Verenigde Staten van Amerika

Download Report

Transcript Verenigde Staten van Amerika

Verenigde Staten van Amerika

Hoofdstuk 1: Migratie in de Verenigde
Staten

Par. 1: Land van de onbegrensde
mogelijkheden
Par. 2: ‘Meltingpot’ of etnisch mozaïek?
Par. 3: Tweedeling in Los Angeles
Par. 4: Binnenlandse migratie onderzocht



Waar denk je aan bij het horen van de
naam Verenigde Staten van Amerika?
Bekende dingen uit de VS
Lady liberty
Disneyworld 
 onafhankelijkheidsdag
 Dollars
Bekende dingen uit de VS
Een impressie
Bekende personen
Verenigde Staten van Amerika

De Verenigde Staten bestaan uit 50 staten
Daarom: 50
sterren in de
vlag
Par. 1: land van de onbegrensde
mogelijkheden
De originele bewoners
van Amerika waren de
Indianen
In 1492 werd
Amerika ontdekt door
Christoffel Columbus
Hoe komt Amerika aan zijn naam?


Amerika werd in 1492 ontdekt door Christoffel
Columbus. Zijn bedoeling was eigenlijk om een
westelijke route naar Indië te vinden, en hij dacht
ook dat hij dat gevonden had.
Amerika is vernoemd naar Amerigo Vespucci, een
Italiaanse ontdekkingsreiziger die in Spaanse en
Portugese dienst delen van het continent Amerika
verkende. Het continent werd vervolgens naar
hem genoemd.
Kolonisatie van Amerika (1)

Kolonisatie betekent oorspronkelijk: het
vestigen van een deel van de eigen
bevolking in een landstreek die nog niet
door het eigen volk bewoond wordt. Dat
kan in een onbewoond, onontgonnen
gebied zijn, maar het kan ook een vestiging
zijn in ‘vreemd’ gebied tussen de daar al
aanwezige ‘vreemde’ bevolking.
Kolonisatie van Amerika (2)


De toestroom van Europese ontdekkingsreizigers
begint in de vroege 17e eeuw. Ze treffen dan een
land aan dat bewoond wordt door Indianen met
duizenden jaren oude culturen gebaseerd op
landbouw en jacht, zonder de notie van
grondeigendom.
De oostkust van Noord-Amerika, die van het
binnenland afgesloten is door de Appalachen,
biedt goede kansen voor kolonisatie: er zijn
baaien, geschikt voor havens, bossen die voedsel
en hout leveren en bevaarbare rivieren.
Kolonisatie van Amerika (3)


De eerste kolonisten, begin 17e eeuw, kwamen
vooral uit Engeland,maar ook Nederland,
Frankrijk en Spanje stuurden mensen naar het
verre westen.
Omdat Europa naar het oosten toe ligt, is eerst de
oostkant van Amerika gekoloniseerd. De Britten
hadden de meeste koloniën, 13, die zich op 4 juli
1776 losmaakten van Engeland. Zo ontstonden
de Verenigde Staten van Amerika.
Nederland en de kolonisatie van
Amerika



Nieuw-Nederland is de naam
van het voormalig Nederlands
gebied tussen 38e en de 45e
parallel aan de oostkust van de
huidige VS.
Nieuw-Amsterdam (nu New
York) was de hoofdstad van
Nieuw-Nederland.
Aan het noordpunt van het
eiland Manhattan werd later het
plaatsje Haerlem gesticht. Dit is
waar nu Harlem ligt.
Kolonisatie van Amerika (4)



Het gebergte Appalachen was de eerste
natuurlijke hindernis voor de kolonisten.
Eenmaal over het gebergte konden de
kolonisten weer verder trekken naar het
westen.
De frontier schoof dus steeds verder
westwaarts.
Klimaten

De klimaatindeling van Köppen
De klimaatindeling van Köppen

Köppen onderscheidt 5 klimaten op grond van
plantengroei
•
A-klimaat: Tropisch (regen)klimaat  kokospalm
B-klimaat: Droog klimaat  woestijn/steppe
vegetatie (struiken/ grassen)
C-klimaat: zeeklimaat  loofbomen
D-klimaat: landklimaat  naaldbomen
E-klimaat: poolklimaat  struiken/ grassen
•
•
•
•
Klimaten in de VS





In de Verenigde Staten komen alle klimaten
voor behalve het A-klimaat!
Droogklimaat is aanwezig bij de grote
vlaktes (great plains) en grote bekken
(great basin).
Zeeklimaat is aanwezig langs de kusten
Landklimaat is aanwezig in het binnenland
Poolklimaat is aanwezig hoog in de bergen
Het ontstaan van klimaten
 Het
klimaat is het gemiddelde
weer over een groot gebied en
over een periode van 30 jaar
 Er wordt hierbij gekeken naar de
temperatuur en de neerslag
Temperatuurfactoren

Verschillen in temperatuur ontstaan door:
1.
Breedteligging
Hoogteligging
Land-zee verdeling
Windrichting
Zeestromen
Ligging van gebergten
2.
3.
4.
5.
6.
Breedteligging

Hoe ver ligt een plaats van de
evenaar af? Plaatsen op lage
breedte hebben een hogere
temperatuur dan plaatsen op
hoge breedte

In de VS liggen de plaatsen
tussen 25˚ NB (miami) en 70 ˚
NB (noord Alaska)
Breedteligging en de zonnestand
De temperatuurverschillen op de verschillende
breedtes hebben te maken met de zonnestand
 Bij een loodrechte invalshoek moet de bundel
zonnestralen een klein oppervlak verwarmen,
waardoor er meer warmte op
1 plek terecht komt.
 Bij een schuine invalshoek
moet de bundel zonnestralen
een groot oppervlak
verwarmen

Hoogteligging


Des te hoger een gebied
ligt, des te kouder. Lucht
wordt van onder af
verwarmd
Per 1000 meter omhoog,
gaat de temperatuur met
6˚C omlaag.
Land-zee verdeling

land wordt snel warm en koelt snel af; water
wordt langzaam warm en koelt langzaam af
Windrichting

Aanlandige wind komt vanaf zee en brengt
temperatuurmatiging met zich mee; aflandige wind
komt vanaf het land en zorgt voor hele hoge of
hele lage temperaturen
Zeestromen

in de oceanen zijn warme en koude stromen,
die de temperatuur bij het land verhogen of
verlagen
Ligging van gebergten

een gebergte kan lucht tegenhouden,
waardoor er aan elke kant van het
gebergte een ander klimaat kan ontstaan
In Noord-Amerika loopt het reliëf N-Z. Koude lucht uit de
poolgebieden kan daar ver naar het zuiden dringen, terwijl
warme (subtropische lucht regelmatig naar het noorden
stroomt. Dat heeft grote temperatuurwisselingen ten
gevolge, met soms heftige weersverschijnselen, zoals
tornado's (windhozen) en blizzards (sneeuwstormen).
Temperatuurfactoren (2)

Heel vaak wordt de temperatuur door een
combinatie van deze factoren bepaald!
Het ontstaan van een hurricane (1)

Een hurricane is een tropische orkaan; een
enorme depressie. Deze orkanen zorgen voor
schade door wind, zware regen en stormvloed in
de Verenigde Staten, met name aan de
oostkust. Bij een zeewatertemperatuur van ten
minste 26 graden, wordt steeds warme, vochtige
lucht omhoog gezogen en ontstaat
een draaiende wolkenmassa, met in
het midden een wolkenloos oog.
Hurricane Dean
Het ontstaan van een hurricane (2)
 Zeewater verdampt en stijgt op. Deze
damp condenseert (het gaat regenen) en
daarbij komt energie vrij. Deze energie doet
de lucht opstijgen, waardoor de luchtdruk
daalt, de nog aanwezige waterdamp afkoelt
en condenseert. Door de dalende luchtdruk
wordt (vochtige) lucht uit de omgeving
aangezogen. Deze condenseert (het gaat
harder regenen) en er komt energie vrij,
waardoor de luchtdruk verder daalt (het
gaat harder waaien).
Hurricana Katrina
Katrina,
die in 2005
veel schade
veroorzaakte
In New Orleans
Filmpje
ontstaan Katrina
Schade na Katrina

Huizen staan meer dan 2-3 meter onder
water. Op verscheidene plaatsen breekt
brand uit, maar dat
is moeilijk te
blussen door een
tekort aan
stromend water.
Het ontstaan van een tornado (1)

Een tornado is een wervelwind met zeer grote windsnelheden tot
enkele honderden kilometers per uur en een diameter van enkele
tientallen meters tot een paar kilometer, die meestal zichtbaar is
doordat waterdamp condenseert in de wervel of doordat
materiaal van het aardoppervlak wordt opgetild. Tornado's komen
meestal voor bij krachtige onweersbuien.
Het ontstaan van een tornado (2)

Tornado's komen relatief vaak
in het centrale deel van de VS
voor, gemiddeld zo'n duizend
per jaar. Vochtige warme
lucht stroomt vanuit de Golf
van Mexico noordwaarts en
schuift over Tornado Alley
onder een luchtlaag afkomstig
uit Mexico en de Rocky
Mountains, waarin de
temperatuur sterk afneemt
met de hoogte. Tornado’s
beginnen altijd met een grote
onweerswolk
Ravage na een tornado

Kansas, na een tornado.
Verschil Hurricanes- Tornado’s

1.
2.
3.
4.
5.
Hurricane
Superstorm, ontstaat boven
zeewater van >26ºC
Een zeer snel draaiende
kolom lucht, zonder slurf, met
een doorsnede van 100 km
Krijgt altijd een naamafwisselend jongens-/
meisjesnaam
Uitgedrukt in categorie 1 t/m 5
Groot gebied krijgt schade

1.
2.
3.
4.
5.
Tornado
Ontstaat boven land, bij
botsing tussen koude en
warme lucht.
Een snel draaiende kolom
lucht met slurf, van 100 m in
doorsnede. Veel onweer!
Krijgt geen naam
Uitgedrukt in F1 t/m F5
Klein/ lokaal gebied krijgt
schade
Par. 2 Meltingpot of etnisch mozaïek

Bestaat ‘de’ Amerikaan wel?

Alleen Indianen zijn officieel Amerikaan
Europeanen, Afro-Amerikanen, Hispanics
en Aziaten zijn Amerikanen als gevolg van
buitenlandse migratie

Coca Cola als synoniem voor
de Amerikaanse cultuur
Indianen


Er leefden zo’n 10 miljoen Indianen verdeeld
over enkele honderden stammen, die allemaal
hun eigen taal spraken. Voor de Indianen was
de komst van de Europeanen een ramp. Zij
verloren in de loop van de volgende 3 eeuwen
hun grondgebied en cultuur.
Driekwart stierf vrij kort na de aankomst van
de Europeanen. Dat kwam omdat de Indianen
geen weerstand hadden tegen de ziekten die
de Europeanen meebrachten b.v. waterpokken
en griep.
Europeanen in de VS
Vanaf begin 17e eeuw kwamen de eerste kolonisten
naar ‘de nieuwe wereld’. De Britten waren de eersten.
 In 1776 stichtten de 13 Britse koloniën de Verenigde
Staten van Amerika.
 pushfactoren om te emigreren waren:
1.
Godsdienstvrijheid
2.
Geldzucht;
3.
De hang naar avontuur;
4.
Beroerde omstandigheden in het land van
herkomst.

Afro-Amerikanen





In 1619 werden de eerste twintig zwarte slaven in
Virginia aan land gezet.
Na 1700 nam de aanvoer van zwarte slaven sterk toe.
In de achttiende eeuw waren dat er 200.000.
In de loop van de 18de en het begin van de 19e eeuw
werden massaal slaven vervoerd van West-Afrika naar
de het zuiden van de huidige Verenigde Staten om als
arbeidskrachten te worden ingezet op de plantages
daar.
In 1808 werd de slavenhandel afgeschaft
Veel ex-slaven migreerden naar het Noorden, waar de
omstandigheden niet veel beter waren.
Hispanics/ latino’s (1)



Het Spaans is al sinds de zestiende eeuw aanwezig in het
zuid-oosten van de Verenigde Staten. Toen de kolonies bij
de Verenigde Staten gingen horen bleven velen gewoon
Spaans praten.
Sinds de negentiende eeuw worden vooral de Zuidwestelijke
staten overspoeld door Hispanics en Latino's uit LatijnsAmerika, vooral uit Mexico. Tegenwoordig zijn in heel
Amerika Spaanstalige immigranten te vinden. Veel
immigranten spreken geen Engels.
Na verloop van tijd is in gemengde gemeenschappen
Spanglish ontstaan, een mix van Spaans en Engels.
Spanglish wordt vooral gesproken door personen die zowel
het Spaans als het Engels goed beheersen.
Hispanics/ latino’s (2)



De groep Hispanics bestaat uit ongeveer 40
miljoen mensen en breidt zich razendsnel uit.
Velen zijn katholiek en doen niet aan
geboortebeperking!
Hispanics zijn vooral aanwezig in de zuidelijke
staten, ‘dichtbij’ Latijns-Amerika en veel
mogelijkheden voor laag- of ongeschoold werk in
de landbouw
Aziaten


Voor 1965 komen er Chinezen
en Japanners. Andere Aziaten
komen vooral na 1965. Daarom
bestaat er Chinatown, Korea
town, Vietnam town etc.
Aziaten zijn meestal beter
opgeleid en proberen ook meer
‘the American Dream’ te volgen:
Door hard te werken kan je de
top bereiken.
Hoe bereik je een meltingpot?



Iedereen die de Verenigde Staten binnenkomt
moet engels leren en iets van de geschiedenis
weten.
Iedereen moet de Amerikaanse cultuur
overnemen assimileren: dat een
bevolkingsgroep opgaat of is opgegaan in een
andere groep en daardoor is (een groot deel van)
de eigenheid verloren.
Vroeger: iedereen was aanhanger van het
christelijke geloof.
Waarom lukte het assimileren vroeger
wel?(1)


Tot 1880 kwamen er vooral immigranten uit
Noordwest-Europa. Zij pasten zich snel aan de
taal en aan de normen en waarden aan en
integreren volledig.
Tussen 1890-1920 komt er een grote golf uit
Zuidoost-Europa. Zij blijven bij elkaar wonen en
leren de taal niet. Zij zorgen voor het ontstaan
van bijv. ‘Little Italy’.
Waarom lukte het assimileren vroeger
wel?(2)


Na 1950 komen er veel Hispanics en Latino’s. Zij
blijven spaans spreken, mede omdat er velen
illegaal binnenkomen en dus geen recht hebben
op onderwijs. De latino’s blijven dichtbij de grens
met Mexico en zijn er in zulke grote getallen, dat
integreren ook niet echt noodzakelijk is.
Na 1965 komen er veel Aziaten binnen, ook zij
klitten bij elkaar. Echter een grote groep is wel
goed geïntegreerd!