De tweede editie van de Klassieke Olympiaden kende

Download Report

Transcript De tweede editie van de Klassieke Olympiaden kende

De tweede editie van de Klassieke Olympiaden kende verschillende ‘toetsmomenten’: donderdag 21
november en 30 januari waren de leerlingen aan de beurt voor de eerste ronde Latijn, respectievelijk
Grieks. Voor de volwassenen, de opgave werd geopenbaard via de websites van NKV en VCN, lag
de deadline op 30 januari.
Latijn
‘Geef mij maar Ovidius!’ was de kreet van een deelneemster aan de Olympiade Latijn na 2½ uur
vertalen. Valerius Maximus kon haar blijkbaar niet zo bekoren, in ieder geval niet deze
vertaalopgave.
Het ging in deze editie om de tekst over de Romein Coriolanus die naar de Volsci overgelopen was.
Onder leiding van deze nieuwe leider blijken de Volsci een ware plaag te zijn voor de Romeinen:
gezanten en priesters werden naar Coriolanus toegestuurd met de bedoeling hem te overtuigen de
vijandelijke acties tegen de Romeinen te staken. Zij keerden zonder resultaat terug. Hierop besloten
de Romeinen om Veturia, Coriolanus’ moeder, en Volumnia, zijn vrouw, samen met de kinderen
van Coriolanus en Volumnia naar het legerkamp van de Volsci te sturen. Dit had wel effect:
Coriolanus erkende dat hij moest zwichten voor de smeekbedes van zijn patria en bevrijdde
onmiddellijk het Romeinse gebied van de vijandelijke wapens.
Deze tekst bleek een hele opgave voor de 190 deelnemers: bijna alle deelnemers hebben meer dan
twee uur op deze tekst zitten zwoegen en gaven niet op. Gaandeweg de middag kleurden bij deze of
gene de wangen steeds dieper rood. De organisatie was zich ervan bewust dat de vertaalopgave een
paar lastige zinnen bevatte, die een onderscheidende functie moesten hebben: hier konden de besten
laten zien wat zij in huis hadden.
Wat de organisatie niet verwacht had, was dat de eerste zin meteen een hindernis bleek te zijn: de
genitivus qualitatis maximi vir animi et altissimi consilii bij Coriolanus, aangevuld met optime de re
publica meritus werd vaak niet met de juiste nuancering vertaald. Vertalingen als ‘met een zeer
groot denkvermogen’, ‘een zeer snode man’ en ‘te goeder trouw’ kwamen langs, vertalingen die de
wenkbrouwen van de vijf juryleden deden fronsen.
Mooi was het daarentegen om te zien dat wat door de organisatie was aangemerkt als een zeer
lastige zin, wel degelijk foutloos vertaald kon worden. Het betrof het eerste deel van het lastige
middenstuk: … evenitque ut quem pro se salutarem imperatorem cives habere noluerant, paene
pestiferum adversus se ducem experirentur. Petje af voor die enkele leerling die zich, in goed
Nederlands, door deze lastige zin heen wist te slaan!
Een andere zin die het zeer goed deed als onderscheidende factor was een zin met daarin een
gerundivum. Degenen die lesgeven weten allemaal dat het dan spannend wordt: wordt het
gerundivum gezien en vervolgens ook goed vertaald? In dit geval volgde er nog een vraag: wordt er
de juiste interpretatie aan toegekend? Quapropter fastidiosus ille in aestimandis bonis suis populus
exuli coactus est supplicare is door één van de finalisten mooi vertaald: ‘Daarom is dit volk,
arrogant bij het waarderen van zijn zegeningen, gedwongen hem als banneling te smeken.’
Van de 190 deelnemers konden er slechts drie uitgekozen worden voor de finale op zaterdag 15
maart in het Rijksmuseum van Oudheden in Latijn. De drie finalisten zijn, in alfabetische volgorde:
Cecile de Jong, Maarten-Pieter Moolenburgh, Oscar Rommens.
De jury voor de finale van Latijn voor scholieren bestond uit Dr. Mark Heerink en Dr. Hans
Smolenaars en had als eervolle opdracht de drie geselecteerde kandidaten te ondervragen over hun
eerdere vertaling van Valerius Maximus (5,4.1) en de slechts kort tevoren door hen ingeziene tekst
van Phaedrus’ fabel ‘Capellae et Hirci’. Deze gesprekken verliepen op een aangename manier.
Cecile de Jong, Maarten-Pieter Moolenburgh en Oscar Rommens grepen de gelegenheid aan om hun
fouten in Valerius’ verhaal over de Romeinse generaal Coriolanus, die zijn eigen stad Rome
belegert, recht te zetten of soms manmoedig te verdedigen. Het ogenschijnlijk eenvoudige Latijn
van ‘Geiten en Bokken’ gaf ruim aanleiding tot verrassende discussies over tekstkwesties en
tekstcoherentie, maar ook over het sterk anti-feministische karakter van deze dichterlijke fabel: laat
vrouwen (ook) maar een sik dragen, want mannen blijven toch sterker. Ik moet bekennen dat de
verontwaardiging bij de jonge kandidaten hierover minder heftig was dan ons, oudere examinatoren,
wenselijk voorkwam.
De vaststelling van de rangorde was spreekwoordelijk lastig. Uiteindelijk kreeg Oscar de derde prijs,
vooral door zijn soms al te avontuurlijke wijze van vertalen, werd Cecile tweede door onder andere
haar goede kennis van de grammatica, en behaalde Maarten-Pieter vooral door zijn diepzinnige
interpretatie van de Phaedrus-tekst overtuigend de eerste prijs.
De jury is unaniem van oordeel dat deelnemers en organisatoren alle lof verdienen voor het
aangename verloop van deze interessante dag.
Naast deze drie finalisten, die deze middag konden schitteren in hun finale overhoring, wil de jury
één andere deelneemster toch nog met name noemen. Bij het bepalen van de drie finalisten was de
jury ook zeer onder de indruk van het vertaaltalent van Lisanne Overduin. Lastige passages wist ze
vaak tot een goed einde te brengen. Daarbij wist ze opvallend vaak de juiste nuancering aan te
brengen. De verbazing was groot toen de jury zag dat Lisanne in de vierde klas zat: bij deelname in
november was zij nog maar 14 lentes jong! De deelnemers van de volgende twee edities van de
Olympiade Latijn zijn bij dezen alvast gewaarschuwd.
Grieks
Op donderdag 30 januari verzamelden de deelnemers zich rond 14.00 uur in het gastvrije Christelijk
Gymnasium Utrecht. Na een bemoedigend openingswoord van de rector Rosanne Bekker begaven
de 96 opgekomen leerlingen zich naar de lokalen om zich daar te buigen over de opgaven. Ter
voorbereiding waren de eerste 13 capita van het eerste boek van de Historiën van Herodotus
gelezen. Hierin verhaalt Herodotus over de vroegste schermutselingen tussen Grieken en Aziaten:
vrouwenroof over en weer. De eerste die volgens hem schuldig was aan onrecht jegens de Grieken
was Kroisos die Griekse steden hun vrijheid ontnam en belastingplichtig maakte. Daarop vertelt
Herodotus over de voorvaderen van Kroisos, in het bijzonder hoe zijn voorvader Gyges aan de
macht was gekomen door Kandaules te vermoorden, waarbij de vrouw van Kandaules in volle glorie
de hoofdrol speelde.
De voorgelegde vragen hadden betrekking op de capita 4 en 5, waarin Herodotus ingaat op de roof
van Helena en de daaruit voortkomende Trojaanse oorlog, op verschillende versies van de roof van
Io en het feit dat in de geschiedenis wat groot is, klein was en wat groot was, vaak klein wordt.
Er werd gevraagd twee stukjes tekst te vertalen. In de praktijk bleek die vraag sterk onderscheidend.
Er waren ook 30 van de 100 punten voor te behalen. Kennis van de grammatica was nodig bij de
vragen om woorden van enkel- naar meervoud om te zetten en andersom en ook om typisch
Ionische woorden van een Attisch equivalent te voorzien. Kennis van de eigen taal speelde een rol
bij de vraag om vijf woorden uit de tekst te noteren die in een Nederlands woord voortleven. Dat
μεγάλως nogal eens mega opleverde, bracht de jury wel tot een glimlach, maar de combinatie
σπουδή spoed kon geen genade vinden.
Natuurlijk waren er ook vragen van inhoudelijke aard, waarbij ook teruggegrepen werd op in andere
capita vermelde gebeurtenissen. En natuurlijk de actualiseringsvraag over Herodotus’uitspraak dat
van wat vroeger groot was, het meeste klein is geworden. Dit leverde veel aansprekende
voorbeelden op: Van het CDA tot China, van de Economie tot de Kerk, van Dordrecht tot
Amsterdam, van Justin Bieber tot de Free Record Shop.
In de beraadslagingen van de jury zijn uiteindelijk elf werkstukken uitvoerig besproken. Hieruit zijn
drie finalisten geselecteerd, in alfabetische volgorde: Thijs Blom van het Taborcollege Werenfridus
in Hoorn, Cecile de Jong van het Adelbertcollege in Wassenaar (en winnares van 2013) en Lotte
Meester van het Stedelijk Gymnasium in Leiden, die allen ongeveer 80 van de 100 punten
behaalden. Zij werden zaterdag 15 maart door de twee juryleden Casper de Jonge en Hugo Koning
(beiden verbonden aan de universiteit Leiden) onderworpen aan een finale test.
Drie finalisten, drie personages. De finale van de vertaalwedstrijd Grieks was een competitie tussen
twee dames en een heer: Cecile de Jong, Lotte Meester en Thijs Blom. De tekst waarover zij
ondervraagd werden ging over twee heren en een dame: Gyges, Kandaules en zijn vrouw.
Herodotus’ beroemde verhaal (1.8-13) is een spannende vertelling over macht, schoonheid,
verliefdheid, overredingskracht en de onontkoombaarheid van het lot. Maar ook is het een
programmatische sleutelpassage binnen de Historiën.
De Lydische koning Kandaules overreedt zijn dienaar Gyges om zijn vrouw te bekijken
terwijl zij zich uitkleedt. De vrouw merkt echter dat zij wordt gezien, en stelt Gyges voor de keuze:
ofwel Kandaules moet sterven, ofwel Gyges zelf. Wederom doet Gyges wat hem gezegd wordt. Hij
doodt de koning en verwerft daarmee het koningschap van Lydië. Maar het orakel van Delphi
voorspelt dat in het vijfde geslacht na Gyges vergelding (tisis) zal komen. Kroisos blijkt de
nakomeling te zijn die moet boeten voor zijn voorvader Gyges, en het is nu juist Kroisos die volgens
Herodotus het conflict tussen oost en west in gang zet. Hij onderwerpt de Grieken in Klein Azië en
versterkt met zijn mislukte veldtocht tegen Kyros ongewild de macht van het Perzische Rijk. Als
Kandaules’ vrouw Gyges niet had zien wegsluipen, dan zou de gehele westerse geschiedenis
wellicht anders gelopen zijn...
Herodotus’ tekst roept allerlei vragen op. Wie is eigenlijk de hoofdpersoon? Waarom kunnen
we dit verhaal als een kleine tragedie beschouwen? Welk personage heeft zijn emoties het best
onder controle? Waarom benadrukt Herodotus steeds dat Gyges geen keuze had? En lijkt Gyges op
zijn nakomeling Kroisos? Dergelijke vragen stonden centraal in de boeiende gesprekken die de jury
met de drie finalisten mocht voeren. Herodotus vermeldt (1.12) dat de dichter Archilochos van Paros
Gyges in zijn jambische trimeters noemt. De jury verraste de finalisten door dit korte gedicht te
voorschijn te toveren. In de vertaling van Paul Claes luidt het gedicht als volgt:
Ik geef niet om het rijk van Gyges met zijn goud,
ik heb nooit last gehad van afgunst, ik benijd
geen goddelijk geluk en wil geen grote macht.
Dat alles ligt ver buiten mijn belangstelling...
Deze versregels demonstreren hoe de koningen van Lydië in de Griekse wereld werden gezien.
Archilochus’ pleidooi voor gematigdheid (volgens Aristoteles uitgesproken door de timmerman
Charon) kunnen we goed in verband brengen met Herodotus’ visie op het oosten, en in het bijzonder
met de bekende dialoog tussen Solon en Kroisos (1.29-33).
Over dergelijke zaken sprak de jury met de drie finalisten, die allemaal goed voorbereid
bleken te zijn. De jury was onder de indruk van het hoge niveau. De derde prijs was voor Thijs
Blom van het Taborcollege Werenfridus in Hoorn. Hij bleek een zorgvuldige lezer te zijn, die rustig
vertaalde en weloverwogen antwoorden formuleerde. Zo nam hij ook de tijd om na te denken over
de vraag wie nu eigenlijk de hoofdpersoon van het verhaal was; een vraag die de twee vrouwelijke
kandidaten minder moeilijk te beantwoorden vonden... De tweede prijs ging naar Lotte Meester,
leerling van het Stedelijk Gymnasium in Leiden. Zij had zich niet alleen bijzonder goed verdiept in
de te lezen tekst, maar ook in de historische en literaire context van het verhaal. Zo presenteerde
Lotte interessante ideeën over de tragische aspecten van het Gyges en Kandaules-verhaal. Cecile de
Jong, leerling van het Adelbert College in Wassenaar, sleepte (wederom) de eerste prijs in de wacht.
Dankzij haar indrukwekkende beheersing van de Griekse vormleer en stamtijden was zij in staat de
voorgelegde tekst zorgvuldig te interpreteren. De ongeziene verzen van Archilochus, die de jury uit
de hoge hoed toverde, werden door Cecile met verve vertaald, uitgelegd en in verband gebracht met
Herodotus’ filosofie. Met haar enthousiasme overrompelde ze de jury, die haar dan ook met veel
genoegen de eerste prijs uitreikte.
Volwassenen Grieks:
Ploutarchos, De dappere daden van de Melische vrouwen
Vooraf was men overeengekomen dat slechts een foutloze vertaling van een classicus mocht
rekenen op de eerste prijs of een mooie, goedlopende vertaling (met natuurlijk zo min mogelijk
fouten) van een niet-classicus. De meeste vertalingen, op één na allemaal van classici, lagen qua
niveau behoorlijk dicht bij elkaar.
Er waren twee vertalingen die zich onderscheidden: dit waren de vertalingen van Hugo Koning en
Thomas Meert. De vertaling van Hugo Koning viel op vanwege zijn degelijke manier van vertalen,
terwijl Thomas Meert gekozen had voor een vlottere vertaling en het zich permitteerde om op twee
plaatsen een zin toe te voegen ter verduidelijking van de tekst. Deze verhelderende toevoegingen
kon de jury zeker waarderen.
Maar, een foutloze vertaling belonen met de eerste prijs, zo was de insteek. Wat te doen, wanneer
καί niet vertaald is, dat juist nadruk in deze passage verschafte? Wat te doen met een pijnlijke
vertaling van τοὺς κόλπους, namelijk met ‘de inhoud van de boezem’?
Zo waren er nog een paar kleine puntjes, zoals δείσαντες vertaald met ‘onder de indruk’ hetgeen
men toch wel zwak vond voor ‘bang geworden’. Daarnaast werd er een verkeerde koppeling van
μηδε gemaakt: ‘zelfs niet tegen de zin’, waar ‘zelfs niet eentje’ vertaald werd.
De laatste zin bleek lastig te beoordelen te zijn, om te vertalen was het ook geen makkelijke zin.
Bevatten beide vertalingen hier fouten of ging het om nuanceverschillen? Het Grieks geeft aan dat
Plutarchus de vrouwen roemt, aangezien geen van de vrouwen door angst κακὴν γενέσθαι. Thomas
Meert kiest hier voor het wat oppervlakkige ‘uit haar rol is geraakt’, terwijl Hugo Koning er een
andere draai aan geeft, namelijk ‘dat geen vrouw in paniek raakte’.
Deze nuanceverschillen in combinatie met onnodige weglating van woorden of het vormen van
verkeerde combinaties zorgden ervoor, dat de jury van mening was dat er eigenlijk geen foutloze
vertaling was. Zodoende ook geen eerste prijs. De vertalingen van Hugo Koning en Thomas Meert
zijn, hoe compleet van elkaar verschillend, wel aan elkaar gewaagd. Daarom is de jury van mening
dat er in plaats van één eerste prijs, twee tweede prijzen in dit Olympisch jaar toegekend worden.
Volwassenen Latijn:
Met de keuze voor poëzie heeft de organisatie het zichzelf niet makkelijk gemaakt. Het betrof een
passage uit de Fasti, waarin Ovidius over de Iden van mei schrijft. Deze Iden staan in het teken van
de tempel voor Mercurius in Rome. Waarom is het lastiger om poëzie te beoordelen dan proza? Een
vertaler kan immers wat meer zijn ei kwijt in het vertalen dan bij proza, wat meer van de gebaande
paden afgaan. Maar, wat te doen met een mooie vertaling waarin sommige woorden niet vertaald
zijn? Is dat vanwege het metrum? Heeft de vertaler deze over het hoofd gezien of bewust
weggelaten? Wat te doen met een prachtige vertaling waarin inhoudelijk de plank twee keer mis
wordt geslagen? Betreft het een verschil in interpretatie of is het simpelweg fout? In ieder geval
willen we alle deelnemers hartelijk danken voor hun mooie inzending.
Al deze mooie vertalingen vielen bij de jury in de smaak, maar… er waren slechts twee metrische
vertalingen: van mevrouw Bik en meneer Poortvliet. Natuurlijk trokken deze meteen de aandacht
van de juryleden.
Dat de eerste prijs toegekend wordt aan Harm Poortvliet heeft te maken met het feit dat zijn
vertaling in jamben een heel mooie, goed lopende vertaling is, waarmee hij tevens de spijker op zijn
kop heeft geslagen: in de juiste bewoordingen geeft hij aan dat de koopman Mercurius aanroept om
zijn leugens weg te spoelen, Mercurius die nota bene zelf zich schuldig heeft gemaakt aan de
diefstal van de runderen van Apollo. Andere goden, zoals Jupiter, hoeven niet te worden
aangeroepen om eerlijk te kunnen handelen; Jupiter luistert toch niet.
Voor de jury was het een genot om deze prachtige vertaling onder ogen te krijgen en daarom is de
jury heel verheugd om de eerste prijs toe te kennen aan Harm Poortvliet.
Graag wijzen wij u erop dat er volgend jaar weer een editie van de Klassieke Olympiaden plaats zal
vinden. De verwachting is dat de eerste rondes voor de scholieren plaats zullen vinden in november
en januari. Het is ons streven om voor de zomer via de afzonderlijke vakverenigingen en de website
www.klassiekeolympiaden.nl bekend te maken wat het pensum voor Grieks is. In ieder geval
kunnen we alvast verklappen dat het capita selecta van Iphigeneia in Aulis zijn. Wat de volwassenen
betreft: in het najaar zal de opgave weer bekend gemaakt worden via de hierboven genoemde
kanalen en het bulletin van VCN.
Rest ons nog om een woord van dank uit te spreken aan de volgende personen en organisaties:
- de juryleden bij de finale: Casper de Jonge, Hugo Koning, Hans Smolenaars en Mark Heerink
- het Christelijk Gymnasium in Utrecht voor de gastvrijheid bij de eerste rondes Grieks en Latijn
- het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden voor de gastvrijheid bij de finale
- de sponsoren: Eisma, Hermaion, Labrys en Primavera.
Alwies Cock (VCN)
Annemieke Dijkmans-Pas (NKV)
Simon Veenman (VVG)
Danny Veldhoven (NKV)
Yvonne Wittingen (VCN)