. Aangegeven wordt welke verenigingen en groeperingen gebruik zullen gaan
maken van het park. Daarna wordt in hoofdstuk 3 beschreven hoeveel velden en voorzieningen nodig zijn en wat
de aard en de omvang wordt van het kleed-/clubgebouw. In dat hoofdstuk komen ook ruimtelijke aspecten aan
bod en wordt aangegeven welke locatie de voorkeur heeft voor het Glaspark. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4
ingegaan op de financiën. In dat hoofdstuk komen de investeringen, de exploitatieresultaten en de financiële
gevolgen voor de gemeente en de verenigingen aan bod. Ook de wijze waarop het park wordt beheerd en
geëxploiteerd zijn in dat hoofdstuk neergelegd. In hoofdstuk 5 wordt ten slotte ingegaan op het vervolg van het
project Glaspark.
EINDRAPPORT
02 | 57
2
HET GLASPARK, EEN BREDE MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENING
2.1
INLEIDING
Het Glaspark wordt meer dan een buitensportaccommodatie voor vier verenigingen. Daarmee wordt niet
bedoeld dat het goed huisvesten van deze verenigingen van onvoldoende maatschappelijk belang is. In
tegendeel, de vier verenigingen hebben opgeteld circa 1.400 leden, waarvan 1.000 spelende leden. Tezamen
vervullen de verenigingen daarmee een maatschappelijke functie van formaat. Met de opmerking wordt wel
bedoeld dat de initiatiefnemende verenigingen en de gemeente Leerdam geen genoegen nemen met uitsluitend
een functie voor de vier verenigingen. Het Glaspark heeft de ambitie om ook een grote groep andere gebruikers
aan het park te binden. In dit hoofdstuk worden de verschillende functies die het Glaspark gaat vervullen
toegelicht.
2.2
EEN THUISBASIS VOOR VITALE VERENIGINGEN
HET GLASPARK EN DE VIER VERENIGINGEN
Het Glaspark zal vanzelfsprekend huisvesting bieden aan de activiteiten van de vier initiatiefnemende
buitensportverenigingen. Het is al eerder vermeld, deze verenigingen vervullen tezamen een aantoonbare
maatschappelijke functie.
De gezamenlijke huisvesting op één park heeft niet alleen tot doel om de vier verenigingen van goede
huisvesting te voorzien. De gezamenlijke huisvesting heeft ook, en misschien wel vooral, als doel om de
vitaliteit/continuïteit van de vier verenigingen te versterken.
 De bestaande accommodaties van de vier verenigingen kunnen worden gekwalificeerd als verouderd en
onvoldoende uitnodigend en hebben het einde van hun technische levensduur bereikt. Met de realisatie van
het Glaspark hopen de verenigingen te komen tot een accommodatie die uitnodigend is en
aantrekkingskracht zal uitoefenen op een grote groep Leerdammers, met als doel het gezamenlijke
ledenaantal te verhogen. Een verhoging van het ledenaantal is realistisch gezien de relatief lage bereikcijfers
(het percentage Leerdammers dat lid is) van vooral de voetbalverenigingen. Ook een groei van de hockey- en
korfbalvereniging is realistisch.
 De instandhouding van de huidige accommodaties van de vier buitensportverenigingen brengt voor de
verenigingen onevenredig hoge kosten met zich mee. De gezamenlijke huisvesting op het Glaspark heeft ook
tot doel om de accommodatiekosten te verlagen. Dat doel willen de verenigingen bereiken door het delen
van velden, kleed- en wasruimten en kantineruimten en op die wijze de kosten te delen.
 De buitensportverenigingen zijn in de huidige situatie versnipperd gehuisvest. Die versnippering belemmert
de inhoudelijke samenwerking tussen de verenigingen onderling. Samenwerking wordt door de verenigingen
als wenselijk gezien om kosten te kunnen besparen, kennis en capaciteit uit te wisselen, et cetera.
Het begrip vitaliteit (continuïteit) veronderstelt overigens meer dan een groeiend ledenaantal en een gezonde
financiële huishouding. Vitale verenigingen kenmerken zich door:
 Een doorgaande ontwikkelingslijn waarbij voor alle leeftijdsgroepen vormen van sportbeoefening worden
aangeboden (van jong tot oud).
 Een gezonde financiële huishouding, blijkend uit een positief exploitatieresultaat en voldoende reserves om
aan de verplichtingen van onderhoud en renovatie te kunnen voldoen.
 Voldoende bestuurskracht en voldoende participatie van vrijwilligers in het beheer van het park, trainers,
kantinediensten, et cetera.
 Een open, op samenwerking gerichte, houding; zowel samenwerking tussen de verenigingen onderling als
ook samenwerking met instellingen voor onderwijs, welzijn en zorg.
Het Glaspark beoogt aan elke van deze kenmerken een positieve bijdrage te leveren.
EINDRAPPORT
03 | 57
MEDEGEBRUIK DOOR ANDERE (SPORT)VERENIGINGEN EN EVENEMENTEN
Het spreekt haast voor zich, maar het Glaspark zal ook worden gebruikt door andere verenigingen. Tijdens de
Definitiefase zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van andere (sport)verenigingen en evenementen.
Uit die gesprekken is gebleken dat het animo om van het Glaspark gebruik te maken, relatief groot is.
Medegebruik mag worden verwacht van instellingen en verenigingen die op dit moment al medegebruik maken
van de sportparken De Punt/Leerdam Sport of Bruinsdeel, maar ook van nieuwe medegebruikers. De te
verwachten medegebruikers zijn:











Jeugd Actief
Stichting Samen Doen
Timmerdorp
De Glasstadmars
De Kennedymars
Het Rode Kruis
De voedselbank
De mountainbikeclub
De wielrenvereniging
Hardloop-, freerun- en wandelgezelschappen
Trial-club
Het medegebruik van het park door deze verenigingen leidt niet tot extra investeringen en de gevolgen voor
beheer en exploitatie van het park zijn ook beperkt.
2.3
TOEGANKELIJK VOOR DE ONGEORGANISEERDE SPORTER
Een aanzienlijk deel van de Leerdammers (circa 20%) sport wekelijks zonder lid te zijn van een vereniging. Het
Glaspark zal voor deze groep inwoners een functie vervullen. De volgende mogelijkheden worden voor de
recreatieve sporter geboden:
MEDEGEBRUIK VAN VOORZIENINGEN VOOR VERENIGINGEN
In het volgende hoofdstuk wordt beschreven welke voorzieningen nodig zijn om de vier initiatiefnemende
verenigingen goed te huisvesten. Uit dat hoofdstuk blijkt dat het Glaspark gaat beschikken over meerdere
kunstgrasvelden. Het is zonder meer mogelijk om deze voorzieningen ook beschikbaar te stellen aan (groepen)
ongeorganiseerde gebruikers. Zo is het mogelijk om één of enkele kunstgrasvelden toegankelijk te maken voor
buurtbewoners die ‘een balletje willen trappen’, voor groepen die een veld willen huren, et cetera.
Om dit mogelijk te maken zijn extra investeringen in velden of voorzieningen niet nodig. De voorzieningen die
nodig zijn voor de verenigingsaccommodatie volstaan ook voor een functie voor medegebruik door
ongeorganiseerde sporters. Uitsluitend op het gebied van openstelling (het park zal de gehele dag geopend
moeten zijn) en beheer (vormen van toezicht zijn nodig) zijn aanvullingen nodig.
EEN RECREATIEF PARK
De functie van het Glaspark voor ongeorganiseerde sporters zal verder worden uitgebreid door bij het ontwerp
van het park rekening houdend met vormen van recreatief medegebruik die verder gaan dan het medegebruik
van enkele velden. De volgende ontwerpprincipes worden voorgesteld voor het Glaspark:
 Het waarborgen van de toegankelijkheid van het park door het een openbaar karakter te geven. Dat kan door
de keuze voor hekwerken (lage hekken, maximaal 1,20 meter hoog), voor groen (geen groenvoorzieningen
die zichtrelaties verstoren) en het realiseren van meerdere entrees. In dat geval krijgt het Glaspark meer een
parkachtige structuur.
EINDRAPPORT
04 | 57
 Het zodanig aanleggen/realiseren van voorzieningen (die er toch moeten komen voor de verenigingen) dat
deze ook geschikt zijn voor vormen van recreatieve sportbeoefening. Zo zullen de randen van het park
worden gebruikt voor de aanleg van een wandel-/hardlooproute, zullen tribune-elementen zodanig worden
uitgevoerd dat zij ook voor sportieve doeleinden gebruikt kunnen worden, zal parkmeubilair zodanig worden
gerealiseerd dat deze onderdeel zijn van een sportief parcours (voor bijvoorbeeld bootcampsessies), zal
vrijkomende grond worden hergebruikt voor hellingbanen en is het kleed-/clubgebouw geschikt om ook een
functie te vervullen als aankomst- en vertrekpunt voor wandel-, hardloop- of fietsroutes (met de betreffende
wielervereniging zijn al gesprekken gevoerd over deze functie).
Het inrichten van het Glaspark op de bovenbeschreven wijze leidt niet of nauwelijks tot extra investeringen,
maar verhoogt de functionaliteit van het park voor ongeorganiseerde sporters. Indirect kunnen de verenigingen
daar ook van profiteren. De recreant komt – via het medegebruik van het Glaspark – in contact met vier
buitensportverenigingen.
Bij het open karakter van het park moet direct worden opgemerkt dat dit hoge eisen stelt aan het ontwerp en
aan toezicht. Tijdens het ontwerp moet aandacht worden besteed aan cameratoezicht, lichtdetectie en
zichtlijnen over het park. Ook kan het nodig zijn dat delen van het park wel worden voorzien van hoger hekwerk.
Dit alles om overlast te voorkomen en te vermijden dat het Glaspark verwordt tot een hangplek zonder toezicht.
EEN OPTIE: AANVULLENDE RECREATIEVE VOORZIENINGEN
Het is mogelijk om aanvullende recreatieve voorzieningen op het park te realiseren, die de aantrekkingskracht
op de ongeorganiseerde sporter verder verhogen. Dat kunnen outdoor-toestellen zijn, een multifunctioneel
beweegplein, et cetera.
Beweegplein
De gedachte achter een beweegplein op het Glaspark is niet om alleen een voorziening voor recreanten aan te
bieden, maar om een voorziening te bieden die ondersteunend is aan alle belangrijke gebruikersgroepen op het
park. Op een beweegplein worden alle basisvormen van bewegen door middel van verschillende ondergronden
en spelmaterialen op een speelse manier aangeboden. De combinatie van vormen van bewegen biedt de
volgende mogelijkheden:
 Trainingen verenigingen: Het beweegplein kan onderdeel vormen van de trainingen van de verenigingen.
Met het beweegplein kan een veelzijdig trainingsprogramma worden aangeboden waardoor alle
spiergroepen zich ontwikkelen. Dit verhoogt het plezier in de sport en levert een bijdrage aan het voorkomen
van blessures. Ook kan het beweegplein een rol spelen in het herstel na blessures.
 Bewegingsonderwijs: Veel kinderen missen tegenwoordig de basale vaardigheden om goed te kunnen
bewegen. Door het beweegplein op te nemen in het bewegingsonderwijs op de scholen kunnen motoriek en
conditie van de kinderen worden verbeterd.
 Ouderen en mensen met een beperking: Een beweegplein kan een functie vervullen voor ouderen, chronisch
zieken en mensen met een beperking. Algehele fitheid, stabiliteit, balans en flexibiliteit kunnen met een mix
van oefeningen worden verbeterd.
 Recreanten: ‘Last-but-not-least’ is een beweegplein ook een aantrekkelijke voorziening voor recreanten.
Bovenstaande neemt niet weg dat het maar de vraag is of een beweegplein wenselijk is. Het succes van een
beweegplein staat of valt met:
 De bereidheid van verenigingen om het plein onderdeel te laten uitmaken van de traningen (met name voor
de jeugd).
 De bereidheid van onderwijsinstellingen om het plein onderdeel te laten uitmaken van het
bewegingsonderwijs.
 De bereidheid van zorginstellingen en gemeente om arrangementen te ontwikkelen rondom bewegen voor
ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking.
EINDRAPPORT
05 | 57
Tijdens dit project zijn met elk van deze belanghebbenden gesprekken gevoerd. Uit die gesprekken is gebleken
dat men ontvankelijk is voor dit gedachtengoed, maar dat nog veel moet gebeuren (vooral ontwikkeling van
programma’s) om een beweegplein tot een succes te maken. Realisatie van een beweegplein leidt tot circa
€ 400.000 aan investeringen en een structurele last van € 35.000,-- (exclusief kosten van eventuele
programma’s).
Figuur 2: Impressie beweegplein.
Gegeven deze overwegingen heeft de Stuurgroep besloten vooralsnog geen Beweegplein aan te leggen op het
Glaspark, tenzij een subsidie kan worden verkregen die de kosten voor aanleg en exploitatie volledig dekt.
2.4
NAUWE BANDEN MET HET ONDERWIJS
Het Glaspark zal ook een functie vervullen voor scholen. Dit geldt zowel voor het basisonderwijs als voor het
voortgezet onderwijs.
EINDRAPPORT
06 | 57
MEDEGEBRUIK VOOR GYMLESSEN EN SPORTDAGEN
De scholen in Leerdam maken in de huidige situatie al gebruik van de sportparken. Incidenteel vinden bij mooi
weer de gymlessen plaats (in het late voorjaar en vroege najaar), de meeste scholen organiseren er eens in het
jaar een sportdag, nemen deel aan een toernooi (bijvoorbeeld schoolvoetbaltoernooien of korfbaltoernooien) of
aan de koningsspelen. Deze vormen van medegebruik zullen ook plaatsvinden als het Glaspark wordt
gerealiseerd. Daarbij moet direct worden opgemerkt dat geen overspannen verwachtingen gewekt moeten
worden over de omvang van deze vorm van medegebruik. Over het algemeen blijft het medegebruik beperkt tot
enkele tientallen uren op jaarbasis, met uitzondering van bijvoorbeeld het gebruik door het Heerenlanden
College (dat nu 200-300 uur per jaar gebruik maakt van Bruinsdeel). Dit neemt niet weg dat deze vorm van
medegebruik de maatschappelijke functie van het Glaspark versterkt, zonder dat daar extra investeringen voor
gepleegd moeten worden. De voorzieningen die voor de vier verenigingen nodig zijn, zijn (meer dan) voldoende
om ook de scholen adequaat te huisvesten.
BUITENSCHOOLS AANBOD
Medegebruik van het Glaspark door buitenschoolse opvang is een realistische en interessante optie. De
ontwikkeling van het Integrale Kindercentrum in Broekgraaf biedt de mogelijkheid om onderwijs, buitenschoolse
opvang en sport met elkaar te verbinden. Ook op locatie Bruinsdeel zou het vestigen van een BSO erg goed
mogelijk zijn. Een buitenschools aanbod van kinderopvangorganisatie, school en buurtsportcoaches op het
Glaspark ligt daarmee voor de hand, zonder dat dit aanvullende investeringen vereist in velden en
voorzieningen. Op Bruinsdeel is in het verleden al succesvol samengewerkt met een BSO-organisatie.
MAATSCHAPPELIJK STAGE (MAS)
Leerlingen van het voortgezet onderwijs zijn sinds een aantal jaren verplicht om tijdens hun tijd op de
middelbare school een bepaald aantal Maatschappelijk-Stage(MaS)-uren te maken. Leerlingen moeten vaak zelf
een stageplaats zoeken en kiezen vaak werk in een omgeving die hen interesseert of na aan het hart ligt.
Glaspark Leerdam zou zo’n plek kunnen zijn. Leerlingen zouden kunnen worden ingezet om bijvoorbeeld
evenementen te begeleiden.
VMBO-PROFIEL ‘ZORG EN WELZIJN’
Het Heerenlanden College biedt voor vmbo-leerlingen het profiel (vakkenpakket) Zorg en Welzijn aan.
Hierbinnen vallen twee uitstroomprofielen: ‘Sport, Dienstverlening en Veiligheid’ en ‘Zorg en Welzijn’.
Loopbaanoriëntatie neemt een belangrijke plaats binnen deze profielen in. Zo maken de leerlingen met
verschillende beroepen door gastlessen te volgen, bedrijven te bezoeken en stages te lopen. Met name voor het
uitstroomprofiel ‘Sport, Dienstverlening en Veiligheid’ zijn talrijke stagewerkzaamheden te bedenken bij het
Glaspark, maar indien het park ook gebruikt zal worden door zorg- en welzijnsinstellingen liggen voor beide
profielen veel stagekansen voor het oprapen. Ook voor stages vanuit de havo of het vwo, bijvoorbeeld op het
gebied van consumptieve technieken en horeca, kan het Glaspark een uitkomst bieden. Voor leerlingen die
lastiger te plaatsen zijn of wat meer begeleiding nodig hebben kan Glaspark een hele veilige plek bieden om
deze leerlingen in hun kracht te versterken.
2.5
EEN FUNCTIE BINNEN HET SOCIALE DOMEIN
De laatste functieverbreding van het Glaspark ligt binnen het sociale domein. De accommodatie zal een functie
vervullen voor de groeiende groep ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking in Leerdam en voor
inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Enkele cijfers:
 Op 1 januari 2015 telde de gemeente Leerdam 1.120 inwoners met een AWBZ-indicatie, waarvan circa 50%
op basis van somatische aandoeningen, en circa een derde vanwege verstandelijke beperkingen.
 Op 1 januari 2015 telde de gemeente Leerdam circa 3.800 inwoners van 65 jaar en ouder. Dat aantal zal over
20 jaar zijn gestegen naar bijna 6.200, een stijging van ruim 60%.
De volgende functies kunnen worden vervuld op het Glaspark:
EINDRAPPORT
07 | 57
ARBEIDSMATIGE DAGBESTEDING EN PARTICIPATIE
Op en rond het Glaspark moeten vele beheertaken worden uitgevoerd. De werkzaamheden hebben betrekking
op groenonderhoud (velden, openbaar groen), op orde en netheid, schoonmaak, klein onderhoud en
horecataken in de kantines.
De werkzaamheden op en rond het Glaspark lenen zich voor een groot deel bij uitstek voor uitvoering door
mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Werken op en rond parken is populair bij deze
doelgroep, heeft het in zich om toe te groeien naar gemengde groepen (combinatie van mensen met een
beperking, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, vrijwilligers en reguliere arbeidskrachten) en biedt de
doelgroep mogelijkheden om een ontwikkeling door te maken. Ook voor mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt biedt werk op en rond het park de mogelijkheid om toe te groeien naar een arbeidsplaats.
Deze vormen van arbeidsmatige dagbesteding vinden op dit moment al plaats op de locatie Leerdam Sport,
maar zullen op het Glaspark worden uitgebreid, in samenwerking met de betreffende zorginstellingen (die daar
overigens voor open staan). Voordelen voor het Glaspark zijn dat de beheertaken worden ingevuld en voor de
zorginstellingen en cliënten dat zinvolle dagbesteding wordt geboden.
DAGARRANGEMENTEN
Idealiter wordt de arbeidsmatige dagbesteding gecombineerd met activiteiten op het gebied van bewegen,
ontmoeten en leefstijlinterventie. In combinatie met de buitensportverenigingen kan op die manier gekomen
worden tot complete dagarrangementen voor de doelgroep, die een oplossing kan bieden voor de
beweegarmoede en de vaak ongezonde leefstijl. In dat kader moet worden vermeld dat de korfbalvereniging –
door middel van een G-team – ervaring heeft met de doelgroep.
BEWEEGACTIVITEITEN VOOR OUDEREN
Ook voor de groeiende groep ouderen kan het Glaspark een functie vervullen. Dat kan door het aanbieden van
beschermde wandelroutes op het park tot het aanbieden van een beweegplein waar activiteiten als
valpreventie, stabiliteit en algehele fitheid worden aangeboden (al eerder vermeld in dit hoofdstuk). De
eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de functie van het Glaspark voor de groep ouderen naar verwachting relatief
beperkt zal zijn, vanwege de beperkte mobiliteit van de doelgroep.
EINDRAPPORT
08 | 57
In de volgende figuur is de maatschappelijke functie van het Glaspark schematisch weergegeven:
Figuur 3: Het Glaspark, een brede maatschappelijke voorziening.
EINDRAPPORT
09 | 57
3
HET GLASPARK, EEN MULTIFUNCTIONEEL PARK
3.1
INLEIDING
In het vorige hoofdstuk is een beschrijving gegeven van de maatschappelijke functie van het Glaspark. In dit
hoofdstuk wordt weergegeven welke velden, voorzieningen en accommodaties nodig zijn om die functie te
kunnen huisvesten. Er wordt gestart met de beschrijving van de velden en voorzieningen. Daarna wordt een
beschrijving gegeven van het toekomstige kleed-/clubgebouw. Het hoofdstuk eindigt met verkeer, ontsluiting en
de locatiekeuze. Bij de beschrijving van het park wordt zoveel als mogelijk aangegeven voor welke
doelgroepen/activiteiten de voorzieningen nodig zijn.
3.2
DE VERENIGINGSACCOMMODATIE
3.2.1 VELDCAPACITEIT VOLGENS DE NORMEN VAN DE SPORTBONDEN
De Werkgroep Capaciteit en Velden heeft – daarbij ondersteund door Adviesbureau Riet – een uitvoerig
onderzoek gedaan naar de hoeveelheid en het soort velden waarover het Glaspark moet beschikken. In het
hoofdrapport volstaan we met een beschrijving van de uitgangspunten en de uitkomsten van deze studie. De
details van dit onderzoek treft u aan in bijlage 1.
UITGANGSPUNTEN
De vier buitensportverenigingen hebben op dit moment circa 1.400 leden, waarvan circa 1.000 sportende leden.
Door de volgende ontwikkelingen mag een verandering van dit aantal leden worden verwacht:
 Het aantal inwoners van de gemeente Leerdam zal de komende jaren groeien. Op dit moment telt Leerdam
ongeveer 20.500 inwoners. Dat aantal zal in het jaar 2040 zijn toegenomen tot 22.800. Bij die toename moet
direct worden opgemerkt dat het aantal inwoners van 5 tot 55 jaar daalt (dat zijn de inwoners die potentieel
lid zijn van buitensportverenigingen). Door deze daling mogen de verenigingen een daling van het
ledenaantal verwachten.
 De sportdeelname in Leerdam (het percentage Leerdammers dat lid is van een voetbal- of hockeyvereniging)
ligt lager dan het landelijke gemiddelde en ook lager dan in omliggende gemeenten. Er zijn geen aanwijsbare
redenen waarom deze deelname lager ligt. Verwacht mag worden dat de sportdeelname in Leerdam –
ondermeer door de inzet van de combinatiefunctionarissen en door de verenigingen zelf - zal toebewegen
naar een gemiddeld niveau.
 Voetbal en hockey maken als sporten al vele jaren een autonome groei door. Bij voetbal bijvoorbeeld is er
sprake van groei van het damesvoetbal en ook van de deelname van 45-plussers. De verwachting is dat die
autonome groei doorzet, wat zal/kan leiden tot een stijging van het aantal leden van de Leerdamse
verenigingen.
 ‘Last-but-not-least’ geldt dat de komst van het Glaspark (een modern buitensportcomplex) de
aantrekkingskracht van de verenigingen ten goede zal komen. Bij andere vergelijkbare parken zien wij een
groei van het aantal leden.
De combinatie van het dalende aantal inwoners, de te verwachten stijging van de sportdeelname en autonome
groei van de sporten, leidt tot de verwachting dat het aantal leden van de vier verenigingen zal stijgen.
VELDBEHOEFTE
Op basis van die stijging is een berekening gemaakt van het aantal velden dat de verenigingen nodig hebben
voor de wedstrijden en trainingen, volgens de normering van de sportbonden. In de volgende tabel is het
resultaat van die berekening weergegeven.
EINDRAPPORT
10 | 57
Tabel 3: Benodigde aantal velden, conform normen sportbonden.
Sport
Aantal
Voetbal
 Natuurgrasvelden
3
 Kunstgrasvelden
3
Hockey/korfbal
 Zandingestrooid kunstgrasveld
1
 Waterkunstgrasveld
1
Totaal
8
Bij het aantal velden moet direct worden opgemerkt dat de voetbalverenigingen de wens hebben om het aantal
velden uit te breiden met één veld (dus totaal zeven velden). De belangrijkste argumenten die de verenigingen
daarbij aanvoeren zijn:
 In de praktijk maken de verenigingen meer uren gebruik van de velden voor trainingen dan de normen van
de sportbonden aangeven.
 De normen van de sportbonden gaan ervan uit een verhouding van 50/50 tussen uit- en thuisspelende
teams. De verenigingen geven aan dat die verhouding gemiddeld genomen klopt, maar dat er ook
weekenden zijn dat meer teams thuis spelen dan uit.
Door de combinatie van de bovenstaande factoren vrezen de verenigingen dat zes voetbalvelden een ‘te krap
jasje’ is. Daarom is in de Stuurgroep het volgende besluit genomen:
 Bij het verder uitwerken van het Glaspark wordt vooralsnog uitgegaan van de aanleg van 6 voetbalvelden.
 Er zal ruimte worden aangekocht en gereserveerd voor de aanleg van een extra voetbalveld, zodat
uitbreiding mogelijk is.
 Afhankelijk van de ontwikkeling van het ledenaantal zal te zijner tijd kunnen worden besloten voor de
daadwerkelijke uitbreiding van het Glaspark met één extra voetbalveld. Op dat moment zal ook worden
besloten of uitbreiding plaatsvindt met een natuurgrasveld of met een kunstgrasveld.
Als laatste moet – gezien de actualiteit – een opmerking worden geplaatst over de kunstgrasvelden voor het
voetbal. De Werkgroep Velden en Capaciteit is vooralsnog uitgegaan van rubber ingestrooide kunstgrasvelden.
Indien uit komende onderzoeken mocht blijken dat gezondheidsrisico’s kleven aan dit type kunstgrasvelden, zal
voor een ander type (kurk of kokos ingestrooid) moeten worden gekozen. Dat leidt tot hogere kosten (circa
€ 20.000 per kunstgrasveld).
3.2.2
HET KLEED-/CLUBGEBOUW
NORMEN SPORTBONDEN
De Werkgroep Gebouw en Identiteit heeft – ondersteund door architectenbureau Traanberg & Partners – een
Programma van Eisen en Wensen opgesteld voor het toekomstige kleed-/clubgebouw. Ook voor dit Programma
van Eisen en Wensen geldt dat in eerste instantie is uitgegaan van de normen van de sportbonden (de eisen) en
daarna een opsomming is gemaakt van de wensen die de verenigingen hebben. Dat heeft geleid tot een aantal
varianten voor het kleed-/clubgebouw.
EINDRAPPORT
11 | 57
RUIMTEPROGRAMMA
Het ruimteprogramma voor de variant normen sportbonden is in bijlage 3 weergegeven. Sterk samengevat
bestaat dit programma uit de volgende ruimten:
Tabel 4: Samengevat ruimteprogramma kleed-/clubgebouw.
Type ruimte
Aantal
Kleed-/wasaccommodatie
 Kleed- en wasruimten normaal
8
 Kleed- en wasruimten groot
10
 Teamlockers
18
 Scheidsrechtersruimten (voor 2 personen)
4
 EHBO/verzorgingsruimten
2
Beheer
 Opslagruimten
4
 Wasruimten/materialen
4
 Beheerdersruimte
1
Vergaderen/bestuur
 Bestuur-/vergaderruimten
3
als multifunctionele ruimte in kantine
 Wedstrijdsecretariaat
1
als multifunctionele ruimte in kantine
1
deelbaar/splitsbaar d.m.v. flexibele wanden
Kantine/gastvrijheid
 Kantine/keuken/opslag
 Sanitair sporters en bezoekers
Bij deze opsomming moet worden vermeld dat de aanwezigheid van een kantine geen eis/norm is die de
sportbonden voorschrijven. Vanzelfsprekend hechten de verenigingen grote waarde aan een kantine.
OPZET GEBOUW EN IMPRESSIE
In totaal heeft de accommodatie – als de normen van de sportbonden worden aangehouden – een bruto2
vloeroppervlak van 2.020 m BVO. Traanberg & Partners heeft – in overleg met de werkgroep – een eerste opzet
gemaakt van het gebouw. Die opzet is in de volgende figuur weergegeven. Alle voorzieningen die nodig zijn voor
de uitoefening van de sport (kleed- en wasruimten, scheidsrechtersruimten, EHBO, et cetera) zijn bedacht in het
souterrain. Op de verdieping zijn kantine, keuken, opslag en vergader-/bestuursruimtes bedacht.
Door de kantine op de verdieping te plaatsen ontstaan goede zichtrelaties vanuit de kantine over de velden (als
de accommodatie centraal op het Glaspark wordt gebouwd). Dat, in combinatie met royale raampartijen en
grote terrassen, maakt de kantine tot een zeer aantrekkelijke verblijfsplaats. Bij de figuren moet worden
opgemerkt dat het nog geen ontwerp betreft. Het zijn eerste gedachten die later tot een ontwerp moeten
worden uitgewerkt. Neemt niet weg dat de figuren een goed beeld geven van datgene wat mogelijk is.
EINDRAPPORT
12 | 57
Bron: Traanberg & Partners
Figuur 4: Impressie kleed-/clubgebouw
EINDRAPPORT
13 | 57
Verder geldt dat het streven is om het gebouw volledig toegankelijk te maken (behalen ITS-symbool) en dat de
ruimten zoveel als mogelijk multifunctioneel worden gebruikt (waarover later meer).
Al eerder is vermeld dat – aanvullend op het ruimteprogramma – de verenigingen nog aanvullende wensen
hebben. De belangrijkste wensen hebben betrekking op het aantal kleed- en wasruimten, over de indeling van
het souterrain en over extra opslagruimte. Daarover het volgende:
Uitbreiding aantal kleed- en wasruimten
In het ruimteprogramma voor het kleed-/clubgebouw is – conform de normen van de sportbonden – tot dusver
uitgegaan van 8 kleed- en wasruimten met een standaard afmeting, 10 kleed- en wasruimten met een grotere
afmeting en 18 teamlockers. Door de combinatie van grotere kleed- en wasruimten en teamlockers kan tijdens
piekmomenten worden uitgegaan van dubbel gebruik van kleed- en wasruimten. Op die wijze voldoet de opzet
van de kleed- en wasruimten aan de normen.
De voetbalverenigingen hebben een voorkeur voor de realisatie van 22 kleed- en wasruimten. Als deze 22 kleeden wasruimten allen worden uitgevoerd met de standaard afmetingen, leidt de uitbreiding van het aantal
ruimten niet tot een vergroting van de accommodatie (geen extra vierkante meters, dus geen extra
investeringen en exploitatiekosten). De uitbreiding leidt wel tot meer acceptatie bij de voetbalverenigingen. Om
deze redenen heeft de Stuurgroep besloten om de architect, die het uiteindelijke ontwerp zal maken, de
opdracht te geven om – gegeven het budget en gegeven de oppervlakte – binnen deze kaders maximaal
tegemoet te komen aan de wensen van de verenigingen. Ook zal de architect de opdracht krijgen om rekening te
houden met de uitbreidbaarheid. Indien een zevende voetbalveld wordt aangelegd, zullen ook twee kleed- en
wasruimten extra moeten worden gerealiseerd. Het kleed-/clubgebouw moet die mogelijkheid tot uitbreiding in
zich hebben.
Extra opslagruimten
Vanuit de verenigingen (vooral de voetbalverenigingen) is de wens geuit voor meer opslagruimte, zowel in het
kleed-/clubgebouw als op het park (dat laatste voor machines en materialen). In het ruimteprogramma voor het
kleed-/clubgebouw is tot dusver voorzien in 140 m² opslagruimte (bruto-vloeroppervlak). De verenigingen
2
2
wensen binnen het kleed-/clubgebouw circa 115 m extra opslagruimte en op het park circa 80 m extra.
Vooralsnog zullen deze extra opslagruimten door de verenigingen zelf bekostigd moeten worden, tenzij een
meer efficiënte indeling van het souterrain een oplossing voor deze wens biedt.
3.2.3 DE INFRASTRUCTUUR
Naast de velden en het kleed-/clubgebouw dient het Glaspark ook te beschikken over een infrastructuur. Het
betreft:








Mogelijkheid voor parkeren van minimaal 200 auto’s inclusief een aantal MIVA-plaatsen (circa 5).
Mogelijkheid voor het stallen van fietsen (500 tot 600 stallingsplaatsen).
Een infrastructuur van paden, barrièrevrij uitgevoerd.
Parkverlichting (naast de veldverlichting).
Parkmeubilair (zitbanken, afvalbakken, et cetera).
Parkafscheiding (hekwerken rondom het park) en entrees met bebording (huisregels).
Cameratoezicht, lichtdetectie en zichtrelaties over het park.
Waterberging.
3.3
RUIMTELIJKE INVULLING VAN DE BREDE FUNCTIE
In hoofdstuk 2 is beschreven dat het Glaspark beoogt een veel bredere functie te vervullen dan uitsluitend een
functie voor de vier verenigingen (hoe belangrijk die functie ook is). In deze paragraaf wordt beschreven welke
voorzieningen nodig zijn of welke ontwerpprincipes moeten worden gehanteerd om die functie mogelijk te
maken.
EINDRAPPORT
14 | 57
MEDEGEBRUIK DOOR SCHOLEN, ANDERE VERENIGINGEN EN EVENEMENTEN
Het park, zoals in de vorige paragraaf beschreven, is in principe geschikt voor medegebruik door scholen, andere
verenigingen en evenementen. Het park beschikt over voldoende velden, een voldoende groot kleed/clubgebouw en voldoende overige voorzieningen om deze functie waar te maken. In wezen geldt dat – in
termen van voorzieningen – geen of nauwelijks extra investeringen nodig zijn voor deze vormen van
medegebruik. Uitsluitend op het gebied van opslagruimte is een beperkte extra investering nodig.
Het mogelijk maken van het medegebruik stelt wel eisen aan het beheer. Bij het gebruik overdag, bijvoorbeeld
door scholen, zal het park geopend en weer gesloten moeten worden. Dat kan door middel van sleutelbeheer of
door middel van toezicht door de beherende instelling (zie volgende hoofdstuk).
DE ONGEORGANISEERDE SPORTER/RECREANTEN
Een functie voor de ongeorganiseerde sporter stelt wel eisen aan de inrichting van het park.
Open structuur
Om ongeorganiseerde sporters te laten profiteren van het Glaspark is als eerste nodig dat het Glaspark
toegankelijk is. Dit houdt in dat het Glaspark ‘open’ is, ook op de momenten waarop de verenigingen geen
activiteiten hebben. In principe zal het park dagelijks geopend zijn van 10.00 tot 22.00 uur, of langer als
verenigingsactiviteiten dat nodig maken.
Dit houdt het volgende in voor het ontwerp van het park:




Meerdere entrees, die gedurende de openstelling van het park zijn geopend.
Bij elke entree bebording waarop de huisregels van het park staan vermeld.
Cameratoezicht op het park.
Zichtrelaties (zowel binnen het park als van buiten naar binnen). Die zichtrelaties veronderstellen lage
hekwerken en groenvoorziening die de zichtrelaties niet verstoren (laag groen of bomen met een hoge
kruin).
 Zonering: Niet alle sportvoorzieningen dienen altijd toegankelijk te zijn voor derden. Volstaan kan worden
door één of twee kunstgrasvelden deze functie te geven. De overige velden zijn niet openbaar toegankelijk.
Dat kan worden bereikt door een zonering op het park toe te passen. Die zonering biedt direct ook de
mogelijkheden voor verenigingen om entrees te heffen tijdens wedstrijden.
Inclusief ontwerpen
Het Glaspark kan zodanig worden ontworpen dat voorzieningen - die er toch komen – ook geschikt zijn voor
recreatieve sportbeoefening. Enkele voorbeelden:
 Het is gebruikelijk dat rondom een sportpark groen (bomen en struiken) wordt aangebracht tussen de
hekwerken en het park zelf. Dat is voor het Glaspark onwenselijk (verstoort de zichtrelaties). De ruimte
rondom tussen hekwerken en het park kan ook worden gebruikt voor de aanleg van een wandel-/renroute.
Afhankelijk van het materiaalgebruik hoeft dat niet tot extra kosten te leiden.
 De elementen van de parkinrichting (bijvoorbeeld meubilair), kunnen zodanig worden aangeschaft dat deze
elementen ook direct een sportattribuut zijn. Bijvoorbeeld banken kunnen (indien deze (niet allemaal) een
rugleuning hebben) dienen als sportattribuut. Dit principe kan ook worden toegepast bij de realisatie van
bijvoorbeeld tribune-elementen. Als er bijvoorbeeld drie verschillende hoogtes worden toegepast tussen de
’verdiepingen‘ van de zitrijen, is de tribune een sportattribuut in drie verschillende zwaarten (licht, middel en
zwaar). Ook vrijkomende grond kan worden gebruikt om bijvoorbeeld een heuvellichaam te realiseren met
op beide kopse kanten een hellingbaan (in twee zwaarten).
 Als laatste is de toegankelijkheid van enkele kleed- en wasruimten van belang voor de ongeorganiseerde
sporters die gebruik willen maken van deze voorziening. Individuele lockerruimten zijn in dat geval
aanvullend nodig.
EINDRAPPORT
15 | 57
Door op deze manier te ontwerpen, in combinatie met de voorzieningen voor verenigingen, is het Glaspark in
principe voldoende toegankelijk voor de ongeorganiseerde sporter. Ook als aankomst- en vertrekpunt voor
wandel-, ren- en fietsroutes is het Glaspark in dat geval geschikt. Als deze groepen vooraf, of na afloop van hun
activiteiten ook nog welkom zijn in de kantine, is het beeld compleet.
Aanvullende recreatieve voorzieningen
Aanvullend kunnen nog andere recreatieve voorzieningen worden aangebracht op het Glaspark, die wel leiden
tot extra investeringen. Vanuit verschillende werkgroepen zijn bijvoorbeeld genoemd een panna-/trapveldje,
een speeltuintje, fitnesstoestellen in de buitenruimte, et cetera.
De ervaring leert dat de toegevoegde waarde van dergelijke attributen niet groot is. Fitnesstoestellen in de
buitenruimte worden alleen goed gebruikt als deze onderdeel zijn van beweegprogramma’s. De meerwaarde
van een trapveldje vervalt op het moment dat één of twee kunstgrasvelden de hele dag toegankelijk zijn.
MEDEGEBRUIK DOOR BIJZONDERE DOELGROEPEN
Om vormen van arbeidsmatige dagbesteding mogelijk te maken zijn geen aanvullende voorzieningen nodig. Voor
die activiteit is behoefte aan een plek om te ontbijten/lunchen (kan in de kantine), omkleedruimte (kan in kleeden wasruimten) en te vergaderen (in bestuurs-/vergaderruimten). Daarnaast is er behoefte aan opslagruimte
voor materialen waarin is voorzien. Verder is het van belang dat het park zoveel als mogelijk barrièrevrij wordt
uitgevoerd en dat het kleed-/clubgebouw ook volledig toegankelijk is (daar is in voorzien).
Als het park ook geschikt moet zijn voor beweegactiviteiten voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een
beperking zijn wel aanvullende voorzieningen nodig. Alleen een wandelroute en/of medegebruik van een
kunstgrasveld volstaan in dat geval niet. Extra voorzieningen variëren van een fysio/fitnessvoorziening, een
beweegplein tot zelfs een binnensportaccommodatie. In de plannen zoals in dit rapport beschreven, is geen
voorschot genomen op het realiseren van deze voorzieningen.
3.4
DE INPASSING
RUIMTE
Beschikbare capaciteit versus ruimtebehoefte
In dit hoofdstuk zijn de velden, voorzieningen en accommodatie beschreven die nodig zijn om de
maatschappelijke functie van het Glaspark waar te kunnen maken. Door adviesbureau Riet is gekeken of al deze
voorzieningen kunnen worden ingepast op de locatie Bruinsdeel of De Punt/Leerdam Sport. Het antwoord
daarop is duidelijk, beide parken zijn op dit moment te klein. Voor beide locaties geldt dat het park uitgebreid zal
moeten worden om het Glaspark te realiseren. Die uitbreiding is voor beide locaties niet eenvoudig omdat:
 Voor de locatie Bruinsdeel geldt dat het park zal ‘opschuiven’ naar het buitengebied. Dat zal niet ‘zonder slag
of stoot’ mogelijk zijn en de provincie zal hoge eisen stellen aan inpassing, ontwerp- en beeldkwaliteit, et
cetera. Bovendien moet grond worden aangekocht van een particulier en een kerkbestuur.
 Voor de locatie Leerdam Sport/de Punt geldt dat een deel van het plan Broekgraaf moet worden opgeofferd
voor het Glaspark. De planvorming rondom Broekgraaf is in een verregaand stadium en haast onomkeerbaar.
Ook voor deze locatie geldt dat hoge eisen zullen worden gesteld aan de ontwerpkwaliteit van het park. Het
Glaspark zal één van de redenen moeten worden om een huis in Broekgraaf te willen kopen
Er is overigens wel een verschil in de hoeveelheid grond die per locatie moet worden aangekocht om de
uitbreiding mogelijk te maken. Bij het park Bruinsdeel zal circa 3 tot 3,75 hectare moeten worden verworven. Bij
Leerdam Sport/de Punt zal circa 2,75 hectare aan het plan Broekgraaf moeten worden onttrokken.
Planologische beperkingen
De planologische beperkingen zijn er voor beide parken, waarbij – door de aangrenzende bebouwing – de
beperkingen voor Leerdam Sport/de Punt groter lijken (licht en geluid). Voor beide parken geldt dat het
EINDRAPPORT
16 | 57
bestemmingsplan moet worden aangepast, watercompensatie moet worden geregeld, et cetera. Deze
beperkingen zijn overigens niet onoverkomelijk, maar vereisen het zorgvuldig doorlopen van de daarvoor
geldende procedures.
Uitbreiding/groei
Eventuele verdere uitbreiding/groei van het park is op beide locaties lastig. Het in de toekomst toevoegen van
extra velden zal bij Leerdam Sport/de Punt – na afronding van Broekgraaf – niet meer mogelijk zijn. Bij
Bruinsdeel zal dit ook lastig worden.
Het eventueel toevoegen van binnensport (sporthal) op het park zal bij Bruinsdeel naar alle waarschijnlijkheid
niet of moeilijk mogelijk zijn (wellicht op de locatie van het huidige volkstuinencomplex). De goothoogte (9
meter) in relatie tot de ligging bij het buitengebied zal een dergelijke uitbreiding tegengaan. Voor Leerdam
Sport/de Punt zijn die mogelijkheden wellicht groter, maar gezien het ruimtebeslag van een dergelijke
accommodatie ook niet groot.
Herontwikkelingsopbrengsten
Er moeten geen overspannen verwachtingen worden gewekt over de herontwikkelingsopbrengsten van beide
locaties. Het contingent woningen dat de gemeente Leerdam mag bouwen is – met het plan Broekgraaf – voor
minimaal de komende 10 tot 15 jaar verbruikt. Het is niet verstandig om nu al te speculeren over
herontwikkelingsmogelijkheden na die periode.
Impact omwonenden
De impact voor omwonenden lijkt voor beide locaties gelijk. Voor beide locaties geldt enerzijds dat het park in
omvang toeneemt en het aantal gebruikers fors stijgt. Anderzijds geldt dat de ontwerpkwaliteit, inpassing en
ontsluiting aanmerkelijk zullen verbeteren ten opzichte van de huidige situatie.
VERKEER EN ONTSLUITING
De ontsluiting van de beide parken verdient in de huidige situatie niet de schoonheidsprijs. Voor het park
Bruinsdeel geldt dat de Bruininxdeelse Kade en Recht van ter Leede onvoldoende lijken toegerust voor de
huidige en te verwachten verkeersstromen. Aanpassing van deze wegen en/of een nieuwe ontsluitingsroute
lijken nodig om te komen tot een goede en veilige ontsluiting. Voor sportpark Leerdam Sport/de Punt is de
problematiek op dit moment zo mogelijk nog groter. De Quirinus de Palmelaan leent zich niet goed voor de
ontsluiting van het huidige sportpark. Dat probleem wordt met de komst van het Glaspark alleen maar groter.
Bij het park Leerdam Sport/de Punt is het mogelijk om te komen tot een goede oplossing voor de ontsluiting.
Voor de wijk Broekgraaf wordt een nieuwe ontsluitingsroute aangelegd. Als het sportpark op deze route wordt
aangesloten (in combinatie met een parkeervoorziening ter plaatse) zal het merendeel van het verkeer van en
naar het Glaspark via die nieuwe route worden afgewikkeld. Dat lost ook grotendeels de huidige
verkeersproblematiek bij de Quirinus de Palmelaan op.
Bij het park Bruinsdeel liggen de oplossingen minder voor de hand, maar zijn wel mogelijk. Het kan door
verbreding van Recht van ter Leede, maar de mogelijkheden daartoe zijn beperkt. Meer kansen zijn er voor het
aanleggen van een geheel nieuwe ontsluiting via het Schapedijkje (verbreding). Het spreekt voor zich dat deze
nieuwe ontsluiting ook tot aanzienlijke kosten leidt. In de volgende fase van dit project zal meer in detail worden
vastgesteld of en op welke wijze een nieuwe ontsluiting noodzakelijk is.
LOCATIEKEUZE
Tijdens dit project heeft een zorgvuldige beoordeling van beide locaties plaatsgevonden. Beide parken zijn op 30
punten met elkaar vergeleken. Uit de beoordeling is samengevat het volgende naar voren gekomen (details
opgenomen in bijlage 4):
 De locatie De Punt/Leerdam Sport heeft de voorkeur als wordt gekeken naar de maatschappelijke functie van
het park. Aan dat park grenzen een jeugdaccommodatie, een zorginstelling, een gebouw van een
wijkvereniging en binnenkort een brede school/integraal kindcentrum. Samenwerking met die instellingen is
EINDRAPPORT
17 | 57
op deze locatie nu eenmaal eenvoudiger dan op Bruinsdeel. Dit wil niet zeggen dat Bruinsdeel voor dit
onderwerp geen geschikte locatie is, maar de Punt/Leerdam Sport heeft wel ‘een streepje voor’.
 De locatie De Punt/Leerdam Sport heeft ook een lichte voorkeur vanuit het perspectief van ruimte en
verkeer. De ligging van het park en de oplosbaarheid van het verkeersprobleem op die locatie zijn
pluspunten.
 De locatie Bruinsdeel heeft een sterke voorkeur als wordt gekeken naar de financiën. Al eerder is gemeld dat
zowel op Bruinsdeel als op De Punt/Leerdam Sport moet worden uitgebreid als het Glaspark daar wordt
gerealiseerd. Bij De Punt/Leerdam moet grond worden gebruikt die bestemd is voor woningen in het plan
Broekgraaf. Om die reden zijn de kosten voor de grond bij Broekgraaf een veelvoud van de kosten bij
Bruinsdeel. Daardoor zou het Glaspark op de locatie De Punt/Leerdam Sport circa € 6 miljoen duurder
worden dan op Bruinsdeel. Dat financiële verschil is zo groot dat daarmee de andere voordelen van De
Punt/Leerdam Sport teniet worden gedaan.
De voorkeur gaat daarom uit naar het realiseren van het Glaspark op locatie Bruinsdeel.
EINDRAPPORT
18 | 57
4
HET GLASPARK, EEN FINANCIELE UITDAGING
4.1
INLEIDING
In het vorige hoofdstuk is beschreven welke velden, voorzieningen en accommodatie nodig zijn op het Glaspark.
Eenieder zal direct begrijpen dat een dergelijk park een forse investering met zich mee zal brengen. In dit
hoofdstuk worden de financiële aspecten van realisatie en beheer van het Glaspark beschreven. Gestart wordt
een beleidsmatige beschouwing. Daarna worden de aard en de omvang van de investeringen beschreven en de
verdeling van investeringen tussen gemeente en clubs. Vervolgens wordt de exploitatie weergegeven.
4.2
EEN NIEUW PARK, NIEUW BELEID?
De gemeente Leerdam heeft op dit moment het beleid dat zij bijdraagt in de renovatie van velden. De
gemeentelijke bijdrage bestaat uit 60% van de renovatiekosten. De gemeente draagt niet bij aan andere
kostenposten (nieuwe aanleg van velden, onderhoud van velden, investeringen en exploitatie kleed/clubgebouwen) en verstrekt ook geen subsidies aan de verenigingen.
De aard en de omvang van de financiële bijdragen door de gemeente zijn vanzelfsprekend de beleidsvrijheid van
de gemeente zelf. In geen enkele wet is vastgelegd dat gemeenten verplicht zijn om financieel bij te dragen aan
verenigingen en/of verenigingsaccommodaties. Dit neemt niet weg dat het nodig is – voor de haalbaarheid van
het Glaspark – om enkele opmerkingen te plaatsen bij het beleid van de gemeente Leerdam.
 De financiële bijdrage van de gemeente Leerdam aan sportverenigingen en hun accommodaties kan
zondermeer als ‘karig’ worden bestempeld. Het overgrote deel van de gemeenten in Nederland heeft een
(aanmerkelijk) ruimhartiger beleid richting de sport.
 Het huidige beleid heeft zijn sporen nagelaten in de financiële huishouding van de vier verenigingen die het
initiatief hebben genomen voor het Glaspark. De instandhouding van de accommodaties heeft voor de
verenigingen de afgelopen jaren onevenredig hoge kosten met zich meegebracht. De huidige financiële
situatie van de vier verenigingen is gemiddeld genomen niet florissant.
 Zonder een beleidswijziging van de gemeente Leerdam is het niet mogelijk het Glaspark te realiseren of te
exploiteren. Het is ondenkbaar dat de verenigingen zelf in staat zijn om de investeringen en de
exploitatiekosten in hun volle omvang te dragen.
 De gemeente Leerdam zal naar alle waarschijnlijkheid fuseren met de gemeenten Zederik en Vianen. Voor de
beide fusiepartners geldt dat zij aanmerkelijk ruimhartiger omgaan met hun bijdragen aan totstandkoming
en exploitatie van sportparken. Na de fusie is de nieuwe fusiegemeente wettelijk verplicht om alle
(subsidie)regelingen te harmoniseren, ook die voor de buitensport. Wij schatten in dat Zederik en Vianen niet
bereid zullen zijn om te bewegen in de richting van het Leerdamse model voor buitensport.
Gegeven deze argumenten hebben wij in dit hoofdstuk een voorschot genomen op het beleid dat naar alle
waarschijnlijkheid zal gelden binnen de nieuwe fusiegemeente. Bij de uitwerking van investeringen,
exploitatiekosten en verdeling daarvan tussen verenigingen en gemeenten is het model Vianen aangehouden.
Dat model behelst:
 De gemeente is verantwoordelijk voor de investeringen in velden, voorzieningen en kleedwasaccommodatie. Bij de vaststelling van de aard en omvang van deze voorzieningen worden de door de
VNG en de sportbonden overeengekomen normen gehanteerd (gelijk aan de normen die in het vorige
hoofdstuk van dit rapport zijn toegepast).
 De verenigingen zijn verantwoordelijk voor de investeringen in kantines en voor investeringen die de normen
van de sportbonden overstijgen.
 De gemeente is verantwoordelijk voor het grote onderhoud van de voorzieningen waarin zij investeert en het
cultuurtechnische onderhoud aan de velden.
 De verenigingen zijn verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer van het park en de gebouwen en dragen
daar de kosten voor dit dagelijkse beheer (toezicht, schoonmaak, klein onderhoud, energiekosten,
administratie- en algemene kosten, gebruikersdeel verzekeringen, belastingen en heffingen).
EINDRAPPORT
19 | 57
 De verenigingen dragen alle kosten (kapitaallasten, voorziening groot onderhoud en exploitatiekosten) voor
die onderdelen van het park waarin zij zelf moeten investeren (kantine en voorzieningen die de normen van
de sportbonden overstijgen).
 De verenigingen betalen een huur voor het park. Die huur bedraagt 30% van de kosten die de gemeente
draagt voor de velden (kapitaallasten, groot onderhoud en cultuurtechnisch onderhoud).
Nogmaals, zonder een dergelijke beleidswijziging is het Glaspark niet haalbaar.
4.3
DE INVESTERINGEN
Het is al eerder vermeld, maar het Glaspark zal een forse investering vergen. De omvang van die investering
wordt in deze paragraaf toegelicht. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar type investering en naar de
herkomst:
 Type investering:
 Directe investeringen: De investeringen die voortvloeien uit de realisatie van velden, voorzieningen en
accommodatie.
 Indirecte investeringen: De investeringen die voortvloeien uit de aankoop van grond (voor de uitbreiding),
ontsluiting, afschrijving bestaande boekwaardes en ambtelijke apparaatskosten.
 Herkomst van de investeringen, waarbij onderscheid is gemaakt naar:
 De gemeente Leerdam.
 De verenigingen.
DIRECTE INVESTERINGEN
In de volgende tabel is een overzicht gegeven van de omvang van de directe investeringen. Alle bedragen zijn
gebaseerd op het prijspeil 2016 en exclusief btw.
Tabel 5: Directe investeringen
Gemeente
Verenigingen
Kleed- en wasruimten
€
2.650.000
€
-
Kantine
€
-
€
1.200.000
Velden
€
2.450.000
€
-
Parkinfrastructuur
€
1.950.000
€
-
Subtotaal
€
7.000.000
€
1.200.000
Directe investeringen
N.B. in de tabel kunnen afrondingsverschillen voorkomen.
Kleed- en wasruimten
Dit betreft de investeringen die voortvloeien uit dat deel van het kleed-/clubgebouw dat noodzakelijk is voor de
uitoefening van de sport. Het betreft de kleed- en wasruimten, scheidsrechtersruimten, EHBO, opslag,
wedstrijdsecretariaat, vergaderruimten, et cetera. Dat deel van de accommodatie heeft een bruto
vloeroppervlak van bijna 1.400 m². De totale stichtingskosten per m² zijn geraamd op € 1.912,--. In bijlage 5 is
een nadere onderbouwing gegeven van deze stichtingskosten. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
 Voldoen aan het bouwbesluit.
 Inclusief investeringen in aanvullende energiebesparende voorzieningen (zonnepanelen,
warmteterugwinning, LED).
EINDRAPPORT
20 | 57
 Relatief hoge eisen aan ontwerpkwaliteit, maar passend bij de functie van sportaccommodatie.
Kantine
Dit betreft de kantineruimte inclusief alle daarbij behorende ruimten (keuken, opslag kantine, sanitair bezoekers
en verkeersruimten). In het ontwerp van Traanberg & Partners betreft dit een vloeroppervlak van circa 750 m²,
waarbij geldt dat een deel van deze vierkante meters beschikbaar komt door wedstrijdsecretariaat en
vergaderruimten multifunctioneel in te richten als onderdeel van de kantineruimten (door middel van flexibele
wanden splitsbaar van kantine, maar ook samenvoegbaar). Ook voor deze vierkante meters zijn de
stichtingskosten geraamd op € 1.770 per m² BVO. Deze investeringen komen voor rekening van de verenigingen,
uitgaande van het model Vianen. De investeringen voor energiebesparende maatregelen voor de kantine zijn
opgenomen in de investering die door de gemeente Leerdam wordt gedragen, wat het verschil tussen de
vierkante meter prijs verklaart.
Velden
Dit zijn de investeringen die voortvloeien uit de aanleg van de velden (3 natuurgras, 3 kunstgras voetbal, 2
kunstgras hockey/korfbal) en de daarbij behorende voorzieningen (afrastering, ballenvangers, drainage,
beregening en verlichting). Deze kosten zijn becijferd door Adviesbureau Riet en door ons gecontroleerd.
Volgens het model Vianen komen deze kosten voor rekening van de gemeente.
Parkinfrastructuur
Deze kostenpost bestaat uit de sloop van de bestaande opstallen, het amoveren van de bestaande velden,
hekken en installaties, het bouwrijp maken van het park, de aanleg van parkeerplaatsen, fietsenstalling,
waterbuffer, padenstructuur, groen, parkmeubilair, openbare verlichting, et cetera. De kostenpost bestaat ook
uit de kosten voor directievoering, toezicht op de bouw, et cetera. In deze post is ook een post onvoorzien
opgenomen voor gebouw en velden.
Inbreng eigendommen verenigingen
Bij deze investeringen geldt als uitgangspunt dat de verenigingen hun bestaande eigendommen (grond,
bestaande opstallen (kleed-/clubgebouwen, opslagruimten, etc.) en infrastructuur (banen, verlichting,
afrastering, etc.)) op de bestaande sportparken voor het symbolische bedrag van € 1,-- overdragen aan de
gemeente.
INDIRECTE INVESTERINGEN
De indirecte investeringen vloeien voort uit de ontsluiting van het park, de kosten voor de aankoop grond, de
boekwaardes en apparaatskosten. Gezien de voorkeur voor de locatie Bruinsdeel, zijn de kosten voor deze
locatie in de tabel opgenomen. Al eerder is vermeld dat – als wordt besloten om het park te realiseren op De
Punt/Leerdam Sport – de indirecte investeringen circa € 6 miljoen hoger zullen uitvallen.
EINDRAPPORT
21 | 57
Tabel 6: Indirecte investeringen.
Gemeente
Verenigingen
€ 1.000.000
€-
Grondaankoop
€ 650.000
€-
Boekwaardes
€ 200.000
€-
Apparaatskosten
€ 150.000
€-
€ 2.000.000
€-
Indirecte investeringen
Ontsluiting
Subtotaal
OVERIG
De overige investeringen bestaan uit de wensen van de voetbalverenigingen ten aanzien van. het kleed/clubgebouw. Die wensen bestaan uit het toevoegen van meer kleed- en wasruimten, een groter oppervlak per
kleed-/wasruimten, aanvullende bestuurskamer, aanmerkelijk vergroten van kantineruimten, meer opslag, kassa
en tribunes. Dit zijn wensen die de normen van de sportbonden overstijgen en daarmee een
verantwoordelijkheid voor de verenigingen. De gewenste uitbreiding van het kleed-/clubgebouw breng € 1,35
miljoen aan extra kosten met zich mee. Uitbreiding met bijvoorbeeld kassahokjes en andere kleinere opstallen
een investering van € 150.000. Bij deze opsomming moet direct worden opgemerkt dat het erg onwaarschijnlijk
is dat de overige investeringen daadwerkelijk worden gepleegd. Het ontbreekt de verenigingen eenvoudigweg
aan de financiële middelen om deze investeringen te dragen.
In de volgende tabel zijn de overige investeringen weergegeven.
Tabel 7: Overige investeringen.
Gemeente
Verenigingen
Overige investeringen
Wensen
€
-
€
1.500.000
Recreatief
€
-
€
-
Subtotaal
€
-
€
1.500.000
Samengevat bedragen de totale investeringen (als ook de overige investeringen worden meegenomen):
 Gemeente Leerdam: € 9,0 miljoen.
 Verenigingen: € 2,7 miljoen (€ 1,2 miljoen voor de kantine en € 1,5 miljoen extra wensen)
EINDRAPPORT
22 | 57
4.4
4.4.1
DE EXPLOITATIE
DE BEHEERVORM
Stichting beheer Glaspark Leerdam
Om alle ambities waar te maken is het noodzakelijk dat een beherende instelling in het leven wordt geroepen
die het park beheert en exploiteert. De volgende argumenten worden hiervoor aangevoerd:
 De benodigde openstelling van het park en de dienstverlening overstijgen de mogelijkheden van de
individuele verenigingen. Het park zal een ruime openstelling kennen buiten de verenigingsuren en het is niet
te verwachten dat de verenigingen zelf toezicht kunnen houden buiten de verenigingsuren.
 De dienstverlening op en rondom het park is ruimer dan alleen de goede huisvesting van de vier
verenigingen. Het medegebruik moet in goede banen worden geleid, er is overleg nodig met de
medegebruikers en er moet begeleiding worden geboden aan de cliënten van zorginstellingen. Dat kan
redelijkerwijs niet van de verenigingen worden verwacht.
 De vier verenigingen zullen samen gebruik moeten maken van kleed- en wasruimten, kantine en de velden.
Bij de capaciteitsbepaling is rekening gehouden met voldoende capaciteit, maar er kunnen momenten of
situaties ontstaan waarin de deelbelangen van de verschillende verenigingen conflicteren. In dat geval is het
nodig dat een onafhankelijk orgaan besluit over de verdeling van de capaciteit op het park.
 De investeringen (zie vorige paragraaf) zijn exclusief BTW. Om de BTW op de investeringen te kunnen
terugvorderen is het onder meer noodzakelijk dat een onafhankelijke dienstverlener (de beherende
instelling), die geen directe binding heeft met de verenigingen, verantwoordelijk is voor beheer en
exploitatie.
Voorgesteld wordt dan ook dat de Stichting Beheer Glaspark Leerdam in het leven wordt geroepen. Deze
stichting huurt het gehele park van de gemeente Leerdam en is vervolgens verantwoordelijk voor de dagelijkse
gang van zaken op het park. De stichting voert de volgende taken uit:





Verhuur/ter beschikking stellen van velden en kleed- en wasruimten aan de gebruikers.
Bevorderen van de samenwerking tussen de gebruikers.
Toezicht en veiligheid op het park/afdwingen naleving van de huisregels.
Klein onderhoud aan velden, parkinfrastructuur en kleed-/clubgebouw.
Groot onderhoud aan kantine.
De stichting heeft personeel in dienst (iets meer dan 1 fte) maar de overige beheertaken worden uitgevoerd
door:
 Vrijwilligers vanuit de verenigingen.
 Clienten van zorginstellingen (arbeidsmatige dagbesteding).
 Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (Participatiewet).
De hiernavolgende exploitatiebegroting is opgesteld vanuit het gezichtspunt van die beheerstichting, waarbij
uiteindelijk ook de financiële gevolgen voor de verenigingen en voor de gemeente Leerdam inzichtelijk zijn
gemaakt.
EINDRAPPORT
23 | 57
4.4.2 KOSTEN
In de exploitatiebegroting zijn de volgende kostenposten opgenomen:
 Inkoopkosten kantine
 Personeelskosten
 Schoonmaak
 Overige directe kosten (vuilafvoer en alarm)
 Administratie en algemeen
 Energie
 Onderhoud
 Verzekeringen en belastingen
 Kapitaallasten
 Voorziening groot onderhoud
Navolgend volgt een toelichting op de manier van berekenen.
Inkoopkosten kantine
Op het Glaspark zal sprake zijn van de exploitatie van één royale kantineruimte, die splitsbaar/samenvoegbaar is
door middel van flexibele wanden. In de exploitatiebegroting is ervan uitgegaan dat de exploitatie een
taak/verantwoordelijkheid is van de beheerstichting. De stichting kan de exploitatie vanzelfsprekend ook
overlaten aan de verenigingen zelf. Dat verandert echter niets aan de te verwachten kosten, maar kan wel fiscale
gevolgen hebben. De omzet van de kantine wordt later in dit hoofdstuk toegelicht. Voor de inkoopkosten
(inkoop dranken, benodigdheden) is in de exploitatiebegroting uitgegaan van 45% van de kantine-inkomsten. Dit
percentage is iets lager dan in de huidige situatie, maar de verenigingen hebben zich inmiddels gecommitteerd
aan deze exploitatieverbetering.
Personeelskosten
De exploitatie van het Glaspark is uitsluitend haalbaar indien zoveel als mogelijk wordt uitgegaan van de inzet
van vrijwilligers, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of cliënten van zorginstellingen (arbeidsmatige
dagbesteding) bij de uitvoering van beheertaken. Als het merendeel van de beheertaken wordt uitgevoerd door
reguliere arbeidskrachten in loondienst bij de stichting, dan zullen de exploitatiekosten eenvoudigweg veel te
hoog worden.
Neemt niet weg dat het niet realistisch is om uit te gaan van geen enkele inzet van reguliere arbeidskrachten.
Het geven van leiding aan de exploitatie van de kantine(s) en aan het toezicht op het park zal door een
professionele beheerder uitgevoerd moeten worden. In de volgende tabel is de inzet van reguliere
arbeidskrachten (professionele parkbeheerders) en vrijwilligers/cliënten, et cetera. weergegeven in aantal uren
per jaar en uitgesplitst naar type beheertaak.
Tabel 8: Personele inzet, uitgesplitst naar type beheertaak en naar reguliere arbeidskrachten en vrijwilligers/cliënten.
Parkbeheerder
Schoonmaak
Klein onderhoud
Administratie, planning
Vrijwilligers/cliënten
Totaal
1.900
1.900
950
950
1.900
1.900
Horeca en toezicht
1.840
3.100
4.940
Totaal
1.840
7.850
9.690
EINDRAPPORT
24 | 57
Deze personele inzet is gebaseerd op een rooster dat door ons is opgesteld voor de verschillende typen
werkzaamheden. Dit rooster is in bijlage 6 weergegeven.
De kosten voor de parkbeheerder zijn becijferd op basis van een tarief van € 30,25 per uur (bruto salaris € 2.600
per maand, 30% sociale lasten werkgever inclusief onregelmatigheidstoeslag, 8% vakantiegeld en 1.450
werkzame uren per jaar (na aftrek van verzuim, verlof en dergelijke). De overige uren (vrijwilligers, cliënten) zijn
voor minder dan de helft geraamd op € 3,50 per uur. Er wordt dus uitgegaan van een onbezoldigde inzet door
meer dan 50% van de vrijwilligers.
Schoonmaak
In de exploitatiebegroting is ervan uitgegaan dat het kleed-clubgebouw en de kantine worden schoongemaakt
door vrijwilligers (opgenomen bij personeelskosten). Onder de post schoonmaakkosten zijn aanvullend de
kosten van schoonmaakmaterialen en benodigdheden becijferd (op basis van een kengetal van € 3,75 per m² per
jaar).
Overige directe kosten (vuilafvoer en alarm)
De kosten voor vuilafvoer van het kleed-clubgebouw en de kantine zijn berekend op basis van een kengetal van
€ 1,65 per m². Voor de velden en infrastructuur is er een kengetal gehanteerd van € 100,- per veld en € 100,- per
post.
De kosten voor het alarm van het kleed-clubgebouw en de kantine zijn berekend op basis van een kengetal van
€ 1,60 per m².
Administratie en algemene kosten
De administratie en algemene kosten zijn berekend op basis van een kengetal waarbij is uitgegaan van 3% van de
totale opbrengsten.
ENERGIE
De energiekosten van het kleed-clubgebouw en de kantine zijn berekend op basis van een kengetal van € 13,per m², gebaseerd op toepassing van zonnecollectoren, warmteterugwinning en LED-verlichting. De
energiekosten van de velden zijn berekend op basis van een kengetal van € 2.500,- per veld indien er verlichting
op deze velden aanwezig is en € 1.000,- per veld indien er alleen sprake is van waterbehandeling. Voor de
infrastructuur is er een kengetal gehanteerd van € 1.000,- en € 3.500,- per post.
ONDERHOUD
De onderhoudskosten van het kleed-clubgebouw en de kantine zijn berekend op basis van een kengetal van
€ 5,60 per m². De onderhoudskosten van de velden zijn overgenomen uit de rapportage van het adviesbureau
Riet. De onderhoudskosten voor de infrastructuur variëren van € 0,53 tot € 3,18 per m².
VERZEKERINGEN EN BELASTINGEN
De kosten aan verzekeringen en belastingen met betrekking tot het kleed-clubgebouw en de kantine zijn
berekend op basis van een kengetal van € 8,80 per m², waarbij de stichting uitsluitend het gebruikersdeel
betaalt, behalve voor de kantine.
KAPITAALLASTEN/HUUR
De kapitaallasten van het kleed-clubgebouw komen voor rekening van de gemeente Leerdam. De kapitaallasten
voor de kantine daarentegen komen voor rekening van de stichting. De investeringen zijn vooralsnog geraamd
op € 1.770,- per m², uitgaande van 640 m² BVO kantineruimten, aangevuld met multifunctionele
vergaderruimten. Vervolgens zijn de kapitaallasten bepaald door ervan uit te gaan dat de investering in 30 jaar
wordt afgeschreven en dat er rekening wordt gehouden met 2% rente.
EINDRAPPORT
25 | 57
De huur bestaat uit de huur die de gemeente Leerdam aan de stichting in rekening wordt gebracht voor het
gebruik van de velden en kleed- en wasruimten. Daarbij is het tarief gehanteerd dat ook in Vianen wordt
toegepast (€ 7,50 per uur). Deze inkomsten zijn verdeeld over velden en kleed- en wasruimten.
GROOT ONDERHOUDSVOORZIENINGEN
De voorziening groot onderhoud met betrekking tot de kantine is berekend op basis van een kengetal van
€ 25,00 per m².
4.4.3 OPBRENGSTEN
De volgende opbrengsten zijn opgenomen in de exploitatiebegroting:
 Kantine-inkomsten
 Verhuur velden
Navolgend volgt een toelichting op de manier van berekenen.
KANTINE-INKOMSTEN
Als uitgangspunt zijn de huidige inkomsten van de kantines van Leerdam Sport, LRC en Hockeyclub Leerdam
genomen. Vervolgens is als uitgangspunt gehanteerd dat deze kantine-inkomsten zullen groeien als gevolg van:
 De centrale ligging van de kantine op het park en de zichtrelaties met de velden.
 De toename van het medegebruik ook door recreanten.
 De te verwachten stijging van het ledenaantal.
Vooralsnog is uitgegaan van een stijging van de kantine-inkomsten ten opzichte van de huidige situatie met 15%.
VERHUUR
Verenigingen
Voor de berekening van de inkomsten verhuur velden is de systematiek van de gemeente Vianen overgenomen.
Dat wil zeggen dat 30% van de kosten voor de velden/infrastructuur als huur in rekening wordt gebracht aan de
verenigingen. Daarbij zal worden uitgegaan van een all-in uurtarief dat de gebruiker het recht geeft op:




het gebruik van het veld (inclusief verlichting en beregening)
het gebruik van de bijbehorende kleed- en wasruimten
het gebruik van opslagruimten, EHBO-ruimte en vergaderruiten.
Het gebruik van sportattributen.
In totaal zal circa € 77.000,-- exclusief 6% btw, aan de verenigingen in rekening moeten worden gebracht
uitgaande van deze systematiek. De verenigingen zullen tezamen circa 4.250 uren per jaar gebruik maken van de
velden op het Glaspark, waardoor het uurtarief per veld € 18,13 zal bedragen (exclusief 6% btw).
Bij dit uurtarief moet het volgende worden opgemerkt:
 Alhoewel de systematiek van Vianen wordt gehanteerd is het uurtarief in de gemeente Vianen lager dan
€ 18,13. In Vianen wordt circa € 7,50 exclusief btw in rekening gebracht. De belangrijkste oorzaken zijn:
 In Vianen gaat men uit van lagere investeringsbedragen dan voor het Glaspark becijferd.
 In Vianen gaat men uit van fors lagere onderhoudskosten per veld dan voor het Glaspark becijferd.
 In de exploitatiebegroting wordt ervan uitgegaan dat de verenigingen deze huur betalen aan de
beheerstichting. De stichting betaalt vervolgens een huur aan de gemeente Leerdam (zie kopje
kapitaallasten/huur).
EINDRAPPORT
26 | 57
Medegebruik scholen: Evenementen en andere verenigingen
Vervolgens zijn ook de verhuurinkomsten aan derden (scholen, evenementen en andere verenigingen) becijferd.
Daarbij zijn de huidige inkomsten verhuur medegebruik als vertrekpunt genomen en verhoogd met 10% (te
verwachten stijging ten opzichte van de huidige situatie).
WMO-DAGACTIVERING EN DAGBESTEDING
Eventuele inkomsten vanuit het sociale domein zijn op dit moment nog niet te becijferen. Veel zal afhangen van
het aantal cliënten en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dat beheertaken gaat verrichten en de
groepsgrootte. Ook het aantal ouderen dat vormen van dagbesteding zal krijgen op het park is nu nog ongewis.
Om die reden zijn geen inkomsten opgenomen vanuit deze functie.
4.4.4
HET EXPLOITATIERESULTAAT
HET RESULTAAT
In de volgende tabel is de exploitatiebegroting van de beheerstichting Glaspark weergegeven. Daarbij zijn de
inkomsten en kosten uitgesplitst naar de kleed- en wasruimten, de kantine, de velden en de parkinfrastructuur.
Bij de begroting moet worden opgemerkt:
 Het betreft de exploitatieresultaten weergeeft na een aanloopperiode van circa 3 jaar. In de eerste 3 jaren
van de exploitatie zal naar alle waarschijnlijkheid sprake zijn van aanloopverliezen.
 De huurinkomsten zijn via een verdeelsleutel uitgesplitst naar de verschillende onderdelen van het park.
 De personeelskosten en de huur die de stichting aan de gemeente Leerdam betaalt zijn via een
verdeelsleutel uitgesplitst naar de verschillende onderdelen van het park.
EINDRAPPORT
27 | 57
Tabel 9: Exploitatiebegroting Glaspark Leerdam (x € 1.000).
Kleed- en wasaccommodatie
Kantine
Velden
Parkinfra
Totaal
Verhuur
€
65
€
€
29
€
1
€
95
Horeca
€
-
€ 250
€
-
€
-
€
250
INKOMSTEN
Overig
TOTAAL
PM
-
PM
PM
PM
PM
€
65
€ 250
€
29
€
1
€
345
Inkoopkosten horeca
€
-
€ 112
€
-
€
-
€
112
Personeelskosten
€
17
€
39
€
8
€
2
€
66
Schoonmaak
€
5
€
2
€
-
€
-
€
8
Overige directe kosten
€
4
€
2
€
1
€
0
€
8
Subtotaal
€
27
€ 156
€
9
€
3
€
193
Administratie en algemeen
€
2
€
7
€
1
€
0
€
10
Energie
€
18
€
8
€
16
€
-
€
42
Onderhoud
€
8
€
4
€
-
€
-
€
11
Subtotaal
€
28
€
19
€
17
€
0
€
64
Resultaat voor vaste lasten
€
11
€
75
€
4
€
-2
€
87
Verzekeringen/belastingen
€
6
€
6
€
-
€
-
€
12
Kapitaallasten/huur
€
22
€
50
€
10
€
-
€
82
Voorziening groot onderhoud
€
-
€
16
€
-
€
-
€
16
Subtotaal
€
28
€
72
€
10
€
-
€
110
EXPLOITATIERESULTAAT
€
-17
€
3
€
-6
€
-2
€
-23
KOSTEN
Directe exploitatiekosten
Indirecte exploitatiekosten
Vaste lasten
N.B. in de tabel komen afrondingsverschillen voor.
EINDRAPPORT
28 | 57
VERBETERMOGELIJKHEDEN
Uit de tabel blijkt dat sprake is van een exploitatietekort van € 23.000,--. Er zijn overigens realistische
mogelijkheden om het exploitatietekort terug te dringen. In volgorde van belangrijkheid:
Personeelskosten
Door de realisatie van het Glaspark bespaart de toekomstige gemeente Vijfheerenlanden op toekomstige
accommodatiekosten. Immers, omdat vier verenigingen tezamen gebruik maken van één park zijn minder velden
en voorzieningen nodig dan wanneer de verenigingen worden gehuisvest op twee of drie parken.
“Schaduwzijde” van dit centrale en multifunctionele park, is dat een parkbeheerder in dienst moet worden
genomen. Dit om het multifunctionele gebruik in goede banen te leiden. De kosten voor de parkbeheerder
drukken in de exploitatiebegroting volledig op de begroting van de Stichting Beheer Glaspark. Het is
verdedigbaar om een deel van deze kosten te verleggen naar de gemeente Leerdam/Vijfherenlanden, althans de
kosten voor de inzet van de parkbeheerder voor het beheer van de kleed- en wasruimten en de velden (de
kosten voor de inzet voor de kantine blijven bij de stichting). In die zin zou 40% van de kosten van de
parkbeheerders bij de “profiterende” gemeente kunnen worden neergelegd. Dat is een bedrag van circa
€ 22.250,--. Dat bedrag is meegenomen in de becijfering van de structurele lasten voor de gemeente (zie
volgende paragraaf).
WMO-dagactivering en dagbesteding
Al eerder is vermeld dat eventuele inkomsten vanuit het sociale domein op dit moment nog niet in de begroting
zijn meegenomen. De ervaring op andere parken leert dat extra inkomsten gerealiseerd worden vanaf € 10.000
per jaar.
Ledengroei
Verwacht mag worden dat het de verenigingen goed zal gaan op het park en dat zij meer leden gaan
verwelkomen. Dit ledengroei vertaalt zich indirect naar de inkomsten van de Stichting Beheer Glaspark. Meer
leden leidt tot meer uren gebruik van het park door de verenigingen. Ook mag een verdere stijging van de
kantine-inkomsten worden verwacht. Beide ontwikkelingen zijn nog niet in de exploitatiebegroting
meegenomen.
Al met al kan worden geconcludeerd dat een kostendekkende exploitatie mogelijk.
4.5
STRUCTURELE LASTEN GEMEENTE LEERDAM
Met het opstellen van de exploitatiebegroting zijn ook de structurele lasten voor de gemeente Leerdam
becijferd, uitgaande van de locatie Bruinsdeel. Immers, in dit model draagt de gemeente het merendeel van de
eigenaarslasten, de meeste lasten voor het onderhoud van kleed- en wasruimten en velden en ook de kosten
voor de parkinfrastructuur. In de volgende tabel zijn de structurele lasten voor de gemeente Leerdam
weergegeven, alsmede de bestaande dekkingsmiddelen.
EINDRAPPORT
29 | 57
Tabel 10: Structurele meerkosten Gemeente Leerdam.
Jaarlast
Directe investeringen
Kapitaallasten
€
355.000
Onderhoud
€
115.000
Energie
€
10.000
Indirecte investeringen
Ontsluiting
€
45.000
Grondaankoop
€
15.000
Apparaatskosten en boekwaardes
€
5.000
Wensen
€
-
Recreatief
€
-
Subsidie parkbeheer
€
20.000
Totaal
€
565.000
Meerjarenbegroting
€
60.000
Broekgraaf
€
20.000
Stelpost BSAB
€
40.000
Huurinkomsten
€
30.000
Totaal
€
150.000
Structurele meerkosten
€
415.000
Overig
Dekking
Uit de tabel blijkt dat de realisatie van het Glaspark leidt tot € 415.000 aan meerkosten voor de gemeente
Leerdam.
EINDRAPPORT
30 | 57
4.6
DRAAGKRACHT VERENIGINGEN
In de exploitatiebegroting is weergegeven dat de verenigingen een huurbedrag zullen betalen aan de Stichting
Beheer Glaspark. Per uur betalen de verenigingen € 18,13 exclusief 6% btw. In de volgende tabel is weergegeven
hoeveel uren per jaar de verschillende verenigingen gebruik zullen maken van de velden (hele velduren,
bijvoorbeeld 1 uur een ½ veld telt voor een ½ uur). Die uren zijn vermenigvuldigd met € 18,13, vermeerderd met
6% btw (kosten voor de verenigingen) en weergegeven in de kolom huur inclusief btw. Als laatste is aangegeven
in hoeverre de verenigingen op dit moment over de financiële middelen beschikken om deze huur af te dragen.
Tabel 11: Huurkosten verenigingen op het Glaspark.
Uren per jaar
Tarief incl. btw
Haalbaarheid
LRC
1.772
€ 34.000
+/-
Leerdam Sport
1.161
€ 22.500
+/-
Hockey
1.255
€ 24.000
+/-
Korfbal
70
€ 1.500
+
Totaal
4.258
€ 82.000
4.7
RISICO-PARAGRAAF
Aan een dergelijk omvangrijk project kleven vanzelfsprekend vele risico’s. In deze paragraaf worden die risico’s
toegelicht. Gestart wordt met een samenvattend overzicht waarin de risico’s zijn weergegeven naar omvang van
eventuele gevolgen (klein of groot) en naar de mate waarin de gemeente en/of de Stuurgroep deze risico’s
kunnen beïnvloeden (niet/wel). Vervolgens wordt elk van de risico’s kort toegelicht.
Tabel 12: Risico-classificatie.
Wel beïnvloedbaar
Niet beïnvloedbaar
Relatief groot
Sportbesluit (aftrekbaarheid BTW)
Provinciale goedkeuring
Vervuiling grond/archeologie
Doorontwikkelen/programmawijzigingen
Bezwaren
Verbreding/aanpassing Recht Ter Leede
Wijziging rente
Aanbestedingsresultaten
Grondeigenaren weigeren medewerking
Relatief klein
Financiële situatie verenigingen
Exploitatieresultaten stichting
Aankoopkosten grond
BEÏNVLOEDBAAR EN RELATIEF GROTE GEVOLGEN
Doorontwikkelen/programmawijzigingen
De stichtingskostenraming is opgesteld op basis van het ruimteprogramma voor het kleed-/clubgebouw en het
programma voor velden en voorzieningen zoals neergelegd in het rapport van Bureau Riet. In de volgende fase
van het project (de Bouwvoorbereidingsfase) zullen de plannen verder worden gedetailleerd.
Doorgaans worden – tijdens de detaillering – nieuwe wensen ingebracht door verenigingen, stichting of de
ambtelijke organisatie (bijvoorbeeld door de afdeling die onderhoud moet plegen aan de velden). Heel vaak
worden voor dergelijke nieuwe wensen goede argumenten aangedragen, maar deze nieuwe wensen zijn niet
EINDRAPPORT
31 | 57
opgenomen in de stichtingskostenbegroting. De nieuwe wensen leiden er vrijwel altijd toe dat de investeringen
toenemen en het budget wordt overschreden.
Er is maar één remedie om overschrijding van het budget op basis van extra wensen tegen te gaan. Dat is om
strak en rechtlijnig vast te houden aan de uitgangspunten die in dit rapport zijn neergelegd.
Recht Ter Leede
In de volgende fase van het project wordt nader onderzocht of en op welke wijze een nieuwe ontsluitingsweg
voor het Glaspark nodig is. Eén van de mogelijkheden voor de nieuwe ontsluiting is via of langs Recht ter Leede.
De planvorming rondom deze ontsluiting is een risico. Dat risico schuilt in de acceptatie door omwonenden
(waarover later meer) maar ook in het onderzoek naar mogelijke alternatieven. Overigens moet nadrukkelijk
worden gemeld dat nader onderzoek kan uitwijzen dat geen nieuwe of verbeterde ontsluiting nodig is. In dat
geval is de geplande investering (€ 1 miljoen) niet nodig.
NIET BEÏNVLOEDBAAR EN RELATIEF GROTE GEVOLGEN
BTW
In alle becijferingen is tot dusver uitgegaan van een BTW-plichtige exploitatie van het Glaspark (sportbesluit). Dit
sportbesluit staat al enige jaren ter discussie en de kans bestaat dat “het gelegenheid bieden tot
sportbeoefening” in de toekomst wordt vrijgesteld van BTW. In dat geval kan de BTW op investeringen en op
exploitatiekosten niet meer worden teruggevorderd. De investeringen voor het Glaspark worden in dat geval
21% hoger en de exploitatiekosten stijgen ook. Er zijn in dat geval overigens ook andere constructies mogelijk
om de BTW geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, maar het eventueel intrekken van het sportbesluit blijft een
risico van formaat.
Provincie
De Provincie Zuid-Holland zal haar goedkeuring moeten geven aan de realisatie van het Glaspark. Alhoewel deze
investering is gedeeld met de fusiepartners van de gemeente Vijfheerenlanden en met de provincie, bestaat er
altijd de mogelijkheid (hoe gering ook) dat goedkeuring wordt onthouden.
Vervuilde grond/archeologie
Alhoewel de kans daarop niet groot lijkt, is er altijd de mogelijkheid dat als gevolg van bodemonderzoeken,
vervuilde grond wordt aangetroffen en/of waardevolle archeologische ontdekkingen worden gedaan. Vooral
vervuilde grond kan forse financiële gevolgen met zich meebrengen.
Bezwaar
Er is altijd de kans dat omwonenden bezwaar maken tegen plannen. Dit kan worden voorkomen door in een
vroegtijdig stadium de omwonenden te betrekken bij de planvorming en met het ontwerp hun zorgen weg te
nemen. Neemt niet weg dat er kans bestaat dat procedures worden aangespannen. Dergelijke procedures leiden
op zijn minst tot vertraging, maar kunnen ook leiden tot hogere kosten voor planvoorbereiding, planschade, et
cetera.
Wijzigingen rente
In dit rapport is gerekend met een rente van 2%. Dat is in de huidige situatie realistisch (zelfs aan de hoge kant),
maar er zijn vanzelfsprekend geen garanties af te geven voor dit percentage. Pas medio volgend jaar dient de
gemeente daadwerkelijk te beschikken over het bedrag voor de investeringen. Het is te verwachten, maar niet
zeker, dat 2% op dat moment ook realistisch is.
Aanbestedingsresultaten
De afgelopen jaren hebben vele gemeenten geprofiteerd van gunstige aanbestedingsresultaten. Het
economische tij was dusdanig dat aannemers laag tot zeer laag inschreven. Die tijden zijn inmiddels voorbij. Het
is op dit moment niet meer te verwachten dat inschrijvingen lager zijn dan de vooraf geraamde bedragen.
EINDRAPPORT
32 | 57
Sterker nog, als de economie zich goed blijft ontwikkelen is er een kans dat de aanbestedingsresultaten
tegenvallen. In de samenwerkingsovereenkomst wordt overigens geregeld dat in dat geval bezuinigingen in het
plan worden doorgevoerd.
Grondeigenaren weigeren medewerking
Voor de realisatie van het Glaspark is het noodzakelijk dat grond wordt aangekocht van een kerkbestuur en een
agrarisch bedrijf. Het is altijd mogelijk dat één of beide eigenaren weigeren mee te werken aan de verkoop van
de grond tegen redelijke bedragen. Als deze situatie zich voordoet heeft dat vanzelfsprekend verstrekkende
gevolgen voor het plan. In het uiterste geval moet worden uitgezien naar een alternatieve locatie.
BEÏNVLOEDBAAR, RELATIEF KLEINE GEVOLGEN
Exploitatie Stichting Beheer Glaspark Leerdam
In dit hoofdstuk is de exploitatiebegroting voor de Stichting Beheer Glaspark Leerdam weergegeven. Alhoewel
die begroting zorgvuldig is opgesteld, kunnen de werkelijke inkomsten en kosten afwijken van deze begroting. In
de volgende fase van het project wordt de begroting meer gedetailleerd opgesteld, maar dat geeft nog steeds
geen garanties. Daarbij moet worden opgemerkt dat de gemeente Leerdam als uitgangspunt hanteert dat zij niet
bereid is om bij te dragen aan eventuele exploitatietekorten.
Financiële situatie verenigingen
De financiële situatie van de Leerdamse buitensportverenigingen is over het algemeen niet florissant. Uitsluitend
de besturen van de vier verenigingen zijn in staat om de juiste beslissingen te nemen over de financiële
huishouding van de verenigingen. Als één of meerdere verenigingen in de financiële problemen komen, heeft dit
vanzelfsprekend gevolgen voor de exploitatie van Stichting Beheer Glaspark Leerdam. Met de verenigingen is
overigens afgesproken dat zij in de toekomst jaarlijks inzicht zullen geven in hun financiële situatie en dat
periodiek (bijvoorbeeld 2 maal per jaar) overleg met hen wordt gevoerd.
NIET BEÏNVLOEDBAAR, RELATIEF KLEINE GEVOLGEN
Aankoopkosten grond
Het is al eerder vermeld, voor de realisatie van het Glaspark dient grond te worden verworven. In de
stichtingskostenraming is gerekend met een redelijke vergoeding voor die grond, maar de onderhandelingen
kunnen leiden tot een hogere vergoeding.
EINDRAPPORT
33 | 57
5
HOE VERDER?
Met dit eindrapport nadert de Definitiefase Glaspark Leerdam zijn einde. De volgende activiteiten worden nog
uitgevoerd:
 Besluitvorming:
 Goedkeuring van het plan door de Algemene Ledenvergaderingen van de vier buitensportverenigingen.
 Besluitvorming in college en gemeenteraad.
 Parallel aan deze activiteiten wordt een samenwerkingsovereenkomst worden opgesteld. Het tweede
concept is opgenomen in bijlage 7.
 Nadat besluitvorming heeft plaatsgevonden kan de Bouwvoorbereidingsfase van het project starten. In
bijlage 8 is een planning opgenomen voor de nog resterende activiteiten Definitiefase en voor de
Bouwvoorbereidingsfase.
EINDRAPPORT
34 | 57
BIJLAGEN
EINDRAPPORT
35 | 57
BIJLAGE 1: EINDRAPPORT WERKGROEP VELDEN EN CAPACITEIT
Afzonderlijk bijgevoegd.
EINDRAPPORT
36 | 57
BIJLAGE 2: EINDRAPPORT WERKGROEP GEBOUW EN IDENTITEIT
Afzonderlijk bijgevoegd.
EINDRAPPORT
37 | 57
BIJLAGE 3: RUIMTEPROGRAMMA KLEED-/CLUBGEBOUW
EINDRAPPORT
38 | 57
BIJLAGE 4: NOTITIE LOCATIEKEUZE
INLEIDING
In juni is gestart met het project Definitiefase Glaspark Leerdam. Eén van de belangrijkste keuzes die tijdens het
project gemaakt moet worden betreft de locatie van het Glaspark. De keuze moet vallen op hetzij sportpark
Bruinsdeel (de thuisbasis van LRC), hetzij sportpark De Punt/Leerdam Sport (de thuisbasis van HCL, KV Ter
Leede/de Jager en Leerdam Sport).
Om te komen tot een zo objectief mogelijke en goed onderbouwde locatiekeuze is een beoordelingsmodel
ontwikkeld en door de Stuurgroep vastgesteld. Met dit model kunnen de beide locaties vergelijkend worden
beoordeeld op 29 criteria die zijn gegroepeerd naar de volgende drie hoofdonderwerpen:
 Sportief concept: Welke locatie biedt (na herinrichting) de beste mogelijkheden voor de vier verenigingen om
hun activiteiten te onplooien en inhoudelijk samen te werken? Verder wordt beoordeeld op welke locatie de
samenwerking met scholen, zorginstellingen en welzijn het beste kan slagen, op welk park het medegebruik
de beste kansen heeft, et cetera.
 Ruimtelijk concept: Op welke van de locaties kunnen de velden, voorzieningen en het kleed-/clubgebouw het
beste worden gerealiseerd, waar kan de problematiek van verkeer en parkeren het beste worden opgelost
en waar zijn de ruimtelijke beperkingen het kleinst?
 Financiën: Wat kost de realisatie van het sportpark op elk van de locaties? Moet extra grond worden
aangekocht, en zo ja, wat is de te verwachten prijs van die grond? Is het mogelijk om de parken te
herontwikkelen? En welke exploitatiekosten mogen worden verwacht?
De afgelopen weken is de vergelijkende beoordeling van de beide locaties uitgevoerd. Daarbij hebben wij ons
zoveel als mogelijk gebaseerd op feiten zoals:
 De ledenaantallen van de verenigingen.
 Het aantal inwoners van Leerdam verdeeld naar wijken in relatie tot de ligging van de parken.
 De eindrapportage van Bureau Riet over het aantal benodigde velden en voorzieningen en de
stichtingskostenraming van het park.
 De exploitatiebegroting van het Glaspark zoals door Hospitality Group opgesteld.
 De rapportage over het sportieve concept voor het Glaspark en de op- en aanmerkingen die diverse
Stuurgroepleden hierop hebben aangeleverd.
 De rapportage van de Werkgroep Gebouw en Identiteit.
In deze memo zijn de resultaten van deze beoordeling samengevat weergegeven.
HET SPORTIEVE CONCEPT
Bij dit onderwerp is gekeken naar de mogelijkheden die de beide locaties bieden voor de vier verenigingen zelf
en voor verschillende vormen van medegebruik. Daarbij is specifiek gekeken naar:
 De impact voor bestaande hoofd- en medegebruikers in het geval dat de keuze voor het Glaspark niet op de
betreffende locatie zou vallen.
 De mogelijkheden voor de vier hoofdgebruikers om hun sportieve programma uit te voeren en om onderling
samen te werken.
 De mogelijkheden om samen te werken met instellingen voor cultuur, onderwijs, welzijn en zorg.
IMPACT VOOR DE GEBRUIKERS
Wij zijn van oordeel dat de impact van het verhuizen naar een andere locatie voor de gebruikers van het
sportpark Bruinsdeel iets groter is dan die voor Leerdam Sport/de Punt. Daar voeren wij de volgende
argumenten voor aan:
EINDRAPPORT
39 | 57
 Het gezamenlijke ledenaantal van de gebruikers van de locatie Leerdam Sport/de Punt is iets lager dan op de
locatie Bruinsdeel. Bovendien is de gehechtheid van de leden van HCL aan de huidige locatie beperkt.
 De beide voetbalverenigingen hechten sterk aan hun ‘eigen’ locatie, waarbij geldt dat LRC nu eenmaal meer
leden heeft dan Leerdam Sport. De impact van verhuizen is daarmee voor LRC groter.
 De aard en de omvang van het huidige medegebruik van beide sportparken is min of meer gelijk. De impact
voor de medegebruikers is daarmee voor beide locaties even groot.
SPORTIEVE MOGELIJKHEDEN VOOR DE HOOFDGEBRUIKERS
Over dit aspect kunnen we kort zijn. Op beide locaties zijn de mogelijkheden om te komen tot een goede opzet
van het Glaspark, waarbinnen de verenigingen de trainingen, competities en evenementen goed kunnen
afwerken, in principe even groot. Daarbij moet direct worden opgemerkt dat voor beide parken geldt dat buiten
de bestaande contouren van het park moet worden ontwikkeld (waarover later meer). Ook voor wat betreft de
(on)mogelijkheden voor samenwerking tussen de verenigingen is er geen verschil tussen beide parken.
SAMENWERKINGSMOGELIJKHEDEN MET/FUNCTIE VOOR DERDEN
De mogelijkheden om samen te werken met scholen en instellingen voor zorg en welzijn verschillen wel per
locatie. Grofweg zijn die mogelijkheden bij Leerdam Sport groter als het gaat om de samenwerking met de
school (IKC), buitenschoolse opvang, jongerenwerk en welzijn en zorg. De ligging van een groot aantal van deze
instellingen in de onmiddellijke nabijheid van het park van Leerdam Sport in combinatie met de vaak beperkte
actieradius van de doelgroepen (ouderen, chronisch zieken, mensen met een beperking en jonge kinderen)
maken dat deze locatie geschikter lijkt. Dit houdt overigens niet in dat dergelijke samenwerkingen op het park
van LRC niet mogelijk zijn. Echter, door de grotere fysieke afstand zal die samenwerking minder intensief zijn en
op minder mensen betrekking hebben (de inwoners met een beperkte actieradius zullen minder gebruik kunnen
maken van het park).
Het park van LRC heeft daarentegen een streepje voor als het gaat om een functie voor ongeorganiseerde
sporters/recreanten. De ligging, die grenst aan het buitengebied, en de mogelijkheden om het park te verbinden
met wandel, ren- en fietsroutes, bieden kansen voor een aantrekkelijk, recreatief park. Ook hiervoor geldt dat
een dergelijke functie bij Leerdam Sport niet onmogelijk is, maar wel minder voor de hand liggend.
Samenvattend heeft de locatie van Leerdam Sport, vanuit inhoudelijk oogpunt, de voorkeur. De door ons
toegekende scores (1, 3, 5, 7 of 9) op dit onderwerp zijn in de volgende tabel samengevat weergegeven.
EINDRAPPORT
40 | 57
Tabel 13: Vergelijkende beoordeling locaties sportieve concept.
SPORTIEVE CONCEPT
A
B
Bruinsdeel
LS/Punt
Huidige maatschappelijke functie
i
Aantal leden per park
5
3
ii
Aard en omvang medegebruik
7
7
Sportieve mogelijkheden na herinrichting
i
Mogelijkheden voor sportuitoefening door de 4 verenigingen
9
9
ii
Mogelijkheden voor samenwerking tussen de 4 verenigingen
9
9
iii
Samenwerkingsmogelijkheden/functie voor derden
3
7
33
35
Primair Onderwijs
Buiten- en naschoolse opvang
Voortgezet Onderwijs
Jongerenwerk
Recreanten
Welzijn en zorg
SUBTOTAAL
HET RUIMTELIJKE CONCEPT
Bij dit onderwerp zijn de beide locaties beoordeeld op de ruimtelijke (on)mogelijkheden die er zijn om het
Glaspark te realiseren. Daarbij is onderscheid gemaakt naar:







Inpasbaarheid: de beschikbare capaciteit in relatie tot de Programma’s van Eisen;
Verkeer en ontsluiting;
De ligging ten opzichte van de doelgroepen;
Planologische beperkingen;
Uitbreidingsmogelijkheden;
Herontwikkelingsmogelijkheden;
Impact voor omwonenden.
INPASBAARHEID
Voor dit aspect geldt dat de inpasbaarheid van de Programma’s van Eisen op beide locaties even goed, of
eigenlijk even slecht is. Beide parken bieden eenvoudigweg onvoldoende ruimte om het aantal benodigde
velden, voorzieningen, het kleed-/clubgebouw en de parkeervoorzieningen te realiseren. Voor beide parken
geldt dat het park uitgebreid zal moeten worden. Die uitbreiding is voor beide locaties niet eenvoudig omdat:
 Voor de locatie Bruinsdeel geldt dat het park zal ‘opschuiven’ naar het buitengebied. Dat zal niet ‘zonder slag
of stoot’ mogelijk zijn en de provincie zal hoge eisen stellen aan inpassing, ontwerp- en beeldkwaliteit, et
cetera.
EINDRAPPORT
41 | 57
 Voor de locatie Leerdam Sport/de Punt geldt dat een deel van het plan Broekgraaf moet worden opgeofferd
voor het Glaspark. De planvorming rondom Broekgraaf is in een verregaand stadium en haast onomkeerbaar.
Ook voor deze locatie geldt dat hoge eisen zullen worden gesteld aan de ontwerpkwaliteit van het park. Het
Glaspark zal één van de redenen moeten worden om een huis in Broekgraaf te willen kopen
Er is overigens wel een verschil in de hoeveelheid grond die per locatie moet worden aangekocht om de
uitbreiding mogelijk te maken. Bij het park Bruinsdeel zal circa 3 tot 3,75 hectare moeten worden verworven. Bij
Leerdam Sport/de Punt zal circa 2,75 hectare aan het plan Broekgraaf moeten worden onttrokken. Die
verschillen zijn echter niet bepalend, de prijs van de grond waarschijnlijk wel (waarover later meer).
VERKEER EN ONTSLUITING
Voor dit aspect geldt dat er verschillen zijn tussen de parken. Samengevat gelden de volgende overwegingen:
 De ontsluiting van de beide parken verdient in de huidige situatie niet de schoonheidsprijs. Voor het park
Bruinsdeel geldt dat de Bruininxdeelse Kade en Recht van ter Leede onvoldoende zijn toegerust voor de
huidige en te verwachten verkeersstromen. Aanpassing van deze wegen en/of een nieuwe ontsluitingsroute
zijn nodig om te komen tot een goede en veilige ontsluiting. Voor sportpark Leerdam Sport/de Punt is de
problematiek op dit moment zo mogelijk nog groter. De Quirinus de Palmelaan leent zich niet goed voor de
ontsluiting van het huidige sportpark. Dat probleem wordt met de komst van het Glaspark alleen maar
groter.
 Bij het park Leerdam Sport/de Punt is het mogelijk om te komen tot een goede oplossing voor de ontsluiting.
Voor de wijk Broekgraaf wordt een nieuwe ontsluitingsroute aangelegd. Als het sportpark op deze route
wordt aangesloten (in combinatie met een parkeervoorziening ter plaatse) zal het merendeel van het verkeer
van en naar het Glaspark via die nieuwe route worden afgewikkeld. Daarbij moet worden opgemerkt dat de
aanleg van de ontsluitingsroute is gekoppeld aan volledige realisatie van het plan Broekgraaf. Indien het
Glaspark wordt gerealiseerd op delen van Broekgraaf is dat niet aan de orde. In dat geval bestaat – ruimtelijk
gezien – nog steeds de mogelijkheid om het Glaspark goed te ontsluiten, echter de kosten voor deze weg
drukken dan ook op het project Glaspark.
 Bij het park Bruinsdeel liggen de oplossingen minder voor de hand. Verbreding van Recht van ter Leede is
haast onmogelijk. Meer kansen zijn er voor het aanleggen van een geheel nieuwe ontsluiting via het
Schapedijkje (verbreding). Dat vereist een zorgvuldige procedure. Het spreekt voor zich dat deze nieuwe
ontsluiting ook tot aanzienlijke kosten leidt (waarover later meer).
DE LIGGING VAN DE PARKEN
Voor wat betreft dit aspect (Zijn de parken goed bereikbaar voor de inwoners van Leerdam en de leden van de
verenigingen?) geldt dat er eigenlijk geen grote verschillen zijn. Park Bruinsdeel lijkt enigszins buiten de
gemeente te liggen, maar hemelsbreed zijn de afstandsverschillen tussen de parken verwaarloosbaar.
Wel geldt dat de afstand tot medegebruikers (scholen en zorg) verschillend zijn.
PLANOLOGISCHE BEPERKINGEN
De planologische beperkingen zijn er voor beide parken, waarbij – door de aangrenzende bebouwing – de
beperkingen voor Leerdam Sport/de Punt groter lijken (licht en geluid). Ook watercompensatie (vanwege de
aanleg van kunstgrasvelden) is bij Bruinsdeel eenvoudiger dan bij Leerdam Sport/de Punt.
UITBREIDING/GROEI
Eventuele verdere uitbreiding/groei van het park is op beide locaties lastig. Het in de toekomst toevoegen van
extra velden zal bij Leerdam Sport/de Punt – na afronding van Broekgraaf – niet meer mogelijk zijn. Bij
Bruinsdeel zal dit ook lastig worden.
EINDRAPPORT
42 | 57
Het eventueel toevoegen van binnensport (sporthal) op het park zal bij Bruinsdeel naar alle waarschijnlijkheid
niet mogelijk zijn. De goothoogte (9 meter) in relatie tot de ligging bij het buitengebied zal een dergelijke
uitbreiding tegengaan. Voor Leerdam Sport/de Punt zijn die mogelijkheden wellicht groter, maar gezien het
ruimtebeslag van een dergelijke accommodatie ook niet groot.
HERONTWIKKELINGSOPBRENGSTEN
Er moeten geen overspannen verwachtingen worden gewekt over de herontwikkelingsopbrengsten van beide
locaties. Het contingent woningen dat de gemeente Leerdam mag bouwen is – met het plan Broekgraaf – voor
de komende 10 tot 15 jaar verbruikt. Het is niet verstandig om nu al te speculeren over
herontwikkelingsmogelijkheden na die periode.
IMPACT OMWONENDEN
De impact voor omwonenden lijkt voor beide locaties gelijk. Voor beide locaties geldt enerzijds dat het park in
omvang toeneemt en het aantal gebruikers fors stijgt. Omgekeerd geldt dat de ontwerpkwaliteit, inpassing en
ontsluiting aanmerkelijk zullen verbeteren ten opzichte van de huidige situatie.
Samengevat heeft de locatie van Leerdam Sport, vanuit een ruimtelijk oogpunt, de voorkeur. Die voorkeur wordt
vooral bepaald op basis van de mogelijkheden om te komen tot een goede oplossing voor de ontsluiting. De
door ons toegekende scores (1, 3, 5, 7 of 9) zijn in de volgende tabel samengevat weergegeven.
Tabel 2: Vergelijkende beoordeling locaties ruimtelijke concept.
RUIMTELIJKE CONCEPT
A
B
LS/Punt
Inpasbaarheid Programma van Eisen
i
Velden en sportinfrastructuur
3
3
ii
Kleed-/clubgebouw
3
3
iii
Parkeervoorzieningen (auto's en fietsen)
3
3
3
9
Verkeer en ontsluiting
i
C
Bruinsdeel
Capaciteit & veiligheid
Fysieke afstand tot
i
Leden verenigingen
7
7
ii
Medegebruikers
5
7
5
3
D
Planologische beperkingen
E
Uitbreidingsmogelijkheden
i
Groei buitensport
3
1
ii
Binnensport (zaal of hal)
3
5
F
Herontwikkelingsmogelijkheden
3
3
G
Impact op omwonenden
5
5
43
49
SUBTOTAAL
EINDRAPPORT
43 | 57
FINANCIEN
Als laatste is het financiële aspect beoordeeld, uitgesplitst naar de omvang van de directe investeringen,
indirecte investeringen, exploitatie en de financiële gevolgen voor alle partijen.
DIRECTE INVESTERINGEN
De investeringen in velden, voorzieningen, kleed-/clubgebouw en parkinfrastructuur verschillen niet of
nauwelijks per locatie. Het bureau Riet heeft voor de velden, voorzieningen en parkinfrastructuur park een
raming opgesteld en de verschillen zijn marginaal. Tussen de ‘goedkoopste en duurste’ variant zit een verschil
van circa € 150.000 op een totale investering van ruim € 4 miljoen, vooral veroorzaakt door verschillen in
parkeren (bij Bruinsdeel zijn op dit moment meer parkeerplaatsen aanwezig).
INDIRECTE INVESTERINGEN
Voor dit type investeringen (aankoop grond, kosten voor ontsluiting) zijn de verschillen wel groot tussen de
beide locaties.
Aankoop grond
Al eerder is vermeld dat op beide locaties grond moet worden verworven voor de uitbreiding van het park. Bij
het park Bruinsdeel zal ongeveer 3,5 hectare grond moeten worden verworven. Gegeven de huidige
bestemming van deze grond zal de verkoopprijs maximaal € 15,-- per m² bedragen (dit is aan de hoge kant),
waarmee de kosten maximaal circa € 500.000 zullen bedragen.
Voor de locatie Leerdam Sport/de Punt gelden andere prijzen. Er moet grond worden onttrokken aan het plan
Broekgraaf. De opbrengsten van deze grond maakt onderdeel uit van de exploitatie plan Broekgraaf en is
verwerkt in de gemeentebegroting. Indien – als gevolg van de uitbreiding van het sportpark – minder woningen
kunnen worden gerealiseerd, heeft dat direct effect op de grondexploitatie en de gemeentebegroting. De
inkomsten voor Broekgraaf zullen met circa € 6 tot € 7 miljoen afnemen. De kosten zullen ook enigszins dalen,
maar die kostendaling zal bij lange na niet de daling van de inkomsten compenseren.
De inkomstendaling zou (deels) gecompenseerd kunnen worden door op een andere locatie (waar de gemeente
eigenaar van de grond is) woningen te realiseren ter compensatie van het kleinere plan Broekgraaf. Een
dergelijke locatie is op dit moment niet in zicht.
Ontsluiting
Voor de ontsluiting van de beide locaties dat een nieuwe ontsluiting moet worden aangelegd. De verschillen in
aanlegkosten zijn verwaarloosbaar.
COFINANCIERING
De mogelijkheden voor cofinanciering worden voor de beide locaties laag ingeschat. De mogelijkheden van de
verenigingen om zelf te investeren zijn erg beperkt en vanuit sponsoren mogen waarschijnlijk ook geen enorme
bedragen worden verwacht. Subsidies zijn wel mogelijk (energiebesparende maatregelen en subsidies voor de
verenigingen zelf), maar zullen geen substantieel karakter hebben.
EXPLOITATIE
Voor wat betreft de exploitatie verwachten we een iets beter exploitatieresultaat op de locatie Leerdam
Sport/de Punt, vanwege de te verwachten hogere mate van medegebruik en de invulling van het park voor zorg
en welzijn. Dat kan leiden tot meer inkomsten, waarbij de verschillen ten opzichte van het park Bruinsdeel niet
moeten worden overschat.
De kosten voor de verenigingen zullen voor de beide locaties gelijk zijn. Voor de gemeente Leerdam geldt dat de
kosten voor de locatie Leerdam Sport/de Punt fors hoger zijn, vanwege de hoge grondkosten.
Samengevat geldt dat – uitgaande van een gelijke weging van alle beoordelingsaspecten – de locatie Bruinsdeel
de voorkeur geniet. De door ons toegekende scores (1, 3, 5, 7 of 9) zijn in de volgende tabel samengevat
weergegeven.
EINDRAPPORT
44 | 57
Tabel 3: Vergelijkende beoordeling locaties financiën.
BEHEER, EXPLOITATIE EN FINANCIERING
A
B
C
LS/Punt
Stichtingskosten park
i
Velden en parkinfrastructuur
3
3
ii
Kleed-/clubgebouw
3
3
iii
Parkeervoorziening
5
3
Grondkosten
i
Aankoopkosten grond
9
1
ii
Herontwikkelingsopbrengsten
1
1
3
3
3
3
Verkeer & ontsluiting
i
D
Bruinsdeel
Verkeerskundige maatregelen
Herkomst investeringen
i
Omvang cofinanciering
Subsidies
Sponsoring
Verenigingen
Overige
E
Exploitatie
i
Financiële gevolgen gemeente
7
3
ii
Financiële gevolgen verenigingen
5
5
iii
Toekomstbestendigheid exploitatie
3
5
42
30
SUBTOTAAL
SAMENVATTEND
Samenvattend geldt dat er een voorkeur is voor de locatie Bruinsdeel. De locatie De Punt/Leerdam Sport heeft
een streepje voor op het gebied van samenwerkingsmogelijkheden en ruimte, maar die voordelen worden meer
dan teniet gedaan door het grote verschil in de grondkosten.
EINDRAPPORT
45 | 57
BIJLAGE 5: ONDERBOUWING STICHTINGSKOSTEN KLEED/CLUBGEBOUW
Kostensoort
M2 prijs ex BTW
Grond
€
153
Bouwkosten
€
913
Installaties
€
257 W- en E-installaties
Vaste inrichting
€
40
A&A
€
167
Leges
€
39
Aansluitingen
€
40 Aansluitingen KCG op water, electra, ICT
Onvoorzien
€
161
Subtotaal
€
1.769
Energiebesparende maatregelen
€
98
TOTAAL
€
1.867
EINDRAPPORT
Grondwerk, leidingen verwijderen, ballustrades en tribune-elementen,
herinrichting omgeving KCG
Architect, adviseurs, diverse onderzoeken, bouwtoezicht,
directievoering
46 | 57
BIJLAGE 6: ROOSTER VAN MEDEWERKERS EN VRIJWILLIGERS
EINDRAPPORT
47 | 57
EINDRAPPORT
48 | 57
BIJLAGE 7: 2E CONCEPT SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Afzonderlijk bijgevoegd.
EINDRAPPORT
49 | 57
BIJLAGE 8: ACTIVITEITEN AFRONDING DEFINITIEFASE EN BOUWVOORBEREIDINGSFASE
Wie
Wat
Wanneer
Stuurgroep Glaspark
Afronden en opleveren eindrapport Glaspark
Leerdam
De puntjes worden op de “i” gezet.
Stuurgroep is het eens geworden over een aantal
belangrijke punten.
Het financiële gedeelte wordt nog een keer
doorgerekend en gecontroleerd. Dick gaat daarvoor
nog een keer met de financiële mensen van de
clubs om tafel.
Concept-samenwerkingsovereenkomst 4 clubs en
gemeente
Eind december 2016 / januari 2017
Stuurgroep Glaspark
Aanbieden en presenteren van de definitieve versie
van het eindrapport aan College, Raad en besturen
4 sportclubs en pers
Begin februari 2017
College B&W
Toelichting rapport in college door Dick Leijen / 1
bespreking om vragen op te halen en een
strategische verkenning uit te voeren
Rapport uitzetten in de organisatie
Aanbieden eindrapport aan Raad met aankondiging
het rapport op 30 maart 2017 (9 maart gaat niet
lukken: stukken moeten 8 februari aangeleverd
worden) te behandelen.
Besturen 4 sportclubs
Presentatie en toelichting eindrapport binnen de 4
clubs: door de besturen ondersteund door Dick
Leijen
Voorstel van de besturen in de ALV van de 4 clubs
om in te stemmen met het eindrapport en de
concept-samenwerkingsovereenkomst
e
College B&W
Vaststellen raadsvoorstel tbv raad 30 maart 2017
a.d.h.v.
Input organisatie
Beslissingen in ALV 4 clubs
In voorstel opnemen:
Instemmen met eindrapport en conceptsamenwerkingsovereenkomst
Instemmen met planning voorbereidingsfase +
beschikbaar stellen voorbereidingskrediet
Raad
Behandelen eindrapport en voorstellen college en
beschikbaar stellen voorbereidingskrediet
(schatting Dick Leijen 500.000) en
EINDRAPPORT
Begin februari 2017
December 2016 / januari 2017
februari 2017
Medio / eind februari 2017 (4 maart
aanleveren aan griffie)
30 maart 2017 (raadsplein 23 maart?)
50 | 57
4 clubs + college
Ondertekening samenwerkingsovereenkomst
(onder voorbehoud instemming raad)
Projectbureau
Uitvoering bouwvoorbereidingsfase (ervaring HG =
12 maanden)
Inrichting projectorganisatie
Inschakeling externe projectleider
Inschakeling ingenieursbureau
Inschakeling architectenbureau
Inschakeling fiscalist
Aankoop gronden, ontsluitingsroute,
omgevingsvergunning, etc.
Inschakeling IBMN voor de aanbesteding
Opstellen realisatieovereenkomst voor volgende
fase (4 clubs + gemeente)
Het resultaat van de bouwvoorbereidingsfase zijn
gedetailleerde plannen voor de diverse onderdelen
en een harde begroting voor de investeringen en de
exploitatie gemeente / stichting.
College B&W
Vaststellen raadsvoorstel voor de realisatie van
Glaspark en het beschikbaar stellen van het
realisatiebudget (in de huidige berekening 9
miljoen)
Raad
Vaststelling realisatieplan en beschikbaar stellen
realisatiekredieten
4 clubs + college B&W
Ondertekenen realisatieovereenkomst
31 maart 2019
April 2017 – maart 2018
April / mei 2018
Medio 2018
Medio 2018 (na besluitvorming raad)
Uitvoering realisatiefase
Aanbesteding + gunning
Projectbureau
Begeleiding
Bouw kleed- en wasruimten en kantine
Aanleg velden (moet in voorjaar of zomer
gebeuren)
Oplevering Glaspark
EINDRAPPORT
e
2 helft 2018
e
3 kwartaal 2018 – medio 2019
e
1 helft 2019
medio 2019
51 | 57